Twintig jaar is ‘ie, en nu al schrijver: Alkmaarder Jeroen Krabbenbosch. Hij heeft eigenlijk moeite met lezen en schrijven, is dyslectisch. Toch heeft dat hem er niet van weerhouden een roman te schrijven: ‘De 13 Vervloekte Jagers’ is sinds dit weekend verkrijgbaar. Zijn schrijversdebuut maakt zijn moeder, die hem veel heeft geholpen, niet meer mee; afgelopen januari overleed ze. “Ik ben haar eeuwig dankbaar.”
“Ik heb in dit hele proces meer over de Nederlandse taal geleerd dan tijdens mijn middelbare schooltijd”, vertelt Jeroen aan mediapartner NH. “Ondanks dat ik nog wel veel fouten maak, leer ik ervan als ik erop word gewezen en herken ik ze nu sneller. Natuurlijk heb ik nog steeds dyslexie, maar ik ben een stuk taalvaardiger dan voor ik met schrijven begon.”
Bol van de taalfouten staat het boek zeker niet; die hebben familie en vrienden er met geduld en liefde voor hem uitgevist. “Ik heb het verhaal in ongeveer een jaar geschreven. Mijn moeder, oma en de beste vriendin van mijn moeder hebben me vooral veel geholpen met het nalezen en verbeteren. Dat heeft ongeveer anderhalf jaar geduurd”, verklaart hij. “Mijn oma heeft er net zo hard aan gewerkt als ik. Ze heeft het wel twintig keer doorgelezen en enorm geholpen met mijn soms gekke zinsopbouw.” (tekst gaat door onder de foto)
Het verhaal speelt zich af in 1923, in het keizerrijk van Anthinesia. “Na de Honderdjarige Oorlog dreigt de vrede nogmaals verbroken te worden met het buurland. Een groep van dertien mannen, die beter bekend staan als de Jagers, krijgen de opdracht de oorlog te winnen. Omdat ze zijn vervloekt, hebben ze bijzondere krachten. Het autoritaire regime wil die krachten inzetten voor militaire uitbreiding”, aldus de kersverse Alkmaarse schrijver.
“Het voelt zo onwerkelijk”, zegt hij, terwijl hij met z’n handen over de kaft van zijn gloednieuwe boek strijkt. “Heel gek om mijn naam op de voorkant te zien staan. Ik ben heel trots. En ook benieuwd wat mensen ervan vinden.” En mocht er toch een spellingsfoutje tussendoor zijn geglipt? “Dan kunnen we die er gelukkig met de tweede druk uithalen”, zegt hij lachend.
Ondanks zijn vrolijke stemming hangt de dood van zijn moeder als een donkere wolk boven tafel. “Een paar jaar terug bleek ze kanker te hebben. Daarna is ze behandeld en toen leek alles goed te zijn, klaar. Maar een jaar geleden kwam het toch weer terug, alleen was het dit keer onbehandelbaar.” Dat ze het boekdebuut van haar zoon niet meer kan meemaken, doet hem veel pijn. “Het voelt geweldig dat ze eraan heeft meegeholpen, maar ik vind het heel lastig dat ze er niet meer is. Ik ben benieuwd wat ze ervan vindt. Ze zou natuurlijk enthousiast en positief hebben gereageerd, maar het is erg jammer en pijnlijk dat ik dit moment niet met haar kan delen.”
Voor ze overleed kreeg ze tot haar moedergeluk nog wel mee dat haar zoon een echte schrijver zou gaan worden. “Nadat bekend werd dat mijn verhaal een boek zou worden, is ze overleden. Dus ze wist gelukkig wel dat dit ging gebeuren. Daar was ze ook mateloos trots op. En ik ben haar eeuwig dankbaar voor de hulp met mijn boek. En voor alle andere dingen die ze voor me heeft gedaan en betekend.”