Vooral op zee laat ze zich gelden: Pia, de najaarsstorm die op donderdag over de regio raast. Op verschillende plekken in de regio zijn maatregelen genomen. Stranden kunnen te lijden hebben van zandafslag. Ook wordt er hoogwater verwacht. Maar voor kitesurfers is de storm toch ook gewoon heel leuk. Mediapartner NH zocht het strand op.
In de loop van de ochtend en in de middag gaat het hard waaien vanwege storm Pia, aan de kust kunnen de windstoten oplopen tot negentig kilometer per uur. Volgens strandjutter Marco, die veel ervaring heeft met zwaar weer op het strand, is het grootste gevaar voor mensen die nu het strand op gaan de rondvliegende spullen. “En doe de deur van de auto op de juiste manier open!”, benadrukt hij. “Met de kop tegen de wind in.”
Een hoge berg zand moet strandpaviljoen Bad Egmond beschermen tegen het opkomende water. Ondertussen worden bij paviljoen Nautilus alle losse spullen vastgezet, van windschermen tot vlaggen.
NH-verslaggever Maaike Polder is samen op het strand met Marco en vertelt dat er, ondanks de zorgen om het hoge water, ook genoten wordt op het strand. Zo maakt een kitesurfer een paar gigantische sprongen. “Voor kiters is dit natuurlijk geweldig, maar je moet wel veel ervaring hebben”, aldus Marco.
De gemeente Bergen raadt mensen juist af om nog naar het strand te komen. Strandopgangen kunnen ‘instabiel’ worden, waarschuwt de gemeente. Ook zandafslag kan tot gevaarlijke situaties leiden. Daarom geldt het dringende advies om de stranden te mijden tijdens en kort na de storm. Vrijdagochtend worden de stranden weer gecontroleerd op veiligheid.
Wat voor Antwerpen de kathedraal is en voor Alkmaar de Grote Kerk, dat is voor Egmond aan Zee natuurlijk de vuurtoren. De ‘Noordertoren’, voor wie de geschiedenis kent. En net als de beroemde hoge kerken uit de middeleeuwen is deze toren gefundeerd op leer, op oude koeienhuiden. “Maar hij staat stevig. Daar ga ik tenminste van uit.”
Toch zal menig Egmonder met enige bezorgdheid naar de vertrouwde vuurtoren kijken, want er is lang gedoe om de toren. De buitenkant is opgeknapt, toch blijft het duister. De renovatie is nog altijd niet klaar. “Het duurt en het duurt en het duurt”, zegt Henk Biesboer van de KNRM gelaten. De KNRM is beheerder van het opvallende monument, maar daar waar de redders normaal álles in eigen hand houden, daar zijn ze voor de vuurtoren ook afhankelijk van overheden en raderen die langzaam draaien.
“Deze draait niet, nee”, reageert Biesboer als Streekstad Centraal hem vraagt naar de technische aspecten van de vuurtoren van Egmond aan Zee. “Het is ISO 10. Het licht gaat tien seconden aan en dan weer tien seconden uit.” En dat alleen als het donker is, voor alle duidelijkheid. In de toren zit een sensor en als het begint te schemeren is dat het signaal om het licht te ontsteken. “Als ik mijn jas er overheen gooi werkt ‘ie ook.” Maar nu dus even niet, want de top van de vuurtoren is een bouwplaats. Daar werkt Rijkswaterstaat verder aan de langlopende renovatie van de vuurtoren. “Om tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden de lamp te beschermen is die afgedekt met een kap.” (tekst gaat door onder de foto)
De vuurtoren is deel van het dorpsgezicht. (foto: Streekstad Centraal)
‘Derp’ zonder vuurtoren, het is onvoorstelbaar. De plannen voor het beroemde licht zijn twee eeuwen oud: “In 1823 kwamen ze daarmee”, vertelt Biesboer. “Vervolgens duurde het nog tien jaar voor ze begonnen met bouwen. Pas later is het een monument geworden.” Een monument voor zeeheld Jan van Speijk, inclusief sierlijke leeuw – daar had Nederland in de vroege 19e eeuw behoefte aan, aan zo’n monument. “Die leeuw weegt 3.000 kilo. Ze vonden Egmond er de mooiste plek voor.”
En geef die 19e-eeuwers ongelijk. Op het smalle duin, met de glooiende straatjes van het oude kustdorp er direct achter, steelt deze karakteristieke vuurtoren de show. Iedere toerist maakt er een foto van en eigenlijk heeft ook iedere Egmonder deze vuurtoren wel ergens in z’n telefoon staan. Voor het dorp heeft de toren een grote symbolische waarde. Maar ook voor de zeevaart is de toren nog altijd belangrijk. Daarom draait Rijkswaterstaat ook op voor de kosten. (tekst gaat door onder de foto)
Voorlopig is de vuurtoren nog dicht. (foto: Streekstad Centraal)
“Als de Kustwacht zegt: we hebben ‘m niet meer nodig, dan trekt Rijkswaterstaat zich meteen terug”, stelt KNRM-man Biesboer nuchter vast. Maar zo is het dus niet. Moderne zeeschepen kunnen op zich wel zonder vuurtorens navigeren, de pleziervaart is nog niet zo ver. “Ze komen wel eens aanvaren, dan denken ze dat dit IJmuiden is. Maar dan hebben ze het lichtsignaal toch niet goed in hun hoofd. Iedere vuurtoren is uniek.” En Egmond, dat is tien seconden licht, tien seconden donker.
Tenminste: als het licht aangaat. “De buitenkant is klaar. En de binnenkant staat strak in de latex, dat heeft onze Sjaak gewoon zelf gedaan.” Want KNRM’ers, ook die van het ‘ouwe zout’ en dus eigenlijk met pensioen, schrikken niet terug voor een klus. “Maar de bovenkant, die is aangetast. Dat gaat Rijkswaterstaat aanpakken.” Vanaf straatniveau is het nauwelijks te zien, maar de rode ringen in de top zijn ‘ernstig verroest’. “Het koperen dak moet van binnen ook worden schoongemaakt”, vult Biesboer nog aan. “Dat gaan ze pas in het voorjaar afronden.”
Aan de sierlijke bovenkant van de vuurtoren is nog werk. (foto: Streekstad Centraal)
De vuurtoren heeft op het moment namelijk last van condens, vochtige damp die opstijgt uit het onderste deel van de toren – en er vervolgens slecht uit kan. Daardoor kunnen noodzakelijke werkzaamheden nog niet worden uitgevoerd. En dus blijft het licht gedoofd. Voor de scheepvaart is dat ongunstig, het licht is nódig, benadrukt Biesboer. “Ook voor het aanlanden van de reddingboot bij duisternis is dat geen goede zaak”, stipt hij aan.
Aan de KNRM-mannen zal het verder niet liggen, die werken graag mee. Maar het weer heeft dus ook een rol. Pas in het voorjaar zullen de laatste werkzaamheden worden afgerond, verwacht Biesboer. Dan heeft Egmond aan Zee eindelijk z’n vertrouwde vuurtoren terug.
Een eerbetoon. Waardig en niet te missen. Dat verdienen 25.000 oorlogsvliegers, die in de Tweede Wereldoorlog vermist raakten. Egmonder Martijn Visser wil daar een monument voor oprichten in zijn dorp. “Een monument voor de mensen die hun leven verloren boven de Noordzee en nooit gevonden zijn. Voor hen bestaat zo’n plek niet.”
Sinds dit voorjaar is de Stichting Egmond ’40-’45 al fondsen aan het werven voor het internationale monument dat op de noordelijke boulevard van het kustdorp, vlak bij de vuurtoren, moet komen te staan. LOST heet het: Lost Over Sea Tribute. Voor het oorlogsmonument is 72.000 euro nodig. “Op dit moment staat de teller op 52.000 euro”, vertelt Martijn Visser van de stichting, “Er moet dus nog wel wat bij”, zegt Martijn tegen mediapartner NH.
Aanleiding voor het monument is de vondst van de restanten van een bommenwerper in Camperduin. Onderdelen daarvan spoelden aan na de storm Eunice in 2022. “We weten negentig procent zeker om welk vliegtuig het gaat, en kwamen ook in contact met nabestaanden van de bemanning. Die opperden een herdenkingsplek te maken.” Daarna is het balletje gaan rollen. “Want boven zee zijn wel 25.000 vliegers nog altijd vermist. Zij verdienen een plek. Die geven wij ze met dit monument. Gek genoeg was dat er nog niet. Wel voor de Waddenzee en het IJsselmeer. Niet voor de Noordzee”, legt Martijn uit, terwijl hij voor een foto poseert naast de maquette van het monument. (tekst gaat door onder de foto)
Martijn Visser. (foto: NH / Anne Klijnstra)
“Daarnaast speelde Egmond aan Zee een bijzondere rol tijdens WOII door de ‘gap’ (een gat in de luchtafweer van de nazi’s, red.) waardoor geallieerde vliegers via deze route naar Duitsland vlogen. Overal lag de Atlantikwall, vol met geschut. Maar hier was het veel minder. In Castricum en Bergen stonden radartorens die zwaar bewaakt werden. Egmond lag er een beetje tussenin. En onze vuurtoren Jan van Speijk werd, ondanks dat het licht gedoofd was, ook gebruikt als baken door vliegers. We willen straks het verhaal van de ‘gap’ én de vele vermisten hier gaan vertellen.”
“En we hebben vanaf het begin als stichting gezegd: het moet ook voor vermiste Duitse vliegtuigbemanningen zijn. We willen ze na 78 jaar gezamenlijk herdenken. Daarmee gooiden we ook een beetje de knuppel in het hoenderhok, maar de negatieve reacties zijn op minder dan één hand te tellen.” De vele Duitse toeristen die Egmond bezoeken, vinden het initiatief volgens Martijn Visser ook heel bijzonder. “Van applaus tot tranen krijgen we als we het verhaal vertellen en onze film laten zien van het monument in ons Bunkermuseum.” (tekst gaat door onder de foto)
Het Bunkermuseum in Egmond aan Zee. (foto: Streekstad Centraal)
“Velen van hen hebben het nog steeds moeilijk met het oorlogsverleden van hun land, vertellen ze ons.” Helemaal uniek is zo’n gezamenlijke herdenkingsplek niet. “Er zijn in Drenthe en Overijssel al ‘inclusieve’ monumenten.” Het monument in Egmond krijgt de vorm van een doorzichtige zuil waarin Amerikaanse, Britse en Duitse identiteitsplaatjes uit de lucht vallen, een vliegenier vormen en dan naar de zeebodem zakken. “En het wordt hier op handen gedragen”, zegt hij.
“Mensen kennen het verhaal, vragen ons wanneer het er komt en we hebben ook een hoop dorpsbewoners die ons geld doneren.” Dat geld is de laatste hobbel die de stichting te nemen heeft. “De plek, de vergunning en het ontwerp is rond. Nu alleen de financiering nog.” Er is nog 20.000 euro nodig. “We hebben al een aantal grote sponsoren uit het dorp en de regio, en er staan nog een hoop lijntjes uit naar fondsen, ambassades en stichtingen. Maar ook kleine donaties kunnen we goed gebruiken. We hebben uiteindelijk 500 identiteitsplaatjes nodig. Die kosten 15 euro per stuk. Je kan ook een zo’n dog tag sponsoren.”
“Daarnaast zijn we aankomende zondag, kerstavond, vanaf 17.00 uur bij het verlichten van de oorlogsgraven op de begraafplaats in Bergen. Daar liggen ook vliegers van wie de collega’s nog altijd vermist zijn. We vertellen daar kort wat over het monument en hopen er sponsoren te vinden. We hopen dat het monument binnen een half jaar gerealiseerd is. Dat moet lukken.”
De kerk is geen kerk meer, maar daarmee nog niet verloren voor het dorp. In Stompetoren kregen inwoners de kans om hún ideeën voor het karakteristieke gebouw – met, inderdaad, een toren zonder spits – op een rijtje te zetten. Misschien kan er in de kerk wel geslapen worden, opperde iemand. Dat zou kunnen worden ingepast in de commerciële bestemming die het kerkje moet krijgen.
“Dat is alleen maar goed voor Stompetoren”, zegt Sylvester Liefting tegen mediapartner NH. Hij bezocht de brainstormsessie namens de dorpsraad. “Door commerciële activiteiten komen er weer meer mensen naar de kerk. Daarmee zetten we Stompetoren op de kaart.” In augustus nam de Protestantse Gemeente Schermer (PGS) het ingrijpende besluit om de kerk te verkopen aan erfgoedontwikkelaar COUP. De komende 15 jaar krijgt het gebedshuis een commerciële functie door activiteiten en evenementen. Op deze manier willen ze meer bezoekers trekken dan alleen de kerkgangers.
Daarom konden bewoners maandagavond aanschuiven voor een brainstorm over de nieuwe invulling van de kerk. “De bewoners zijn vooral nieuwsgierig naar de mogelijkheden”, aldus Liefting. Volgens Liefting hadden de dorpelingen bijzondere ideeën voor de invulling van de kerk. “Er was bijvoorbeeld een vrouw die als idee had om ‘heilige nachten’ te organiseren. Waarin je onder een koepel in de kerk kan slapen”, vertelt hij lachend. Erfgoedontwikkelaar COUP neemt de kerk in januari over, dus wie weet is dit idee binnenkort wel mogelijk.
De dorpelingen zijn blij dat de kerk niet verdwijnt. Het is duidelijk dat mensen veel warme herinneringen hebben aan het gebouw. Zo ook op Facebook, waar een Stompetorenaar terugblikt op zijn herinneringen aan het gebedshuis. “De kerk waar ik 70 jaar geleden werd gedoopt door dominee Nico van der Linden.”
Dankzij de overname kan de kerk zijn diensten voortzetten én komen er nieuwe activiteiten. Daar is de dorpsraad dolbij mee omdat het meer bezoekers trekt. “Dat is alleen maar goed en een verrijking van Stompetoren”, stelt Liefting. Bovendien betekent de overname dat de kerk beter onderhouden wordt. “Dat is ook fijn voor zo’n monumentaal pand.”
Lekker centraal, of wat meer ruimte om de school heen: voor allebei valt wat te zeggen en er valt ook tegen elke locatie wel wat in te brengen. Het zijn afwegingen waar inwoners van Egmond aan den Hoef zich het hoofd over mogen breken. Want de gemeente Bergen wil inwoners nadrukkelijk betrekken bij de keuze voor een nieuwe schoollocatie in Egmond aan den Hoef.
Er moet een keuze worden gemaakt tussen de plek van de Sint-Jozefschool en de locatie van de Boswaid. Op één van die twee plekjes in Egmond aan den Hoef moet de nieuwbouw van Kindcentrum De Kiem verrijzen. Basisschool en kinderopvang ineen, onder bestuur van scholenkoepel Blosse. “De BUCH heeft verzocht een locatiestudie uit te voeren waarin de sterkten en zwaktes van deze twee locaties in kaart worden gebracht”, staat te lezen in een rapport over De Kiem. Daarin worden de belangrijkste voors en tegens op een rij gezet.
Een moeilijkheid is bijvoorbeeld de bereikbaarheid per auto. Rondom de Sint-Jozefschool is het krap, de Boswaid heeft betere papieren: “Deze wegen zijn zowel per voet, fiets als auto toegankelijk”, lezen we. Al zijn de wegen niet heel breed, dus bij grote drukte kunnen er wel problemen ontstaan. Maar de huidige locatie van de Sint-Jozefschool scoort duidelijk slechter op dit punt: “Het perceel is matig ontsloten”, schrijven de opstellers van het rapport. “Tijdens
de drukste uren is er weinig bewegingsruimte aanwezig.” Maar dat kan ook een pluspunt zijn: “Tegelijkertijd kan de drukte ouders afschrikken om hun
kinderen met de auto te komen brengen. Daardoor kunnen ouders verleid worden om met de fiets te komen.”
Het zijn afwegingen waar menig Hoever wel een mening over zal hebben. En die mening mag dus ook gegeven worden. Op donderdag 11 januari worden er inloopbijeenkomsten georganiseerd, waarbij omwonenden en betrokkenen vragen kunnen stellen en hun ideeën kunnen voorleggen. Dan zal er ook een enquête worden verspreid. De uiteindelijke keuze wordt daarna gemaakt door de gemeenteraad van Bergen.