Auteur: Marcel Plaatsman

  • Buitenspeeldag in hele regio enthousiast gevierd: “Feest van herkenning”

    Buitenspeeldag in hele regio enthousiast gevierd: “Feest van herkenning”

    Buitenspeeldag vier je beter in juni dan in pakweg november. Dat bleek wel aan het enthousiasme waarop dit jaarlijkse kinderfeest op woensdag 14 juni kon rekenen. Op meerdere plekken in de regio verrezen springkussens en er werd niet alleen met zonnebrand, maar zeker ook kwistig met schmink gesmeerd.

    “Hee, die ken ik uit mijn klas!” Voor jonge kinderen is het toch altijd weer bijzonder om de gezichten van school terug te zien in een andere context dan school. Zo was het ook tijdens Buitenspeeldag. Van Oudorp tot het Verdronkenoord, van Heiloo tot Langedijk, van strand tot nieuwbouwwijk: overal in de regio werd buiten gespeeld.

    “Je hebt met dit weer ook niet heel veel keus hè”, lacht een vader. Buiten spelen hoort er nu eenmaal bij. Maar toch spelen veel kinderen in Nederland zelden tot nooit buiten. Volgens organisator Jantje Beton gaat het om 15% van de kinderen. Dat moet anders, vindt Jantje Beton, mede daarom is er de Buitenspeeldag.

    Bij samen spelen horen ook teleurstellingen. Bij Wijkcentrum De Oever in de Alkmaarse Rivierenbuurt worden de aanwezigen daar nog even pijnlijk aan herinnerd: in de loop van de middag liep herhaaldelijk springkussen leeg. Kort voor het einde gaf de organisatie het op: “Dit kan niet meer.” Leuk is anders, maar gelukkig is op een zomerse dag als deze troost gauw gevonden. “Kom, we gaan een ijsje halen.”

  • Dad jokes en kunst gaan met Vaderdag samen in Stedelijk Museum: “Snor je vader op” 🗓

    Dad jokes en kunst gaan met Vaderdag samen in Stedelijk Museum: “Snor je vader op” 🗓

    Dit weekend is het vaderdag. In het Stedelijk Museum Alkmaar zal die dag niet ongemerkt voorbijgaan. Snorren, flauwe ‘dad jokes’ en vaders in alle soorten en maten zullen dan in het stadsmuseum de sfeer bepalen. Want wie zich papa voelt, mag op zondag 18 juni gratis naar binnen. Maar dan wel met een snor.

    “We delen die plaksnorren uit aan alle vaderfiguren”, legt Aafke van Tent Beeking van het Stedelijk Museum uit in gesprek met Alkmaar Centraal. “En dan bedoelen we dus: iedereen die zich vader voelt. Of opa. Dat maakt eigenlijk niet uit. Kinderen kunnen die snor zelf ook opplakken.” Moeders, oma’s, tantes: die zijn net zo goed welkom. Het museum verwacht dat het een vrolijke boel wordt met Vaderdag. Inclusief knutseltafel.

    Gratis naar het museum kunnen gaan, dat is extra fijn voor wie kinderen heeft. Want een bui ligt nou eenmaal op de loer. “Kinderen hebben wel een kortere spanningsboog’, weet Van Tent Beeking. “Dan is het lekker als je weg kunt als het klaar is.” Wie betaalt zal toch geneigd zijn om langer te blijven dan achteraf bezien leuk is. Grátis naar het museum is zo bekeken een perfect Vaderdagscadeau.

    En dat tegelijk met de goedbezochte Van Gogh-expositie. “Ja, die expositie weten mensen ook goed te vinden, dus het wordt lekker druk”, zegt Van Tent Beeking. “Maar dat willen we juist graag. We willen echt de drempel verlagen.” Want de kunst in het Stedelijk Museum, die is er voor iedereen. En op Vaderdag is die kunst er dus zeker ook voor vaders en hun kroost.

  • Het is mooi wandelen geweest, de eerste dag: “En dan naar Nijmegen”
    Featured Video Play Icon

    Het is mooi wandelen geweest, de eerste dag: “En dan naar Nijmegen”

    Vandaag werd er afgetrapt, en wel letterlijk: de eerste stappen van de Alkmaarse Wandel4daagse zijn gezet. Wandelaars zijn uit heel Nederland en soms zelfs uit het buitenland gekomen voor vier dagen wandelen in wat voor even de mooiste wandelregio van Nederland is. “Voor ieder wat wils.”

    Organisator van dienst is Le Champion, uit Alkmaar. Maar toch is de Alkmaarse Wandel4daagse zeker niet alleen Alkmaars. De routes trekken door Heerhugowaard, Langedijk, Bergen en Heiloo. Wie meedoet kan rekenen op eeuwige roem: “Ze krijgen allemaal een medaille bij de laatste dag”, verklaart Jeroen Wouda van de organisatie.

    De wandelaars genieten van het zonnetje, maar zijn er toch ook wel een beetje bezorgd over. Zonnebrand is onmisbaar. En eten: “Drinken, dat lukt vaak wel. Maar het is ook belangrijk om voldoende te eten”, weet Wouda. En dus zijn er langs het parcours hapjes voorzien.

    Streekstad Centraal was vanmorgen bij de start van het evenement en liep een stukje mee met de ‘Alkmaarse Wandelmusketiers’, voor wie de Alkmaarse Wandel4daagse onder deel is van hun doel om 450 kilometer af te leggen voor het goede doel.

  • Strandgangers klagen over stinkende plakzee: “Hinderlijk, maar niet ernstig”

    Strandgangers klagen over stinkende plakzee: “Hinderlijk, maar niet ernstig”

    Een verfrissende duik in zee, en dat met dit weer. Dat dat kan is voor inwoners van onze regio toch wel prettige luxe. Maar die zee, daar is iets mee. Het water stinkt, het is bruin, slijmerig en er komen vliegen op af. Er drijft al dagen een bruine drab in het water met een penetrante geur. “Het is een party voor plankton.”

    Wie aankomt op het strand merkt in eerste instantie niets vreemds. In het zand staan koppeltjes te praten, een groepje jongens schopt een bal heen en weer en drie ruiters laten hun paarden door de branding gaan. Er liggen een paar mensen in het water, maar daar blijven ze lang. “Dat ruikt niet goed”, klinkt het onder de zwemmers. Eén voet in het water en je voelt een glibberige bodem.

    De stank en het troebele water hebben dezelfde oorzaak: bloeiende plankton, een soort alg. De bruine slijmalg, om precies te zijn. “Het is lang koud geweest door de stromingen uit het noorden. Die stromingen zijn nu gedraaid waardoor het warmer weer wordt en er veel voedsel is voor algen”, vertelt Arthur Oosterbaan, conservator van Ecomare op Texel. “Het is een party voor de plankton.”

    Niet alleen in Hargen aan Zee hebben mensen last van de stank. Ook in Egmond aan Zee hangen vliegen boven het ‘swintje’, zo laat een strandfotograaf uit Derp, Sjef Kenniphaas weten. “Het giert van de vliegen boven het wateroppervlak.” Door de warmte van afgelopen dagen is het water erg heet geworden. “De bruine slijmalg is niet bestand tegen het warme water in die ondiepe poel, waardoor de alg doodgaat en gaat rotten, wat zorgt voor stank”, zegt Oosterbaan.

    De bruine, stinkende drab weerhoudt kinderen er overigens niet van om in het water te spelen. De algen zijn ook niet giftig, dus geen reden tot paniek. “De situatie is helemaal niet ernstig, de geur die de algen met zich meebrengen is vooral erg hinderlijk”, legt Oosterbaan uit.

    Dit wordt ook bevestigd door Kevin Basari, woordvoerder van Rijkswaterstaat: “Het gaat om algen en dit is een natuurlijk verschijnsel en zal ook weer op natuurlijke wijze normaliseren.” Het is dan ook niet de eerste keer dat onze Noordzeekust wordt geteisterd door de bruine slijmalg. Meestal is er ook veel schuim bij, doordat de wind vanuit de Noordzee richting de kust. “Nu is er sprake van aflandige wind,” vertelt Oosterbaan. “Daardoor is er nu geen schuim.” (foto: Sjef Kenniphaas)

  • PCC Bergen houdt op te bestaan: “We moeten wel”

    PCC Bergen houdt op te bestaan: “We moeten wel”

    Minder dan 130 leerlingen. Het is de ‘magische grens’ voor een school. En dus zal PCC Bergen over twee jaarzijn deuren sluiten. Een gemakkelijke beslissing is dat zeker niet geweest: “Hier zijn we aardig mee aan het stoeien geweest.”

    Streekstad Centraal sprak met vestigingsdirecteur Rob Baltus. Hij betreurt het einde van ‘zijn’ school. “Wat we de leerlingen hier kunnen bieden is heel waardevol. Een school in hun vertrouwde omgeving”, legt hij uit. De school biedt onderwijs aan eerste- en tweedeklassers, die daarna op hun eigen niveau kunnen doorleren in Alkmaar. Maar volgend jaar zal er dus geen nieuwe brugklas meer starten.

    “130 leerlingen is te weinig, dat is ook landelijk zo bepaald”, zegt Baltus gelaten. Maar eigenlijk is zo’n kleine school helemaal zo slecht nog niet: “We kunnen hier wel extra aandacht bieden. Je kunt dan bijvoorbeeld net wat makkelijker ingrijpen bij pestgedrag. En het is mooi dat kinderen uit Bergen sociaal gezien nog even bij elkaar kunnen blijven.”

    Behalve het leerlingenaantal speelde ook een beslissing van de gemeente Bergen mee in het opgeven van de PCC-locatie. “De gemeente heeft de Kloosterpoort, de ingang van onze school, toegewezen aan de Adriaan Roland Holstschool. Dat is de vrijeschool, die heeft ruimtegebrek.”

    Baltus is behalve voor PCC Bergen ook verantwoordelijk voor PCC Heiloo. Dat is net als PCC Bergen een school met alleen eerste en tweede klassen. Maar anders dan de school in Bergen heeft deze school wel voldoende aanloop. Hiernaast blijven uiteraard de verschillende locaties van PCC in Alkmaar gewoon in gebruik.

    Voor de docenten van PCC Bergen betekent de sluiting dan ook niet dat ze zich zorgen hoeven te maken over hun baan. “Nee, iedereen kan gewoon binnen het PCC aan het werk. Dat is het mooie aan een organisatie als de onze, alle docenten kunnen verder”, verzekert Baltus. “Maar eerst gaan we er echt nog twee mooie jaren van maken.” Want de herinneringen die leerlingen van PCC Bergen nu opdoen, die gaan nog een leven lang mee.

  • Fietser aangereden op Vennewatersweg in Heiloo

    Fietser aangereden op Vennewatersweg in Heiloo

    Vanochtend is een fietser aangereden tijdens het oversteken van de Vennewatersweg in Heiloo. Door de botsing met een personenauto raakte de fietser gewond. De ambulance heeft het slachtoffer daarom meegenomen. De automobilist was ongedeerd en kon de weg vervolgen.

    Volgens omstanders was het ongeluk een tragische samenloop van omstandigheden. De fietser zou voordat hij overstak eerst een vrachtwagen hebben laten passeren; toen hij daarna de weg op ging, was hij, zo zeggen getuigen aan Heiloo Centraal, voor de bestuurder van de auto op de andere weghelft niet meer te ontwijken. De politie doet nog onderzoek naar de precieze toedracht.

    De fietser is met onbekend letsel meegenomen door de ambulance.

  • ‘Piekbelasters’ veehouderij niet gerust op online tool overheid: “Gevoelige informatie”

    ‘Piekbelasters’ veehouderij niet gerust op online tool overheid: “Gevoelige informatie”

    Boeren kunnen sinds deze week met een online tool nagaan of ze als ‘piekbelaster’ in aanmerking komen voor een uitkoopregeling. Maar onder de betreffende veehouders is veel onzekerheid over het rekenprogramma. Er is niet heel veel vertrouwen in de overheid: “We moeten de minister maar op haar blauwe ogen geloven.”

    Piekbelasters, dat zijn volgens het kabinet boeren die meer dan 2.500 mol stikstof uitstoten in de buurt van natuurgebieden. In Noord-Holland zou het volgens LTO om in totaal achttien veehouders gaan. Via een speciale website van het RIVM kan deze groep nu inzien voor welke financiële uitkoopregeling ze in aanmerking kunnen komen.

    Veehouder Jack Rijlaarsdam uit Stompetoren heeft de tool al uitgeprobeerd, maar dat bleek nog een flinke uitdaging, vertelt hij. “Ik dacht ik vlieg er even doorheen, maar je moet een hele handleiding lezen en verschillende formulieren invullen. Het is ingewikkelder dan ik dacht.” Hij is ook niet gerust op zijn privacy. “Je voert allerlei gevoelige informatie in. De minister zegt: dat slaan we niet op, en dan moeten we haar maar op haar blauwe ogen geloven”, zegt Rijlaarsdam.

    Daarnaast zou de gebruikte Aerius-rekentool, waarmee de stikstofuitstoot wordt berekend, te onnauwkeurig zijn. “Het model is per definitie niet te vertrouwen met afwijking van wel 70 procent. Het is een benadering van de waarheid, maar er bestaat op dit moment geen beter alternatief.”

    Aan de uitkoopregeling, die de minister vorig jaar nog ‘woest aantrekkelijk’ noemde, zitten volgens veehouders flink wat haken en ogen. Over de financiële compensatie wordt wel gewoon belasting betaald, dus de hoogte van het bedrag is relatief. Ook stoort het boeren dat ze moeten toezeggen niet meer ergens anders als boer te beginnen, nergens in de Europese Unie.

    LTO Noord-Holland Noord begrijpt de zorgen vanuit de agrarische sector. “We zitten al een jaar in onzekerheid. Steeds werd tegen boeren gezegd: alles wordt anders. Dan hangt er iets boven je hoofd en dat is spannend”, laat LTO weten. De regeling is volgens LTO wel een goede eerste stap. “Het is positief dat de minister benadrukt dat alle keuzes die agrariërs nu kunnen maken op vrijwillige basis zijn. De overweging om te stoppen, is het meest ingrijpende besluit dat boeren kunnen nemen.”

    Andere regelingen, zoals een verhuizing, steun bij innovatie, te extensiveren (meer grond per dier) of omschakelen naar een ander type bedrijf, zijn nog niet uitgewerkt. “Erg jammer”, reageert LTO. “Het zou heel fijn zijn als daar snel meer duidelijkheid over komt, want daar kijken de meeste boeren, die niet willen stoppen, toch het meest naar uit.”

  • Alkmaarse Wandelmusketiers verdubbelen inzet voor Praethuys: “Dit is zo mooi.”

    Alkmaarse Wandelmusketiers verdubbelen inzet voor Praethuys: “Dit is zo mooi.”

    Ze zijn een bekende verschijning op de Alkmaarse Wandel4daagse: de Alkmaarse Wandelmusketiers. Drie mannen in knalgele gele outfit die de grootste lol hebben, maar tegelijk een serieus doel: geld binnenhalen voor ’t Praethuys in Alkmaar. Er is al ruim 17.000 euro opgehaald, het nieuwe streven is nu 22.500. Dat komt neer op vijftig euro per gelopen kilometer.

    De drie hebben zin in de eerste wandeldag, naar Bergen, door de duinen en over het strand. De mooiste route misschien wel. “Dag 1, maar zelf zijn we zijn halverwege ons doel”, vertelt Hans Maarten Parriger. “Het doel is 450 kilometer dit jaar. Want we zijn wel Alkmaarders.” Hij wijst op zijn kameraden: Harry van de Kuijt en Inico Geels. De laatste loopt zelfs met de Alkmaarse vlag op de rug. Het getal ‘450’ staat natuurlijk voor 450 jaar ontzet. Er is al 200 kilometer gelopen, met deze Alkmaarse Wandel4daagse komt daar 80 kilometer bij (dus viermaal 20). “En dan in Nijmegen nog 120 kilometer”, rekent Parriger uit. “En dan doen we nog 50 kilometer in september.”

    Met de beroemde Vierdaagse van Nijmegen is het ooit allemaal begonnen. “Die hadden we vier keer gelopen”, herinnert Parriger zich. “Toen begonnen ze tegen me: we gaan nog een vijfde keer ook, je moet mee. Maar ik dacht, wat willen jullie van me?” Om het driemanschap intact te houden werd toen een goed doel verzonnen: ‘t Praethuys, de plek waar mensen terecht kunnen met hun verhalen over kanker. “We zijn zelf een lopend Praethuys. Iedereen heeft wel een ervaring gehad. Harry, onze lange, kijk -“, hij wijst naar Van de Kuijt, “die heeft het zelf gehad. Dat was heel erg. Belde ‘ie ons in tranen op net na de Nijmeegse Vierdaagse.”

    Van der Kuijt is gelukkig genezen, maar de verbondenheid met thema blijft. En dus staat voor dit jaar zelfs een geheel eigen wandelevenement op het programma, op 2 september. Parriger vertelt over de route, die via de Schermer en De Rijp zal gaan. “We beginnen ’s ochtends om half vijf bij Koedijkervlotbrug”. Lachend: “Dus we gaan er wel van uit dat jullie verslaggever dan vroeg ter plekke is.”

    In de Forestusstraat, niet ver van de start, krijgen ze van een piepjonge bewoonster pepermuntjes uitgedeeld. “Dit is zo leuk aan de Alkmaarse Wandel4daagse.” Een paar stappen verder worden ze herkend. “Heb ik jou niet pas nog gezien?” “Nee, dertig jaar geleden!” En zo blijft het gaan. Parriger geniet zichtbaar. “Dit is zo mooi. We zijn alle drie een beetje baasjes eigenlijk, maar als we wandelen is het gewoon altijd leuk.” Om de hoek, onder de Watertoren, wordt nog een vrolijk lied ingezet. Daarna verdwijnen ze onder het viaduct, op naar Bergen. Op naar de 450 kilometer.

  • Wisseling van de wacht bij Kaeskoppenstad: “Eerst loop ik nog stage”

    Wisseling van de wacht bij Kaeskoppenstad: “Eerst loop ik nog stage”

    Voor de bezoekers lijkt Kaeskoppenstad al weer eventjes geleden, maar voor de vrijwilligers geldt dat de laatste wasjes nog maar net uit de machine zijn – letterlijk. En eigenlijk is er altijd wel wat te doen. In de organisatie van Kaeskoppenstad staat een grote verandering te gebeuren: Klaas Kirpensteijn neemt na tien jaar afscheid als voorzitter. Zijn opvolgster is Daniëlle Koelemij. Alkmaar Centraal sprak met Kirpensteijn en Koelemij voor een terugblik en een kijkje in de toekomst.

    “We hebben toen op de dag zelf pas bedacht om het bekend te maken”, vertelt Koelemij. Ze verwijst naar de feestelijke dag waarop ‘mister Kaeskoppenstad’ Jan Roobeek werd benoemd tot ereburger van Alkmaar. “Die huldiging was een mooi moment.” Burgemeester Anja Schouten was de eerste die haar feliciteerde en dat was symbolisch, want tijdens Kaeskoppenstad geldt de voorzitter van Kaeskoppenstad ook echt even als burgemeester. Collega’s onder elkaar dus. (tekst loopt door onder foto)

    Tijdens het gesprek met Alkmaar Centraal is de sfeer tussen Koelemij en Kirpensteijn eveneens collegiaal. In september begint ze officieel, nu loopt ze stage, zoals ze dat zelf uitdrukt. Klaas Kirpensteijn legt uit dat hij de tijd rijp vond om het stokje over te dragen. “Ik begon me toch een beetje een opa te voelen tussen de vrijwilligers”, lacht hij. “Niet dat ik haast had hoor. Maar toen ik aan Daniëlle vroeg of ze me misschien wilde opvolgen, zei ze meteen ja. Daniëlle is de ideale kandidaat. Het voelt goed.”

    Daarmee herhaalt de geschiedenis zich, want ooit was hij betrokken bij de keuze voor Koelemij als raadslid. Later volgde Kirpensteijn Koelemij op als lid van de Raad van Toezicht van scholengemeenschap PCC. Het tekent beider maatschappelijke betrokkenheid. “Iedereen kent Daniëlle”, stelt Kirpensteijn. En iedereen kent hem ook.

    Het kriebelde nog wel even toen Kirpensteijn rondliep over zijn laatste Kaeskoppenstad. “Geen spijt hoor. Noem het weemoed.” Het is ook gewoon ontzettend leuk om te doen, dat hoeft hij Koelemij niet uit te leggen. “Als binnenstadbewoonster was ik al langer betrokken”, vertelt zij. “Kaeskoppenstad is als een dorp. Ik heb wel eens alle monniken uit Monnickendam thuis ontvangen. En bij deze editie liep ik rond met mensen die in de crisisopvang vluchtelingen verblijven.” Ze hoopt het evenement nog diverser te maken. “Samen cultuur beleven. Iedereen doet mee. Daar geloof ik echt in.”

    Bestuurslid Jan Roobeek sprak eerder de ambitie uit om van Kaeskoppenstad een landelijk evenement te maken. Daar zou Koelemij zich ook sterk voor willen maken. Kirpensteijn overlegt met haar over de uitdagingen die dat oplevert. “Het blijven wel krappe straatjes, er komt een moment dat het niet meer past”, weet hij. “Daarom is het ook goed dat we nu die tijdssloten hebben. Eigenlijk een erfenis van corona…”

    Hoogtepunten waren er voor Kirpensteijn volop, maar hiermee stipt hij dan toch het dieptepunt aan. “We hebben twee keer moeten annuleren. Een trieste periode.” De editie van 2022 voelde als een ontlading. “Dat was voor mij wel de mooiste editie van Kaeskoppenstad, we waren zo gelukkig dat het weer kon.” Kirpensteijn benadrukt hoezeer het evenement verweven is geraakt met de stad. “Er zijn zo’n duizend mensen bij betrokken. En dat op een stad van 100.000 inwoners.” Koelemij vult aan: “Maar we hebben ook vrijwilligers uit de regio. Het verspreidt zich als een olievlek.”

    Besmettelijk is het zeker, wie meedoet met Kaeskoppenstad steekt ook weer anderen aan. Kirpensteijn: “Het is een virus.” Waarna Koelemij aanvult: “Maar wel een fijn virus.” (foto: Youri Hoeben)

preload imagepreload image