Bath. Bergama. Darmstadt. Tata. Troyes. Voor menig Alkmaarder zijn het bekende namen, al zal niet iedereen meteen herinneren waaróm er ook al weer straten naar deze steden zijn vernoemd in onze stad. Wie het wel weet zegt: stedenbanden. Met een mooi woord: ‘jumelages’. Alkmaar werkt er hard aan: “We zijn aardig aan de weg aan het timmeren.”
De stedenbanden leven volop, in oktober is er weer een bijzonder jubileum, aankomend weekend worden de banden aangehaald in de Grote Kerk, tijdens de Open Monumentendagen. Dan is er in de Grote Kerk van alles te leren over deze stedenbanden. Het tekent de energie die de gemeente Alkmaar in de internationale verbindingen steekt. Daarvoor steekt het Alkmaars Uitwisselings Comité zijn nek uit.
Zeg stedenband, en je zegt: Alkmaar en Bath. Want daar kan niemand omheen, die stedenband is anders, hechter, ouder, bijzonderder. “Het is de oudste stedenband ter wereld, wordt er gezegd”, bevestigt Dick Jan Braaij van het Alkmaars Uitwisseling Comité. Met de Britse stad bestaat al sinds 1945 een hechte band en die wordt met veel liefde en toewijding onderhouden: “In Bath gebeurt gewoon het meest.” Daar had Alkmaar Centraal eerder dit jaar nog aandacht voor, toen in de Engelse stad een plaquette werd onthuld. (tekst gaat door onder de foto)
Een en ander wil niet zeggen dat de andere steden worden veronachtzaamd. Braaij kan honderduit vertellen over het Hongaarse Tata, een andere stad waar Alkmaar een stedenband mee onderhoudt. ‘Net als in Alkmaar zijn daar veel de molens”, legt Braaij uit. “Maar watermolens, in de riviertjes die naar het meer stromen.” Het ‘Oude Meer’, ‘Öreg-tó”, is voor Tata wat voor Alkmaar ooit de Schermer of de vele andere wateren in de buurt moeten zijn geweest. Het is voor Braaij bekend terrein: als medewerker van het Murmellius Gymnasium ging hij meermaals mee op reis naar stedenpartner Tata.
“Voor scholen, maar ook voor sportverenigingen, zijn de stedenbanden nog heel actueel”, legt Braaij uit. Veel sportverenigingen koesteren de uitwisseling als routine: “Elk jaar hebben ze wel wat.” Eventuele politieke connotaties, meningsverschillen, vooroordelen: die worden terzijde geschoven. “Wij zijn uitvoerend. We zijn er voor de mensen.” En niet voor de clichés, als het aan Braaij ligt. Altijd weer die kaasmarkt, dat is nou juist niet de bedoeling: “We proberen het een beetje uit de folkloristische sfeer te halen.”
Zaterdag 9 september geven Braaij en zijn collega’s van het Alkmaars Uitwisselings Comité meer uitleg over de Alkmaarse stedenbanden in de Grote Kerk. Daar kunnen bezoekers ook een beetje ‘op vakantie’, met informatie en persoonlijke verhalen over Bath, Bergama, Darmstadt, Tata en Troyes. In oktober zal dan nog een bijzonder jubileum worden gevierd, want de banden met Darmstadt en Troyes bestaan dan 650 jaar.