De overheid, dat zijn we eigenlijk allemaal. Al lijken we dat ook allemaal wel eens te vergeten. Wantrouwen bij burgers, wantrouwen bij overheden: vaak is er over bericht, in landelijke én lokale pers. Het college van Alkmaar ziet het als één van zijn hoofdtaken om dat wantrouwen te doorbreken. “Het is niet altijd pais en vree, nee.”
In gesprek met wethouder Anjo van de Ven komt het ideaal van een betrouwbare, open overheid al gauw op tafel. Het is voor haar een belangrijk punt uit het coalitieprogramma van het college waar ze wethouder van is. Maar het is óók een wens van de raad, benadrukt ze. “Kijk: Alkmaar maken we samen, staat hier. Maar dat is mooi gezegd hè. Het gaat om hoe je het dóét.”
Want dat gaat niet vanzelf. De dagelijkse politieke praktijk is nu eenmaal een wereldje op zich, van vergaderzalen en lange debatten achter de komma. Dat er bij burgers vaak weinig enthousiasme bestaat over het openbaar bestuur, dat merkt de wethouder ook. (tekst gaat door onder de foto)
‘Ongeloof’ trof ze, toen ze in de kwestie over erfpacht toezegde te luisteren naar wat in de participatieavonden naar voren kwam. “Mensen denken vaak: de gemeente, die wil alleen maar geld van ons”, overweegt ze. “Maar het gaat juist om vertrouwen.”
Om daar ‘handen en voeten’ aan te geven wordt samenwerking van gemeente en inwoners de standaard. Dat is de ‘participatievisie’. “Een participatieplan wordt verplicht”, legt de wethouder uit. “We hebben dat wel versimpeld. Het gaat erom dat we vóór een voorstel naar de raad gaat, participeren.” Samenwerken dus, samen praten, samen overleggen.
Beleid heeft nu eenmaal vaak impact. Er iets over kunnen zeggen doet dan veel. “Zeker als het bij je in de buurt is, dan is de betrokkenheid heel groot”, merkt wethouder Van de Ven. “Het is goed om daar rekening mee te houden.” (tekst gaat door onder de foto)
Op participatiebijeenkomsten kunnen mensen met ideeën komen, of kritiek geven op ideeën van de gemeente. En dat mag schuren, vindt de wethouder. “Het is niet altijd pais en vree, maar dat hóéft ook niet. Je zal nooit maximaal draagvlak krijgen. Maar je kunt wel met elkaar in gesprek gaan.”
Het schrikbeeld van eindeloze vergaderingen en bijeenkomsten, waardoor bijvoorbeeld woningbouwprojecten nóg verder vertraagd worden, wijst de wethouder van de hand. “Die participatie komt vóór het raadsvoorstel. Door op dat moment al te investeren, win je juist tijd terug, want de kans wordt kleiner dat mensen ná het raadsvoorstel met zienswijzen komen. Omdat we dat al hebben besproken met elkaar.”
Daarbij moet de overheid ook eerlijk zijn, vindt wethouder Van de Ven. “Niet alles kán. Daar moet je vooraf ook duidelijk zijn. Het is een complexe wereld met heel veel belangen.” Ook in de kwestie over de Robonsbosweg was al duidelijk dat de asielopvang er echt moest komen, maar dat er tegelijk wel overleg met de buurt mogelijk was. (tekst gaat door onder de foto)
Participatie kan processen ook versimpelen. Maar het belangrijkste is het herstel van vertrouwen, vindt wethouder Van de Ven. “Het gaat erom dat burgers vertrouwen hebben in de democratie. Maar ook het omgekeerde: dat de overheid vertrouwen heeft in haar burgers.”
Dat dat wel eens verkeerd is gegaan, ook landelijk, dat ziet de wethouder ook. “Daar kunnen we lang over filosoferen, zeker. Ik heb daar veel gedachten over.” Alleen: niet nu, want nu is er eerst de participatievisie ‘Alkmaar maken we samen’ . “En die moet naar de raad. Ja, dat moet eerst.”