Oorlogsgraven Castricum en Heiloo hebben nieuwe consul: “Het is een eer”

Vier mannen poseren buiten voor een kerkgebouw, twee van hen houden bloemenboeketten vast, omringd door grafstenen op de achtergrond.

Ambtenaar Jan de Ruijter heeft er sinds woensdag een nieuwe taak bij. De medewerker begraafplaatsen van de BUCH is de nieuwe consul voor de oorlogsgraven in Castricum en Heiloo.

De consul bekommert zich om de in totaal 32 oorlogsgraven die in Heiloo en Castricum te vinden zijn. Heel veel hoeft hij zelf niet te doen aan de graven: vooral wat klein onderhoud, zoals onkruid wieden of vuil verwijderen. Als een graf beschadigd is, stuurt hij de Oorlogsgravenstichting een berichtje. Die sturen dan iemand voor de reparatie en het groot onderhoud.

De Ruijter neemt de taak van consul over van Miel van de Velde, die de afgelopen 23 jaar verantwoordelijk was voor het beheer van de oorlogsgraven: “Op 22 februari 2002 ben ik begonnen”, weet Van de Velde exact. Als blijk van waardering kreeg hij deze week een gouden speldje van de Oorlogsgravenstichting. Ook burgemeester Ben Tap van Castricum was daarbij.

“Het was tijd om te stoppen. Ik ben nu 63 jaar, en ik kan het nu nog goed overdragen. Daarom heb ik besloten dat het mooi is geweest”, zo blikt Van de Velde terug op zijn periode als consul. Hij blijft nog wel een paar jaar tot zijn pensioen als beheervan de begraafplaatsen in Uitgeest, Castricum in Heiloo.

De oud-consul vond het een eer om de rol te vervullen: “De herinnering aan de gesneuvelde soldaten verdient het om in stand gehouden te worden, en ik ben trots dat ik daaraan heb kunnen bijdragen.” (tekst gaat verder onder de foto)

Drie mannen in zakelijke kleding ondertekenen documenten aan een houten tafel in een kantoorruimte met kunst aan de muur en bloemen op tafel.
Handtekeningen onder de overdracht van het consulaat van de Oorlogsgravenstichting in Castricum en Heiloo. Links Peter Woolderink, in het midden Jan de Ruijter en rechts burgemeester Ben Tap. (foto: aangeleverd)

De vier oorlogsgraven van Heiloo zijn van drie verzetslieden uit Heiloo die de oorlog niet overleefden, en van een Heilooër die om het leven kwam terwijl hij gedwongen te werk was gesteld in Duitsland. Drie graven zijn op de begraafplaats bij de R.K. Willibrorduskerk aan de Westerweg, het vierde graf is op de Algemene begraafplaats aan de Holleweg.

In Castricum zijn het vooral slachtoffers van de luchtoorlog boven Noord-West Europa. Sommige vliegtuigen van de geallieerden stortten neer in de omgeving. “Langs de kust bij Castricum spoelden ook geallieerde militairen aan die op zee om het leven waren gekomen. Niet iedereen kon worden geïdentificeerd, dus die graven hebben geen naam”, vertelt Miel van de Velde. Alle 28 graven zijn te vinden op de protestantse begraafplaats van de Dorpskerk. (tekst gaat verder onder de foto)

Rij witte grafstenen op een begraafplaats, omgeven door struiken en herfstbladeren, naast een kerkgebouw.
Op de begraafplaats bij de Dorpskerk in Castricum zijn vooral oorlogsgraven van gesneuvelde militairen van de geallieerden uit de Tweede Wereldoorlog. (foto: Wiki Commons, Nannix cc-4.0)

De meeste indruk heeft al die jaren de dodenherdenking gehad op 4 mei. “Door schoolkinderen worden dan eerst de graven goed schoongemaakt. ’s Avonds is er in Limmen en Castricum op verschillende plekken een kranslegging. Dat zijn jaarlijkse hoogtepunten voor een consul.”

De laatste jaren worden er op kerstavond ook lichtjes geplaatst op de oorlogsgraven. “Een mooi gebaar, maar die organisatie liet ik altijd graag bij het Veteranencomité. Met kerstavond ben ik graag thuis”, zo stelt de nuchtere Van de Velde.

Van de Velde draagt het werk met vertrouwen over aan Jan de Ruijter. Die vindt het ‘een grote verantwoordelijkheid’ om het consulaat voort te zetten: “Maar het is ook een eer. Ik kijk ernaar uit om samen te werken met de Oorlogsgravenstichting om de herinnering aan de gesneuvelde militairen te behouden.”