Het kost wat, maar dan ben je wel meteen van het probleem af. Het elektriciteitsnet in onze regio zit aan zijn taks en daarom is er niet of nauwelijks nog capaciteit over het opstarten of opschalen van bedrijven. Dat is op bedrijventerrein Boekelermeer niet anders. Een makkelijke maar wel prijzige oplossing is het aansluiten van een megabatterij. Woensdag hebben zowel InVesta als Sustenso er officieel eentje in gebruik genomen.
InVesta is een netwerkorganisatie waarin het bedrijfsleven, overheden en kennis- en onderwijsinstellingen nauw samenwerken voor de overstap van fossiele brandstoffen naar duurzame energievormen. Het consortium had echter geen ruimte meer voor nieuwe bedrijven of voor schaalvergroting. Even verderop zit Sustenso, verbonden aan InVesta, Het bedrijf innoveert in het winnen van gas uit afgedankte biomassa, en kwam klem te zitten in de opschaling.
InVesta heeft een batterij met een capaciteit van 2 megawattuur laten plaatsen. Directeur Peter Simões is blij met de nieuwe aanwinst. “Deze batterij is voor ons een cruciale stap. Door deze extra capaciteit kunnen we eindelijk bedrijven de ruimte geven om hun duurzame innovaties te testen en te demonstreren. Dit is hard nodig om de energietransitie te versnellen.” (tekst gaat verder onder de foto)
Sustenso vergist agrarisch afval naar biogas. Het gas wordt met algen opgewekt en de CO2 die naast het biogas vrijkomt wordt met algen opgewerkt naar Spirulina. (foto: InVesta)
Sustenso ging voor groter en liet een batterij van 5 MWh installeren. “Deze batterij geeft ons weer ademruimte”, zegt eigenaar Hans van der Weijde opgelucht. “We kunnen onze werkzaamheden blijven uitbreiden en tegelijkertijd bijdragen aan het oplossen van de netcongestie in de regio.”
Er werd woensdag ook stilgestaan bij de aanleg van de onlangs opgeleverde energiehub voor een cluster van zes (toekomstige) bedrijven rond de Boekelerhaven, met een batterij van 5 MWh. Streekstad Centraal was bij een feestelijk moment rond het leggen van de fundering van deze batterij.
In mei werd gevierd dat de fundering voor de megabatterij voor de Energiehub Boekelermeer werd gelegd. (foto: Streekstad Centraal)
Wethouder Christiaan Schouten is blij met de drie sprongen vooruit. “We zetten in op een robuust, flexibel en betaalbaar energiesysteem. De nieuwe batterijen maken het mogelijk om lokaal opgewekte energie slimmer te gebruiken en pieken op het elektriciteitsnet op te vangen. Ze lossen een deel van de uitdagingen van ons overvolle stroomnet op.”
Ook van de partij was de New Energy Coalition. Onder de noemer REFORMERS ondersteunt deze Europese coalitie de vorming van ‘energy valleys’, waar hernieuwbare energie lokaal wordt geproduceerd en verbruikt door burgers, lichte industrie en bedrijven. Projectleider in regio Alkmaar is Joep Sanderink.
Op de foto vlnr: Joep Sanderink, wethouder Christiaan Schouten en Peter Simões.
De ‘hartstikke’ Alkmaarse Nicole startte deze week een petitie om Standsstrand de Kade te redden. Binnen twee dagen werd die bijna 1500 keer getekend. Nicole zegt fan te zijn van het paviljoen en vierde er ook haar 65ste verjaardag. “Ik kon gewoon niet stil blijven zitten, ik móest wat doen.”
Nicole, die verder liever anoniem blijft, is er druk mee. Dat nou juist Stadsstrand de Kade moet wijken irriteert haar, er verdwijnt volgens Nicole iets unieks. Zij ziet bovendien een bredere trend in de stad: “Er is al zoveel weg dat anders was, waarom moet het in Alkmaar altijd zo middelmatig?”
Ze doelt daarmee op de impressie die te zien is op de website van Ringers. Een soort bruin paviljoen met veel glas heeft daar de bonte verzameling constructies van De Kade vervangen. “De Kade is echt een soort huiskamer, en ook voor mensen die wat verder durven te kijken,” laat Nicole weten aan Streekstad Centraal. Nicole is niet de enige fan zo lijkt het, binnen een paar uur werd de online petitie 500 keer getekend. (tekst gaat verder onder de foto)
Zo zou het eruit kunnen zien, het nieuwe stadsstrand. Dit is slechts een impressie, over het uiterlijk is nog niets bekend. (foto: Nieuwbouw Ringers)
Stadsstrand de Kade opende de deuren in 2011. Maar nu is de toekomst hoogst onzeker. De tijdelijke omgevingsvergunning loopt in september 2026 af. Met de herontwikkeling van het Ringersplein zal De Kade moeten sluiten. In elk geval tijdelijk, maar misschien wel voorgoed. De gemeente vindt wel dat ‘een stadsstrand’ moet blijven, en belooft een permanent paviljoen te realiseren op dezelfde plek. Maar wie dat mag runnen is nog onbekend.
September 2026 moet huidige uitbater Ron Koppies eruit. De gemeente is inmiddels een selectieprocedure aan het voorbereiden om een geschikte uitbater te vinden. Daar doet Koppies uiteraard aan mee, in de hoop dat hij zijn zaak kan voortzetten. Hij is daarom blij met de petitie, die inmiddels al bijna 1500 keer ondertekend is. “Dat helpt absoluut,” laat hij weten aan Streekstad Centraal. (tekst gaat verder onder de foto)
De karakteristieke groene container waar het stadsstrand nu zit gaat verwijderen. Er is sinds de opening al het nodige aan gesleuteld (foto: Streekstad Centraal)
Eén ding is zeker: de unieke en herkenbare groene container gaat weg. Maar die zat al in resttijd volgens Koppies: “We moesten de boel al zowat aan elkaar plakken” We wilden al heel lang verbouwen, maar dat mocht niet vanwege de ontwikkeling van Ringers.” Hij wil absoluut door met het paviljoen dat er straks komt. “De vibe die er bij Stadsstrand de Kade hangt heeft Alkmaar echt nodig.
Ook Koppies is kritisch op het type paviljoen dat er komt: “Er kan zomaar een Amsterdamse ondernemer komen die er een ‘Harbourclub’ van maakt, dat zouden de meeste ondernemers doen. Een hippe eettent met een mooi zonterras. De hele stad staat al vol met ‘Eenheidsworsthoreca’,” zegt hij scherp. Koppies weet al precies hoe hij het wil aanpakken: hetzelfde karakter als nu, maar dan in een nieuw jasje. Er moet ruimte blijven voor muziek, kunst en zorg. Precies hetzelfde concept dus. (tekst gaat verder onder de foto)
Eigenaar Ron Koppies wil door met zijn stadsstrand. Hij zal de gemeente ervan moeten overtuigen dat hij de beste partij is (foto: Streekstad Centraal)
Maar ook andere ondernemers hebben belangstelling. Het verbaast Koppies niet: “Het is al jaren bekend dat de vergunning zou aflopen en het is een interessante plek voor horeca.” Hoeveel gegadigden er zijn voor het nieuwe paviljoen is niet duidelijk. Koppies probeert positief te blijven: “Ik heb het beste plan voor een nieuwe zaak, maar ik heb nou eenmaal niet overal invloed op,” besluit hij zijn pleidooi.
Of de petitie gaat helpen zal moeten blijken, maar Nicole doet haar best. En ze is ambitieus: “Ik hoop toch zeker een paar duizend handtekeningen op te halen. En ik blijf het verspreiden via Facebook en in mijn omgeving.” Ook lokale partij OPA vindt de petitie een schot in de roos en stelt voor deze aan het college aan te bieden.
Aan de keukentafel bij Ruud en Renate van Vliet in Akersloot is het besluit inmiddels ingedaald: eind dit jaar stopt na 70 jaar hun familiebedrijf. Niet uit onvrede, niet omdat het werk hen tegenstaat, maar omdat de wereld waarin ze werken zó veranderd is dat doorgaan steeds minder logisch werd. “Alles bij elkaar opgeteld én de behoefte aan rust maakt dat we zeggen: het is mooi geweest zo.”
Ruud haalt het begin meteen voor de geest. “Mijn vader, Willem, werkte bij zijn oom Pé op de boerderij en wilde graag voor zichzelf beginnen. Hij kocht een tractor met maaibalk en ging voor de boeren in de buurt maaien. Zo is het begonnen.” Het bedrijf groeide snel. “Eerst zaten ze aan de Sluis, maar in 1972 is alles naar de Boekel verhuisd,” vertelt hij.
Ruud kwam zelf in 1980 bij het loonbedrijf werken. “In ’83 werd ik compagnon, en vanaf ’99 namen Renate en ik het helemaal over.” Renate vult aan: “We namen het werk aan, maar de jongens maakten het waar. We hebben echt goede mensen in dienst gehad. Veel uit de buurt, en dat merk je. Het wordt dan vanzelf een soort familie.” (tekst gaat door onder de foto)
De tractor in de hoek is de lievelingsmachine van Ruud. “Ik vond het altijd heerlijk om een groot stuk land te bemesten. Nu met het stoppen van het bedrijf gaat hij weg en houd ik net als mijn vader alleen een tractor met maaibalk over. De cirkel is mooi rond zo.” (foto: Streekstad Centraal)
“Je kon op ze rekenen. En sommige oud-medewerkers die zzp’er werden, kwamen nog steeds een handje helpen als we een klus hadden waar extra handen voor nodig waren. Dat gebeurt alleen als je een goede band met elkaar hebt”, zegt Ruud trots.
Als Ruud uitlegt waarom ze stoppen, komt het stukje bij beetje samen. “Voorheen kwamen klanten standaard bij je terecht. Gewoon rechtstreeks. Maar door Europese aanbestedingen nemen grote bedrijven het werk aan, en die schakelen dan weer de kleintjes in. Dan ben je een soort schakel geworden. Dat werkt anders. Je bent dat het directe contact met de klant kwijt.”
Met het verdwijnen van dat directe contact verdwenen ook veel vanzelfsprekende afspraken. “Je kende elkaar gewoon,” zegt Renate. “Je wist wat iemand nodig had. Als je bij de buren een sloot moest schoonmaken, vroeg je even: ‘Mag het slootvuil heel even bij jullie neergelegd worden? Dan maken we jullie deel van de sloot ook schoon.’ Dat soort dingen. Dat is menselijk, maar grote bedrijven doen dat niet. Tijd is geld.”
In de regio zelf veranderde het net zo hard. “Steeds meer boeren doen nu zelf het werk”, zegt Ruud. “Ze hebben eigen machines, of huren alleen nog iets specifieks in. Dan wordt het voor kleinere loonbedrijven gewoon minder.” Daarnaast zijn er ook nog allemaal regels. “Stikstof, bemesting, noem maar op. We pasten ons altijd aan, daar lag het niet aan. Maar als het werk daarna alsnog bij een goedkoper of groter bedrijf wordt neergelegd, dan wordt het niet meer rendabel.” (tekst gaat door onder de foto)
De monteur van het bedrijf, een goede vriend van Ruud, sleutelde vaak aan de nieuwe machines zodat ze efficiënter werkten. Bij de machine waar Ruud voor staat heeft hij 8 banden geplaatst in plaats van 4 wat voor een betere drukverdeling zorgt. (foto: Streekstad Centraal)
Het bedrijf was altijd met innovaties bezig, dat blijkt ook wel uit de technische aanpassingen er werden uitgevoerd. Ruud noemt een voorbeeld: “Onze monteur had een machine zo aangepast dat hij met acht banden reed. Dat scheelt enorm in de druk op het land, dat wordt dan beter verspreid. Je ziet dat dat nu overal gebruikt wordt, maar wij waren er vroeg bij.”
Dat ze stoppen zoemt rond in Akersloot. “Een klant van ons zei laatst: ‘Bij wie moet ik nu terecht?’ Natuurlijk zijn er genoeg bedrijven, maar het is leuk om te horen dat je toch belangrijk was”, zegt Renate. Ook jongeren kwamen graag binnen. “We hebben veel stagiairs gehad. Maar nu we wisten dat we gingen stoppen, moesten we veel jongeren teleurstellen. Dat is jammer.”
En dan is er nog de schuur, waar meer gebeurde dan alleen sleutelen en werken. “We hebben hier de voorbereidingen voor meerdere kermisstunts gedaan. Onder andere de kermisstunt met het Cöntemplatøriüm. Een heel houten kunstwerk. We hebben daar veel lol om gehad.”
Er wordt momenteel al bijna niet meer gewerkt met de machines van Loonbedrijf R. van Vliet. De machines zijn schoongemaakt en het is wachten tot de veiling. (foto: Streekstad Centraal)
Met het stoppen wordt ook het materieel verkocht. “Alles gaat naar de veiling, behalve een kleine tractor en een maaibalk, precies zoals mijn vader begon eindigt het nu,” vertelt Ruud. “Alles doet het gewoon zoals het hoort. Ik hoop dat het een mooi bedrag oplevert.”
Het erf blijft wel in gebruik. “Ik wil de schuur gaan verhuren,” zegt Ruud. “Maar niet voor campers. Dan blijf je in de zomer bezig en dan heb je nog steeds geen rust of vrijheid.” Wat er straks wel op de planning staat, weten ze deels al. “Nu kunnen we op een mooie dag gewoon de boot pakken,” zegt Ruud. “Dat kon vroeger niet. Eerst gaan we lekker op vakantie.” Ruud en Renate blikken tevreden terug op een mooie tijd: “De klanten en hun jarenlange vertrouwen, daar zijn we heel dankbaar voor.” De beslissing is genomen, en daar is vrede mee. Het is mooi zo.
Een etentje bij kaarslicht klinkt misschien romantisch, maar als er alleen carpaccio op het menu staat ben je gauw uitgegeten… Restaurant Oudejans in De Rijp had drie keer stroomstoring in twee weken tijd. “Mensen komen hier om iets te vieren. Dan wil je ze niet teleurstellen.”
In twee weken tijd kregen bedrijven rondom De Rijp en Westbeemster drie keer te maken met een stroomstoring. Lokale ondernemers zijn het meer dan zat. Restaurant Oudejans was zelfs genoodzaakt gasten naar huis te sturen.
Uitbater Hein Oudejans baalt flink van de situatie. Zijn bekende restaurant in hartje De Rijp zat op 28 oktober ineens zonder stroom. “Om acht uur ’s avonds was het raak. Ik heb de gasten toen met korting naar huis gestuurd. Pas om half elf kwam alles weer op gang”, vertelt hij tegen NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal.
Een paar dagen later was het opnieuw mis. “Die storing begon om half zeven. Toen heb ik meteen gezegd: ‘Jongens, we stoppen. Dit gaat wel even duren.’ Iedereen kon weer naar huis.” Na een uur was de stroom plots terug. Dat zal je altijd zien.”
In de keuken bij Oudejans was het voor de koks flink schakelen toen de stroom uitviel. Er konden alleen koude gerechten worden geserveerd (foto: Streekstad Centraal)
Ook woensdagmiddag lag alles er weer uit. “Tussen 17:00 en 19:00 uur hadden we geen stroom.” Dit keer bleef het restaurant wél open. “We hebben kaarsjes neergezet en alleen koude gerechtjes geserveerd. Maar uiteindelijk willen mensen warm eten. Sommigen bleven, anderen vertrokken alsnog.”
Toch viel de schade mee. “De meeste tafels kwamen pas rond zeven uur. Toen werkte alles gelukkig weer. Het blijft frustrerend, zegt hij. “Mensen komen hier om iets te vieren. Dan wil je ze niet teleurstellen.”
De uitbater schat dat de storingen hem inmiddels duizenden euro’s hebben gekost. “Gelukkig niet in het weekend, anders was het nog veel erger geweest.” Hij overweegt nu een aggregaat aan te schaffen. “Mijn elektricien kijkt wat er nodig is, maar dat is ook een flinke investering.”
Volgens Liander is het waarschijnlijk stomme pech dat de stroom juist bij Oudejans meermaals uitviel. De netbeheerder doet onderzoek naar de oorzaak van de storingen en zegt dat het ondernemers compenseert voor de schade.
Dat zou bij de kaasfabriek van Cono in Westbeemster nog wel eens in de papieren kunnen lopen. Daar kwam de productie van kaas enkele keren stil te liggen en moest heel veel zuivel worden weggegooid.
3…2…1…bam! Met het gezamenlijk indrukken van de grote rode knop wordt ‘Het Verhaal van Alkmaar’ gelanceerd. Rookmachines en knallende muziek van Armin van Buuren maken er helemaal een feestje van op het podium. Maandag werd in Podium Victorie de nieuwe ‘citymarketing’ van Alkmaar gepresenteerd.
Bij de vorige marketingcampagne draaide het nog veel meer om Alkmaar als Kaasstad. Dat heeft gewerkt, maar mikt eigenlijk alleen op bezoekers van de Alkmaarse binnenstad en toeristen. “Je trekt er geen nieuwe talenten of bedrijven mee naar Alkmaar”, stelt Ger Welbers, de huidige directeur van Hart van Noord-Holland & partners. Samen met zijn opvolger Melanie Goudsblom presenteerde hij aan een volle zaal “Het Verhaal van Alkmaar”.
En dat deden ze niet alleen. Want wat deze keer kenmerkend is voor de aanpak, is dat inwoners, bedrijven en culturele instellingen een grote rol speelden bij het ontdekken van de eigen identiteit. Zo waren de HVC, het Noordwest Ziekenhuis, de Hogeschool Inholland, het Stedelijk Museum Alkmaar, AZ, Stadswerk072 en Theater De Vest nauw betrokken bij de ontwikkeling. Ze stuurden allemaal hun beste marketingdeskundigen. (tekst gaat verder onder de foto)
Het team met marketingdeskundigen van Alkmaarse bedrijven en instellingen is typerend voor de aanpak rond ‘Het verhaal van Alkmaar’ (foto: Streekstad Centraal)
In dat team werd een gemene deler ontdekt in de aard van de Alkmaarse ondernemingen en instellingen: veel zijn vooruitstrevend bezig en behoren tot de top in hun eigen sector of bedrijfstak, maar dat blijft nog heel erg onzichtbaar. Misschien vergeten ze het soms te tonen aan de buitenwereld, omdat ze het zelf allemaal niet zo bijzonder vinden om zo innovatief bezig te zijn. En dat kenmerkt dan weer de nuchterheid en bescheidenheid van de Alkmaarder die de stad in de weg lijkt te zitten.
Ze geven toe dat ze last hebben om de beste dokters, specialisten, ingenieurs of docenten te werven, omdat het voor studenten die het niet kennen een provinciaals geurtje heeft en heel ver weg lijkt van Amsterdam. Daarom is er behoefte aan een duidelijker profiel van Alkmaar, dat duidelijk maakt dat er in Alkmaar bijzondere dingen gebeuren, ontwikkelingen waar je bij wilt horen. (tekst gaat verder onder de foto)
Een goedgevulde zaal bij de presentatie van Het Verhaal van Alkmaar in poppodium Victorie. (foto: Streekstad Centraal)
De regio is aangewezen als groeiregio. Er komen tienduizenden woningen bij. Die broodnodige arbeidskrachten en talenten komen hier alleen als er ook een prettig woon- en leefklimaat is, waarbij cultuur en voorzieningen bijdragen aan de aantrekkelijkheid. En zo is de cirkel van wonen, werken en cultuur weer rond.
De oplossing zat hem deze keer niet in een nieuwe slogan voor de stad, maakt Welbers duidelijk. Volgens hem wordt daarmee vaak de plank misgeslagen. Een slogan betekent nog niet dat het ook zo is. “Ik woonde ooit ergens in een dorpje waar het volgens de slogan zou bruisen. Dat was totaal niet aan de orde, kan ik je vertellen.” (tekst gaat verder onder de foto)
Het ‘brand’team mocht de nieuwe campagne lanceren. (foto: Streekstad Centraal)
Er is wel een nieuw logo voor de citymarketing. Een hoofdletter A, die met aanhalingstekens ook gezien kan worden als het bekende rode torentje uit het stadswapen. De drie kernbegrippen die Alkmaar in de stadspromotie de komende tijd moeten onderscheiden van andere steden, zijn Authentiek, Ambitieus en Aantrekkelijk. De bedrijven en instellingen die hun marketingmensen in het merkteam hebben afgevaardigd, gaan in hun eigen communicatie deze boodschap ook uitdragen.
Het verhaal werd in de zaal in ieder geval positief ontvangen. Onder meer bij Nathalie Kamp, die zich bij het Cultuurkartel inzet om Alkmaar ook aantrekkelijker te maken voor jongeren. “Ik ben zeer positief verrast. Ik ben blij dat het van kaas naar ‘aaa’s is gegaan. Het zou heel mooi zijn als dit nu door al die partners wordt uitgedragen. Alkmaar moet zo meer zichtbaarheid en aantrekkelijkheid krijgen die het ook echt nodig heeft en verdient.” (tekst gaat verder onder de foto)
Cultureel ondernemer en Alkmaars nachtburgemeester Robert-Jan Wille is razend enthousiast over de nieuwe campagne voor Alkmaar. (foto: Streekstad Centraal)
Ook nachtburgemeester Robert-Jan Wille is heel enthousiast, vooral van een video die tijdens de presentatie voor het eerst werd vertoond. “Die is toch supermooi? Ik krijg meteen een trots gevoel van: hé, nou staat Alkmaar goed op de kaart.”
Hij vervolgt: ” Alkmaar is heel bijzonder. Onze stad heeft een aantal bijzondere dingen, maar we zijn geen stad die het keihard loopt te schreeuwen. Maar eigenlijk zou dat wel moeten. Met campagnes zoals dit wordt wel onze kwaliteit geschreeuwd. En dat mag best wel eens een keer.”
Ze liggen al weken in de schappen: pepernoten. Want Sinterklaas is in aantocht en pepernoten horen bij de voorpret. Maar wie ze in de supermarkt koopt, doet zichzelf tekort, vindt de 17-jarige Sybren uit Heerhugowaard. Bij bakkerij Fermento aan de Kennemerstraatweg in Alkmaar maakt hij deze weken volgens hem de lekkerste van Alkmaar en omstreken.
Het zijn wat Sybren betreft dus speciale pepernoten. Passend, want Fermento is ook een speciale bakkerij. Voor veel mensen met een beperking is het een onmisbaar deel van hun leven, waar ze deel uitmaken van het team en dus ook echt meedraaien in de maatschappij.
En oh ja, wat jij en wij pepernoten noemen, zijn eigenlijk kruidnootjes. Pepernoten zijn oorspronkelijk oud-Hollandse taaitaai-achtige baksels die al dateren uit de 17e eeuw. Klanten die in de Fermentowinkel om pepernoten vragen, bedoelen dan ook meestal de bekende krokante bolvormige speculaasjes. Sybren maakt er deze weken vele tienduizenden. (tekst loopt door onder de foto)
Begeleider Pascal doet het deeg in de machine en Sybren vangt aan de andere kant de kruidnoten op in een schaal. Dat vergt concentratie (foto: Streekstad Centraal)
En ja, ook de tiener uit ons verhaal noemt ze gewoon pepernoten: “Kruidnoten vind ik geen leuke taal”, zegt hij beslist. Sybren werkt al ruim een jaar als assistent-medewerker in de bakkerij. Hij moet in deze periode flink aanpoten, want er is een enorme bestelling geplaatst. Trots laat hij Streekstad Centraal zien hoe ‘zijn’ pepernoten al decennialang worden gemaakt.
Aan de ene kant van de machine uit de jaren ’70 gaan de plakken deeg er in. Dat deeg is gemaakt van tarwebloem, bruine basterdsuiker, roomboter, zelfrijzend bakmeel en de belangrijkste smaakmaker: de speculaaskruiden. Het is een beetje het geheim van de smid, maar het gaat om een mengsel van kaneel, kruidnagel, nootmuskaat, gember en kardemom. Alles in precies de juiste verhouding en volgens een ambachtelijk recept.
Aan de andere kant blijft de machine pepernoten van deeg uitspugen. Als er een plaat vol ligt, gaat die plaat in een speciale kar die de oven wordt ingereden. De volgende plaat vangt ondertussen alweer een nieuwe lading strooigoed op.
Nadat ze gebakken en afgekoeld zijn komen de kruidnoten uiteindelijk in de winkel te liggen, klaar om aangekocht en verorberd te worden. (foto: Streekstad Centraal)
Maar liefst 440 puntzakken kruidnoten moeten er nu in korte tijd geproduceerd worden. De bestellingen werden geplaatst door lokale bedrijven die hun medewerkers willen verwennen voor Sinterklaas en meteen Fermento willen steunen.
Zonder de noeste machine die al meer dan vijftig jaar zijn diensten bewijst in de bakkerij zou dat niet lukken. “Deze machine is echt onverwoestbaar”, vertelt bakker en begeleider Pascal Boot. Verandering is moeilijk voor veel Fermento-medewerkers, daarom doe je de pepernotenbakkers geen plezier met nieuwe machines.
Pascal geeft Sybren af en toe aanwijzingen om het proces zo efficiënt mogelijk te maken. Hij is eigenlijk altijd bakker geweest en begon drie jaar geleden bij Fermento. “Het is geweldig werk. Ik heb altijd iets met zorg gehad en de combinatie vind ik mooi”, vertelt hij trots. Dat er bij Fermento mensen met een beperking werken zorgt voor heel eigen uitdagingen volgens Pascal. (tekst loopt door onder de foto)
Begeleider Pascal zet de kruidnoten alvast klaar bij de oven. Sommigen zijn niet helemaal gelukt qua vorm, merkt hij op. Ook dat hoort erbij (foto: Streekstad Centraal)
“Toen ik hier net werkte wilde ik de bakkerij anders inrichten, dus ik verplaatste twee tafels. De volgende ochtend stapte er een medewerker binnen en die verstijfde helemaal. Hij ging meteen terug naar de kleedkamer en wilde naar huis. Hij weigerde gewoon dienst.” Pascal was genoodzaakt de tafels weer terug te zetten. “Later heb ik het hem uitgelegd en hebben we de tafels samen verplaatst. De boel zomaar omgooien kan hier dus echt niet”, zegt hij lachend.
Als de puntzakken met pepernoten zijn gevuld, blijft een deel in de winkel aan de Kennemerstraatweg, een ander deel wordt verkocht bij de andere verkooppunten van Fermento, bijvoorbeeld bij de Alkmaarse molen Het Roode Hert aan de Frieseweg, molen De Otter in Oterleek of de winkel bij de Raphaël Stichting aan de Valkenlaan in Schoorl. Sybren doet zelf de kwaliteitscontrole: “Ik snoep ook zeker tussen het werken door. Maar niet te veel, want dan krijg ik buikpijn.”
‘Een guur, koud en donker station waar niets te beleven valt’, zo werd station Uitgeest tien jaar geleden al omschreven door treinreizigers in een enquête van reizigersorganisatie Rover. Daarmee verwierf het de weinig benijdenswaardige titel van ‘meest onaangename treinstation van Noord-Holland’.
Sindsdien is het eigenlijk alleen maar verder achteruit gegaan. Maar als het aan inwoners Ad Corten en Salwa Mamo ligt, komt daar verandering in en wel zo snel mogelijk. Met vrijwilligers die een koffiehoekje runnen, willen ze het wachten op de trein in Uitgeest weer een stuk aangenamer maken.
Ad zocht contact met Salwa over iets heel anders: activiteiten rondom de Ramadan. Maar het gesprek ging al snel over een gedeelde ergernis, namelijk het desolate perron van station Uitgeest. “Wij Uitgeesters zijn trots op ons dorp, maar we schamen ons voor het station”, verzucht Ad tegen Streekstad Centraal.
Het oude ‘plaatskaartenkantoor’ uit 1969, waar de laatste 20 jaar al verschillende ondernemers iets hebben geprobeerd. (foto: Streekstad Centraal)
Voor Ad is vooral de onbemande wachtruimte een doorn in het oog: “Je kan er wel zitten, maar soms zitten er allemaal hangjongeren met capuchons en fatbikes”, vertelt hij. Ad liep al jaren met het idee rond en hij zocht zelfs naar een ondernemer die er iets van wilde maken. Maar niemand wilde zijn handen eraan branden.
En dat is niet zonder reden. De afgelopen jaren heeft een aantal ondernemers het geprobeerd, maar geen van hen hield het vol. Ad herinnert zich dat er tot 2018 een gemakswinkeltje zat met de naam Wiosk. (tekst loopt door onder de foto)
Er hangen geregeld jongeren rond met fatbikes in de wachtruimte. Soms hangt er een doordringende wietlucht. (foto: Ad Corten)
Een jaar later probeerde de exploitant van ‘Zuivere koffie’ het hier. Die had al een succesvolle zaak op station Zaanse Schans, maar nadat de coronapandemie uitbrak, gooide die ondernemer de handdoek in de ring in Uitgeest. De jonge dorpsgenoot die het daarna probeerde met een dönerzaakje, hield het weinig langer vol in dit oude plaatskaartenkantoortje van Uitgeest.
Volgens Ad zijn er niet genoeg reizigers om hier winstgevend te ondernemen. En daarom gooien Ad en Salwa het over een andere boeg. Het idee is om de koffiezaak te gaan runnen met vrijwilligers uit de buurt. Volgens Ad past dat perfect: “In het dorp zijn veel vrijwilligersactiviteiten, dat leeft hier echt. Dit wordt iets voor Uitgeesters, door Uitgeesters.” (tekst loopt door onder de foto)
Ad Corten en Salwa Mamo staan te trappelen om het ‘desolate’ station van Uitgeest weer wat nieuw leven in te blazen (foto: Streekstad Centraal)
Iedereen die mee wil helpen is dus welkom, maar volgens Salwa kan het nog mooier: “We willen op termijn graag een plek bieden voor mensen die willen re-integreren op de arbeidsmarkt, mensen die gewoon weer aan de slag willen.” En ook asielzoekers kunnen er terecht voor werk. “Dat is goed om de taal te leren. Als je onder de mensen bent, oefen je vanzelf”, vertelt Salwa enthousiast, die zelf Syrische wortels heeft.
Ook bij de NS zien ze de meerwaarde van het plan. “Het is een sociaal initiatief dat wij zeker een warm hart toedragen”, meldt een woordvoerder aan Streekstad Centraal. Ze hadden in het verleden al gemerkt hoe moeilijk het is voor een commerciële exploitant als die hier iets probeert. De wachtruimte was daarom al uit de verhuur gehaald.
De woordvoerder laat ook weten blij te zijn met nieuwe ‘ogen en oren op het station’, dat is goed voor de veiligheid. De NS-woordvoerder noemt het zelfs ‘een prioriteit’ voor het spoorbedrijf om met de Uitgeesters een deal te sluiten. (tekst loopt door onder de foto)
Hier moet het gaan gebeuren: de wachtruimte. Straks kunnen reizigers daar hopelijk genieten van een lekker kopje koffie, ingeschonken door vrijwilligers. (foto: Streekstad Centraal)
Sinds hun eerste ontmoeting laten de kersverse ondernemers er geen gras over groeien: zij richtten al een stichting op en spraken met de gemeente over de mogelijkheden. Nu ligt de bal vooral bij NS, die elk moment met een gebruikersovereenkomst kan komen. Ondertussen wordt er druk gezocht naar vrijwilligers. En niet zonder resultaat: al zeker vijf kandidaten hebben zich gemeld. Als alles goed gaat, opent de nieuwe koffiezaak binnen twee maanden haar deuren.
Binnenkort volgt er een informatiebijeenkomst in Dorpshuis de Zwaan voor mensen die geïnteresseerd zijn in het project. De precieze datum volgt nog. Wie nu al zin heeft om zich aan te melden, kan een e-mail sturen naar kioskuitgeest@gmail.com.
Diefstal, overlast en agressie. Winkeliers en hun personeel hebben er helaas mee te maken en dat is in Alkmaar niet anders. Daarom organiseerde ondernemersvereniging Alkmaars Bolwerk een bijeenkomst in het stadhuis, samen met Platform Veilig Ondernemen (PVO) en twee trainers. Enerzijds om te praten over de problematiek en anderzijds voor tips en trucs.
De opkomst zorgde voor een lichte teleurstelling bij de organisatie en de twee trainers die de ochtend leidden. Misschien ervaren de meeste winkeliers en medewerkers niet genoeg problemen om er een ochtend voor op te offeren, of hebben ze het gevoel dat ze zichzelf goed genoeg redden. “Maar goed, het mooie van een kleine groep is dat we kunnen inspelen op wat er nodig is”, zei Linda Hoorn van PVO.
En uiteraard, als de boel op gang komt blijkt iedereen zo zijn eigen problemen te ervaren. “In het VVV hebben wij jaarlijks zo’n 280.000 bezoekers en dan krijg je van alles wel wat mee”, trapt Yentl af. “Wij hebben nog wel eens te maken gehad met diefstal”, zegt Ingrid van juwelier Lucardi. “En ik vind dat klanten met name verbaal erg, zeg maar uh ‘mondig’, zijn geworden. Echt een megaverschil met de tijd voor corona, maar gelukkig geen lichamelijke agressie. Tegenwoordig zijn we op koopavond niet meer open, dat heeft deels te maken met minder klanten, maar ook veiligheid.” (tekst gaat verder onder de foto)
Een bescheiden opkomst, maar zo is er wel veel interactie tijdens de bijeenkomst over veilig ondernemen. (foto: Streekstad Centraal)
“Wij zijn dagelijks bezig met hoe de vloer te bezetten om diefstal zo veel mogelijk te voorkomen. Agressie valt wel mee”, vertelt Caroline van Parfumerie Douglas. In de Primera aan het Geert Groteplein in Overdie is het probleem weer heel anders, volgens Adinda. “Wij hebben vooral last van zwervers die voor de deur bedelen en klanten lastig vallen. En ze reageren niet heel goed als je ze wegstuurt.”
Opvallend: de aanwezigen die in de binnenstad werken zijn nogal te spreken over wijkagent Geert van Drunen en zijn collega, maar de handhavers zijn daarentegen vrijwel onbekend. Ze begrijpen dat die niet altijd overal kunnen zijn, maar toch. Van Drunen betreurt dat de boa’s vaak in hun auto rondrijden. “Ik ga zelf eigenlijk altijd te voet door het centrum. Dan ben je aanspreekbaar, heb je veel makkelijker contact met mensen.” Dat de twee boa’s die zouden komen, toch afwezig zijn valt ook niet zo goed. Gelukkig kwam één van hen wat later alsnog. (tekst gaat verder onder de foto)
Emoties op een schaal van 1 tot 10. Hoe kan je voorkomen dat een confrontatie escaleert, of spanning wegnemen? (foto: Streekstad Centraal)
Ingrid van Lucardi zou wel wat betere straatverlichting willen in de Boterstraat. Ook wordt gevraagd naar de camera’s in de stad. De wijkagent legt uit dat die onder andere bij de Boterstraat hangen, en dat er vanuit de centrale snel geschakeld kan worden tussen camera’s om iemand te kunnen achterhalen. Linda Hoorn van PVO beaamt dat camera’s vooral achteraf nuttig zijn, bij de opsporing. Haar collega vertelt nog dat particulieren hun eigen camera kunnen aanmelden bij de politie.
Verder krijgen de aanwezigen antwoord op vragen over wanneer de politie te bellen, wanneer handhaving en hoe die te bellen (via 14072), en hoorden ze van Van Drunen dat hij altijd te appen is als er iets speelt.
Dan volgt een korte training van Hanu Hoedeman en Chris Bergman. Na een inleiding over emoties en hoe je daarmee om zou kunnen gaan, spelen ze korte scenes en daarna mogen de dames zelf aan de slag. Hier en daar wat nerveus gelach, maar bijna iedereen doet mee. Ze spelen diverse scenario’s aan de hand van vijf kaarten met woorden: gedrag, gevoel, grens & wens, keuze met negatief gevolg, keuze met positief gevolg. (tekst gaat verder onder de foto)
Hanu speelt een klant die, terwijl hij een belletje pleegt, een artikel in zijn jaszak steekt. Zonder er bij na te denken, blijkt daarna. Geen winkeldief. (foto: Streekstad Centraal)
Ieder neemt een stukje interactie met ‘vervelende klant’ Hanu voor zijn rekening. Dat gaat best goed, tot de scene waarin hij niet door ‘een vrouwtje’ geholpen wil worden. Tot slot zijn het Yentl en Ingrid die wel een hele scene solo aandurven. Daarna spelen Hanu en Chris nog een stukje met een ‘winkeldief’ en iemand die dat misschien niet is.
“Helemaal goed”, blikt trainer Hanu terug op de korte training. “De meesten stapten al snel naar voren, dat was fijn om te zien, en ze hebben ook lekker meegedaan.”
Ook degenen waarvoor de bijeenkomst bedoeld was lijken tevreden. Inclusief Yentl en Ingrid, ondanks dat zij duidelijk ‘hun mannetje staan’. “Ja, na zo veel jaar heb je bijna alles al wel een keer gezien en meegemaakt”, zegt Ingrid. “En van iedereen waarmee je samenwerkt pik je wel wat mee. Maar het is altijd fijn om weer even op te frissen.”
Een rollatorrace, samen een parcours fietsen, samen schommelen en gewoon gezellig praten, eten en drinken. Maar belangrijker: matches! Stichting Doesgoed pakte donderdag flink uit met niet zomaar een volgende matchmarkt voor sociaal bewuste ondernemers enerzijds en hulpbehoevende organisaties anderzijds; het was een heus festival.
“Het is de eerste keer dat we het zo doen”, vertelt ‘Taalgoochelaar’ Sanne Koomen van Doesgoed. Eerder waren de matchmarkten vrij eenvoudig, met stands waar hulpbehoevende organisaties zichzelf konden aanprijzen. “We wilden af van dat statische en een keer wat nieuws. Toen hebben we besloten dat het een festival moest worden; daar gebeurt overal wat. En zo bedachten we steeds meer dingen van ‘oh dit is leuk’, ‘dat is ook leuk!’ (tekst loopt door onder de foto)
Het was een gezellige en vrolijke boel in HAL25, maar wel met een belangrijk doel: zoveel mogelijk matches. (foto: Streekstad Centraal)
‘Chef vriendjespolitiek’ Ralph de Kleijn haakt aan: “We hoorden dat de ondernemers echt toe waren aan iets nieuws en dat er behoefte was aan creativiteit. Toen zijn we losgegaan en dachten we ‘laten we alles uit de kast halen’ . En het resultaat is dit festival!” Het is donderdagmiddag een gezellige en bruisende smeltkroes van organisaties in HAL25 in Alkmaar. “En we zijn maar met zijn vieren hè, dit heeft echt maanden aan voorbereiding gekost”, zegt Sanne lachend. (tekst gaat verder onder de foto)
Cees Kroon van Vrienden van Noordwest en Denzyl Martina van JeugdFilms kwamen fietsend tot een match. Denzyl gaat kinderen die lang in het ziekenhuis liggen helpen een film te maken. (foto: Streekstad Centraal)
Het liep misschien een beetje uit de hand, maar het resultaat is er zeker naar. “Na het plenaire deel heeft iedereen een programma. Ze gaan op de duofiets om tot een match te komen, of met elkaar op een van de grote schommels, en we hebben een soort veiling. Verder is er speeddaten en er lopen matchmakers rond die mensen aanspreken die weinig match-stempels op hun kaart hebben. We hebben ook nog een rollatorrace met een elastiek om je benen zodat je niet goed kan lopen, maar dat is vooral voor de leuk.” (tekst loopt door onder de foto)
De gemaakte matches worden officieel bekrachtigd door een notaris. (foto: Streekstad Centraal)
Alle matches worden officieel vastgelegd door een notaris en zijn dus niet vrijblijvend. “Er komen een officiële stempel en een felicitatie onder”, laat notaris Annamaria Lopez-Brea aan Streekstad Centraal weten. “Ik heb inmiddels twaalf matches vastgelegd. We zien dit soort matching wel vaker, maar niet op deze schaal. Dit werkt wel heel efficiënt.”
Er zijn uiteindelijk 157 matches geregistreerd met een waarde van ongeveer 75.000 euro en -niet te vergeten- ontelbaar veel verbindingen gemaakt en visitekaartjes uitgewisseld.
Criminelen zijn niet alleen actief in steden, maar ook op het platteland. Daar hebben ze weinig pottenkijkers en meer ruimte. Om boeren alerter te maken en weerbaarder te maken tegen criminaliteit, organiseerde Platform Veilig Ondernemen donderdag samen met Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland en Boerenlunch. Ook de politie was van de partij. “Deze lunch zorgt voor wat meer verbinding.”
De kantine van boer Jeroen Konijn in Driehuizen vult zich langzaam met bezoekers. Allemaal hebben ze een boerenbedrijf in het buitengebied van Alkmaar. De meeste gasten zitten in de akker- of tuinbouw en een enkeling is melkveehouder. Het lunchbuffet staat klaar en tijdens het eten wordt er aandachtig geluisterd naar de sprekers. Er worden tips gegeven over beveiliging, digitale veiligheid en het herkennen van drugsactiviteit.
Want vooral drugscriminelen wijken vaak uit naar het buitengebied om drugslabs te bouwen en afval te dumpen. Noord-Holland blijkt steeds populairder, in 2024 werden er 19 drugslabs opgerold in de regio. Dan moet je als boer alert zijn en weten waar je op moet letten. (tekst loopt door onder de foto)
De lunch vond plaats op de biologisch-dynamische boerderij van Jeroen Konijn. Zelf was hij eerder slachtoffer van insluipers. (foto: Streekstad Centraal)
Gastheer Jeroen Konijn stelde zijn biologisch-dynamische boerderij beschikbaar voor de middag. Van drugsactiviteit merkt hij nog niet veel, maar anderhalf jaar geleden werd er wel bij hem ingebroken, terwijl hij op het erf was. Toen ze ervandoor gingen probeerde ik erachteraan te gaan, maar ik raakte ze kwijt”, vertelt hij tegen Streekstad Centraal. “Er zijn eerder ook wel dingetjes geweest, schapen verdwenen en dieselolie gestolen. Daar heb ik aangifte van gedaan, maar nooit meer wat van gehoord.”
De politie is ook aanwezig en die benadrukt dat melden juist hard nodig is. Maar dat kan riskant zijn, juist in buitengebied. “Als ik een melding doe over de buren weten ze meteen dat ik het was, dan staan ze straks bij mij op de stoep. Dat is in een stad heel anders”, merkt een aanwezige boer kritisch op. Een gepensioneerde boer gooit het over een heel andere boeg: “Vraagje, hoeveel wietplantjes mag ik op mijn erf hebben? De kinderen zijn uit huis en ik wil wat bijverdienen.” Iedereen – ook de politie – moet erom lachen. (tekst loopt door onder de foto)
Host Josefien Hofstede van PVO hoopt met de lunch een belangrijke verbinding te maken tussen boeren en autoriteiten. (foto: Streekstad Centraal)
Volgens Josefien Hofstede van PVO is het belangrijk dat boeren vertrouwen hebben in de autoriteiten. “86 procent van de mensen kent de wijkagent niet. Als ze er een gezicht bij hebben geeft dat al een veel beter gevoel. Boeren zijn nog te vaak geneigd om het zelf op te lossen. Deze lunch zorgt voor wat meer verbinding.”
Boerin Ella is niet zo snel onder de indruk: “Ik ben gewoon geen angsthaas, hier op het platteland zijn we denk ik allemaal nuchter.” Op haar boerderij hangen wel camera’s en is er een hek. En een waakhond helpt ook: “Er stopte een keer een vrachtwagen op het erf en daar stapte een verdachte man uit. Toen de hond eraan kwam zat -ie zowat boven op de tractor, hij was als de dood.” vertelt ze lachend tegen Streekstad Centraal.
Ondermijnende criminaliteit hebben ze dus eigenlijk niet mee te maken, maar toch was de middag nuttig, vinden de aanwezigen. Jeroen is weer even extra scherp op zijn erfbeveiliging en ook boerin Conny nam een goede tip mee naar huis: “Altijd meteen het kenteken noteren als je een verdachte auto ziet rijden.”