Wat begon als een alternatieve manier van ondernemen tijdens de coronaperiode, is in een paar jaar tijd uitgegroeid tot een Alkmaars fenomeen: de SRV-wagen van Tom Nederstigt. Met verse producten en belegde broodjes rijdt de SRV-wagen langs huizen en bedrijven. Maar volgende week is de laatste week. “De wagen is te oud, het gaat niet meer.”
Tom Nederstigt is zelf ook in ‘reparatie’, vertelt hij nuchter: er wordt bij hem een kunstknie geplaatst. Zijn versleten knieën waren ooit de reden om zijn baan als kelner in te ruilen voor het werk in de SRV-wagen. “Mijn vrouw Linda wees me op de vacature, ‘dit is jouw baan’, zei ze. Toen heb ik gezegd: haal die vacature maar weer weg, ik ben de man die jullie zoeken.” Zo kon hij het stokje overnemen van Peter Visser en Walter van Westbroek, die in 2021 met de wagen waren begonnen.
“Er is echt grote behoefte aan in Alkmaar”, vertelt Nederstigt. “Mensen weten dat ze bij mij een gezonde maaltijd kunnen halen. En ze kunnen ook een praatje kwijt. Het is heel sociaal.” Het werk in de SRV-wagen is voor Nederstigt veel meer dan alleen een rijdende winkel, blijkt uit de vele verhalen die hij erover kan vertellen. “Bij sommige mensen zet ik de boodschappen gewoon in de koelkast, als ze niet thuis zijn. Dan stuur ik een tikkie. Dan zeggen ze wel: ‘het touwtje uit de brievenbus bestaat niet meer’, maar dat sociale en vertrouwde, dat bestaat echt nog wel hoor.”
Dat de SRV-wagen nu gaat stoppen is dan ook geen eenvoudige beslissing geweest. “De wagen is gewoon op. Hij komt uit 1990. Er moet eigenlijk gewoon een nieuwe komen, maar ja, dat kost geld. De omzet is prima hoor, maar zo’n investering, dat kan gewoon niet. En tja, ik ben nu toch zelf ook even uit de running door die knie… Dit is de beste beslissing.” Al is het niet heel moeilijk om Nederstigt aan het twijfelen te brengen: “Als Alkmaar heel graag wil dat ik blijf, nou ja.” Maar liever vindt hij gewoon een ander mooi baantje. Zaterdag 12 augustus is toch echt de allerlaatste dag.
Voor zijn vaste gasten zal het een groot gemis zijn. “Ik heb ze er al een beetje op voorbereid”, vertelt Nederstigt. De reacties zijn veelzeggend. “Laatst nog, ‘ik ga je missen’, en dan een arm om je schouder… Ja, dan gaat het me echt aan het hart.”