Gemeente Uitgeest wil multifunctioneel dorpshuis, senioren stichting S.U.S. niet: “We werden heel kwaad”

Senioren spelen een gezelschapsspel aan een tafel met drankjes.
Featured Video Play Icon

Computer workshops, muziek maken, bingo en yoga. De agenda van Stichting Uitgeester Senioren (S.U.S) staat doordeweeks vol gepland met activiteiten in het dorpshuis. Maar daar lijkt verandering in te komen en daar is de stichting niet blij mee. “We werden heel kwaad.”

Ook andere groepen moeten doordeweeks in dorpshuis De Zwaan terecht kunnen, vindt de gemeente Uitgeest. Daarmee zou het alleenrecht van de stichting komen te vervallen. Volgens bestuurslid Jeannette van den Berg is dat helemaal niet mogelijk. “Het kan gewoon niet. Ons programma ligt klaar. We zitten vol.” En activiteiten schrappen zien ze absoluut niet zitten, zegt ze tegen NH, mediapartner Streekstad Centraal.

Als er leegstand zou zijn of minder belangstelling vanuit de senioren zou het geen punt zijn, zegt Jeannette. Maar dat is niet het geval: “Het is alleen maar toegenomen. We hebben 500 ouderen per wéék die aan de activiteiten deelnemen.” (tekst loopt verder onder de foto)

Vrouw die een document met tekst en afbeeldingen leest aan een tafel met lege borden.
De agenda van S.U.S staat helemaal volgepland. (foto: NH)

Toen de gemeente met het nieuws kwam, liepen de gemoederen op. Zo hoog dat het bestuur van S.U.S. per direct is afgetreden. Maar de gesprekken tussen de partijen zijn inmiddels weer hervat.

De stichting hoeft zich, volgens wethouder Jan Schouten, niet al te veel zorgen te maken over hoeveel ruimte ze moeten inleveren. “Ik kan echt zeggen: dat gaat gewoon niet gebeuren.” Tot nu toe wil één andere groep vier uurtjes in de week gebruik maken van de Zwaan, laat de wethouder weten. “Dat zou toch moeten kunnen. En als andere groepen zich aanmelden, zullen we altijd kijken of het wel past: je gaat geen yogagroep naast een trommelgroep doen.”

Al met al hopen beide partijen dat het goed afloopt. De wethouder heeft er in ieder geval  “goed vertrouwen in.

Bouw Alkmaars afvalbrengstation vordert gestaag: “Nu ambachtscentrum aan het bouwen”

Betegeld terrein met hekwerk en bouwactiviteiten, op de achtergrond een bord met het opschrift "KEA" en bomenrij onder een blauwe lucht met wolken.

In de vakantie ligt het tempo net wat lager, toch is goed zichtbaar dat het werk gestaag vordert. Aan de Diamantweg in de Boekelermeer verrijst het nieuwe afvalbrengstation van Alkmaar. Als er geen problemen opduiken wordt het station op 1 oktober in gebruik genomen. Vanaf dat moment kan iedereen er dag en nacht terecht.

Het bestaande afvalstation op bedrijventerrein Overdie is klein en krap. Zeker voor een grote gemeente als Alkmaar. Dat merken niet alleen de bezoekers, maar ook de chauffeurs die volle containers meenemen en lege neerzetten. De nieuwe faciliteit aan de Diamantweg is véél groter en min of meer omgekeerd ingericht.

Luchtfoto van een milieupark met verschillende afvalcontainers, auto's en een gebouw met zonnepanelen op het dak.
De afvalbrengplaats of gemeentewerf zoals deze de afgelopen jaren bij Stadswerk072 dienst heeft gedaan, en dat tot oktober nog doet. (foto: Streekstad Centraal)

Centraal ligt een gigantische waterdichte bak van 1,40m diep. In dit ‘zwembad’ is aan de randen plek voor 26 containers en voor chauffeurs is er genoeg ruimte om te manoeuvreren. De afvoer naar de sloot bevat filters voor eventueel schadelijke stoffen. (tekst gaat verder onder de foto)

Voordat mensen met afval langs de containers komen, rijden ze tegen de klok in vrijwel helemaal om de faciliteit heen. Aan de verre zijde treffen ze een meldstation. “Het is een heel lang stuk”, legt een bouwvakker uit aan Streekstad Centraal. “Dat heeft ermee te maken dat het op zaterdag altijd heel druk schijnt te zijn – ik ben zelf nog nooit op het huidige station geweest. Dan zou de Diamantweg helemaal vol te komen staan met file.” Naast de grote bak is plek voor nog meer containers, en een ‘bunker’ voor GFT-afval.

Luchtfoto van een bouwplaats met wegen, een rij zigzagvormige witte daken en bouwmaterialen verspreid over het terrein.
De opzet van de nieuwe afvalbrengplaats in Alkmaar is op de toekomst gericht en heeft aanmerkelijk meer capaciteit. (foto: Streekstad Centraal)

Op het terrein komt ook een ‘ambachtscentrum’. Hierin is ruimte voor een repair café en excursiegroepen van bijvoorbeeld scholen. Verder worden daar het kantoor en de afdeling voor inname van klein chemisch afval ingericht. (tekst loopt door onder de foto)

 

Op het moment dat Streekstad Centraal een kijkje neemt gebeurt er niet veel op de bouwplaats. Het is vakantie. Maar het project verloopt volgens de bouwvakker goed. “Het straatwerk is redelijk ver gevorderd, maar ligt nu wel even stil omdat we het ambachtscentrum aan het bouwen zijn. Over een paar weken wordt het beton gestort en daarna kunnen we het laatste straatwerk gaan maken.”

Bouwtekening van een gebouw opgehangen aan een muur met magneten.
De realisatie van de nieuwe afvalbrengplaats van HVC vordert gestaag en gelukkig lijkt het sterk op de bouwtekening… (foto: Streekstad Centraal)

“Het ambachtscentrum wordt een circulair gebouw wat voor 99,9 procent van hergebruikt materiaal wordt gemaakt.” De stenen zijn tweedehands en de stalen liggers, dakplaten, kozijnen en deuren komen van een gesloopt pand. Ook het beton dat wordt gebruikt is gerecycled. “Daar zijn ze nu druk mee bezig. Dat heeft wat voeten in aarde omdat je van hergebruikte materialen iets nieuws moet realiseren. Daar komt heel veel maatwerk bij.”

Volgens planning opent het nieuwe afvalstation op 1 oktober. Dan kunnen Alkmaarders zelfs ‘s nachts terecht om er puin, grond en tuinafval weg te brengen. Er is dan alleen geen personeel aanwezig. Het oude afvalstation aan de Kitmanstraat zal op termijn plaats gaan maken voor een nieuwe woonwijk.

Bouwplaats met bord van AW Groep en windturbine op de achtergrond.
De bouwplaats van het nieuwe afvalbrengstation, gezien vanaf de kant van de Diamantweg. (foto: Streekstad Centraal)

“Ik ga gewoon mijn eigen hoofd printen”: even weer kind zijn bij Prutshub voor volwassenen

Man kijkt naar een 3D-printer in werking, met magazines en kinderspeelgoed op de achtergrond.

Hij had er al rekening mee gehouden dat misschien niemand zou komen. Gelukkig had Rik Rullmann (29), medewerker van bibliotheek Kennemerwaard in Alkmaar, een back-up plan. “Ik dacht, als er niemand komt, ga ik gewoon mijn eigen hoofd printen. Mijn eigen freaky projectje.”

“Ik had het er spontaan over met een collega: waarom is er eigenlijk geen Prutshub voor volwassenen?”, vertelt Rik over het ontstaan van het plan. “Als ik de kinderen iets uitleg tijdens de Prutshub, zijn er toch altijd twee of drie volwassenen die even om het hoekje kijken. Af en toe sta ik dan met een ouder te praten die ook wel wat wil proberen. Volwassenen willen soms ook gewoon even kind zijn.” Een nieuw concept was geboren.

Biebgangers, zeker ouders met jonge kinderen, kennen de Prutshub misschien wel. Eén middag per week kunnen kinderen met moderne techniek ‘prutsen’. Interactieve spellen, robots aansturen met een tablet, noem maar op, om zo op een laagdrempelige manier kennis te maken met digitale apparaten. Maar deze zomer kunnen ook grote mensen hun technische hart ophalen: bibliotheek Overdie organiseert drie dinsdagochtenden voor het eerst de Prutshub voor volwassenen. “Het is een uitprobeersel.” En daar moest Streekstad Centraal natuurlijk even een kijkje bij nemen. (tekst loopt verder onder foto)

Persoon werkt met VR-headset naast een 3D-printer in een bibliotheekomgeving.
Op de dinsdagmiddagen is er Prutshub voor kinderen in de bibliotheek Overdie in Alkmaar. (foto: Streekstad Centraal)

De kindertoegankelijke robotjes die normaal staan uitgestald bij de Prutshub, hebben even rust vandaag. Rik kijkt naar het grote apparaat dat op de tafel voor hem staat. “Maar deze 3D-printer is wel spraakmakend, een gespreksstarter”, zegt hij enthousiast. Hij heeft hem “met man en macht” naar Overdie gebracht, hopend dat het kwetsbare ding de autorit zou overleven, zodat hij het vandaag eens aan de grote mensen kon laten zien.

Maar het blijft leeg, in het Overdiese biebje. Iets waar Rik al rekening mee hield, bij zo’n eerste keer. “Daarom heb ik gisteren mijn hoofd gescand met een 3D-scanner en die kunnen we zo gaan printen.” Wijzend naar de details van zijn gezichtscontouren op het scherm, begint de printer al flink te blazen – “opwarmen.” En dan wiebelt het pinnetje over het oppervlak, sporen zwart plastic achterlatend, het begin van Riks hoofd. “Het wordt een sleutelhanger”, licht hij met een glimlach toe. “Voor mijn vriendin.” (tekst loopt verder onder foto)

Man bedient een 3D-printer terwijl hij op een laptop een 3D-model bekijkt in een bibliotheekomgeving.
Met zijn eigen gescande hoofd op de achtergrond hoopt Rik straks een mooie kopie van zichzelf aan zijn vriendin cadeau te geven (foto: Streekstad Centraal)

Een klein hoofdje uitprinten blijkt echter een dik uur te duren. “Dus dan moet je deze proberen.” Rik grijpt een hoes en haalt er een VR-bril uit. “Kinderen vinden het leuk om hier spelletjes op te spelen, gaan ze in een achtbaan. Maar één spel is echt heel tof, dat heet: Keep talking and nobody explodes.” Oftewel: ontmantel een bom, VR-style, met de hulp van een ander.

De bril gaat op, biebboeken verdwijnen en de ruimte transformeert in een kantoor, met een tikkend koffertje op de net-echte tafel. De daaropvolgende tien minuten volgt een mengeling van verwondering, milde paniek, verwarring en een astmatische lachbui, waarbij Streekstad Centraal er alles behalve in slaagt de bom te ontmantelen. Een revanche is onvermijdelijk, bij de volgende Prutshub.

Terwijl de 3D-printer nog vol overgave met Riks hoofd bezig is, komt de ochtend aan zijn eind. Nee, erg is het niet dat er niemand gekomen is, vindt Rik. “Wel goed om na te denken hoe de Prutshub voor volwassenen meer in de spotlight komt.” Maar Rik heeft in ieder geval zijn hoofd. Hij is blij, zijn vriendin waarschijnlijk ook, net als Streekstad Centraal, dat vandaag weer even kind mocht zijn.

Man met baard houdt een klein beeldje vast in een moderne ruimte met boekenplanken.
Het eindresultaat na ruim een uur printen. Zoek de verschillen! (foto: Streekstad Centraal)

Intentieverklaring voor bestuursoverdracht Driessenschool: “Erg veel vertrouwen in de toekomst”

Het tekort van één leraar deed de Driessenschool bijna de das om, maar dankzij de dorpsraad van Grootschermer stevent het schooltje met 42 leerlingen nu af op een zelfstandige toekomst. Er is een intentieovereenkomst getekend met scholenkoepel ISOB. De basisschool gaat uiterlijk vanaf 1 augustus 2025 op eigen houtje verder. “Hopelijk kunnen we laten zien aan andere kleine scholen in Nederland dat je nooit moet opgeven.”

Een half jaar na de teloorgang van de Sint Michaëlschool in Zuidschermer leek de W.J. Driessenschool eenzelfde lot beschoren. De basisschool kwam een leerkracht tekort en volgens de dorpsraad zorgde de houding van ISOB ervoor dat de school vijftien nieuwe leerlingen misliep.

Ouders kozen voor zekerheid en de scholenkoepel besloot dat de Driessenschool moest fuseren met De Overhael in Driehuizen. Eigenlijk moest sluiten. Maar nu heeft ISOB getekend voor zelfstandige voortzetting zonder de koepel. “Daar zijn we erg blij mee”, zegt Jan Wind van de dorpsraad tegen NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal. (tekst gaat verder onder foto)

Nu is het aan de dorpsraad om een passend schoolbestuur te vinden voor de Driessenschool. (foto: foto: NH / Anne Klijnstra)

“Wij hebben ons afgelopen jaar erg verdiept in het onderwijs”, vertelt Jan. “De tendens is landelijk dat kleine scholen verdwijnen. Het moet in het onderwijs groter en groter.” Dat is volgens de dorpsraad dramatisch voor de leefbaarheid van kleine dorpen. “Kinderen kunnen hier in veiligheid opgroeien en gaan hier dan bijvoorbeeld ook naar de sportclub. Als ze in een ander dorp naar school gaan is de kans ook groot dat ze daar dan bijvoorbeeld gaan voetballen. Dan heb je straks ook geen voetbalclub meer.”

De intentieverklaring biedt de dorpsraad een jaar om de overname van ISOB voor te bereiden. “Daar komt een hoop bij kijken”, licht Jan Wind toe. “We nemen bijvoorbeeld de leraren over en willen ook weer beginnen met kinderopvang. Dat was helaas ook verdwenen uit Grootschermer.” En dat alles onder een nieuw, bevlogen schoolbestuur. “Dat moeten mensen zijn met een groot hart voor het dorp.”

Jan heeft er het volste vertrouwen in dat die worden gevonden. “We voelen de steun vanuit de gemeenschap en ook vanuit de politiek, dus we hebben erg veel vertrouwen in de toekomst van onze school.”

Winkelketen Bristol is ‘blijven hangen’: doek valt voor filialen Alkmaar en Beverwijk

Winkelstraat met de gesloten Bristol winkel, naast verdere winkels en een kerk op de achtergrond.

“We zijn gesloten, bedankt aan onze klanten voor het vertrouwen!” Zowel het Bristol filiaal in Alkmaar als in Beverwijk hebben hetzelfde bord in de etalage hangen. Het einde van de bekende kleding- en schoenenwinkel is, na het recent sluiten van de deuren in Den Helder en Schagen, nu ook in de regio zichtbaar.

Een ouderwets winkelconcept is één van de redenen dat Bristol geen langer leven gegund is, vertelt retaildeskundige Dirk Mulder in het Algemeen Dagblad; verouderde rekken, tapijt op de vloer en slechte verlichting. Het bedrijf is ‘blijven hangen’.

Ook een vermindering in het besteedbaar inkomen speelt volgens hem mee in de ondergang en de financiële problemen waar de keten mee kampt. Belgisch moederbedrijf Euro Shoe Group vroeg een maand terug nog uitstel van betaling aan, wat een voorteken van faillissement kan zijn.

Tachtig Bristolfilialen sloten hun deuren in de afgelopen zeven jaar tijd. Voorlopig lijkt de winkel in Broek op Langedijk wel open te blijven.

Energieleverend geluidsscherm: nauwelijks minder verkeersgeluid, wel veel transformatorherrie

Zonnepanelen op een rotonde met verkeerslichten en auto's op de achtergrond, omgeven door bomen en gras.

Bewoners van de wijk De Horn in Alkmaar zaten te springen om een geluidsscherm langs de N245. Maar nu het ding er min of meer staat, is niet zozeer het geluid maar het enthousiasme flink gedempt. Vooral in de omgeving van de Treilerstraat. Daar staat namelijk een omvormer bij de geluidswal en die maakt – vooral als het zonnig is – een hoop herrie. De gemeente heeft inmiddels beterschap beloofd.

Bij zonnepanelen horen omvormers, bij honderden zonnepanelen horen gróte omvormers. De omvormers of transformatoren van het geluidsscherm langs de N245 zijn luchtgekoeld. Als de zon volop schijnt, schakelen de ventilatoren in en dat maakt een hoop herrie.

Telecommunicatie-uitrusting achter een hekwerk, omgeven door groen.
De transformatoren van het energieleverende geluidsscherm aan de N245 zijn luchtgekoeld en dat zorgt voor veel herrie als de panelen veel zon vangen. (foto: NH Nieuws)

Eén van die trafo’s staat niet ver van de huizen aan de Treilerstraat. “Ikzelf woon er gelukkig ver genoeg vanaf, maar mijn achterbuurvrouw zegt dat ze helemaal gek wordt van het gezoem de hele dag. Dat kant toch niet?”, vertelt bewoner Joost Rijnsent aan Streekstad Centraal. En ze is volgens hem zeker niet de enige. (tekst gaat verder onder de foto)

Gemeente Alkmaar werkt inmiddels aan oplossingen. “Dat de koeling zoveel geluid zou maken was ons niet bekend”, laat een woordvoerder weten. “Ook komen bepaalde zaken pas aan het licht na plaatsing, zoals de weerkaatsing van het geluid en hoever het draagt. De gemeente is oplossingen aan het uitwerken en aan het testen.”

Groene voetpadingang met straatnaambord 'Schoenerpad' aan een lantaarnpaal, omringd door bomen en struiken.
De transformator aan het Schoenerpad staat slechts tientallen meters van de dichtstbijzijnde woning. (foto: NH Nieuws)

Aan de kant van de huizen is een geluiddempende laag om de omvormer geplaatst. Maar het geluid reflecteert aan de achterkant  via de betonnen wand de wijk in. Aan de wand komt daarom ook geluiddempend materiaal en ook bovenop de koeling, aldus de woordvoerder. “Hierna wordt bepaald of het geluid nog duidelijk hoorbaar is en of verdere actie nodig is.”

Rijnsent moet het allemaal nog maar zien. Of eigenlijk horen. “Mijn buurman zit in die business en die zei dat je ook trafo’s hebt met koelelementen erin. En je hebt van die transformatorhuisjes van Liander midden in de wijken, die hoor je niet. Waarom niet een betonnen gebouwtje?”

Hij merkt in de wijk dat er sowieso nogal wat teleurstelling is over de geluidswal. “Voor de buurt lijkt eerder een energieopwekkend scherm met een beetje geluidsreductie.” Volgens hem is er bij sommige delen helemaal geen afname en klagen bewoners van de Wielingenweg over juist méér geluid vanaf de weg. “Maar de gemeente zegt dat dat niet kan en verwijst naar berekeningsmodellen.” (tekst gaat verder onder de foto)

Ongeschikte constructie verborgen in een bosrijke omgeving met bomen en struiken.
Inmiddels is er geluidswerend materiaal aangebracht rond de omvormer bij de Treilerstraat. (foto: NH Media)

De buurtbewoner is ook niet blij met alles rond het geluidsscherm, letterlijk en figuurlijk. Het is er nog niet netjes en ergens zit (nog) openingen onder de geluidswal. Laatst zag een buurvrouw kleine kinderen over de vangrail hangen om te kijken naar het passerende verkeer. Maar wat Rijnsent nog het meeste stoort is de gebrekkige communicatie van de gemeente, ook via de bouwapp.

Zo was er volgens hem geen overleg over de locaties van de transformatoren, wordt niet of slecht op klachten gereageerd of worden mensen dan doorverwezen naar Stadswerk. “Ja, pas als de media er aandacht aan besteedt, dan communiceren ze. Dat is toch raar? Bewoners zijn geïrriteerd en gefrustreerd. Ik vind dat de gemeente heel slecht communiceert. Ik vind het iets heel bijzonders.”

Aantal melanoom-patiënten in regio ruim boven landelijk gemiddelde: “Je bruine kleur verdwijnt, maar de schade blijft”

Arts onderzoekt de nek van een patiënt met een dermatoscoop.

Tijdens het warme zomerweer dit weekend zijn veel mensen naar het strand gegaan om van de zon en zee te genieten. Het was de perfecte gelegenheid om af te koelen in het water en vervolgens op de handdoek te relaxen. Maar heb jij je eigenlijk ingesmeerd?

De Kankeratlas van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) toont dat nergens in Nederland zoveel patiënten zijn met de meest agressieve vorm van huidkanker – melanoom – als in Noord-Holland Noord.

In het gebied rond Bergen ligt het aantal gevallen van melanoom maar liefst 63 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. Ook Egmond aan Zee en Heiloo zijn uitschieters. “Dit is natuurlijk heel opvallend en best schokkend”, vertelt dermatoloog Hansje-Eva Teulings als ze de cijfers laat zien aan NH, mediapartner van Streekstad Centraal.

Gekleurde kaart van Nederland met verschillende regio's gemarkeerd in tinten rood, oranje, geel en blauw, met steden als Amsterdam, Den Haag en Utrecht aangeduid.
Op de Kankeratlas kleurt Noord-Holland Noord rood. Huidkanker, melanoom, komt hier ruim boven landelijk gemiddelde voor. (foto: Integraal Kankercentrum Nederland)

Om daar verandering in te brengen, zet de regio volop in op voorlichting en preventie. Zo zijn er steeds meer zonnebrandpalen bij sportkantines, ziekenhuizen, bouwplaatsen, horecaterrassen en op het strand. En worden meer schaduwplekken gecreëerd. “Maar het moet beter, er is ook nu nog genoeg te winnen”, vindt Teulings. “Zo zijn we nog steeds geneigd om tijdens de warmste uren lekker lang in de zon te gaan zitten.”

Tijdens voorlichtingsavonden in het Noordwest Ziekenhuis in Alkmaar wil ze bewustwording rond huidkanker vergroten. Mensen die in de buurt van het strand wonen, komen daar ook vaker als kind, legt de dermatoloog uit. “Als je vaker bent verbrand als kind, loop je een verhoogd risico op een melanoom.”

Het is volgens de dermatoloog mede daarom ook niet zo gek dat de spreekuren in het ziekenhuis vollopen. “In de jaren 70 en 80 lagen we op het strand en smeerden we ons in met zonnebloemolie.” Ook was er volgens haar nauwelijks aandacht voor het effect van de zon op de huid van buitenwerkers, zoals stratenmakers en glazenwassers.

Mensen genieten van een zonnige dag op een druk strand met blauwe lucht en kalme zee.
Zonnebrand is níét schadelijk of kankerverwekkend, zegt dermatoloog Hansje-Eva Teulings. Dat gerucht gaat rond op sociale media en is volgens haar onzin. (foto: Streekstad Centraal)

Dat het aantal melanoom-patiënten in Noord-Holland Noord zo hoog is vergeleken met het landelijke gemiddelde, kan verschillende oorzaken hebben. Zo is het aan de kust vaak zonniger. Ook kunnen huidtypes een rol spelen. Waar deze regionale verschillen vandaan komen, wordt nog onderzocht.

Volgens de dermatoloog zijn mensen zich niet altijd bewust van de zon. “Het gaat juist ook om de momenten dat je fietst, wandelt of tuiniert, maar je jezelf niet insmeert.” Zonlicht, of eigenlijk de onzichtbare uv-straling (ultraviolet), kan het DNA in onze huidcellen beschadigen, legt ze uit.

“Je bruine kleur verdwijnt, maar de schade blijft. Onze huidcellen onthouden die en bouw je gedurende je leven op, totdat je het niet meer kunt repareren en plekjes krijgt. Huidkanker hoeft niet dodelijk te zijn. Het is vaak goed te behandelen, mits je er op tijd bij bent.” Maar voorkomen is beter dan genezen. (hoofdfoto: NH)

Vrijwilligersheld Peter Wouda ontvangt gemeentelijke onderscheiding ‘De Brug’

Twee mannen lachen; de man links draagt een keten en applaudisseert, terwijl de man rechts een ingelijste oorkonde en een boeket bloemen vasthoudt.

Al veertien jaar zet  Peter Wouda zich vrijwillig in voor verschillende stichting in Dijk en Waard. Tijd om hem te bedanken, vond de gemeente, en wel met de gemeentelijke onderscheiding De Brug, voor inwoners die een maatschappelijke bijdrage hebben geleverd.

Wouda drukte zijn stempel op Stichting Veldzorg Oosterdel, waar hij in 2012 begon als vrijwilliger techniek en later als bestuurslid aan de slag ging en zelfs een vrijwilligersorganisatie oprichtte. Vervolgens zette Wouda zich in bij Bewonersvereniging Rijk der Duizend Eilanden en Stichting Langedijk Waterrijk. (tekst loopt verder onder foto)

‘De Brug’, ontworpen door sierandenmaker Marc Lange (foto: gemeente Dijk en Waard)

De Voedselbank in Langedijk kon sinds 2017 ook op Wouda rekenen. Wekelijks was hij in de weer als chauffeur om eten op te halen en Wouda stond ook klaar om extra ritten te maken , vrijwilligers in te werken of de bus te onderhouden.

Voor zijn jarenlange inzet kreeg Peter Wouda op 19 juli de gemeentelijke onderscheiding De Brug uitgereikt van Burgemeester Poorter.

Mogelijk nieuw festivalterrein voor de regio: boer Joost heeft ruimte genoeg

Man in een zwart shirt staat met zijn handen op zijn heupen in een groen weiland onder een bewolkte hemel.

Terwijl Geestmerambacht zijn maximum aantal grote evenementen heeft bereikt, voorspelt regio Alkmaar dat het aantal toeristen alleen maar zal gaan toenemen. Maar daar denkt de Oterleekse boer Joost Stroomer dé oplossing voor te hebben.

“Naast mijn zorgboerderij heb ik een groot stuk landbouwgrond van 30 hectare over. Van de helft van dat weiland, de achterste percelen, wil ik graag een evenemententerrein maken”, legt Joost uit aan NH, mediapartner van Streekstad Centraal. Hij nam vorig jaar afscheid van zijn melkkoeien en zit nu met een leeg weiland. “Je kunt hier makkelijk een paar van de festivals naartoe verplaatsen, die nu in Geestmerambacht worden georganiseerd.”

Man in zwarte poloshirt staat in een groen veld en kijkt naar rechts.
“Verschillende organisatoren hebben de locatie bekeken, de reacties waren erg positief. Als ze daar weg moeten, komen ze graag hierheen”, zegt Joost Stroomer. (foto: NH)

Volgens de boer zou dat niet alleen de druk op de natuur daar verlichten, maar verspreidt de gemeente daarmee ook het aantal bezoekers in de regio. En dat sluit perfect aan bij de nieuwe visie voor recreatie en toerisme van de zes gemeenten van regio Alkmaar.

Ze willen namelijk dat recreanten hun activiteiten over meer verschillende plekken en tijdstippen verspreiden. Om zo de impact op drukke en kwetsbare gebieden te verminderen. Kwetsbare gebieden zoals Geestmerambacht. In januari stelde onderzoeksbureau Event Safety Institute dat het recreatiegebied zijn maximum heeft bereikt.

Uit onderzoek is gebleken dat Geestmerambacht zijn maximum aan aantal grote festivals, zoals Indian Summer, heeft bereikt. (foto: Streekstad Centraal)

“We kunnen het recreatiegebied ontlasten door de kleinere festivals naar Oterleek te verplaatsen. Hier broeden ook geen weidevogels, dus een festivalterrein zou in dit landbouwgebied best kunnen aarden, denk ik”, zegt Joost. OPA-raadslid Ruud van Lier reageert in ieder geval enthousiast: “Er wordt actief gezocht naar een alternatief evenement- en recreatieterreinen, en er is daar ruimte.” Maar of de directe omgeving hier op zit te wachten weet Joost niet.

Of het weiland in Oterleek daadwerkelijk omgetoverd gaat worden naar een festivalterrein is nog maar de vraag. Wethouder van Toerisme en Evenementenbeleid Robert te Beest laat weten dat de gemeente op dit moment bezig is met een onderzoek naar evenementenlocaties. “Afhankelijk van wat daar uitkomt, wordt verder gekeken. Daaruit zal namelijk blijken wat er nodig is.”

Alkmaarse Kaasdragers lanceren eigen Kaasdragersbier want “Bij kaas hoort bier”

Mensen in traditionele kleding en kleurrijke hoeden tappen drank uit een houten vat op een straatfestival.

“Bij kaas hoort bier”, vertelt kaasdrager Engel Hopman stellig. “Van oorsprong waren de kaasdragers en bier al met elkaar verbonden.” Een echt Alkmaars Kaasdragersbiertje kan volgens De Meester – Hopman’s kaasdragersbijnaam –  dan ook niet ontbreken. En zo geschiedde. Vrijdag werd op de kaasmarkt en onder luid gejuich het eerste vat aangeslagen.

Vroeger – we spreken dan over honderden jaren geleden – was het water in de gracht vervuild. Maar de Kaasdragers die met de kazen op en neer liepen, waren natuurlijk erg veel aan het zweten. “Het vocht moest aangevuld worden”, legt Engel uit. “Dat deed je dus niet met het vervuilde water uit de gracht, maar met bier.”

Mensen in kleurrijke hoeden tillen een biervat tijdens een festival of evenement, terwijl een groep toeschouwers toekijkt.
Het vat bier werd vrijdagochtend met vereende krachten en enthousiasme van de kar getild. (foto: Streekstad Centraal)

Inmiddels kunnen ze natuurlijk gewoon water drinken, maar veel Kaasdragers doen nog traditiegetrouw een biertje na afloop van de Kaasmarkt. Dit was dan meestal gewoon normaal bier, bier dat op dat moment beschikbaar is. Maar daar is vrijdag verandering in gekomen. In samenwerking met Brouwerij Egmond hebben ze een ‘Kaasdrager bier’ gebrouwen.

Een blond biertje met een alcoholpercentage van 5,5 procent, met een licht bittere smaak en geschikt voor elk seizoen. De Brouwerij heeft samen met de Kaasdragers – wat ze natuurlijk helemaal geen probleem vonden – uitbundig geproefd om bij dit biertje te komen. “Niet alle bier smaakt goed bij kaas en de kaasdragers moesten er natuurlijk wel achter staan”, zegt Arjan Brammer van Brouwerij Egmond (zie hoofdfoto).

Groep mensen met bierglazen omhoog tijdens het Alkmaars kaasfeest, inclusief kaaskeurders in witte kleding en gekleurde hoeden, en een bord met de tekst "Alkmaars bier voor bij de kaas."
Engel Hopman (links met gele hoed), Quido van der Hulst (rechts met gele hoed en geel strikje) en Ron Heg (groene hoed) hebben in samenwerking met Brouwerij Egmond het Kaasdragersbier gebrouwen (foto: Streekstad Centraal)

Arjan vindt het een eer. Ze hebben tijdens jubileumjaren wel eens vaker bier voor de kaasmarkt gebrouwen, maar dit is volgens hem fantastisch. “Vorig jaar hebben we het 450-jarig jubileum van Alkmaar Ontzet gevierd. De verwoesting van de abdij van Egmond speelde hier ook een rol in. Dit jaar hebben we de band tussen Egmond en Alkmaar nog verder kunnen verstevigen, met dit bier.”

Er zijn al 5000 flesjes gebrouwen en gebotteld. Deze willen ze in geschenkdozen verkopen. Maar binnenkort willen ze dat de Alkmaarse horeca het kaasdragersbier omarmd en dat ook mensen op het terras een ‘Kaasdragersbiertje’ kunnen bestellen, legt Engel uit. “Hierdoor zal de Kaasmarkt altijd herkenbaar zijn in Alkmaar.”