Wandelaars Alkmaarse Wandel4daagse bereiken bruisende binnenstad

Featured Video Play Icon

De Wandel4daagse van Alkmaar zit er weer op. Na vier dagen wandelen in de regio bereikten de wandelaars de finish. De Alkmaarse ‘Via Gladiola’, dat is natuurlijk het Waagplein, waar voor de wandelaars de rode loper was uitgerold. Wie de laatste stapjes er echt te veel aan vond, kon zich ook laten vervoeren op een traditionele berrie, gedragen door Alkmaarse kaasdragers.

Burgemeester Anja Schouten was bij de finish aanwezig om de wandelaars te feliciteren. Die waren voldaan – en soms ook moe. Het warme weer was voor sommige wandelaars een spelbreker tijdens deze editie van de vierdaagse, anderen genoten daardoor juist extra van de wandelingen in de regio. Burgemeester Schouten was trots op hoe de stad zich vandaag presenteerde: “Zo ziet een bruisende stad in een bruisende regio eruit.”

Rondom het Waagplein was het inderdaad een gezellige drukte. De terrassen zaten goed vol en ook voor restaurants in Alkmaar is de laatste dag van de Wandel4daagse traditioneel een drukke dag, met veel reserveringen. Want na vier dagen wandelen mag ook de innerlijke mens wel eens verwend worden. Al zijn sommige wandelaars het nog lang niet zat: “Iedere dag een stuk lopen is goed.”

Duivenoverlast in Egmond aan den Hoef: “Het is niet te doen”

Duiven zorgen voor veel overlast in de Prins Bernhardlaan in Egmond aan den Hoef. Duivenpoep op daken, op balkons en in tuinen is veel bewoners een doorn in het oog. “De stank is niet te harden.” Het probleem blijkt niet eenvoudig te bestrijden.

“Het dakraam zit onder de poep. De zolderkamer gebruiken we niet, want het is niet te doen”, verklaart een bewoner. Met zijn gezin woont hij nu twee jaar met zijn gezin in de straat, maar lekker van zijn balkon genieten was er nog niet bij. “Ze komen de tuin in of zitten op het balkon en poepen de boel helemaal onder. En ook als ze overvliegen, ben je niet veilig.” Daarnaast vreest hij voor lekkage, omdat de dakgoten om de haverklap vol met uitwerpselen liggen.

Maar wat de bewoners ook doen om de beesten te verjagen, ze wijken niet. “We hebben pennen en nepkraaien op het dak geplaatst, geluidsboxen met hoge tonen neergezet, maar niets helpt. Ze gaan gewoon zitten. Alleen de luchtbuks hebben we nog niet geprobeerd.”

Voor de bewoners is de maat daarom vol. Maar bijstand van de gemeente krijgen ze niet, tot hun ongenoegen. De gemeente Bergen geeft aan niets te doen aan de overlast, omdat het op particulier terrein gebeurt. Duiven vallen in dezelfde categorie als ratten, aldus een woordvoerder. Bewoners moeten hier volgens de gemeente zelf een gespecialiseerd bedrijf voor inschakelen, op eigen kosten.

Lastig of niet, de Egmondse duiven geven wel blijk van een koninklijke voorkeur. Waar de overlast zich nu concentreert in de Prins Bernhardlaan, daar was er eerder al veel overlast van duiven in de Wilhelminalaan in Egmond aan Zee. Toen oordeelde de Raad van State dat de gemeente Bergen te weinig deed om de duivenoverlast tegen te gaan.

Egmond herdenkt én viert vissersverleden: “Leuk dat de Visserijdag weer terug is”

Featured Video Play Icon

De Nederlandse visserij mag dan in zwaar weer verkeren, Egmond aan Zee baadde tijdens de Visserijdag in zomers zonlicht. Misschien nét te warm voor klederdracht, maar in ieder geval mooi meegenomen voor de bezoekers van het evenement. Die kwamen zeker niet alleen uit Egmond aan Zee, maar ook uit de buurdorpen en uit de omliggende gemeenten. Ze lieten weten dat ze blij waren dat de Visserijdag na de coronaperiode weer plaats kon vinden.

“De Visserijdag is een traditie”, benadrukt Harry Harms van de organisatie. En dus was het belangrijk om die dag weer in ere te herstellen. Voorafgaand aan de feestelijke dag met een nautische markt en activiteiten was er op vrijdag de plechtige herdenking. Daarbij staat Egmond aan Zee, ooit een echt vissersdorp, stil bij de vele offers die de dorpsgemeenschap heeft moeten brengen. Want de zee geeft, maar neemt ook.

Tijdens de Visserijdag werd ook stilgestaan bij de problemen waar moderne vissers mee te maken hebben. Door regelgeving en ongunstige vooruitzichten zien veel vissers zich gedwongen deel te nemen aan de uitkoopregeling, waardoor de Nederlandse vloot flink is uitgedund. Maar desondanks overheerste op de markt de gezelligheid. Uiteraard lieten de bezoekers zich een gebakken visje goed smaken. “Na het treuren komt het vieren.”

Ouders uiten kritiek op fusieplannen Berger basisscholen: “Niet meegenomen in besluitvorming”

Deze week kwam het nieuws naar buiten dat het voornemen bestaat om twee basisscholen in Bergen te fuseren. Het gaat om de Lucebertschool en de Van Reenenschool. Op die fusieplannen komt nu kritiek van ouders van leerlingen op de Van Reenenschool. Zij stellen dat zij niet betrokken zijn geweest bij de besluitvorming en vrezen nu voor een voldongen feit te staan.

Duinstreek Centraal sprak met Pieter Joosse, één van de betrokken ouders. “We staan niet per se afwijzend tegenover een fusie”, nuanceert hij. “Wel maken we ons zorgen over de weg die nu bewandeld wordt.” Samen met andere ouders van leerlingen op de Van Reenenschool heeft Joosse een kritisch stuk opgesteld, waarin aandacht wordt gevraagd voor de zorgen die er leven.

Eén van die zorgen is de locatie van de nieuwe school. Als er voor de Lucebertschool gekozen wordt verdwijnt het openbaar onderwijs uit het centrum van Bergen. En dat is zonde, vindt Joosse. “Onze school heeft een belangrijke maatschappelijke functie”, legt hij uit. “Zo hebben we ook veel vluchtelingen opgevangen. Ik vind dat een school als de onze thuis hoort in het centrum van Bergen.”

De ouders roemen de schitterende locatie van de school, aan de bosrand, en waarderen de ruimte voor theater op de zolder. De Van Reenenschool is de oudste school van Bergen en de enige in het historische centrum. Het oude gebouw is waardevol, oordelen de ouders. Ze vrezen dat de keuze voor de Lucebertschool vooral een financiële is; het oude gebouw verduurzamen zou te kostbaar zijn.

“Maar het gaat ons niet alleen om die locatie”, verduidelijkt Joosse. “Het gaat er vooral om dat wij mee willen praten. Het is niet correct dat dit besluit buiten de ouders om genomen wordt.” Het uitspreken van het voornemen tot fuseren zal er ook toe leiden dat Bergenaren hun kinderen op een andere school inschrijven. “Er ontstaat zo een leegloop. En dan zijn er al snel te weinig leerlingen over. Een beproefd concept om de verandering er van bovenaf door te drukken”, zegt Joosse kritisch.

De ouders verwijten de Intergemeentelijke Stichting Openbaar Basisonderwijs (ISOB), waar de scholen onder vallen, niet juist te hebben gehandeld. De ouders hadden wel degelijk eerst moeten zijn geraadpleegd, schrijven ze. De ouders missen de inhoudelijke onderbouwing van de plannen. Er wordt gezegd dat verduurzaming van het oude gebouw vier miljoen euro zou kosten, maar het is de ouders niet duidelijk waarop het schoolbestuur dat bedrag baseert.

Als er dan toch verhuisd moet worden, wat gebeurt er dan met het oude gebouw, vragen de ouders zich af. Ze huiveren bij de gedachte aan nieuwe luxe-appartementen of nieuwe toeristenaccommodatie. “Dit past in een trend die Bergen ontdoet van zijn karakter”, beschouwt Joosse. “Dit kan een dorp de das omdoen.”

Fietsersprotest in de duinen: “Niet of-of, maar en-en” 🗓

Veel fietsers genieten van de Duinstreek: de weidse landschappen, het woeste zand, de doorkijkjes naar zee. Niet alleen bewoners van de Duinstreek, ook die van de buurgemeenten maken er intensief gebruik van. Maar de Fietsersbond waarschuwt: geniet ervan zolang het nog kan, de kans is groot dat de geliefde fietsroute langs de kust binnenkort niet meer bestaat. “Het zand wordt een excuus om fietspaden af te sluiten.” Om dit te voorkomen is er op vrijdag 23 juni een fietsdemonstratie in de duinen.

Het fietsersprotest houdt verband met de aanleg van stuifduinen in het gebied. Door de zandverstuivingen worden fietspaden slechter begaanbaar. Het is uiteraard mogelijk de paden zandvrij te houden, maar dat is niet wat er gebeurt, ziet Ron Janssen van de Fietsersbond. “In Bloemendaal is al een fietspad afgesloten”, weet hij. “Dit speelt ook in onze eigen regio. PWN en Staatsbosbeheer kiezen er liever voor om een fietspad af te sluiten, dan dat ze dat schoonhouden of beschermen met matten en helmgras.”

Daarom blijft de Fietsersbond actievoeren, niet alleen met een petitie maar dus ook met een ‘fietsdemo’. “We hopen op tussen de dertig en de vijftig actievoerders vrijdag”, zegt Janssen. “Wethouder Briët van de gemeente Bergen fietst ook mee. En Lutz Jacobi, van het Landelijk Fietsnetwerk.” Want afsluiting van Blijdenstijnseweg, Verspyckweg en Woudweg zou ook een verschraling van dat landelijke fietsnetwerk betekenen.

“Het gaat me niet om die zandverstuivingen zelf”, verduidelijkt Janssen. “Dat is een gelopen race. En ik houd ook zeker van natuur.” Juist daar ligt de grote aantrekkingskracht van de fietsroute door het duin langs de kust, waar Janssen ook zelf graag fietst. “Daarnaast zijn die paden belangrijk voor wie naar het strand wil.” Het duingebied is nu eenmaal erg uitgestrekt, wandelen is niet de meest logische optie. Voor de Fietsersbond is het dan ook van groot belang dat de fietsinfrastructuur intact blijft.

Dat ook een wethouder van de gemeente Bergen meefietst laat goed de complexiteit van het onderwerp zien. “De lokale overheid begrijpt onze kritiek heel goed, maar zij gaan er dus niet over.” Janssen ziet veel goede wil en oprecht enthousiasme bij de beheerders van het gebied, maar vaak wegen natuurbelangen zwaarder door dan recreatieve belangen. “Iedereen zit in zijn eigen bubbel, dat maakt het moeilijk. Wat ons betreft gaan natuur en fietsen juist samen, het is niet of-of, maar en-en.”

De Fietsersbond hoopt dat het fietsersprotest in de duinen voor meer aandacht voor het onderwerp zorgt. Wie mee wil fietsen kan zich op vrijdag 23 juni bij de actievoerders voegen, om 13:30 vertrekken ze in Egmond aan den Hoef, bij de kruising Herenweg – Woudweg. De tocht gaat vervolgens vanaf ‘t Woud via Bergen aan Zee naar Camperduin. De actie duurt tot ongeveer 16.30 uur.

Grote tevredenheid onder Kaeskoppenstad-bezoekers, bijna de helft kwam voor het eerst

Ook toen was het al zo zonnig: het eerste weekend van juni, het weekend van Kaeskoppenstad. De bezoekers van het tweedaagse evenement hebben de afgelopen weken hun mening mogen geven in een bezoekersenquête. Daaruit komt naar voren dat er met grote tevredenheid wordt teruggezien op het evenement. “Bezoekers waarderen Kaeskoppenstad met een 8,7.”

Dat laat de aankomende voorzitter van Kaeskoppenstad, Daniëlle Koelemij, weten aan Alkmaar Centraal. Deze week werd zij samen met scheidend voorzitter Klaas Kirpensteijn geïnterviewd door Alkmaar Centraal, toen kwam de bezoekersenquête al even aan de orde. Nu zijn daar dus ook de resultaten van. Het gemiddelde rapportcijfer van 8,7 is een opsteker. “Wat we doen maakt bezoekers enthousiast!”

Opmerkelijk is dat bijna de helft van de bezoekers (43,1 procent) aangaf voor de eerste keer naar Kaeskoppenstad te zijn geweest. Het evenement weet ook na de vele jaren dus nog nieuw publiek aan te spreken. Er is ook een vaste groep terugkerende bezoekers, 21,4 procent van de ondervraagden komt bijna ieder jaar wel naar Kaeskoppenstad. Het bijzondere verhaal van Kaeskoppenstad, met de nadruk op historie, kan de bezoekers duidelijk bekoren.

In de bezoekersenquête van Kaeskoppenstad werd bezoekers ook gevraagd of ze misschien zelf zouden willen meedoen. Dat heeft een indrukwekkend aantal van zestig nieuwe vrijwilligers opgeleverd. Het gaat niet onder meer om figuranten – of ‘acteurs’, om met Koelemij te spreken: “Onze figuranten zijn eigenlijk echte acteurs.” Maar ook het bouwteam ofwel ‘schrijnwerkersgilde’ mag nieuwe vrijwilligers verwelkomen. Andere bezoekers willen helpen met de promotie, de organisatie of het maken van kleding. De volgende editie kan dus wederom op veel inzet van echte Kaeskoppen rekenen. (foto: Stichting Kaeskoppenstad)

Aandacht voor ‘gefundeerde’ verhalen: de grond spreekt tijdens Archeologiedagen 🗓

De bodem zit vol verhalen. Verhalen in vele lagen, op centimeters van elkaar. Die verhalen komen aan het licht als archeologen de bodem openleggen, laagje voor laagje. Voor dat bijzondere werk is extra aandacht tijdens de Nationale Archeologiedagen die dit weekend worden georganiseerd. Met uiteraard ook activiteiten in onze regio. Streekstad Centraal ging op bezoek bij de stadsarcheologen van Alkmaar, Nancy de Jong en Peter Bitter.

“Het werd niet voor niets weggegooid”, zegt stadsarcheologe Nancy de Jong terwijl ze wijst op de vele scherven in het depot. “Het was afval.” Maar dan wel interessant afval, dat inmiddels, vele eeuwen nadat het werd weggegooid, met zorg wordt bewaard. “Wat we in Alkmaar vinden bewaren we ook echt hier”, vertelt Nancy. “Vondsten in de regio gaan normaal naar Castricum, naar het Huis van Hilde, maar voor Alkmaar is een uitzondering gemaakt. Wij hebben een eigen depot.”

In het archeologisch centrum worden we rondgeleid door De Jong en haar collega Peter Bitter. Stadsarcheologen – niet iedere gemeente heeft ze. “De meeste steden hebben ze wel, zeker in het westen”, weet Bitter. “Maar veel andere gebieden weer niet”, vult De Jong aan. En dat is zonde, want waar stadsarcheologen aan het werk zijn, wordt veel tijd bespaard. “We weten vaak al van tevoren wat we gaan aantreffen”, legt De Jong uit. “Daardoor kunnen we stappen skippen.” Maatwerk scheelt tijd. Bitter legt uit dat het daarnaast ook veel administratieve rompslomp scheelt voor eigenaren en opdrachtgevers: “Wij kunnen snel aan de slag. Als je zoiets moet aanbesteden ben je maanden bezig.”

Vijftien dagen. Dat was het tijdsbestek waarbinnen De Jong en haar team werkten aan de opgraving in de Boterstraat. “We rekenen vijf dagen voor één huis, dit waren er twee. Dus tien dagen, maar we wilden het ruim nemen, vijftien dagen zou genoeg zijn.” Maar achteraf werd het krap, want de Boterstraat bleek een schat van verhalen. Bitter hoort het met interesse aan. “Ik was zelf op vakantie”, verklaart hij. “Dat is een regel hier: altijd als ik op vakantie ben, vinden ze iets bijzonders.”

Iets bijzonders vinden gaat sneller en eenvoudiger als je weet waar je zoeken moet. “We beginnen bij de beerput”, zegt De Jong. Dat was de plek waar alle viezigheid in verdween. “Het stinkt wel ja, naar rotte eieren. Maar als je wilt weten wat mensen aten, wat ze weggooiden, dan moet je in de beerput zijn.” Ze laat het uitgebreide archief zien wat een collega heeft aangelegd van etensresten. Vissengraatjes, vogelbotjes, pruimenpitten. Zo ontstaat een beeld van wat gewone mensen aten. “De beerput in de Boterstraat kunnen we goed dateren”, legt De Jong uit. “Tussen 1620 en 1700 moet die in gebruik zijn geweest.”

De Jong pakt de scherf van een drinkglas vast. “Zie je die ribbeltjes? Dat deden ze veel. Ribbeltjes zorgen dat je iets beter vast kunt houden. Ze aten met hun handen, dus hun handen waren vaak vet.” Een klein detail brengt ons zo terug aan een eettafel in de zeventiende eeuw.

“Geschiedenis vind je zeker in archieven”, vertelt Bitter, terwijl hij met scherven puzzelt tot een afbeelding ontstaat. “Ik doe zelf ook archiefonderzoek. Maar voor het hele verhaal moet je echt ook naar archeologische vondsten kijken.” Want juist in die kleine overblijfselen van het vroegere dagelijks leven vind je de verhalen van gewone mensen.

“De grond vertelt het verhaal omgekeerd”, zegt De Jong aan het begin van het gesprek. “Eerst vind je het recente verleden en hoe dieper je graaft, hoe verder je teruggaat in de geschiedenis.” De grond geeft zo stemmen aan onze voorouders, hun buren, hun kennissen. “Het werd niet voor niets weggegooid.”

 

Buitenspeeldag in hele regio enthousiast gevierd: “Feest van herkenning”

Buitenspeeldag vier je beter in juni dan in pakweg november. Dat bleek wel aan het enthousiasme waarop dit jaarlijkse kinderfeest op woensdag 14 juni kon rekenen. Op meerdere plekken in de regio verrezen springkussens en er werd niet alleen met zonnebrand, maar zeker ook kwistig met schmink gesmeerd.

“Hee, die ken ik uit mijn klas!” Voor jonge kinderen is het toch altijd weer bijzonder om de gezichten van school terug te zien in een andere context dan school. Zo was het ook tijdens Buitenspeeldag. Van Oudorp tot het Verdronkenoord, van Heiloo tot Langedijk, van strand tot nieuwbouwwijk: overal in de regio werd buiten gespeeld.

“Je hebt met dit weer ook niet heel veel keus hè”, lacht een vader. Buiten spelen hoort er nu eenmaal bij. Maar toch spelen veel kinderen in Nederland zelden tot nooit buiten. Volgens organisator Jantje Beton gaat het om 15% van de kinderen. Dat moet anders, vindt Jantje Beton, mede daarom is er de Buitenspeeldag.

Bij samen spelen horen ook teleurstellingen. Bij Wijkcentrum De Oever in de Alkmaarse Rivierenbuurt worden de aanwezigen daar nog even pijnlijk aan herinnerd: in de loop van de middag liep herhaaldelijk springkussen leeg. Kort voor het einde gaf de organisatie het op: “Dit kan niet meer.” Leuk is anders, maar gelukkig is op een zomerse dag als deze troost gauw gevonden. “Kom, we gaan een ijsje halen.”

Dad jokes en kunst gaan met Vaderdag samen in Stedelijk Museum: “Snor je vader op” 🗓

Dit weekend is het vaderdag. In het Stedelijk Museum Alkmaar zal die dag niet ongemerkt voorbijgaan. Snorren, flauwe ‘dad jokes’ en vaders in alle soorten en maten zullen dan in het stadsmuseum de sfeer bepalen. Want wie zich papa voelt, mag op zondag 18 juni gratis naar binnen. Maar dan wel met een snor.

“We delen die plaksnorren uit aan alle vaderfiguren”, legt Aafke van Tent Beeking van het Stedelijk Museum uit in gesprek met Alkmaar Centraal. “En dan bedoelen we dus: iedereen die zich vader voelt. Of opa. Dat maakt eigenlijk niet uit. Kinderen kunnen die snor zelf ook opplakken.” Moeders, oma’s, tantes: die zijn net zo goed welkom. Het museum verwacht dat het een vrolijke boel wordt met Vaderdag. Inclusief knutseltafel.

Gratis naar het museum kunnen gaan, dat is extra fijn voor wie kinderen heeft. Want een bui ligt nou eenmaal op de loer. “Kinderen hebben wel een kortere spanningsboog’, weet Van Tent Beeking. “Dan is het lekker als je weg kunt als het klaar is.” Wie betaalt zal toch geneigd zijn om langer te blijven dan achteraf bezien leuk is. Grátis naar het museum is zo bekeken een perfect Vaderdagscadeau.

En dat tegelijk met de goedbezochte Van Gogh-expositie. “Ja, die expositie weten mensen ook goed te vinden, dus het wordt lekker druk”, zegt Van Tent Beeking. “Maar dat willen we juist graag. We willen echt de drempel verlagen.” Want de kunst in het Stedelijk Museum, die is er voor iedereen. En op Vaderdag is die kunst er dus zeker ook voor vaders en hun kroost.

Het is mooi wandelen geweest, de eerste dag: “En dan naar Nijmegen”

Featured Video Play Icon

Vandaag werd er afgetrapt, en wel letterlijk: de eerste stappen van de Alkmaarse Wandel4daagse zijn gezet. Wandelaars zijn uit heel Nederland en soms zelfs uit het buitenland gekomen voor vier dagen wandelen in wat voor even de mooiste wandelregio van Nederland is. “Voor ieder wat wils.”

Organisator van dienst is Le Champion, uit Alkmaar. Maar toch is de Alkmaarse Wandel4daagse zeker niet alleen Alkmaars. De routes trekken door Heerhugowaard, Langedijk, Bergen en Heiloo. Wie meedoet kan rekenen op eeuwige roem: “Ze krijgen allemaal een medaille bij de laatste dag”, verklaart Jeroen Wouda van de organisatie.

De wandelaars genieten van het zonnetje, maar zijn er toch ook wel een beetje bezorgd over. Zonnebrand is onmisbaar. En eten: “Drinken, dat lukt vaak wel. Maar het is ook belangrijk om voldoende te eten”, weet Wouda. En dus zijn er langs het parcours hapjes voorzien.

Streekstad Centraal was vanmorgen bij de start van het evenement en liep een stukje mee met de ‘Alkmaarse Wandelmusketiers’, voor wie de Alkmaarse Wandel4daagse onder deel is van hun doel om 450 kilometer af te leggen voor het goede doel.