Het is één van de wensen van de nieuwe coalitie: een eigen Alkmaars referendum. Inwoners van de gemeente kunnen zo direct meepraten over de besluiten die in Alkmaar genomen worden, is de gedachte. Er is in de raad veel steun voor het voorstel, maar over de precieze vormgeving van de Alkmaarse volksraadpleging wordt verschillend gedacht. “We moeten hier voorzichtig mee zijn.”
Een krachtig raadgevend referendum, zonder vereisten aan de minimale opkomst, waarin zeer uiteenlopende kwesties aan de kiezer kunnen worden voorgelegd. Dat is het voorstel ‘Referendumverordening 2023’ dat er nu ligt. Deels worden hierin de ideeën van een ouder voorstel uit 2015 gevolgd, maar dat er geen minimale opkomst is, dat is er bijvoorbeeld nieuw aan. Het laat zien dat het het College menens is: zo min mogelijk mitsen en maren, een sterk referendum, zij het alleen raadgevend – dat moet nou eenmaal van Den Haag.
Mitsen en maren zijn er uiteraard wel in de raad. Oppositiepartijen GroenLinks, Leefbaar Alkmaar, PvdA en Partij voor de Dieren (PvdD) stellen bijvoorbeeld voor om de kieswet anders toe te passen bij het referendum. Waar bij gewone verkiezingen de minimumleeftijd 18 jaar is, zou die voor de volksraadpleging omlaag mogen naar 16, vinden deze partijen: “We verwachten veel van jongeren”, legt Kıvılcım Pınar van PvdD uit. “Ze betalen belasting, ze mogen rijles volgen. Dan mogen ze ook wel meepraten.”
Een ander amendement komt van PvdD, OPA en FvD. Zij willen dat de ‘vage’ bepaling, die stelt dat een referendum over een onderwerp waar al eens een referendum gehouden is niet zou kunnen, uit het voorstel verdwijnt. “Weghalen ja”, zegt Pınar. “En verder vinden we dat de referendumcommissie transparant moet zijn. Er is geen reden voor beslotenheid.”
Pınar is een groot voorstander van meer directe democratie. “Het referendum is daarvoor een middel”, bevestigt hij. Al vindt hij het niet het beste. “Het liefst zouden wij burgerraden zien. Een groep burgers kan dan echt samen overleggen, deskundigen inroepen, met voorstellen komen. Dat zou nog beter zijn.” Maar het College zet dus in op het referendum, niet op burgerraden zoals die bijvoorbeeld in Duitstalig België bestaan.
Voor referenda is Zwitserland natuurlijk het grote voorbeeld. “Maar die hebben daar ook echt wel heel veel ervaring mee”, relativeert Pınar. “Het referendum is een mes met twee kanten. Het is een middel, maar het creëert ook valse verwachtingen. Daarom vind ik dat we dit echt goed moeten brengen. Voorzichtig.” Hij zal de discussie in de raad dan ook zeker volgen, al verwacht hij wel dat PvdD zal instemmen met het Alkmaarse referendum, dat op een grote meerderheid kan rekenen.
Dat het onderwerp ook de Alkmaarders op straat aangaat, bleek wel uit een rondgang in mei dit jaar. Toen toonden veel Alkmaarders zich enthousiast over de directe democratie, al waren er ook kanttekeningen. Net zoals in de raad vanavond.