Voor Stadswerk072 is het een grote vloed van hout en ander materiaal. Storm Poly heeft de mensen van de Alkmaarse groendiensten veel werk bezorgd – om eerlijk te zijn wel meer dan gewenst. Toch weet Stadswerk072 het om te buigen naar iets positiefs: “Het goede hout, dat verkopen we.”
Op gewone dagen doorkruist Alkmaar Centraal de stad en dan liefst via de kortste weg. In de eerste dagen na de storm waren veel van die wegen versperd. Het verschil dat Stadswerk072 maakt, door takken weg te nemen en bomen op te ruimen, is voor wie zó door de stad beweegt heel zichtbaar. Mooi werk. “We krijgen ook veel positieve reacties”, bevestigt Cindy Boxma van Stadswerk072. (tekst gaat door onder de foto)
Het hout heeft waarde, afblijven dus! (foto: Alkmaar Centraal)
Veel hout wordt versnipperd, weet Boxma te vertellen. “We zitten bij Stadswerk072 echt met een hoge berg hoor.” Die berg moet de versnipperaar in. Het is een eindeloze stroom van takken, vaak met het gebladerte er nog aan. Waardeloos materiaal, tenzij je er snippers van maakt. “Die snippers gooien we niet weg. Die gebruiken we voor de parken, als bodembedekker. Dat is goed voor de planten.”
Zo geeft dood hout nieuw leven aan parken. Maar lang niet al het hout eindigt als bodembedekker. Er zijn behalve takken ook grote bomen geveld en die bomen leveren heel veel goed hout. ‘We verkopen dat hout”, weet Boxma. Een aannemer is er blij mee. “Wat het precies oplevert – dat weet ik niet”, moet Boxma bekennen. Hoe hoog de opbrengst ook is, de complete operatie zal er niet door worden gedekt. Stadswerk072 heeft een zware dobber aan zomerstorm Poly: “We zitten nu in een fase dat alles wordt veiliggesteld. Reguliere werkzaamheden worden uitgesteld”, vertelt Boxma. “Dat dit zou gebeuren, dat zagen we natuurlijk niet aankomen.’
Simon Ruiter is melkveehouder in Grootschermer, dagelijks bestuurder bij het Hoogheemraadschap én de kersverse fractievoorzitter van CDA Alkmaar. Veel functies, veel petten. Alkmaar Centraal sprak met Ruiter om hem met zijn nieuwe functie te kunnen feliciteren, maar trof vooral nuchterheid. “Dit is maar tijdelijk.”
De CDA-fractie in Alkmaar likt de wonden na het plotselinge vertrek van Gosse Postma. Dat Postma het CDA de rug toekeerde kwam hard binnen, legt Ruiter uit. “We hebben dat nog niet op een rijtje”, schetst hij de ontreddering binnen de fractie. “Het is op het ogenblik een beetje zoeken.” Dat Ruiter als vice-fractievoorzitter de taken van Postma zou overnemen sprak dan weer redelijk vanzelf. Bovendien was het al eerder zo dat Ruiter en Frits Jonk samen de fractie draaiende hielden, toen Postma door gezondheidsproblemen niet aan het werk kon. “We hebben daarnaast goede fractieondersteuners”, benadrukt Ruiter.
Frits Jonk en Simon Ruiter zijn nu samen de Alkmaarse CDA-fractie (foto: CDA Alkmaar)
Postma vertrok vooral omdat hij zich niet kon vinden in de landelijke koers van het CDA. De partij zou onder meer de boeren laten vallen. Ruiter is zélf boer en eerder ook al wel kritisch geweest op het landelijke beleid. “Maar ik vind het vreemd dat Gosse de landelijke politiek als uitgangspunt neemt”, overweegt Ruiter. “Het is toch vooral lokaal wat we doen.” Het vertrek van Postma is niet goed gelopen, vindt Ruiter. “Hij heeft ons pas als laatste ingelicht. Kijk, het is een heel fijne vent, ik wil hem niets verwijten, dat is ook niet aan mij. Maar als ‘ie een echte vent geweest, dan had hij dit eerst met ons besproken.” Dat er geen goed gesprek is geweest, dat mist Ruiter.
Nu Ruiter fractievoorzitter wordt, toch wat meer in de schijnwerpers, zou dat kunnen conflicteren met zijn andere functie bij het waterschap en natuurlijk met zijn dagelijkse werkzaamheden als boer. Maar van belangenverstrengeling kan volgens Ruiter geen sprake zijn. “Nee, dat is dikke flauwekul. Of je nou winkelier, boer bent of werkzaam in de zorg, er zijn altijd momenten dat er onderwerpen voorbij kunnen komen in de raad… Dan zou niemand meer in de gemeenteraad kunnen zitten”, relativeert Simon Ruiter tegen Alkmaar Centraal. “Je hebt juist mensen nodig die actief zijn en daar met verstand van zaken over kunnen praten.”
Ruiter blikt in het gesprek terug op een roerige periode in de Alkmaarse CDA-fractie. Het overlijden van Iris Zeijlemaker was een grote klap voor de partij. “Dat was een rouwproces. Maar ook dit is een rouwproces”, zegt Ruiter in verwijzing naar het vertrek van Postma. En dan is hij nu fractievoorzitter. “Maar dat is tijdelijk. We zijn nog volop in overleg.” Dat er binnenkort een andere kandidaat naar voren geschoven wordt is dus zeker niet onwaarschijnlijk.
Net als in Groningen zit er in Noord-Holland aardgas in de bodem: gasveld Middelie. Maar waar in Groningen verder boren naar aardgas inmiddels taboe is, daar wordt in gasveld Middelie nog tot zeker 2029 aardgas gewonnen, waarschijnlijk ook nog daarna. Reden voor de Partij voor de Dieren om hier raadsvragen over te stellen. Het College blijkt geen tegenstander van gaswinning: “De gevolgen zijn voor Alkmaar beperkt.”
In beantwoording op de vragen van PvdD stelt het college dat boren naar aardgas nu eenmaal nodig is, omdat er in Nederland nog veel vraag is naar deze fossiele brandstof: “Nederlandse huishoudens, bedrijven en industrie gebruiken nog veel aardgas”, schrijft het college. “Andere energietoepassingen kunnen nog niet voldoen aan de vraag naar energie.” En dus mag er gas worden gewonnen: “Het is rijksbeleid dat mijnbouwbedrijven uit de bestaande kleine velden gas mogen winnen zolang dat veilig kan. Het gas uit de velden rond Middelie veroorzaakt niet meer uitstoot van CO2 dan geïmporteerd gas.”
De PvdD maakte zich zorgen om mogelijke schade door gaswinning, zoals die ook in Groningen zichtbaar werd. In die provincie zijn veel aardbevingen geweest die een gevolg waren van de gaswinning. “Uit de adviezen van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en de beoordeling door de staatssecretaris van EZK blijkt dat de gevolgen voor het grondgebied van Alkmaar beperkt zijn”, stelt het College. Er wordt bij het boren ook rekening mee gehouden, er gelden maxima waaraan de NAM zich moet houden. (tekst gaat door na de foto)
De seismische activiteit in Alkmaar (KNMI)
Mocht er toch schade zijn, dan moeten bewoners daarvoor niet bij de gemeente aankloppen: “Het organiseren van een schaderegeling voor gaswinning ligt bij de Rijksoverheid als vergunningverlenende instantie voor de gaswinning”, aldus het College. “De gemeente heeft geen specifiek plan voor schademeldingen.” Mensen kunnen volgens het College terecht bij de ‘Commissie Mijnbouwschade’. “Zij helpen om schade door gaswinning vergoed te krijgen. Bij mijnbouwschade is het mijnbouwbedrijf op grond van deze regeling verplicht snel te betalen.”
Mocht het toch misgaan, dan wil het College er wel werk van maken om de gaswinning op te schorten: “In de zienswijze wordt bij een bodemdaling aangestuurd om de NAM te verplichten beheersmaatregelen te treffen.” Maar eigenlijk gaat het College er dus niet van uit dat de kleinschalige gaswinning in de omgeving van Alkmaar tot taferelen als in Groningen kan leiden. “Voor Alkmaar geldt dat de gevolgen op haar grondgebied beperkt blijven met een beperkt seismisch risico en geringe bodemdaling van 2 cm.”
De hele dag geschreeuw en als iemand er iets van zegt, een grote mond. Er wordt zelfs in tuinen geürineerd. Omwonenden zijn de overlast die jongeren veroorzaken bij de brug aan de Gibbon in Heerhugowaard spuugzat. “Ik kan nooit meer rustig in mijn tuin zitten of mijn ramen open zetten, het gegil gaat de hele dag door. Het vreet aan je”, vertelt Marjolein, die aan het water woont.
Met bewolking en een temperatuur van zo’n 22 graden was het afgelopen vrijdag niet bepaald lekker zwemweer. Toch stonden er toen mediapartner NH Nieuws een kijkje kwam nemen wel wat jongens op de leuning van de brug aan de Gibbon. Met het nodige gejoel sprongen ze het water. “Kom op jongens, een bommetje”, schreeuwt een van de jongeren. “Waarom het zo leuk is? Je krijgt gewoon een adrenalinestoot als je van de brug springt.”
Iets verderop sluit Marjolein, die niet met haar echte naam in het artikel genoemd wil worden, dan al de deur naar haar terras aan het water. “Als ik de deur openhoud word ik gek van de herrie. Nu valt het nog mee, je moet eens komen als het mooi weer is. Ik snap dat die jongeren dat springen geweldig vinden, maar wij zitten met de ellende. Ik ben echt wanhopig.”
Het probleem met de brugspringers is niet nieuw. Al sinds de brug gebouwd is, hebben omwonenden te maken met overlast. Twee jaar geleden plaatste de gemeente hekken om de brugspringers te ontmoedigen, maar veel hielp dat niet. De volgens omwonenden ‘foeilelijke hekken’ werden een jaar later alweer weggehaald. Besloten werd om vaker politie en boa’s te sturen om overlastgevers aan te spreken. (tekst gaat door onder de foto)
Eerder plaatste de gemeente hekken.
“Als er al boa’s of agenten komen dan zijn de jongeren daar niet echt van onder de indruk”, vertelt Marjolein. “Er worden geen boetes uitgedeeld en het heeft ook geen zin om er zelf heen te lopen en te vragen of het wat zachter kan. Laatst kreeg ik te horen dat ik een zeikwijf was. Als wraakactie besloot de jongen in mijn tuin te gaan plassen. Dat geloof je toch niet? Als ik dit geweten had, was ik hier nooit komen wonen.”
Ook Karl O’Neill, die vlak bij de brug woont, is boos dat er nog steeds geen oplossing is. Met het weghalen van de hekken is de overlast weer helemaal terug. “Ik kan alleen in mijn tuin zitten als ik een noise cancelling koptelefoon opzet. We zitten van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in de herrie. Als de ene groep weg is, komt de volgende alweer deze kant op.” O’Neill trok al meerdere keren bij de gemeente aan de bel om te praten over een oplossing. Hij zou graag zien dat er weer hekken worden geplaatst. “Niet op de brug, maar juist langs de waterkant. Zodat jongeren niet makkelijk uit het water komen, maar eerst een flink stuk moeten zwemmen. Dan is de lol er snel af.”
Terug naar de brugspringers die zich van geen kwaad bewust zijn. “Laatst kwam een bewoner heel boos naar ons, maar dat vond ik wel een beetje overdreven. Zoveel overlast veroorzaken we niet. Dat iemand in de tuin van een bewoner plast vind ik ook asociaal. Dat gaat te ver.” Volgens de brugspringers zou het bouwen van een duikplateau in het meer van Luna een oplossing zijn om de overlast tegen te gaan. “Ja, dat zou heel vet zijn. Ik denk dat veel jongeren dan ook daar gaan zwemmen.” (tekst gaat door onder de foto)
De hekken vonden omwonenden ook niet fraai.
Maar volgens een woordvoerder van de gemeente Dijk en Waard is het aanleggen van een zwemsteiger al onderzocht. Dat is afgeschoten omdat het vogels aantrekt die in het water poepen waardoor de waterkwaliteit slechter wordt. Ook speelt aansprakelijkheid een rol. “Die ligt dan bij het recreatieschap Geestmerambacht en die moet dan ook toezicht houden. Het recreatieschap heeft aangegeven dat dit niet mogelijk is.”
De bewoners hebben in ieder geval bij de wijkagent aangegeven met de gemeente in gesprek te willen. “Daar gaan wij uiteraard op in en wij gaan ze uitnodigen”, zegt de gemeentewoordvoerder. Verder zullen er regelmatig agenten en boa’s langskomen om een oogje in het zeil te houden en de kinderen aan te spreken op hun gedrag.
“Feitelijk is het springen van een brug niet verboden”, stelt de gemeente. “Gemeente en politie willen niet naar een situatie waarbij spelende kinderen worden beboet op basis van spel en vertier. Als er in tuinen geklommen wordt of spullen vernield worden dan is dat een ander verhaal.” Maar dat is volgens de gemeente nu nog niet vastgesteld. “Er staan nu borden bij de brug waarin gevraagd wordt rekening te houden met de buurt en geen troep achter te laten”, besluit de gemeente. “We hopen ook dat ouders hun kinderen duidelijk maken dat ze rekening moeten houden met omwonenden.”
Tussen Camperduin en Petten is het polderland nog ouderwets drassig en ruik je de zee. Het is een gebied dat wel doet denken aan de Waddeneilanden en precies zo zien de vogels het blijkbaar ook, want ze komen hier graag. Kluten, visdiefjes, bergeenden, soms een lepelaar. Deze en andere natuurpracht komen aan bod in een wandeling die Natuurmonumenten zaterdag 22 juli organiseert.
De wandeling voert zowel door de eeuwenoude polder als langs de plassen van ‘De Putten’, waar het gekwetter niet van de lucht is. Behalve op vogels worden wandelaars door de gids, die boswachter is, gewezen op de bijzondere plantjes die hier groeien. Zeekraal bijvoorbeeld, een bijzonder zacht zilt plantje dat je verder vooral op de Wadden en in Zeeland vindt. Wilde selderij en zeeaster zijn andere bijzondere planten in het gebied. Wie weet waar hij op moet letten vindt hier een wilde wereld om de hoek waar anderen voor op vakantie gaan. Het is het oerlandschap van Noord-Holland.
Voor de wandeling van zaterdag 22 juli is aanmelden verplicht, dat kan via de site van Natuurmonumenten. De wandeling begint om 10:00 en duurt ongeveer twee uur. Meedoen kost 10 euro, leden van Natuurmonumenten krijgen korting. (foto’s: Natuurmonumenten)
Een berg omgevallen strandbankjes en flink ingepakte mensen: de gevolgen van de code geel die werd afgegeven voor zware windstoten vannacht en vanochtend zijn duidelijk zichtbaar op het strand van Egmond aan Zee. Fotograaf Sjef Kenniphaas trok erop uit en legde vast hoe de wind zijn sporen naliet; daarvan geeft mediapartner NH Nieuws een overzicht.
Er gold vannacht en vanmorgen code geel voor de provincie, vanwege de harde wind. Er waren windstoten tot negentig kilometer per uur. In vergelijking met de verwoestende zomerstorm Poly lijkt dit misschien slechts een fris briesje, maar toch liepen een aantal strandbankjes en -huisjes in Egmond wéér schade op.
Bezoekers van het strand moesten zich warm aankleden, maar kregen daar dan wel prachtige plaatjes voor terug. En er zijn natuurlijk altijd waaghalzen die juist blij zijn met zware weersomstandigheden. Waaronder kitesurfers, die door de harde wind hun sport naar hartenlust kunnen uitvoeren.
In de loop van de dag luwde de wind en liet de zon zich nog even zien, waardoor ook strandbezoekers met net wat andere voorkeuren aan hun trekken kwamen.
De zomervakantie valt dit jaar laat, leerlingen gaan nog een week naar school. Maar vrijdag 21 juli is het dan zo ver: de laatste schooldag, het begin van de ‘grote vakantie’. En voor veel gezinnen het begin van een zomer in een vakantiepark, op een camping of in een mooi huisje ergens in de bergen of aan zee. Maar zo is het niet voor iedereen. Veel gezinnen hebben helemaal geen geld om op vakantie te gaan.
Dat gaat TAS Heerhugowaard aan het hart. “Een grote groep kinderen gaat in de zomervakantie niet weg”, weet TAS. “Daarom organiseren wij, als vrijwilligersorganisatie, veel leuke activiteiten om te zorgen dat zij ook leuke dingen kunnen doen in de zomer.” Het gaat om activiteiten die ofwel gratis, ofwel goedkoop zijn. Er kan ook voor worden betaald met de Dijk en Waard-pas.
Een greep uit de mogelijkheden: met de bus naar een pretpark, een dagje naar de dierentuin, spelletjes, ontdekkingsmiddagen, live muziek, veel lekkers en uiteraard volop gezelligheid. Ook is er weer een huttendorp. Een volledig overzicht staat op de website van TAS Heerhugowaard. Daar is ook te lezen hoe geïnteresseerden zich aan kunnen melden voor de verschillende evenementen.
De Alkmaarse CDA-fractie heeft een nieuwe fractievoorzitter: Simon Ruiter. Dat heeft de partij bekend gemaakt. Met Ruiter is er een vervanger gevonden voor Gosse Postma, die vorige week overstapte naar BAS. Ruiter was bij de gemeenteraadsverkiezingen de nummer twee op de CDA-lijst.
De vorige fractievoorzitter, Gosse Postma, liet vorige week weten zich niet meer te kunnen vinden in de landelijke lijn van het CDA. Om die reden stapte Postma over naar BAS, de partij van Ben Bijl. Alkmaar Centraal sprak uitgebreid met beide politici, in dat gesprek lichtte Postma zijn keuze verder toe. Hij vond onder meer dat het CDA in de landelijke politiek de boeren in de steek liet.
Simon Ruiter is in het dagelijks leven boer en staat erom bekend de belangen van het platteland te behartigen. Alkmaar is immers niet alleen een stedelijke gemeente, er is veel agrarisch gebied. “Koester de dorpskernen”, schrijft hij op de CDA-site. Met daar dus nu zijn nieuwe titel boven: fractievoorzitter.
Harde knallen, hoge vlammen: een autobrand heeft rond elf uur in de nacht van zaterdag op zondag voor de nodige onrust gezorgd op het Raadhuisplein in Heerhugowaard. Vermoed wordt dat de autobrand is aangestoken. Om die reden is er door de politie onderzoek gedaan op het plein.
De auto stond geparkeerd in de Raadhuisstraat. De vlammen waren dus goed zichtbaar voor omwonenden. De toedracht van de brand, wat er precies aan vooraf ging, is minder duidelijk. Daarom werd er zondagmorgen sporenonderzoek gedaan op de plek van de brand.
Vraag een Alkmaarder naar beroemde kunstwerken en de kans is groot dat hij over het Rijksmuseum in Amsterdam begint. Begrijpelijk, maar niet helemaal terecht – vindt zelfs het Rijksmuseum. Want dit wereldberoemde museum heeft één van z’n mooie zestiende-eeuwse topstukken ‘gematcht’ met een schilderwerk dat al sinds jaar en dag in het Stedelijk Museum van Alkmaar hangt. “Die kleuren, we weten eigenlijk niet precies hoe ‘ie dat gedaan heeft.”
Voor deze bijzondere kunstmatch hoeft niemand uit de regio af te reizen naar Amsterdam. Beide kunstwerken – dat uit het Rijks, dat uit het Stedelijk – hangen namelijk samen in een mooi verlichte zaal in Alkmaar. We spreken er met conservator Christi Klinkert. “Dat licht is ook echt door een professionele belichter zo afgestemd. Wat meer licht op het schilderij van Van Scorel, wat minder op dat van Buys. Want dat geeft al licht van zichzelf.” (tekst gaat door onder foto)
De zaal met de ‘match’ van beide panelen (en noem ze geen doeken!) (foto: Alkmaar Centraal)
Jan van Scorel, Cornelis Buys: het zijn de twee grote namen waar het deze zomer in het Stedelijk Museum over gaat. De eerste naam zal iedere Alkmaarder wel kennen door de Jan van Scorelkade, zijn naam verraadt ook al dat hij uit de buurt kwam. Maar eigenlijk kent bijna iedere Alkmaarder Cornelis Buys óók. “Hij werkte aan de Grote Kerk”, vertelt Klinkert als ze hem aan ons introduceert. Wie daar binnen is geweest moet onbewust werk van Buys hebben gezien. “Daar deed hij van alles, de ondankbare klusjes eigenlijk. Maar hij heeft dus ook dít gemaakt.”
Ze wijst op een indrukwekkend paneel. “Geen doek, een paneel.” Want dat gaat nogal eens mis als journalisten over kunstwerken uit deze periode schrijven. “Er werd toen vooral geschilderd op hout. Door Buys, maar ook door Van Scorel”, laat Klinkert zien. “Maar kijk vooral eens naar al die details…” Voor ons een indrukwekkend landschap met daarin een groots klassiek bouwwerk – “Dat heeft nergens gestaan, dat heeft Buys verzonnen” – en dan, in een perfecte cirkel in het midden, een intieme voorstelling van Jezus aan het Laatste Avondmaal. “Dit is heel knap gedaan.” (tekst gaat door onder foto)
Klinkert wijst op details van Buys’ schilderwerk (foto: Alkmaar Centraal)
Bijzonder aan Buys’ werk is bijvoorbeeld hoe de eettafel is afgebeeld. Schuin, niet recht, niet onnatuurlijk met maar aan één kant eters zoals bij Da Vinci. De compositie oogt juist heel modern. Buys ging verrassend realistisch te werk. “Maar hij schilderde eigenlijk steeds maar twee gezichtjes”, relativeert Klinkert. “Bekijk ze allemaal maar eens goed.”
Jan van Scorel krijgt dan misschien net iets meer licht, het is Cornelis Buys die in deze zaal de aandacht weet te trekken. Toch is de voorstelling van het schilderij van Jan van Scorel minstens zo verontrustend. We zien de Bijbelse Bathseba voor koning David haar zal verkrachten. Een intimiteit die breekbaar zal blijken, net als die van Jezus natuurlijk. “Intimiteit is het thema”, verklaart Klinkert. “Het Rijksmuseum heeft allerlei musea in Nederland de opdracht gegeven daar een passend werk bij te vinden.”
Een gezichtje met de duidelijke kenmerken van Buys: frontaal en opzij kijkend (foto: Alkmaar Centraal)
Buys en Van Scorel hebben elkaar gekend. Tenminste, dat is waarschijnlijk, aannemelijk, mogelijk – Klinkert moet vaak zulke woorden gebruiken. “Van zeventiende-eeuwse kunst weten we best veel. De zestiende eeuw, dat is foreign country.” Onontgonnen gebied dus, vol vragen. “Stel je een puzzel van honderd stukjes voor. Ik heb er dan twee. En niet de hoekstukken hoor. Daar moet ik dan een verhaal van maken.” Eén van de grote mysteries is de verf. Bij Van Scorel is die best wat glans verloren, maar Buys blijft vijf eeuwen later nog ‘shinen’. “Het lijkt wel emaille”, wijst Klinkert. “Je herkent er al zijn schilderijen aan.” Gebruikte Buys ei bij het mengen? Het is wel eens geopperd, maar zeker is het niet.
Veel mag dan onzeker zijn, voor Klinkert staat één ding als een huis: Alkmaar was in de vroege zestiende eeuw zeker geen armoedige uithoek. “Het was een belangrijk kunstcentrum. Er waren hier rijke opdrachtgevers, er is hier heel veel gebeurd.” De Grote Kerk is er het bewijs van, een gebouw dat iedere Alkmaarder kent. Maar Cornelis Buys en Jan van Scorel zijn dus zeker ook een bewijs. De match van de twee meesterwerken is nog tot en met 3 september te zien in het Stedelijk Museum. Daarna gaat Van Scorel weer terug naar Amsterdam. Maar Buys, die blijft thuis, in kunststad Alkmaar.