Het betaald voetbal is jarig: eerste betaalde wedstrijd ooit werd gewonnen door Alkmaar ’54

Zo’n 13.000 toeschouwers waren er op de Alkmaarse drafbaan getuige van dat de plaatselijke voetbalclub met 3-0 won van Venlo. Niet gisteren en ook niet in deze week, maar op 14 augustus 1954. Een feestjaar, de stad Alkmaar bestond toen 700 jaar. Maar ook een jaar van branie, want dat Alkmaar dit initiatief nam, de eerste wedstrijd met betaalde spelers – dat lag toen nog gevoelig bij de KNVB.

Alkmaar ’54 is natuurlijk de voorloper van het huidige AZ. De datum 14 augustus is dan ook niet zonder betekenis voor de echte AZ-fans, al zullen maar weinigen er vanmorgen meteen aan gedacht hebben bij het opstaan. Dat Alkmaar deze wedstrijd won met 3-0 was trouwens een verrassing. Venlo was op dat moment op papier de betere ploeg. De doelpunten werden gemaakt door Henk van der Sluis en Klaas Smit (tweemaal).

De geboorte van het betaald voetbal in Nederland ging niet zonder slag of stoot. De KNVB wilde er eigenlijk niet aan, die bleef vasthouden aan wat ‘amateurisme’ heette: voetbal als liefhebberij, zonder dat daar salaris tegenover stond. Daarom was een alternatieve bond opgericht, de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB), die het tegen de KNVB opnam. Uiteindelijk zag de oudste bond wel in dat deze ontwikkeling in het voetbal niet meer was tegen te houden.

Wie meer over deze bijzondere Alkmaarse geschiedenis wil weten kan een kijkje nemen op de website Historie Betaald Voetbal.

Veel klachten over woekerend groen in Alkmaars buitengebied: “Lijkt echt wel iets aan de hand”

In de eerste helft van 2023 zijn er in Alkmaar al net zoveel klachten over slecht onderhouden gemeentelijk groen als heel vorig jaar. Toen kwamen er 217 meldingen binnen over hoog gras en onkruid. Nu staat de teller al op 210. De meeste komen uit de Schermer. De gemeente komt met deze cijfers na politieke vragen, nadat inwoners van Grootschermer bij mediapartner NH Nieuws hun beklag deden.

Onkruid in de straten, bomen die nodig een snoeibeurt nodig hebben en gras dat boven de zerken op de begraafplaats uitsteekt. Volgens inwoners van Grootschermer verpaupert hun dorp, omdat het groen slecht en niet tijdig wordt onderhouden door de gemeente, vertelden ze vorige maand aan NH Nieuws. “Op het kerkhof wil je niet dood gevonden worden”, omschreef Ko Failé de situatie in zijn dorp. “Omdat de gemeente niet thuis gaf, besloten we het zelf maar te gaan doen.” Een keer in de week staat een groepje dorpelingen te schoffelen. “Maar dat is natuurlijk niet onze taak. We betalen genoeg belasting.”

De situatie en klachten uit Grootschermer zijn niet opzichzelfstaand. Ook in Stompetoren is het verloederde groen inwoners een doorn in het oog, laten zij weten via de Facebook-pagina van het dorp. Ook politieke partij OPA ontving steeds meer klachten en vroeg het gemeentebestuur om opheldering. Uit de antwoorden van de gemeente blijkt dat er de eerste helft van dit jaar al 210 meldingen en zijn geregistreerd, waarvan de meeste uit de Schermer komen: 49 stuks. Gevolgd door de wijk De Mare (36), Graft-De Rijp (29) en Oudorp (24). “Het bevestigt het gevoel dat we al hadden na alle klachten die we hoorden”, stelt OPA-raadslid Ruud van Lier. “In een half jaar tijd bijna evenveel. Er lijkt dus toch wel iets aan de hand, zeker in de buitengebieden waar verhoudingsgewijs minder mensen wonen maar waar de meeste klachten vandaan komen.”

Dorpsbewoners doen het ‘dan maar zelf’, maar dat is toch eigenlijk niet de bedoeling. (beeld: NH Nieuws / Anne Klijnstra)

De gemeente geeft verder aan dat de melder binnen tien werkdagen antwoord mag verwachten, wat betekent dat de benodigde werkzaamheden zijn ingepland. Elk stuk groen is volgens de gemeente in kaart gebracht en gecategoriseerd, en is te zien wat er voor welk stuk aan maaibeleid en onderhoudsvorm is bepaald. “Een kruising en op plekken waar het zicht vrij moet zijn, wordt korter en vaker gemaaid dan in overige bermen.” Voor begraafplaatsen, bij kunstwerken en erfgoed geldt een specifieke ‘maai-intensiteit’.

Bij de inwoners van Grootschermer leeft ook het idee dat sinds de fusie in 2015 met Alkmaar er minder en slechter onderhoud uitgevoerd wordt dan toen Schermer en Graft-De Rijp nog zelfstandige gemeenten waren. Dit ontkent de gemeente. “Voor de hele gemeente wordt de (zogenoemde) beeldkwaliteit op een gelijke manier gemeten”, stelt de gemeente in haar antwoorden. Ook geeft zij aan dat sinds 2019 het ‘behandelplan’ van veel stukken groen is veranderd voor een betere biodiversiteit. Simpel gezegd: op sommige plekken staan andere grassen en planten, die anders onderhouden worden als voorheen. “Dit kan ervaren worden als mínder onderhoud.”

“We hebben nu vervolgvragen gesteld”, reageert Van Lier verder. “We willen bijvoorbeeld weten of er ook minder geld is uitgetrokken voor maaibeleid. We hebben een prachtig biodiversiteitsbeleid, daar zijn we als OPA ook trots op. Dat beleid is redelijk nieuw, maar de uitvoering moet wel in balans blijven.” OPA gaat bij de eerstvolgende commissievergadering Ruimte, na het reces, het onderwerp opnieuw ter sprake brengen.

Stormschade dwingt JOL om timmerdorp te verhuizen: “Hoop dat mensen hun hond even vasthouden”

Van de regen in de poep, dat is grof gezegd het lot van het populaire timmerdorp van JOL Hoefplan. Want het stukje van de Egmonderhout waar het timmerdorp normaal plaatsvindt is zo beschadigd dat de spelende kinderen moeten uitwijken naar een ander deel van het park. En laat dat net het losloopgebied voor honden zijn. “We hebben nare reacties gehad.”

Het is inmiddels meer dan een maand geleden dat zomerstorm Poly over Alkmaar raasde. Stadswerk 072 heeft veel van de schade inmiddels kunnen opruimen, maar toch is op veel plekken in de stad nog goed te zien wat er op die julidag gebeurde. Zo ook in de Egmonderhout, het park aan de rand van wat Alkmaarders nog altijd ‘het Hoefplan’ noemen. Het park waar elk jaar het timmerdorp van JOL Hoefplan plaatsvindt, dit jaar van maandag 21 augustus tot en met vrijdag 1 september.

“We kregen drie weken geleden te horen dat we niet op onze plek terecht kunnen”, legt Sascha Groenland van JOL Hoefplan uit. Die plek is het zuidelijk deel van de Egmonderhout, waar geen loslopende honden mogen komen – de perfecte plek voor het zomerse kinderdorpje. “De kinderen verheugen zich er erg op, het zit ramvol… Er is nog even gekeken of Stadswerk 072 niet alsnog het stuk park vrij kon krijgen, maar twee weken geleden was het definitief: het is niet veilig.” En dat was ‘even schakelen’, vertelt Groenland. “Dit is niet onze keuze, we vinden het heel jammer.” (tekst gaat door onder de foto)

Het populaire timmerdorp moet verhuizen. (foto: Facebook / JOL Hoefplan)

Want de vervangende locatie, daar ís iets mee. “Ja, dat is het losloopgebied voor honden”, zegt Groenland. “Niet dat ik iets tegen honden heb, maar er ligt wel hondenpoep.” En niet iedere hond reageert goed op kinderen, die onvoorspelbaar kunnen zijn, dus ook daar zit bij de organisatie wel wat onzekerheid. “Je wil echt niet op je geweten hebben dat een kind gebeten wordt door een hond.”

Reden voor JOL Hoefplan om vrolijk gekleurde bordjes op te hangen: “Wij gaan hier buitenspelen, ruim aub uw hondenpoep op”. Ook op de Facebookpagina ‘Je bent Alkmaarder als’ plaatste een medewerker van JOL Hoefplan een berichtje, maar dat viel niet bij iedereen in goede aarde. “Die is erg geschrokken, er kwamen zulke nare reacties…”

Want het losloopgebied, dat is voor hondenbezitters een belangrijke plek. Lang niet iedereen wil dat twee weken opgeven om het timmerdorp ruim baan te geven. Al moet gezegd worden dat andere hondenbezitters juist wel begripvol zijn. Ook wordt op de pagina gesuggereerd om de situatie dan maar helemaal om te draaien en het zuidelijke deel van de Egmonderhout, dus waar normaal het timmerdorp staat, tijdelijk als losloopgebied voor honden aan te wijzen. (tekst gaat door onder de foto)

Voorbeeld van de kleurige bordjes die in het park werden gehangen – maar inmiddels zijn weggehaald. (foto: JOL Hoefplan)

“We proberen het echt positief te brengen”, legt Groenland uit. Daarom zijn de bordjes ook vormgegeven als vrolijke kleurplaten, waar de kinderen enthousiast mee aan de slag zijn gegaan: “Heel leuk.” Maar dat er tegenstand is, dat merkt Groenland ook: “We hebben net nog een rondje gedaan en wat blijkt, de tekeningen zijn alweer weggehaald.” En dat geeft toch geen prettig gevoel, bekent Groenland: “Ontzettend naar.”

Het beste ijsje van het Noord-Hollandse vasteland eet je in Heiloo

Voor de trouwe fans zal het geen verrassing zijn: ijssalon Di Fiorentina in Heiloo staat in de Nederlandse top 5 van ijssalons en mag zich zelfs de beste ijssalon van het Noord-Hollandse vasteland noemen. Dat blijkt uit een vergelijking van Google-reviews door onderzoeksbureau Beslist.nl. In onze provincie wordt Di Fiorentina alleen door een ijssalon op Texel overtroffen.

In het onderzoek naar ijssalons in Nederland is ook gekeken naar de verspreiding van ijssalons. Noord-Holland blijkt een relatief lage ijssalondichtheid te hebben: per 100.000 inwoners zijn hier 4,6 ijssalons en dat is onder het landelijke gemiddelde van 5,2 ijssalons per 100.000 inwoners. Maar een snelle telling door Streekstad Centraal leert dat het in onze regio wel goed zit, met veel ijssalons in de Alkmaarse binnenstad en langs de kust – met dus Di Foirentina in Heiloo als uitblinker. Daar ging Streekstad Centraal deze week heen om foto’s te maken van het hooggewaardeerde ijs.

De Texelse winnaar is Labora, een boerderij in de buurt van De Cocksdorp waar vers ijs wordt gemaakt van de melk die de koeien geven. Dat is het beste ijs van Noord-Holland, volgens het onderzoek, en de nummer 2 van Nederland. De hoogst gewaardeerde ijssalon van heel Nederland is te vinden in Hoenderloo, op de Veluwe, en heet IJs van Co. Letterlijk ‘hoog’ is de Wingbergerhoeve in het Limburgse heuvelland, nabij Epen: de nationale nummer 3.

Voor het onderzoek heeft Beslist.nl gekeken naar de gemiddelde waardering in Google, maar ook naar het aantal reviews. Als we preciezer naar de resultaten kijken zien we dat het laatste de doorslag heeft gegeven, want als we alleen naar de waardering kijken, dan blijk Di Fiorentina eigenlijk nog net iets boven de Texelse ijssalon te eindigen met 4,7 sterren – IJsboerderij Labora heeft er 4,6. Maar daar staat tegenover dat deze door veel toeristen bezochte ijssalon ruim duizend reviews meer heeft.

De Noord-Hollandse top vijf, ten slotte, is als volgt: eerste werd IJsboerderij Labora op Texel, tweede werd IJssalon Di Fiorentina in Heiloo, derde IJssalon IJsie Prima in Callantsoog, vierde Massimo Gelato in Amsterdam en vijfde IJssalon De Hoop in Blaricum. (foto’s: Streekstad Centraal / Youri Hoeben)

Alkmaarse SRV-wagen maakt allerlaatste ritjes: “Zeker ga ik hem missen”

Featured Video Play Icon

Het is voorbij: de SRV-wagen van Alkmaar is af, versleten, klaar – en een nieuwe komt er niet. Tot groot verdriet van de vele ‘gasten’ die Tom Nederstigt in zijn SRV-wagen ontvangt, Want zo noemt hij ze: ‘gasten’. En ze voelen zich ook duidelijk op hun gemak in de rijdende winkel van Nederstigt: “Ook sociaal gezien is het gewoon heel fijn.”

“Dat de wagen straks niet meer rijdt, dan vind ik verschrikkelijk jammer”, zegt Nederstigt, terwijl we met hem meerijden. In een eerder gesprek met Alkmaar Centraal bleek het dan ook niet heel moeilijk om de SRV-man aan het twijfelen te brengen. Maar toch valt het doek nu echt. Zaterdag 12 augustus – vandaag – is de allerlaatste dag dat de Alkmaarse SRV-wagen zijn ronde maakt. Nederstigt zelf zal hierna worden geopereerd aan zijn knie. (tekst gaat door onder de foto)

Tom Nederstigt voor zijn SRV-wagen. (beeld: Alkmaar Centraal)

“Ik heb met best veel mensen een bijzondere band opgebouwd”, vertelt Nederstigt, die veel meer is dan alleen een winkelier. Hij zorgt voor zijn gasten, vraagt naar hun gezondheid, helpt ze bij het trappetje van zijn wagen. Eerder vertelde Nederstigt al aan Alkmaar Centraal hoe hij soms bij mensen thuis de boodschappen in de koelkast zet. Dat typeert zijn manier van werken, zijn gastheerschap.

En dus is er best wat verdriet over het einde van de Alkmaarse SRV-wagen. “Succes met je knie, en met alles…” De gasten wensen Nederstigt duidelijk het allerbeste. Ze roemen het sociale. “We moeten een beetje op elkaar passen in deze wereld”, vat Nederstigt zijn filosofie samen. Voor veel mensen maakte Nederstigt daarmee echt het verschil: “Je bent een supergastheer.”

De SRV-wagen was in coronatijd een initiatief van eetcafés Pluim en Klunder. De man die horecageschiedenis schreef met De Vestibule, de voorganger van het huidige Pluim, blijkt ook een klant van de Alkmaarse SRV-wagen: “Ja, het bevalt me prima”, zegt Wim Kaspers terwijl hij boodschappen doet in het winkeltje. “Wij eten vanavond weer van de SRV-kar.” Maar dat is dus ook voor deze tevreden gast echt voor het laatst.

Na vele, vele jaren laat de klok van Westerlicht weer zien hoe laat het is

Wie dit weekend naar de Alkmaarderhout gaat moet zeker even omhoog kijken. Want er is iets te zien dat er jaren  niet te zien was: de juiste tijd. Het torenuurwerk van Westerlicht is helemaal opgeknapt en inmiddels zijn ook de wijzers op de unieke glazen wijzerplaten gemonteerd. Het is de kroon op de restauratie van Huize Westerlicht. “Maar eigenlijk werkte de klok al een week, dat kon je alleen niet zien.”

Eerder al sprak Alkmaar Centraal al met stadsuurwerkmaker Boris Stiensma over de in zijn ogen ‘unieke’ torenklok. Toen verwachtte hij nog dat de wijzers er maandag 31 juli al zouden worden opgezet, maar de weersomstandigheden lieten dat toen niet toe. Uiteindelijk zijn de wijzers deze week pas geplaatst, op donderdag 10 augustus. Zaterdag spraken we Stiensma opnieuw. “Ja, hij loopt prima.” (tekst gaat door onder de foto)

Voor het eerst sinds tijden is te zien hoe laat het is. (foto: Alkmaar Centraal / Youri Hoeben)

Dat de klok weer werkt is bijzonder, want de torenklok van Westerlicht heeft meer dan 20 jaar stilgestaan. “Toen we aan de opknapbeurt begonnen troffen we een heel vreemd uurwerkje aan”, herinnert Stiensma zich. “Veel te klein ook. Ik denk niet dat dat gewerkt heeft, om eerlijk te zijn. Die klok stond echt al heel lang stil.” In 2001 zou er een ‘wisseling van de wacht’ zijn geweest, weet Stiensma, maar hij denkt dat de klok ook voor die tijd al stil heeft gestaan.

Maar nu doet de klok het dus weer. En zelfs vóór donderdag al: “Toen het niet lukte om de wijzers er op te zetten, door het weer, hebben we eerst de uurwerken aangepakt. Die zijn gekoppeld aan de computer. Donderdag hoefden alleen de wijzers er nog op.” Dat betekent dus dat de klok eigenlijk al een week werkte, alleen was dat niet te zien, omdat de wijzers nog niet meedraaiden.

De opknapbeurt van de torenklok is nu echt helemaal klaar. “Het blijft toch spannend, het is wel een monument”, blikt Stiensma terug. “Wat ik ook lastig vond was dat je er niet zomaar even bij kon, er stond geen steiger omheen. We moesten iedere keer een hoogwerker huren. Die heb je dan een dag.” En daar kwam dan nog bij dat het weer ook tegenzat, het was daardoor lastig plannen. “Maar het wordt vanmiddag weer mooi”, zegt Stiensma optimistisch. “Dan kunnen mensen naar de klok komen kijken.” (foto’s: Alkmaar Centraal / Youri Hoeben)

Eén middag heette bijna iedereen op de ‘Klim naar het Grote Raam’ Laurens of Laura

Featured Video Play Icon

De 10e van augustus is de naamdag van de heilige Sint Laurens. Iets waar doorgaans nauwelijks iemand bij stil staat, zelfs in Alkmaar niet – een stad met twee kerken naar hem vernoemd. ‘Klim naar het Grote Raam’, bij de Grote Sint Laurenskerk, maakte er dit jaar voor de verandering wél een feestje van en dus stroomde de hoge steiger die nu tegen de kerk staat donderdagmiddag vol met Laurensen en Laura’s. “Ik ben heel trots op mijn naam.”

Geschiedenisliefhebbers zullen bij de datum van 10 augustus misschien nog aan iets anders denken: de Beeldenstorm. Die begon op 10 augustus 1566, niet in Alkmaar maar in wat nu Noord-Frankrijk is. Opstandelingen trokken overal beelden van kerkgebouwen af, omdat ze zich niet meer konden vinden in de leer van de kerk. Maar juist in Alkmaar bleef het oude beeld van Sint Laurens staan. Dat stond veel te hoog, de ‘beeldenstormers’ konden er niet bij.

De Laura’s en Laurensen die gratis de steiger die voor het ‘Grote Raam’ staat mochten beklimmen konden wél bij het beeld van Sint Laurens komen. Want zo hoog is de klim. Maar uiteraard lieten ze het beeld nu met rust, al konden sommigen de verleiding niet weerstaan het even aan te raken. “Ja, dat heb ik wel even gedaan”, bekent één van de klimmers. Want wie Laurens heet, of Rens, of Laureen, of Laura – die heeft zijn of haar naam toch wel een beetje aan deze heilige en zijn beeld te danken. (tekst gaat door onder de foto)

Drie generaties naamgenoten oog in oog met Sint Laurens. (foto: Alkmaar Centraal)

“Jij bent zeker Laura?” – het was donderdag een pakkende openingszin. Bijna alle vrouwen en meisjes die omhoog klommen heetten zo, al kwam Laureen dus ook voor, en Laurentien. Bij de mannen was er variatie tussen Laurent en Laurens, waar vaak wel de doopnaam Laurentius achter schuil ging. Maar ook Rens ging naar boven. Voor sommige was Laurens, of een variant daarvan, eigenlijk niet de roepmaan, maar wel de tweede naam. Ook opmerkelijk: families waarin de naam van generatie op generatie wordt doorgegeven. “En echte Alkmaarders, jawel hoor, dat zijn we.”

Alkmaar is natuurlijk Laurensstad. Met een beetje goede wil is dat ook te zien op de kaart ‘Laurentius’ van de Voornamenbank. Met 73 Laurentiussen springt Alkmaar er daar wel uit. Haarlem, toch een grotere gemeente, heeft maar 44 Laurentiussen. En in sommige delen van Nederland komt de naam zelfs nauwelijks voor. Maar bij Laura is dit beeld al wel veel minder duidelijk.

Niet iedere Laurens wist dat er bij zijn naam ook een feestdag hoorde. “Maar dat vergeet ik nu natuurlijk niet meer”, lacht Laurens als we hem spreken aan de voet van de klim. Vroeger werd het Sint-Laurensfeest in Alkmaar uitbundiger gevierd. De stadskermis, die nu weliswaar later in augustus begint, gaat daar nog op terug. En omdat ‘Klim naar het Grote Raam’ een maand is verlengd, kunnen geïnteresseerden tijdens die kermis ook nog een kijkje nemen bij het beeld van de heilige, helemaal bovenaan het Grote Raam.

Duinstichting gaat door met procederen: “Kap met een jaar uitgesteld, hopelijk afstel”

De omstreden bomenkap in de duinen bij Bergen aan Zee is voorlopig van de baan, Dat lijkt het directe gevolg van de beslissing van de Duinstichting om in beroep te gaan tegen de uitspraak van de bezwaarcommissie van de gemeente. Die stelde juist dat er tegen de bomenkap geen bezwaren waren. “Je hoeft er maar even doorheen te lopen om te weten waarom we dit doen.”

Aan het woord is Joke Volkers van de Duinstichting. De stichting vergaderde vrijdagmorgen over eventuele vervolgstappen en kwam tot de conclusie dat ze niet anders konden dan doorgaan met hun protest. “Er zitten toch zwakke plekken in het verhaal”, legt Volkers uit aan Streekstad Centraal. “Genoeg reden dus om in beroep te gaan. We gaan echt naar de rechter toe.”

Eerder maakte ook de Fietsersbond al bekend niet te kunnen leven met de afwegingen van de gemeente. De Fietsersbond is niet voor of tegen de bomenkap, maar strijdt voor het behoud van de fietspaden in het gebied en mist garanties dat die ook echt zullen blijven bestaan. Nu vervolgens de Duinstichting in beroep gaat staat het plan van PWN om dit najaar te beginnen met kappen op losse schroeven.

“We rekenen wel op vertraging hierdoor”, bevestigt Volkers. “Dit is een jaar uitstel van kap”, vult Aard Mos van de Duinstichting aan. “We zijn zo een half jaar verder en dan zit je weer in het broedseizoen, dan kunnen ze sowieso niet kappen.”

Het schaduwrijke bos zou plaats moeten maken voor een zandverstuiving.

Uitstel zou voor het PWN, beheerder van het gebied, een tegenvaller zijn. Het aangekondigde hoger beroep komt tegelijk niet als een verrassing. “We weten dat er mensen tegen zijn, en dat zij de juridische weg kunnen kiezen”, aldus woordvoerder Gert Jan Vreken. “Wij wachten af wat de rechter zal gaan beslissen, en hebben vertrouwen in een goede afloop. Vooralsnog is er niets stilgelegd en gaan verder met de voorgenomen planning. In oktober willen we starten met de kap bij Bergen aan Zee die in het voorjaar afgerond kan zijn.”

Voor die tijd begint PWN wel al met voorbereidende werkzaamheden. “We gaan eind deze maand twintig bomen weghalen om de kwaliteit van het hout te onderzoeken”, licht Vreken toe. “We willen de gekapte bomen straks op een zo duurzaam mogelijke manier verwerken, bijvoorbeeld in de houtskeletbouw. Of dat kan willen we vooraf weten.” Daarnaast benadrukt hij nogmaals dat als die 16 hectare weg is “er geen woestijn achterblijft. Het wordt duingrasland, geen grote zandverstuiving.” (foto gaat door onder de tekst)

Een gevarieerd duingebied bij Bergen aan Zee. (foto: IVN)

De Duinstichting weet zich echter gesteund. “We worden overstelpt met mails”, vertelt Volkers. “Heel veel mensen bieden ondersteuning aan. Je merkt echt dat er wat verandert, ook in het stikstofverhaal… Stikstof schijnt de hoofdmotivatie voor bomenkap te zijn, maar die argumenten blijken helemaal niet te kloppen.” De Duinstichting laat zich hierover onder meer informeren door professor emeritus Han Lindeboom, die zich al vaker kritisch uitliet over de stikstofaanpak.

Veel hoop is ook gevestigd op de politieke veranderingen die in de lucht hangen. Als bij de komende Tweede Kamerverkiezingen BBB de grootste wordt, iets wat opiniepeilers op dit moment wel verwachten, worden de kaarten opnieuw geschud. “Met een heel andere regering, zal het ook heel anders uit kunnen pakken”, verwacht Volkers. Zij hoopt dan ook nog lang van het bos in de duinen te kunnen genieten, want daar blijft de Duinstichting voor vechten.