Alles anders bij de Titanialaan: “Stevige conclusies waarmee we aan de slag gaan”

Close-up van de schade aan een gebouw na een brand, met zwartgeblakerde muren en gesmolten isolatiemateriaal, gescheurde ramen en blootgelegde interne structuren.

Burgemeester Maarten Poorter wilde er tijdens een ontmoeting met de pers even bij stilstaan dat het gelukt was om als jeugdzorgorganisatie Parlan, woningcorporatie Woonwaard en gemeente Dijk en Waard samen op te trekken en een onafhankelijk onderzoek te laten verrichten. Het onderzoek moest duidelijk maken hoe in de periode voor de explosie aan de Titanialaan was omgegaan met alle meldingen van onveiligheid en overlast.

De schoen knelt echter bij de weigering van de politie om de vierde opdrachtgever te worden van het onderzoek. De politie zat woensdagavond daarom niet aan tafel om vragen te beantwoorden van de media.

Burgemeester Poorter had de politie “niet voor niks” gevraagd om mee te doen, maar daar kwam geen positief antwoord op. “De vraag waarom de politie niet wilde meedoen, kun je het beste aan de politie stellen”, stelt burgemeester Poorter zichtbaar ongemakkelijk. Die vraag heeft Streekstad Centraal voor een tweede keer neergelegd bij de politiewoordvoering, maar daarop was ten tijde van publicatie nog geen antwoord. (tekst gaat verder onder de foto)

Vergaderruimte met laptop op tafel waarop een presentatie over PRISMA-onderzoek te zien is; op de achtergrond zitten vier mensen aan de vergadertafel.
Bestuurders van Parlan, Woonwaard en Dijk en Waard trokken woensdag het boetekleed aan. (foto: Streekstad Centraal)

In het onderzoeksrapport valt ook op dat de politie amper openheid van zaken wil geven over de overlastmeldingen in de periode voor de explosie en de eigen reactie daarop. Volgens Poorter ligt het probleem bij de strikte privacyregels van de politie: “Het is ingewikkeld, want je kunt niet alles met elkaar delen. Privacywetgeving stelt grenzen, maar daarbinnen is volgens mij meer mogelijk dan nu benut wordt.”

Daar heeft de burgemeester een goed punt. Organisaties kunnen volgens de privacywet een belangenafweging maken, waarbij maatschappelijke belangen in bijzondere gevallen meer gewicht krijgen dan het privacybelang van een individu. Degene wiens privacy dan het onderspit delft, kan naar de rechter stappen om te toetsen of de juiste afweging is gemaakt.

Dat vergt mensen in organisaties die het risico durven te nemen om later misschien op de vingers te worden getikt. In een organisatiecultuur waarin risicomijdend gedrag wordt beloond, zijn die kwaliteiten onder medewerkers steeds lastiger te vinden. Het veiligste is om privacy altijd voorrang te geven. Dat lijkt er in de communicatie tussen politie, woningcorporatie, Parlan en gemeente ook steeds te zijn gebeurd.

Het onderzoeksrapport en de kritische vragen die het oproept, vooral over het ontbreken van de politie als vierde opdrachtgever, leggen de vinger op de zere plek: zolang de gezamenlijke regie over veiligheid en zorg ontbreekt, blijft structurele verbetering onzeker.

Het ging volgens de onderzoekers mis omdat elke organisatie wel bezig was met het thema veiligheid en overlast, maar niet verder keek dan het eigen straatje en zich niet in staat achtte om het probleem op te lossen. Zelfs over een gezamenlijk onderzoek konden de vier verantwoordelijke partijen daarna niet op één lijn komen. Het stelt niet gerust dat het in de toekomst veel anders zal gaan. (tekst gaat verder onder de foto)

Patch op politie-uniform.
De politie was opvallend afwezig tijdens het persgesprek over het onderzoeksrapport.

Parlan, Woonwaard en Dijk en Waard hebben wel de voornemens om het voortaan anders te gaan doen. “Stevige conclusies waarmee we aan de slag gaan”, vatte burgemeester Poorter de conclusies samen, ook namens de bestuurders van Parlan en Woonwaard.

Peter van Wijk, bestuurder van Parlan, benadrukte dat het rapport volgens hem een belangrijke “eye opener” is en pleit voor meer gezamenlijke analyse van signalen uit de wijk: “Het vergt dat die signalen, of die nou van onze instelling of van Woonwaard of de wijkagent komen, samen worden gebracht. Daar hebben we nog veel te leren.”

Peter van Wijk erkent dat de gewoonte binnen de zorg is om te focussen op cliënten en directe collega’s, waardoor signalen breder uit de wijk onvoldoende worden gedeeld en besproken.

Van Wijk onderstreepte ook het spanningsveld tussen individuele zorg en het collectieve belang in een wooncomplex: “We willen jongeren menswaardig ondersteunen, maar ze wonen ook in een buurt met andere mensen. Die belangen moeten we in het vervolg veel zorgvuldiger afwegen.” (tekst gaat verder onder de foto)

Een man met een bril en een blauw pak zit aan een tafel met gevouwen handen, omringd door planten en een moderne, verlichte achtergrond.
Parlan-bestuurder Peter van Wijk. (foto: Streekstad Centraal)

Bestuurder Nicole van Wijk van woningcorporatie Woonwaard heeft ook lessen getrokken uit het rapport. “We hebben besloten om de uitgebrande appartementen na renovatie niet meer als dertien losse studio’s terug te brengen, maar samen te voegen tot grotere woningen die als normale sociale huurwoningen worden aangeboden.”

Daarmee krijgen de jongeren die in het complex van Woonwaard iets huren geen probleemjongeren meer naast zich, maar jonge stellen of eenoudergezinnen die net als zijzelf in aanmerking kwamen voor een sociale huurwoning.

Parlan komt er dus niet meer terug met de doelgroep van problematische jongeren die zij bedienen. Daarmee verwacht Woonwaard “een betere balans tussen verschillende bewonersgroepen en meer stabiliteit in het complex”. (tekst gaat verder onder de foto)

Gebouw in renovatie met steigers aan de gevel, omgeven door hekken en bouwmaterialen, met een entree voorzien van oranje en gele decoraties.
Woonwaard voegt de studio’s in het complex aan de Titanialaan nu samen tot grotere sociale huurwoningen. (foto: Streekstad Centraal)

Het rapport van BMC is kritisch over de versnippering van verantwoordelijkheden en het feit dat niet iedere partij proactief deelneemt aan structurele samenwerking. Ook een nieuwe werkwijze met lokale teams en het gebiedsgericht werken, dat in de praktijk pas enkele weken draait, moet zich volgens de onderzoekers op cruciale punten nog bewijzen.

De bestuurders beamen dat ze extreem kundige en ervaren medewerkers nodig hebben om de beloftes waar te maken om het in de toekomst beter te doen. Daar zit in de huidige arbeidsmarkt een knelpunt. Ook helpen de vele personele wisselingen niet, zoals die bijvoorbeeld gebruikelijk zijn bij de functie van wijkagent.

Bovendien worden die voortdurend ingezet op andere taken, zo is de ervaring van burgemeester Poorter: “Het doet er wel toe dat er soms een NAVO-top is, demonstraties in Amsterdam of Extinction Rebellion bij de Afsluitdijk, waardoor we wijkagenten vaak moeten missen.” (tekst gaat verder onder de video)

Bewoners van het complex aan de Titanialaan zeggen weinig vertrouwen te hebben dat er nu echt iets verandert: “De conclusies van het rapport zijn precies wat bewoners al jaren aangaven, maar werd structureel genegeerd,” stelt oud-bewoner Indra Blokdijk, wiens ervaringen reeds in het rapport geciteerd staan.

De discussie rond het onderzoek draait niet alleen om het verleden, maar ook nadrukkelijk om de toekomst. Belangrijk onderdeel daarin is het niet-openbare rapport over de kwaliteit van de zorg door Parlan, dat nu wacht op beoordeling door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Peter van Wijk belooft de uitkomsten met het publiek te delen, “voor zover de vertrouwelijkheid van cliënten dat toestaat.”

Een man en vrouw zitten aan een tafel in een moderne ruimte en zijn in gesprek, waarbij de man zijn handen gevouwen heeft en de vrouw aandachtig luistert. Achter hen is een boekenkast en kleurrijke kunst aan de muur te zien.
Woonwaard-bestuurder Nicole van Wijk en Maarten Poorter, burgemeester van Dijk en Waard. (foto: Streekstad Centraal)

Al met al laten de bestuurders weinig twijfel bestaan over de ernst van de situatie, maar blijft er vooral veel onzekerheid over de houdbaarheid van de beloofde doorbraak. “We hebben elkaar nog nooit zo vaak gezien, maar het gaat erom dat we in de toekomst niet meer loslaten wat nu op gang is gekomen,” luidt de conclusie van burgemeester Poorter.