Het is dweilen met de kraan open. Na iedere opruimactie verschijnen er weer aftandse weesfietsen rond Station Alkmaar en in het centrum. Maar goed, na zo’n opruiming is het in ieder geval weer even een tijdje netjes. Woensdag (vandaag) en donderdag houdt Stadswerk072 een nieuwe opruimronde.
Twee weken geleden hebben handhavers van gemeente Alkmaar weer een groot aantal fietsen voorzien van een rood label. Een waarschuwing dat de tweewieler weg moet of anders wordt verwijderd. Vanzelfsprekend is het stationsgebied afgestruind. Vooral daar zorgen weesfietsen voor veel overlast omdat ze onnodig stallingen bezet, in de weg staan en het straatbeeld ontsieren Maar met de kermis in aantocht, is ook het kermisgebied meegepakt.
Alle meegenomen fietsen worden inclusief foto gepubliceerd op de Alkmaarse pagina van iLost. Meer informatie over ophalen en bewaartermijnen op alkmaar.nl.
Fietsen die niet terug geclaimd worden en nog te redden zijn gaan naar goede doelen voor een opknapbeurt en een nieuw leven. (foto: Stadswerk072)
Omfietsen of misschien natte voeten. Lange tijd lagen meerdere paden en wegen in de duinen deels onder water door de alle regenval. Ook in het duingebied onder de hoede van PWN. Fietsersbond Bergen vroeg de natuurbeheerder daarom al om maatregelen te nemen, en heeft nu een brief gestuurd met de vraag om met concrete oplossingen voor langere termijn te komen.
In de winter en het voorjaar heeft de Fietsersbond het waterpeil op meerdere duinpaden in de gaten gehouden. De Helmweg en de Korteweg lagen hier en daar onder meer dan 30 centimeter water waardoor klinkers los kwamen te liggen. PWN sloot een aantal paden voor langere tijd, waardoor fietsers om moesten rijden via een beduidend pittigere route. De Fietsersbond voorziet, gezien de klimaatontwikkelingen, dat er vaker wateroverlast in de duinen zal ontstaan.
Daarom wil de fietsersorganisatie dat PWN met echte oplossingen komt. “Naar ons idee zou, in het algemeen gesproken, het gebruik van de fietspaden ook bij zware regenval gegarandeerd of verbeterd kunnen worden door of verlaging van het waterpeil en/of verhoging van de fietspaden. De Fietsersbond denkt graag mee over oplossingen.” (tekst gaat verder onder de foto)
Streekstad Centraal peilde PWN om te kijken of er iets wordt bekokstoofd. Woordvoerder Bianca Nunnink erkent dat het veranderende klimaat uitdagingen oplevert. Grafieken van PWN tonen een gestage toename van neerslag door de jaren heen. Daarbij stipt ze aan dat de afgelopen winter wel echt extreem nat was. “Niet eerder is er zoveel neerslag gemeten in het duingebied. In heel Nederland en dus ook in de duinen, staan als gevolg van deze extreme neerslag de grondwaterstanden hoog.”
Over serieuze schade aan de natuur door het vele water maakt PWN zich geen zorgen. “De natuur in de duinen kan zich aanpassen aan de dynamische omstandigheden”, stelt Nunnink. De drinkwatervoorziening wordt daarentegen scherp in de gaten gehouden. Afgelopen winter was het nodig om in te grijpen. “Er zijn tijdig maatregelen genomen om locaties in de duinen die van belang zijn in de drinkwatervoorziening droog te houden.”
“Op dit moment wordt onderzocht hoe we ons zo goed mogelijk kunnen aanpassen aan een veranderend klimaat”, besluit de PWN-woordvoerder. Nog even afwachten wat die mogelijkheden zijn dus.
“Ik liep al langer rond met vragen hierover. In Nederland zijn zo’n 30.000 spookwoningen en daar gebeurt van alles wat God verboden heeft.” Alkmaar kent ze ook, deze spookwoningen: huizen die lang leegstaan maar waar veel energie wordt verbruikt. Sterker nog, Alkmaar kent het hoogste percentage spookwoningen in de regio. “Je ziet steeds meer meldingen dat hier bijvoorbeeld drugslabs in zitten.”
Voor Willem Peters van de VVD was het reden genoeg om vragen te stellen aan het Alkmaarse college. “Ik woon zelf in de binnenstad en als ik mijn wandeling maak, zie ik er altijd wel één of twee; van die woningen waarvan je denkt: wat gebeurt hier? Nooit een licht aan, er gebeurt niks, wonen daar wel mensen?” Spookwoningen zijn huizen die langer dan een jaar leeg staan, niemand staat ingeschreven, maar waar de energiemeter onverklaarbaar doortikt. Of juist wel verklaarbaar: volgens de stichting Bestrijding Woonfraude en Hennepteelt zijn deze huizen veelal een uitvalsbasis voor criminele praktijken: van wietplantages op zolder tot een bordeel in de kelder. (tekst gaat verder onder foto)
Alkmaar telde vorig jaar 170 spookwoningen, die in totaal 0,3 procent van van alle woningen omvatten. De gemeentes rondom Alkmaar scoren zo’n 0,1 procent. Wat niet betekent dat in al die woningen ook illegale dingen worden gedaan, natuurlijk. Maar Peters denkt wel een verband te zien. “We hebben bijvoorbeeld veel aanslagen met explosieven gehad in Alkmaar, het wordt bijna gewoon. Is dat gerelateerd aan drugs en heeft het iets te maken met deze spookwoningen?”
De VVD’er wil dat het college een actievere rol gaat spelen in het bestrijden van illegale praktijken in spookwoningen. Eén manier is volgens Peters het heroverwegen van een leegstandverordening in Alkmaar, waarbij een huiseigenaar verplicht is om de gemeente te melden wanneer een huis langer dan zes maanden leegstaat. “Alkmaar heeft deze verordening niet. Als VVD’er ben ik niet direct voor, maar misschien kan het helpen bij illegale praktijken.” Daarnaast er zijn ook gemeenten die al wél een beleid hebben qua spookwoningen, “daar kan het college ook naar kijken.” Een antwoord op Peters vragen volgt waarschijnlijk begin september. (tekst gaat verder onder foto)
Zelf kun je een spookwoning in je eigen buurt herkennen doordat er bijvoorbeeld veel wisselende bezoekers of bewoners zijn, vertelt de politie. Ramen zijn soms afgeplakt, of het is druk op vreemde tijdstippen. Bij panden die worden gebruikt voor drugs zie je vaak dezelfde kenmerken. Maar hier ruiken buren soms een sterken hennepgeur, wat natuurlijk een sterke indicatie is, of klinkt er een zoemend geluid. “Wietplantages zijn al lang niet meer altijd te herkennen aan de ontbrekende sneeuw op het dak”, zegt de politie. “Doordat huizen nu beter geïsoleerd zijn.”
Bij het vermoeden van illegale activiteiten in de buurt is het advies om het met de wijkagent te bespreken, of dit eventueel anoniem te melden via 0800-0700.
Zeggen dat je plasticneutraal bent, maar ondertussen bergen met plastic afval produceren. Die twee bijten elkaar nogal, zou je zeggen. Toch is het de werkelijkheid bij PepsiCo, onder andere producent van Lay’s chips. Want je hoeft als bedrijf eigenlijk niets te veranderen aan je afvalproductie, zolang je maar investeert in bedrijven die dit wél doen.
Het valt te vergelijken met de optie die je kunt aanklikken bij het boeken van je vliegtuigstoel: betaal een paar euro extra om jouw CO2-voetafdruk te compenseren. Een paar euro ter compensatie, met een schoon geweten tot gevolg. Lay’s moederbedrijf PepsiCo in Broek op Langedijk doet het net zo, maar dan met afval.
Want waar het bedrijf zichzelf in enkele landen, waaronder de Filippijnen, ‘plasticneutraal’ noemt, blijkt het wereldwijd een van de grootste plasticvervuilers, zo schrijft Follow de Money (FTM), een platform voor onderzoeksjournalistiek. De stranden van de Filippijnen liggen vol met de bekende rood-gele chipszakjes. Ondertussen gaat de marketingcampagne van Lays gewoon door, zelfs met beroemdheden die op Instagram uitleggen dat ze hun lievelingssnack nu nóg meer waarderen, omdat het bedrijf sinds 2017 plasticneutraal is. (tekst loopt verder onder foto)
Hoe doen ze dat? Door te investeren in andere bedrijven die wél recyclen. Door zogenoemde ‘plastic-kredieten’ aan te schaffen. Die koop je bijvoorbeeld van afvalverzamelaars; mensen die plastic uit de oceaan vissen, of een ander bedrijf dat plastic recyclet tot iets anders. De één compenseert voor de ander, zeg maar. Gangbaar is dat een ton verzameld plastic één plastic-krediet waard is.
En dat heeft natuurlijk een groot voordeel voor PepsiCo, die hierdoor A kunnen zeggen en B kunnen blijven doen. Maar plastic-krediet vertelt niet om wat voor soort plastic het moet gaan. Terwijl het best kan uitmaken waar het plastic is verzameld – op een stortplaats of in een rivier? – als je kijkt naar de impact van het weghalen van dat plastic. Daarnaast bleek het grootste deel van PepsiCo’s plastic-kredieten te zitten in een bedrijf dat oude autobanden verbrandt om energie op te wekken, waarbij ook giftige stoffen vrijkomen. Niet de meest milieuvriendelijke methode.
Een reactie krijgt FTM niet van PepsiCo, ondanks meerdere verzoeken. Overigens zijn er meerdere bedrijven die plastic-kredieten kopen, zoals Coca-Cola en Nuud, een deodorantmerk.
Het is misschien wel het grootste mysterie in de regio: de verdwijning van een Akersloots kunstwerk van maar liefst 17 meter. Zowel politie als de kunstenaar begrepen er niets van. Maandagochtend léék er op de kermis in Akersloot een einde te komen aan maanden tasten in het duister.
De diefstal van het meterslange kunstwerk zorgde voor aardig wat ophef op sociale media; hoe was dit mogelijk? Niet iedereen lag wakker van de verdwijning, viel te lezen. “Vervelend voor de kunstenaar, maar ik denk dat het niet gemist wordt.”
En toen was het maandag en kermis in Akersloot: een melding komt binnen bij de politie. Op de kermis staat een soortgelijk kunstwerk. Zou het echt zo zijn? De politie snelt zich naar het feest, maar helaas: dit is niet het gestolen werk met een waarde van 35.000 euro. Het gaat om een ouderwetse kermisstunt. “Elk jaar proberen we wat te verzinnen”, zegt één van de mannen die meewerkte aan de stunt tegen NH, mediapartner van Streekstad Centraal, “en dit jaar is het goed gelukt.” (tekst gaat verder onder foto)
Jan Sander van ‘t Hoorntje in Akersloot kan de grap wel waarderen. “Vroeger hadden we ieder jaar zo’n stunt”, vertelt hij, “maar de laatste jaren was het rustig, dus ik dacht dat ik van ze af was.”
De auto neerzetten op een betaald parkeren plek en dan gewoon weglopen. Of pas later terugkomen dan de gestelde eindtijd. Mensen doen het regelmatig. Sterker nog, in Alkmaar gebeurt het zelfs in één derde van de gevallen. En dat scheelt jaarlijks rond 1,3 tot wel 1,9 miljoen euro. Niet zo verrassend dus, dat gemeente Alkmaar een auto met kentekenscanner heeft gekocht.
“Het is eigenlijk best wel schandalig”, vertelt een bewoonster van de binnenstad aan NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal. Zelf maakt ze gebruik van een invalideparkeerplaats. “Maar wat we ook vaak zien is dat mensen er parkeren die er niet horen. Ik denk dat er heel veel mensen even heen en weer gaan en dan inderdaad niet betalen.” NH sprak een aantal anderen. Ze zijn niet verbaasd dat er vaak niet wordt betaald.
De pakkans is in Alkmaar ook niet zo groot groot. Boa’s houden regelmatig parkeercontroles, maar vaak te voet. Dat gaat dus veranderen met de scanauto. Zo wil de gemeente er voor zorgen dat mensen die wél willen betalen makkelijker een plek kunnen vinden. En het is natuurlijk mooi meegenomen als de parkeerinkomsten omhoog gaan. Op dit moment liggen die jaarlijks rond de 3,8 miljoen euro.
“Mij maakt het niet uit weet je, ik betaal wel”, zegt een parkeerder op de Molenbuurt. “Maar voor de mensen die niet betalen, faya libie.”
“Het wordt groter dan we dachten. Heel, heel leuk.” BersaMaju, onderdeel van de Tropenvereniging, organiseert donderdag 15 augustus de allereerste Indië Herdenking in Alkmaar onder het motto ‘Opdat wij niet vergeten’. Audrey Chin is blij verrast over de animo die er al voor is. Voor nu is de herdenking in Park Oosterhout nog bij een tijdelijk monument, maar ook daar wordt aan gewerkt.
Formeel heet de ceremonie ‘de Nationale Herdenking 15 augustus 1945’. Op die dag gaf Japan zich gewonnen en was de Tweede Wereldoorlog ook voor het Koninkrijk der Nederlanden definitief voorbij. Jaarlijks worden op die dag alle slachtoffers in Zuidoost-Azië herdacht. Van de oorlog, van de Japanse concentratiekampen en de dwangarbeid aan de ‘Dodenspoorwegen’. De grote herdenking is bij het Indisch Monument in Den Haag en die trok de afgelopen twee jaar meer dan 3.000 bezoekers (zie hoofdfoto).
“Wij gaan vanuit de vereniging ieder jaar met een bus naar Den Haag om die herdenking bij te wonen”, vertelt Audrey Chin van BersaMaju. “Maar al onze oudjes van het eerste uur, die worden daar veel te oud voor. Velen zijn slecht ter been of het is te druk voor ze. Dus wij dachten ‘hoe mooi zou het zijn, als we die mogelijkheid kunnen bieden, gewoon in Alkmaar’.” (tekst gaat verder onder de foto)
“We staan versteld van het aantal aanmeldingen dat we krijgen, ook van mensen die we niet kennen van de Tropenvereniging”, zegt Audrey enthousiast. “Ze zeggen ‘wat mooi initiatief, wat fijn dat het er eindelijk komt, kunnen we jullie helpen?’. We zitten nu al op veertig mensen. We dachten dat als het er dertig zijn of een hand vol, het al leuk zou zijn.”
Het ceremoniële deel is aan de vijver naast de Wijkboerderij. Die plek is gekozen omdat er vlakbij ooit een Indische buurt was tussen de Coornhertkade en de Hooftstraat. “We hebben stoeltjes geregeld en na de herdenking is er een muziekje, lekker eten en kunnen mensen nog even bij elkaar zijn. Om verhalen te kunnen vertellen.” Dat is volgens Audrey hard nodig, want er zijn al zoveel verhalen verloren gegaan. Mensen die oorlog overleven zijn daar doorgaans niet spraakzaam over en Indo’s al helemaal niet.
En dat terwijl er onder de jongere generaties met Indische en Molukse roots juist een opleving is in interesse in hun historie. “Ze zijn Nederlands, maar met een vleugje sambal. Ze hebben vragen over hun identiteit en over wat er vroeger is gebeurd. In de geschiedenisles krijg je er praktisch niks over, het koloniale verleden heeft een negatief beeld dus wordt het liever niet echt belicht”, vertelt Audrey. “Maar ja, het is nou eenmaal gebeurd. En onder andere ik ben daaruit voortgekomen. Zonder mijn opa in het voormalige Nederlands-Indië, zou ik er niet geweest zijn.” (tekst gaat verder onder de foto)
Intussen probeert de Tropenvereniging een vast monument te realiseren in Park Oosterhout. Van tevoren was er niet echt nagedacht over wat daar allemaal bij komt kijken: toestemming krijgen van de gemeente, een kunstenaar, een ontwerp, een locatie. “De gemeente is positief over ons initiatief, maar wil wel weten of er genoeg animo is voor een monument.” Ook wat dat betreft is Audrey blij dat er zo’n veertig aanmeldingen zijn voor de 15 augustus 1945 herdenking.
De herdenking begint om 14:00 uur. Graag aanmelden met een mailtje naar info@bersamaju.nl, want dan kan de Tropenvereniging genoeg Melati-pins bestellen. De versnaperingen achteraf in de Wijkboerderij zijn voor eigen rekening. Voor meer, neem een kijkje op de Facebookpagina van BersaMaju. (hoofdfoto: Marco De Swart Fotografie)
“We doen dit al jaren. Heel veel jaren. Ik denk dat we ze allemaal wel een keertje gehad hebben.” Dat krijg je als je zoals Marco Dijkstra al een kleine twintig jaar de bruggen in Alkmaar voorziet van een nieuwe lik verf. En zelfs na zo veel jaar, blijft het voor de schilder bijzonder.
Reinigen, ontvetten, schuren. Het zijn de voorbereidende werkzaamheden voor voordat het echte werk begint: de Schapenbrug bij het Waagplein wordt opnieuw geschilderd. Twee lagen verf in achttien dagen. Tenminste, verspreid over achttien dagen, want de twee mannen die de klus uitvoeren werken niet de hele dag door. “Eigenlijk stond deze brug gepland voor het einde van het seizoen, oktober. Maar dan wordt het weer zo slecht dat ik heb gevraagd of het eerder kon.” Dat mocht, mits ze het zouden redden vóór de start van de Alkmaarse kermis. Maandag was dag één.
Marco heeft alle bruggen in Alkmaar al eens onder handen genomen. “Hartstikke leuk. En dit is één van de mooiste locaties, hè.” Speciaal voelt het dus zeker, vertelt hij, terwijl kleine waterdruppeltjes van de hogedrukspuit over hem heen dwarrelen. “Je maakt het steeds meer eigen. Ik kom hier zo vaak en al zo lang.” Marco lacht op de vraag of het als zíjn brug voelt. “Bijna wel.” (tekst gaat verder onder foto)
Het ijzer van de Schapenbrug in zijn huidige vorm stamt uit 1912. “Maar de poort en de balans zijn van hardhout en daar komt zo veel vocht en alles in. Die hebben regelmatig onderhoud nodig en worden vervangen. Ze zijn niet zo oud als ze eruit zien”, licht de schilder toe. Is het dan niet gewoon makkelijker om alles te vervangen door kunststof? Scheelt een hoop gedoe. Maar ook dat verweerd. “Dus eigenlijk maakt het niet uit. Denk ik dan.”
Een speciale schildertechniek is niet nodig voor de Schapenbrug. “Wij doen gewoon ons best, met de kwast en de roller. Als de laagdiktes maar goed zijn en hij er weer netjes uitziet de komende acht jaar”, want zo lang gaat zo’n schilderbeurt gemiddeld mee. Misschien een modern kleurtje dan? Geel, of zo, passend bij de kaasmarkt. Marco schudt zijn hoofd. “Vroeger hebben de balansen wel een andere kleur gehad.” Hij wijst omhoog, “kijk, hier is-ie grijs, en als je daar kijkt” – hij wijst naar een brug verder, “is-ie ook grijs. Op de Oudegracht net zo. Ze krijgen allemaal dezelfde kleur nu. Daar kun je niks aan veranderen.” (tekst gaat verder onder foto)
Marco grijpt zijn schuurapparaat; het werk moet door, zeker met zo’n strak tijdschema. Want schilderen in het hoogseizoen maakt dat ze rekening moeten houden met de drukte; de mannen hebben speciale werktijden. “En we kunnen natuurlijk niet op vrijdag werken, hè. De kaasmarkt!” Hij gebaart met zijn handen en lacht. “Ja, ook wij moeten daarvoor wijken.”
De Alkmaarse binnenstad. Veel besproken en matig gewaardeerd. De vernieuwde Laat probeert het nu nog in zijn eentje op te nemen tegen de grootste zorg: leegstand. Een gezellige binnenstad met veel verschillende winkels, restaurantjes en stukken groen. Dat is hoe Alkmaar er in de toekomst uit moet gaan zien. In het Convenant Binnenstad Alkmaar, een nieuw samenwerkingsverband, zijn afspraken gemaakt over hoe de binnenstad aantrekkelijker gemaakt moet worden. Maar wat gaan Alkmaarders hiervan merken?
Wouter van der Leij, centrummanager van Alkmaars Bolwerk, geeft aan dat het van belang is dat Alkmaarders het gevoel hebben dat er extra aandacht besteed wordt aan de aankleding van de stad. “Straatmeubilair, prullenbakken, mooie winkels en meer cultuur dragen bij aan de gezelligheid van de binnenstad van Alkmaar. De afgelopen jaren zijn de behoeftes van bezoekers en consumenten veranderd. En tot nu toe is daar niet goed genoeg op geanticipeerd.”
Alkmaars Bolwerk, Gemeente Alkmaar, Hart van Noord-Holland en de Koninklijke Horeca Nederland slaan ze de handen ineen om de Alkmaarse binnenstad te verbeteren. “Ik ben erg blij met de afspraken die gemaakt zijn en aan de ene kant hoop ik dat de inwoners er niks van merken, maar dat het als iets logisch zien wordt dat de stad mooier wordt”, vertelt Wouter van der Leij, centrummanager van Alkmaars Bolwerk. “Aan de andere kant hoop ik juist dat ze er veel van merken. Maar dan op zo’n manier dat ze weer trots worden op hun stad.”
Ook het tegengaan van leegstand speelt een belangrijke rol in het voldoen van de vraag. “Leegstand is echt de roze olifant op de weg”, vertelt Van der Leij. “Daar gaan we met alle partijen concreet mee aan de slag, en dat is ook echt nodig. We moeten goed gaan bedenken wie we in de leegstaande panden willen en die partijen of bedrijven ook actief gaan benaderen.” (tekst loopt door onder de foto)
Ger Welbers, directeur Hart van Noord-Holland, ziet dat binnensteden in heel Nederland het moeilijk hebben. “Door faillissementen ontstaat er veel leegstand, en dat zorgt voor een minder gevarieerd winkelaanbod. Ook in Alkmaar zie je dat terug.” Volgens Welbers heeft de binnenstad van Alkmaar een geweldig decor door de mooie grachten en panden die de stad rijk is. “Ondanks dat de omgeving goed meewerkt blijven winkels en horecagelegenheden het belangrijkst als je kijkt naar hoe je mensen naar je stad krijgt en in de stad houdt. Als je nu over de Laat loopt en je ziet al die lege panden, dan ziet het er niet uit.”
Naast het tegengaan van leegstand wordt er ook ingezet op meer groen in de binnenstad. “Veel groen zorgt voor een prettig aanzicht voor bezoekers”, legt Webers uit. “Een straat moet wel aantrekkelijk zijn om ervoor te zorgen dat bezoekers langer te verblijven. Dat moeten we structureel aanpakken, want alleen dan heeft het zin.”
Ook Van der Leij geeft aan dat het belangrijk is dat bezoekers langer in de stad blijven. “Als er meer te doen en te beleven is, blijf je nou eenmaal langer hangen”, vertelt Van der Leij. “Dat proberen we onder andere ook door de zaterdagmarkt door te trekken door De Laat en de komst van een nieuwe Jumbo supermarkt in het oude V&D-kantoor.” (tekst loopt door onder de foto)
Karin Hiemstra van de Koninklijke Horeca Nederland is ook positief over het plan. “De plannen zorgen voor een prettigere binnenstad en daarnaast genereert het ook omzet.” Hiemstra is er van overtuigd dat iedereen die weleens in Alkmaar komt iets merkt van het nieuwe plan. “De kwaliteit van de winkels, de horecagelegenheden en de groenvoorziening gaat er erg op vooruit dus dat valt zeker op”, stelt ze. Hiemstra hoopt dat er snel een begin gemaakt gaat worden aan de verbeteringen. “Hoe sneller er iets gedaan wordt, hoe beter.”
Om al deze plannen ook werkelijkheid te kunnen laten worden is geld nodig. De gemeente Alkmaar gaat vier jaar lang jaarlijks 75.000 euro investeren. “Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat Alkmaar weer bij de tien aantrekkelijkste steden van Nederland gaat horen”, stelt Van der Leij. “Jaren geleden was dat ook zo, maar toen is Alkmaar wat weggezakt. Met deze plannen hoop ik dat Alkmaar snel weer naar boven klimt in de ranglijst.”
Tot nu toe zijn de plannen nog niet concreet, waardoor nog niet precies duidelijk is waar en wat er gaat veranderen in de binnenstad van Alkmaar. Na de zomer gaan de verschillende partijen weer met elkaar om tafel om concrete plannen vast te stellen voor een aantrekkelijkere binnenstad.
In de wijde regio is door de droogte en hoge temperaturen sprake van een verhoogd risico op natuurbranden. De Veiligheidsregio is inmiddels opgeschaald naar de hoogste alarmfase. De brandweer roept mensen op om extra alert te zijn en om zelf niet per ongeluk brand te veroorzaken.
Een natuurbrand kan zich in droge periodes snel en onvoorspelbaar ontwikkelen. Het kan al mis gaan door een brandende peuk, een stuk glas dat werkt als een vergrootglas of de hete uitlaat van een auto in droog gras. En als het dan een beetje waait, grijpt het vuur snel om zich heen. Fikkie stoken in de duinen is dus al helemaal uit den boze.
De hoogste fase 2 geldt ook voor de Veiligheidsregio’s Kennemerland en Hollands Midden, beide gelegen aan de kust. (foto: Wikipedia)