Na een ‘stevige voorbereiding’ gaat de gemeente er dit jaar echt mee aan de slag: de dorpen in het landelijk gebied. Want Alkmaar is niet alleen maar de stad en dat mogen ze op het stadhuis dan ook zeker niet vergeten. Wethouder Robert te Beest gaat namens het college de dorpen in: “Maar we beginnen digitaal.”
Streekstad Centraal spreekt de wethouder in het stadhuis, midden in de stad. Oude zalen, kasten vol kostbaar porselein, op de achtergrond het rumoer van de winkelstraten: hier ademt Alkmaar in alles dat het een historische stad is. Maar de gemeente is nu al vele jaren gefuseerd met Graft-De Rijp en De Schermer.
“De gemeente Alkmaar is veel groter dan de stad”, onderstreept wethouder Te Beest nog maar eens. “Het is heel belangrijk dat de dorpen zich verbonden voelen.”
Wethouder Te Beest gaat daarom alle dertien dorpen in het landelijk gebied benaderen. “Eerst digitaal”, legt hij uit. “We sturen vragenlijsten rond. Alle inwoners van de dorpen kunnen daarin laten weten wat hen bezighoudt. Dat kan alles zijn.” De antwoorden op deze vragen vormen de basis van de vervolggesprekken die de gemeente in de dorpen wil organiseren.
Er wordt afgetrapt met de dorpen Graft, De Rijp en Grootschermer. Dat laatste dorp kwam vorige week nog in het nieuws omdat de dorpsraad zich daar grote zorgen maakt over het voortbestaan van de dorpsschool. Typisch een onderwerp waarvan wel te verwachten valt dat het in de digitale vragenlijsten zal worden aangeroerd. Dat, of de bereikbaarheid met de bus.
Al die onderwerpen mógen ook, want alles mag. Al is de gemeente in zulke kwesties niet de enige die er wat over te zeggen heeft. “Maar op basis daarvan kunnen we wel om tafel gaan met de provincie, of met organisaties.” De scholenkoepels bijvoorbeeld. Het begint toch bij de gemeente, bij goed contact.
“Waar ik op hoop is echte participatie”, zegt wethouder Te Beest. “Echt de grond omwoelen. Iederéén aan het woord laten, met open vragen. Voor ons is het net zo spannend als voor de dorpen zelf… Het wordt een druk jaar!”
De wethouder zal zich ook echt in de verschillende dorpen gaan laten zien, belooft hij. En dan blijft het niet bij handen schudden. “We gaan vóór de zomer in gesprek met de eerste drie dorpen. We kunnen van start en daar wordt het echt beter van. Ik ga niks opleggen. Laat ‘t maar van onderop komen. We willen geen stadse oplossingen voor dorpse problemen, daar houd ik mij als wethouder aan vast.”