Gemeente Alkmaar krijgt een helpende hand toegestoken van het Rijk. De kaasstad is aangewezen als één van de 21 grote ontwikkelgebieden van Nederland. Dat betekent vooral dat er een flinke subsidies kunnen worden aangevraagd, waardoor ontwikkelingen zoals woningbouw in een stroomversnelling terecht komen.
Afgelopen zomer kreeg de gemeente Alkmaar te horen dat ze definitief bij de grote ontwikkelingsgebieden hoort. “We hebben dan ook de hele zomer hard gewerkt aan die subsidieaanvraag”, legt wethouder Christiaan Peetoom uit. “Er moest duidelijk worden waar precies geld voor nodig is.”
Uiteindelijk is er 140 miljoen euro aan het Rijk gevraagd. “Dat geld is voor de kosten die gemaakt worden om in een tijdsbestek van vijftien jaar 10.000 huizen extra te bouwen.” Die kosten kunnen worden verdeeld in gebiedskosten en infrastructurele kosten. “Denk daarbij aan de kosten voor bedrijfsverplaatsing en de aanleg van wegen en bijvoorbeeld fietsstraatbruggen.” (tekst gaat verder onder de foto)
Wethouder Christiaan Peetoom ziet in dat door de mogelijke subsidie ontwikkelingsplannen veel sneller kunnen worden uitgevoerd. (foto: Streekstad Centraal)
De begroting van dit jaar laat zien dat – als al het geld toegekend wordt – er door de gemeente ook nog 25 miljoen euro moet worden opgehoest. “Er kan nog wat af vallen, maar het helpt dat we de helft van de financiering al rond hebben.”
Menno Cabooter, directeur grootschalige gebiedsontwikkeling benadrukt tijdens een persgesprek dat het extra geld er vooral voor zal zorgen dat projecten versneld kunnen worden uitgevoerd. “We worden door het Rijk aan de afspraken gehouden en andersom. De subsidie maakt het makkelijker om de plannen die we al langer wilden doen uit te voeren. Het is een soort helpende hand. We zijn gepromoveerd naar de Eredivisie.”
Hoewel de plannen waarover gesproken wordt er al langer lagen is het tot op heden nog niet gelukt ze uit te voeren. Een geldkwestie. “Zonder subsidie was het ook gelukt, maar nu gaat het allemaal gewoon veel sneller en makkelijker”, zegt Peetoom. Voordat er duidelijkheid komt over de geldsom die beschikbaar wordt, gaat het plan nog wel langs de gemeenteraad. “Dat geeft het Rijk meer zekerheid”, legt Cabooter uit. (tekst gaat verder na de foto)
Directeur grootschalige gebiedsontwikkeling Menno Cabooter (met schaar) bij de aftrap van een bouwproject (foto: aangeleverd)
In de subsidieaanvraag zijn meerdere gebieden meegenomen, de grens wordt getrokken bij de ringweg. projecten in Oudorp, op Overstad, bij de Viaanse Molen, en in de stationsgebieden en het centrum vallen daar ook onder. Daarnaast is een aanvraag gedaan buiten dat gebied, voor de Kennemerstraatweg richting Heiloo.
“We willen betrokken zijn met de regio en zetten ons in voor een sterk Noord-Holland Noord.” In november wordt er besloten of de gemeente de subsidie krijgt en in welke vorm, tot die tijd is nog veel onduidelijk over wat er wel en niet kan worden gedaan op het gebied van ontwikkeling.
Winkelcentrum Middenwaard in Heerhugowaard viert deze maand dat het 50 jaar bestaat. Twee familiebedrijven die vanaf het allereerste begin deel uitmaken van dit kloppend hart van Heerhugowaard zijn Juwelierszaak Schouten en De Fromagerie, de kaas- en notenzaak. Met hun winkels tegenover elkaar delen ze, in totaal verschillende branches, toch dezelfde filosofie: “De prijs vergeet je, slechte kwaliteit niet.”
Erik en Nannet Schouten blijken met hart en ziel verbonden aan hun juweliersvak en de winkel waar ze zo veel mogelijk willen betekenen voor hun klanten. Tegelijk ontgaat het ze niet dat vader Willem (75) en dochter Kelly Dings (37) van De Fromagerie net zo hard werken en met een warm klantcontact zorgen voor een bijzondere winkelcultuur in Middenwaard. (tekst gaat verder onder de foto)
De eerste 25 jaar stonden Nico en Toos Schouten in de juwelierszaak. De laatste 25 jaar wordt de winkel gerund door zoon Erik en schoondochter Nannet Schouten. (foto: Streekstad Centraal)
De vader van Erik Schouten begon als horlogemaker in 1967 in een kleine garage in De Goorn. Met een flinke dosis creativiteit en lef. Zo liet vader Nico als promotieactie een tractor over een horloge rijden – dat uiteraard heel bleef – waarmee hij heel wat nieuwsgierige streekgenoten wist te trekken. In 1975 verhuisden de familie en het bedrijf naar Heerhugowaard. Richting het nieuwe winkelcentrum Middenwaard, dat toen nog tussen weilanden lag.
Inmiddels runt de ’tweede generatie Schouten’ het bedrijf. En met nog dezelfde passie als Nico en Toos destijds. “We nemen echt de tijd voor mensen. We zijn er bij de geboorte, verliefdheden, verloven en trouwerijen. En ook in moeilijke tijden. Dat maakt ons vak zo bijzonder.” Deze warme betrokkenheid vertaalt zich in lange klantrelaties, vaak over generaties heen: “Als de kinderen oorbellen geschoten krijgen, zijn zij eigenlijk al klant. Dat proces blijft steeds opnieuw.” (tekst gaat verder onder de foto)
Het overdekte winkelcentrum Middenwaard in de jaren 70. Op 3 september 1975 landde Mies Bouwman vlakbij het winkelcentrum met de sleutel om Middenwaard te openen. (foto: Regionaal Archief)
Een van de leukste herinneringen van de ondernemers aan de vroege jaren in Middenwaard is het zogenaamde ‘krieken’. Een ludieke actie om klanten al vroeg op zaterdag naar het winkelcentrum te halen met een spectaculaire aanbieding. “Het liep zo uit de hand dat mensen al drie nachten van tevoren met slaapzakken voor een winkel lagen,” lacht Erik. “Dat was publicitair echt geweldig en we zouden het liefst zo’n actie nieuw leven inblazen. Het was niet alleen commercieel een succes, het bracht echt saamhorigheid onder de ondernemers.”
Volgens Erik staat deze actie symbool voor het enthousiasme en de verbondenheid die er in de loop der jaren tussen de winkeliers en klanten is ontstaan, en de creatieve inzet die ze blijven tonen om het winkelcentrum levendig te houden. (tekst gaat verder onder de foto)
Erik en Nannet Schouten vieren ook dat ze 25 jaar geleden de zaak van Erik’s ouders overnamen. (foto: Streekstad Centraal)
Ondanks veranderende tijden houden de Schoutens vast aan hun filosofie van kwaliteit, service en beleving. De winkel wordt elke maandagmorgen klaar gemaakt voor de komende week, waar gepoetste sieraden, een schoon interieur en tijd voor klanten centraal staan. “Het hoeft niet alleen om verkopen te gaan, het gaat vooral om dat mensen met een goed gevoel de deur uitgaan. We zijn niet voor de korte termijn, we willen relaties voor het leven.”
Daarnaast erkennen ze de uitdagingen van online concurrentie en mondige klanten. “Het internet was een soort Wild West, met prijsdumping en cowboys, maar er komt rust. Wij blijven investeren in stabiele merken en goede service, omdat dat werkt.” (tekst gaat verder onder de foto)
Vader Willem Dings met zijn dochter Kelly zijn enkele van de vertrouwde gezichten in De Fromagerie in winkelcentrum Middenwaard. (foto: Streekstad Centraal)
De Fromagerie, net als Schouten een familiebedrijf, focust met een andere insteek op kwaliteit en innovatie. Waar Schouten vasthoudt aan het traditionele vakmanschap, zet De Fromagerie in op pakketten, beleving en online contact, mede dankzij de jongere generatie. Die gecombineerde aanpak zorgt ervoor dat het winkelcentrum een gevarieerd en aantrekkelijk aanbod heeft.
“Natuurlijk moeten we dit jubileum samen vieren met degenen die het mogelijk hebben gemaakt: onze klanten,” benadrukt Erik Schouten met een warme glimlach. “Zonder hen waren wij nooit zo ver gekomen. We willen ze bedanken voor hun vertrouwen, voor de trouwe bezoeken, en vooral voor de momenten die we met ze mochten delen in goede en minder goede tijden.” Nannet voegt toe: “Het is fijn om iets terug te kunnen doen, even samen stil te staan en vooral: plezier te maken met elkaar.”
Daarom hebben zij samen met De Fromagerie besloten om op zaterdag 6 september een borrel te organiseren, speciaal voor vaste klanten, oud-personeel en andere betrokkenen. “Het is geen groot evenement, geen formele receptie,” vertelt Kelly Dings. “Het wordt een gezellig samenzijn in onze eigen winkels in Middenwaard, waar iedereen welkom is om met ons te proosten, herinneringen op te halen en nieuwe plannen te maken.” (tekst gaat verder onder de foto)
De 75-jarige Willem Dings bij een foto die hem toont als 25-jarige startende ondernemer. (foto: Streekstad Centraal)
Volgens Willem Dings is het juist deze informele sfeer die zo belangrijk is. “In een drukke winkelwereld is het waardevol om even samen te komen, om te kletsen, te lachen en elkaar te versterken. We hebben elkaar hard nodig, zeker in deze veranderende tijden.”
Terugkijkend op vijftig jaar ondernemen, voelen Erik en Nannet nog steeds dezelfde energie en passie als aan het begin. “Elke maandagochtend staan we weer samen met het team aan de slag voor de winkel er tiptop uitziet,” vertelt Erik. “Dat is echt een traditie voor ons geworden, en het houdt ons scherp.” Het gaat volgens hem niet alleen om het product, maar om het gevoel dat je meebrengt: “Je wilt dat klanten zich welkom voelen, zich thuis voelen, en dat ze met een glimlach de winkel verlaten.”
Kelly benadrukt dat die energie ook doorwerkt in de manier waarop De Fromagerie zich vernieuwt. “We proberen steeds weer nieuwe dingen te bedenken, van proeverijen tot het pop-up restaurant, waarbij we onze klanten op een andere manier ontmoeten dan alleen via de toonbank. Want denken vanuit de klant en beleving is essentieel om verbonden te blijven.” (tekst gaat verder onder de foto)
Krieken heette de actie die winkelcentrum Middenwaard in de wijde omtrek op de kaart zette. (foto: Streekstad Centraal)
Toch wordt ook erkend dat het ondernemerschap nooit stil staat. “De maatschappij verandert, de klant verandert,” zegt Erik. “We moeten meegaan met die veranderingen, zonder onze roots te verliezen.” Nannet vult aan: “Dat betekent soms grote stappen zetten, maar altijd met behoud van kwaliteit en persoonlijke aandacht.”
Met oprechte hartelijkheid sluiten ze af: “Wij nodigen iedereen uit om zaterdag 6 september vanaf 17:00 uur een glaasje met ons te komen drinken. Kom langs, deel uw verhalen en maak nieuwe herinneringen met ons.” Erik schat in dat het een avond zal zijn vol gezelligheid, mooie ontmoetingen en waardering voor alles wat is opgebouwd.
“Het is een klein feestje, maar wel één waar we met z’n allen trots op mogen zijn. We hebben elkaar nodig, onze klanten, ons team, en onze buren hier in Middenwaard,” besluit Nannet. “Samen maken we dit winkelcentrum tot wat het nu is, en we hopen dat het de komende jaren nog vele generaties zal blijven verbinden.”
Voor Alkmaarder Paul Blumer begon de maandag al op tijd. Om half vijf was hij klaarwakker. Zenuwen of opwinding? Na maandenlange voorbereidingen gaan over een paar uur de deuren open van kringloopwinkel De Kameleon. Voor dit onzekere avontuur aan de Laat in Alkmaar hebben hij en zijn collega Henk de Vries hun prima baan opgezegd bij Parlan in Alkmaar.
En de eerste ochtend konden ze meteen aan de bak. “We wisten niet wat ons overkwam: 30 mensen die om 9 uur al voor de deur stonden te wachten, terwijl we pas om 10 uur open zouden gaan. Het is de hele ochtend al ontzettend druk. Bijna iedereen rekent iets af bij de kassa voordat ze weer vertrekken.”
Henk de Vries is de man van de details. Hij zorgt voor een creatieve inrichting, zoals de LP’s die worden gebruikt als tabbladen in de platenhoek. (foto: Streekstad Centraal)
De veertigjarige Paul en de acht jaar jongere Henk werkten al bijna tien jaar bij Parlan. Met een goed salaris, goed pensioen, vakantiedagen, vakantiegeld. De overstap van beiden naar deze commerciële kringloopcarriere lijkt dan ook niet vanzelfsprekend. “We werkten bij Parlan met een bijzondere doelgroep: alleenstaande minderjarige vluchtelingen. En na negen jaar was het echt tijd voor iets nieuws,” vertelt Paul. (tekst gaat verder onder de foto)
Voor een oude kassa is misschien ook nog wel een koper. (foto: Streekstad Centraal)
Het idee voor De Kameleon ontstond tijdens de Parlan-werkzaamheden, waarbij ze onder meer jongeren hielpen met hun eerste eigen woning. Vaak door samen meubels en andere spullen te verzamelen. “Op een gegeven moment stroomden er minder jongeren door en bleven we met veel spullen zitten. Toen zijn we gaan nadenken: wat kunnen we hiermee doen? Zo ontstond het idee voor een kringloopwinkel.”
Het duo begon een jaar geleden echt met het verzamelen van spullen. “We haalden via Marktplaats gratis goederen op rond Alkmaar en vertelden vrienden en familie over ons plan. Voor we het wisten hadden we vier loodsen vol. Iedereen ging spontaan z’n zolder opruimen en kwam met auto’s vol spullen,” blikt Paul terug. (tekst gaat verder onder de foto)
De items werden zorgvuldig opgeslagen in containerboxen, totdat de winkelruimte aan de Laat beschikbaar kwam. “We wilden niet met een lege winkel beginnen. Het is een grote zaak van zo’n 500 vierkante meter. Dan moet het meteen goed gevuld zijn.”
De inrichting is dan ook divers te noemen: “We hebben hoekjes met platen, vintage meubels, kleding – vooral dames- en kinderkleding – boeken, servies en zelfs tuinartikelen.” De ontvangst van de buurt was warm. “De buurman van de hifi-winkel TuneIn kwam kennismaken en bracht direct matrassen die hij over had. Mensen reageren positief en het delen van ons plan zorgde ervoor dat de inbreng van spullen ook lekker op gang kwam.” (tekst gaat verder onder de foto)
De Kameleon wil zich onderscheiden met kwaliteit en een gevarieerd aanbod. “We zijn niet zo groot als Rataplan, dus we moeten selectief zijn met wat we aannemen. Mensen kunnen spullen brengen, maar voor grote meubels vragen we eerst een foto via whatsapp voor we iets ophalen,” legt Paul uit.
Over de prijzen is bewust nagedacht: “We hebben onderzoek gedaan bij andere kringloopwinkels en kijken per item wat redelijk is. We willen niet dat mensen het hier goedkoop kopen en direct voor veel meer doorverkopen, maar we willen ook niet té duur zijn. Bij bijzondere vondsten wordt wel even opgezocht wat ze waard zijn. “Voor een kinderstoel kreeg ik het advies: vraag daar maar wat meer voor, die zijn zo weg.”
Hoewel De Kameleon een commerciële onderneming is, willen Paul en Henk van meet af aan ook sociaal bijdragen. “We hopen, zodra het financieel kan, met goede doelen samen te werken – met nadruk op de doelgroep jongeren en ouderen, waar ons hart ligt. Maar eerst moeten we zelf wat opbouwen en zorgen dat er genoeg inkomen is voor twee gezinnen en de huur.” (tekst gaat verder onder de foto)
De winkel staat vol, zodat er overal wat te ontdekken valt in de winkel. (foto: Streekstad Centraal)
De ondernemers hebben een duidelijke taakverdeling – Paul regelt en vindt spullen, Henk zorgt voor de afwerking en inrichting. “We vullen elkaar goed aan,” bevestigen ze. De winkel moet meer zijn dan alleen tweedehands artikelen. “We willen elke keer het interieur aanpassen, inspelen op thema’s als kerst, en mensen laten sneupen, zoals Henk dat noemt. Elk hoekje moet vol verrassingen zitten.”
Ze hebben een huurcontract voor een jaar getekend. Als de winkel na een jaar niet genoeg oplevert om van te leven, kunnen ze ermee stoppen zonder dat ze veel verplichtingen hebben die als een molensteen om hun nek hangen. En wat zouden ze gaan doen als het avontuur mislukt? “Parlan wil ons vast wel weer terug hebben, we zijn zonder problemen weggegaan. En anders gaan we gewoon weer iets heel anders doen.”
In Heerhugowaard krijgt de zorg een nieuwe plek. Het college van Dijk en Waard heeft besloten dat er naast het Huygens College aan de Middenweg een modern medisch centrum gebouwd gaat worden. Daarmee verhuizen verschillende huisartsen, een apotheek, een tandarts en fysiotherapiepraktijken uit hun huidige panden bij winkelcentrum Middenwaard. Dat gebied – in de volksmond ook wel ‘Klein België’ genoemd vanwege de rommelige uitstraling – maakt zo plaats voor woningbouw.
Op de vrijkomende locatie aan de Middenweg en Middenwaard zullen ontwikkelaars Belle-Vue Wonen BV en Bot Bouw BV twee woongebouwen realiseren met in totaal ongeveer 160 appartementen. Over de samenwerking is een anterieure overeenkomst gesloten, waarin afspraken zijn vastgelegd over de kosten, parkeergelegenheid en de inrichting van de openbare ruimte.
De gemeente speelt een actieve rol en stelt de raad voor om een grondexploitatie te starten onder de naam ‘Stadshart Zuid-West Medisch Centrum’. Deze loopt vier jaar en er wordt momenteel uitgegaan van een positief resultaat van ruim 33.000 euro.
De betrokken ontwikkelaars hebben de oude panden inmiddels in eigendom, waardoor de voorbereidingen al in volle gang zijn. In oktober worden de officiële overeenkomsten met alle zorgpartijen en bouwbedrijven ondertekend. Als de planning wordt gehaald, start de bouw van het medisch centrum in november 2025.
(hoofdfoto: Gemeente Dijk en Waard)
Met een knal schiet het confettikanon kleurige slierten over een vrolijke groep mensen op het Hema-plein in winkelcentrum Middenwaard in Heerhugowaard. Het is het startschot van de feestmaand die donderdag werd afgetrapt door wethouder Fred Ruiten en vier ondernemers van het eerste uur. “Wel lachen mensen, want over 50 jaar duikt deze foto weer op.”
Winkelcentrum Middenwaard bestaat 50 jaar en viert dat deze maand met een reeks festiviteiten. Het winkelcentrum is sinds 1975 uitgegroeid tot het grootste overdekte winkelcentrum van Noord-Holland, een regionale voorziening die zowel inwoners van Dijk en Waard als bezoekers uit de wijde omgeving trekt.
Volgens wethouder Ruiten is het winkelcentrum de afgelopen decennia sterk veranderd. Waar het in 1975 een relatief klein winkelcentrum was tussen de stolpboerderijen en weilanden, is het inmiddels het kloppend hart van een middelgrote stad met een ruim aanbod aan winkels en horeca. (tekst gaat verder onder de foto)
Wethouder Fred Ruiten spreekt de mensen toe vlak voor de aftrap van de feestmaand vanwege het 50-jarig bestaan van winkelcentrum Middenwaard. (foto: Streekstad Centraal)
Ruiten stelt dat juist de continue vernieuwing en het lage leegstandspercentage bijdragen aan het succes: “Middenwaard begon kleinschaliger en is na diverse verbouwingen enorm gegroeid. Mensen uit de hele regio – en zelfs toeristen – komen hier om te winkelen, zeker als het weer minder is.”
Ruiten vervolgt: “Het centrum is meegegroeid met de tijd: waar het ooit alleen om winkelen draaide, is er nu volop horeca, beleving en ruimte voor ontmoeting.” Ook vindt hij het opvallend dat het centrum na de coronapandemie veel sneller dan andere winkelcentra terugkeerde op het oude omzetniveau, een feit dat eigenaar Wereldhave bevestigt.
Wethouder Ruiten heeft de indruk dat de fysieke winkels alweer terrein terugwinnen op internet. “Het is aan de winkeliers om de consument te verleiden om hun aankopen in het winkelcentrum te doen. Steeds meer winkels zijn daarom bezig met de beleving van het product in hun winkel, zoals de ondernemers van de Fromagerie en juwelier Schouten al 50 jaar doen. Ik hoop dat daardoor steeds meer mensen worden verleid om vaker naar een echte winkel te gaan, in plaats van alles online te kopen.” (tekst gaat verder onder de foto)
Wethouder Fred Ruiten van Dijk en Waard samen met de Middenwaardse ondernemers van het eerste uur: de familie Schouten van de juwelierszaak, Kelly en Willem Dings van de Fromagerie en Kees Komen van de drogisterij (later Etos) (foto: Streekstad Centraal)
Met de groei van het Stationskwartier, nieuwe woningbouw en blijvende ondernemerszin verwacht Ruiten dat Middenwaard nog decennialang voorziet in de wensen en behoeften van de regio. Volgens wethouder Ruiten verklaart dat het blijvende succes en de levendigheid van Middenwaard: “Het winkelcentrum blijft vernieuwen en inspelen op hedendaagse trends.”
Ter gelegenheid van het jubileum is het plein in het winkelcentrum voorzien van het levensgrote Selfie Cadeau, waar bezoekers cadeaus kunnen doneren aan Stichting Jarige Job. De mascotte van stichting Jarige Job was daarom aanwezig bij het feestelijke startschot van de 50-jarige jubileumviering. De komende weken worden diverse activiteiten georganiseerd, met als doel niet alleen te vieren, maar ook verbinding tussen ondernemers en bezoekers te stimuleren.
De zon breekt langzaam door de wolken en rond de Witte Kerk vult de lucht zich met de geur van verse gerechten. Het grasveld rondom de kerk verandert in een culinair en zomers paradijs. Heiloo Proeft is al in volle gang. Met een glas wijn of een koel biertje in de hand struinen bezoekers langs de stands van zes lokale restaurants, terwijl muziek en gezelligheid de toon zetten.
Bezoekers slenteren langs de verschillende kraampjes. Overal is iets anders te krijgen. Van verfijnde hapjes tot stoere streetfoodgerechten. Bij de kraampjes staat een rij nieuwsgierige mensen, en vaak hoor je na de eerste hap een tevreden “mmm” of een verbaasde “oh, dat is lekker!”.
Bescheiden porties zorgen ervoor dat er overal iets nieuws te proberen blijft. Aan een statafel klinkt tevreden gelach als een groep vrienden net hun bordjes heeft opgehaald. “Het leuke is dat je steeds weer iets anders kunt uitproberen,” vertelt één van hen. “En het is betaalbaar, waardoor je makkelijk meerdere dingen kunt proeven, zo zijn we de hele dag wel zoet.” (tekst gaat door onder de foto)
Zes Heilooër horecagelegenheden bundelden de krachten en zorgden voor een volgens de bezoekers zeer geslaagde eerste editie van Heiloo Proeft.
Met een glas wijn of een frisse cocktail erbij voelt het alsof het grasveld voor even verandert in een openlucht-restaurant. “Het is net alsof we op vakantie zijn, maar dan gewoon hier in Heiloo,” zegt een duidelijk genietende bezoeker lachend, terwijl ze met haar bordje naar een van de statafels tafel loopt.
Ook de mensen áchter de kramen genieten zichtbaar. “We zijn natuurlijk gewend om in ons restaurant te werken,” zegt een medewerker terwijl hij een gerecht opschept. “Maar dit is veel leuker, omdat je direct ziet hoe mensen reageren. Iedereen is vrolijk, iedereen heeft zin om iets nieuws te proberen. Dat is erg leuk.”
En er is aan alle leeftijden gedacht, want terwijl ouders aan een glas wijn nippen, kunnen de kinderen spelen op het springkussen of dansen op de muziek. “Normaal gesproken zijn festivals vaak niet zo kindvriendelijk,” vertelt een moeder. “Maar hier kan je gewoon met het hele gezin naartoe. De kinderen hebben de ruimte, en wij genieten mee.” (tekst gaat door onder de foto)
Tussen de gezelligheid door zijn er verschillende optredens, waaronder Bateria Unidos D’Alcmaria die het grasveld om de Witte Kerk voorzien van Braziliaanse samba. (foto: Streekstad Centraal)
Tussen de kraampjes door klinken de klanken van een optreden, en dat geeft toch net even dat extra stukje sfeer. Terwijl groepen vrienden staan te proeven en praten, dansen ouders met hun kinderen. “Het eten is heerlijk, maar de muziek maakt het helemaal compleet,” zegt één van hen.
De kracht van Heiloo Proeft is volgens de bezoekers dat het mensen samenbrengt. Bekenden komen elkaar spontaan tegen, onbekenden raken met elkaar aan de praat. “Het voelt als een groot dorpsfeest,” zegt een man die net een wijntje haalt. “En het mooie is: er hangt helemaal geen gedoe. Iedereen is relaxed, iedereen heeft het naar z’n zin.”
Eigenlijk klinkt vaak hetzelfde geluid: dit mag vaker. “Dit is pas de eerste editie,” laat iemand Streekstad Centraal weten, “maar als het aan mij ligt komt dit elk jaar terug. Heiloo heeft zoiets echt nodig.” Een groepje jongeren dat langsloopt knikt instemmend. “Ja, dit moet gewoon een traditie worden. Lekker eten, muziek, gezelligheid – wat wil je nog meer?”
Het bijna vijftien jaar sleutelen aan scooters en brommers houdt binnenkort op voor de Bromshop in Heiloo. Eigenaar Bob Erkamp (40) vindt het mooi geweest. Toch stopt hij niet, maar richt hij zich op een nieuwe toekomst voor hem en zijn team. Op bedrijventerrein De Oude Werf gaat Bob zich richten op zorgmobiliteit. Dus bijvoorbeeld rollators, scootmobielen en aangepaste fietsen. Daarmee verdwijnt een stukje jeugdcultuur uit Heiloo, maar hij verheugt zich op de nieuwe klantenkring: “Ouderen zijn altijd zo dankbaar.”
Toen Erkamp in 2010 begon met de Bromshop, stond de scooterwereld er nog heel anders voor. “Het was vooral tweetakt, motoren die stonken maar waar iedereen aan sleutelde,” vertelt hij. Jongeren kochten opvoersetjes, wisselden uitlaten en plakten stickers om hun scooter een persoonlijk karakter te geven. “Er werd volop gesleuteld door de jeugd, dat zat echt in die tijdsgeest.”
Maar die hobbycultuur verdween. Strengere milieuregels, viertakt, injectieblokken én de hoge kosten om scooters op te voeren, haalden veel plezier uit de markt. Het echte omslagpunt was echter de landelijke helmplicht in 2023, vertelt Erkamp aan Streekstad Centraal. (tekst gaat verder onder de foto)
Bart Schipper in gesprek met enkele klanten van de Zorgshop bij de winkel op De Oude Werf in Heiloo (foto: Streekstad Centraal)
“Veel mensen hadden hun scooter voor de zomer, voor ritjes naar het strand. Toen ineens overal een helm verplicht werd, stapten de mensen massaal over op de elektrische fiets of fatbike. Het gemak van met 25 km/u zonder helm rijden bleek aantrekkelijker.”
Daarmee zakte de vraag naar scooters en brommers definitief in. Nieuwe verkoop werd schaars, en wat resteerde waren vooral reparaties – vaak aan slecht onderhouden voertuigen of goedkope fatbikes van inferieure kwaliteit. “We hadden steeds minder plezier in alleen maar problemen oplossen. Het werd negatief. En zoiets wil je niet draaiende houden.”(tekst gaat verder onder de foto)
Assistent-bedrijfsleider Rocky neemt de komende maanden afscheid van de reparatie van scooters en brommers, en blijft werken in het team voor De Zorgshop (foto: Streekstad Centraal)
Rondom de sluiting doen al geruchten de ronde dat de Bromshop kopje-onder zou zijn gegaan. Erkamp wil dat misverstand uit de wereld helpen: “Als we failliet waren, was de deur meteen dichtgegaan. Dit is een bewuste keuze. Brommers zitten ons nu in de weg, terwijl de zorg-tak hard groeit. Het werd tijd om die stap officieel te maken.”
Vier jaar geleden verhuisde de Bromshop al van de Stationsweg in Heiloo naar het huidige pand op De Oude Werf. Daar begon Erkamp voorzichtig met reparaties voor rollators en scootmobielen. “Een klant vroeg of we een bandje van een rollator konden vervangen, een ander om een kabeltje. Toen dacht ik: waarom eigenlijk niet? Dat kleine hoekje beneden is nu uitgegroeid tot een complete showroom voor zorgmobiliteit.”
Een sleutelmoment was begin 2024, toen jeugdvriend Bart Schipper aanhaakte. “Hij zat even zonder werk en twijfelde wat hij wilde. Tijdens een gesprek zei ik voor de grap: misschien moet jij de zorgtak opzetten. Hij lachte, maar een week later belde ik hem terug. We besloten het gewoon te proberen.” (tekst gaat verder onder de foto)
Van jonge klanten naar oudere klanten. Bob Erkamp krijgt energie van de dankbaarheid die veel ouderen laten blijken. (foto: Streekstad Centraal)
Binnen anderhalf jaar explodeerde de vraag. Vooral het dealerschap in hoogwaardige driewielfietsen zorgde voor een doorbraak. De zorgactiviteiten werden al snel groter dan de scooterhandel. “Eigenlijk is het vooral dankzij Bart dat dit zo’n succes werd. Hij heeft het project echt vormgegeven,” benadrukt Erkamp.
Terugkijkend op vijftien jaar Bromshop heeft Erkamp meerdere dierbare momenten. Het hoogtepunt was volgens hem de stap naar de grote winkel aan de Stationsweg. “Ik kwam uit een klein hok op het industrieterrein, werkte nachten door om iets op te bouwen. Toen kon ik ineens midden in Heiloo een mooie, ruime zaak openen. Dat voelde echt als beloning voor keihard werken. Tijdens die jaren liep het fantastisch, en dat vergeet je nooit.”
Ook het initiatief tijdens de coronaperiode noemt hij bijzonder: “We boden gratis onderhoud aan scooters van zorgpersoneel. Mensen die naar het ziekenhuis moesten, konden direct rijden. Dat gaf heel veel voldoening en publiciteit. Je kon echt iets terugdoen voor de zorg.” (tekst gaat verder onder de foto)
Brommers, scooters, scootmobielen en driewielers staan nu nog door elkaar in de showroom aan De Oude Werf in Heiloo. (foto: Streekstad Centraal)
Daarnaast denkt hij met trots aan zijn medewerkers. In vijftien jaar hebben tientallen jongeren, stagiairs en vaste krachten de winkel bevolkt. Sommigen bleven tien jaar hangen. “Ik heb het altijd belangrijk gevonden dat het werken hier gezellig en collegiaal bleef. Veel van hen zijn nog steeds vrienden. Er is eigenlijk nooit iemand met ruzie weggegaan. Dat vind ik misschien nog wel het mooiste.”
Met de overstap naar de zorg spreekt Erkamp van een “heel ander gevoel”. Waar de scooterwereld steeds meer stress en ongeduld kende – jongeren die op dag één al wilden weten of hun scooter klaar was – is de sfeer in de zorgwinkel totaal anders. “De klanten zijn dankbaar. Als je iemand een scootmobiel bezorgt, kan diegene weer zelfstandig een rondje rijden. Dat geeft gewoon veel meer energie dan boze telefoontjes over een opgevoerde scooter.”
Het pand in Heiloo wordt na de jaarwisseling verbouwd. De benedenverdieping verandert in een ruime showroom waar rolstoelen, rollators, scootmobielen en aangepaste fietsen overzichtelijk worden gepresenteerd. Scooters en brommers zullen er niet meer tussen staan. Met De Zorgshop willen Erkamp en Schipper zich volledig profileren in een markt die juist groeit. (tekst gaat verder onder de foto)
Eigenaar Bob Erkamp (links) van de Bromshop houdt de positieve sfeer in zijn bedrijf graag vast. Dat lukt beter met positieve en dankbare klanten, zo legt hij uit.
Toch zal het even wennen zijn voor Heiloo en omstreken. Generaties jongeren kwamen langs bij de Bromshop voor een nieuwe scooter, een uitlaat of een snelle reparatie. “Eigenlijk sluiten we met deze beslissing een tijdperk af,” zegt Erkamp. “Vijftien jaar lang hoorde de scooter gewoon bij Heiloo. Maar je merkt: de jeugd sleutelt niet meer en kiest voor andere vormen van mobiliteit. Dat moet je accepteren. Gelukkig kunnen wij iets nieuws beginnen dat minstens zoveel betekenis heeft.”
En zo eindigt het tijdperk van de brommers in Heiloo, maar krijgt Heiloo er tegelijk een toekomstgerichte Zorgshop voor terug. Of zoals Bob Erkamp het samenvat: “Het verhaal van de Bromshop stopt, maar ons verhaal gaat door.”
(Hoofdfoto: Bart Schipper die de Zorgshop een vliegende start heeft gegeven, eigenaar Bob Erkamp op zijn speciale scooter en assistent-bedrijfsleider Rocky Doesburg tussen de scooters en scootmobielen)
Als je aan Ernst Huider vraagt waar zijn liefde voor treinen vandaan komt, hoeft hij niet lang na te denken. “Dat zat er al vroeg in,” zegt hij met een glimlach. Zijn vader was vroeger altijd bezig met modeltreinen en dat sloeg al snel over. Als kind stond Ernst geregeld op station Heerhugowaard – camera in de aanslag – om foto’s en video’s te maken van echte treinen. Dit jaar viert hij samen met zijn vrouw en werknemers een bijzondere mijlpaal: Huider Modelbouw bestaat 25 jaar. “Op naar de volgende 25 jaar.”
Voordat hij zijn eigen winkel begon, werkte Ernst tien jaar lang bij Intertoys, waar hij in 1990 gevraagd werd om de modeltreinenafdeling te coördineren. In 2000 was het tijd voor de volgende stap: een eigen zaak. Wat begon in een klein pand aan de Bevelandseweg in Heerhugowaard, groeide al snel uit tot dé plek voor modelbouwliefhebbers uit het hele land. (tekst loopt verder onder de foto)
Ernst Huider bij de modelbaan die volgens hem nooit af zal zijn: Huiderstad (foto: Streekstad Centraal)
“Binnen een paar maanden moesten we al verhuizen omdat het zo hard ging,” vertelt Ernst. “We verhuisden toen naar het Stationsplein waar we door de jaren heen zijn uitgebreid door aangrenzende panden bij het bedrijf te trekken.” Inmiddels zit de winkel op een fijne plek aan de M. de Klerkweg in Heerhugowaard. “Net als de andere locaties heeft ook dit pand zicht op het spoor, en daar lette ik ook standaard op bij het zoeken naar een pand.”
Loop je in de winkel naar boven, dan betreed je Ernst’ treinenwereld: Huiderstad. Een enorme modelbaan waar hij al jaren aan werkt. “Het begon ooit op zolder bij ons thuis, maar sinds 2013 heb ik hem verplaatst naar de winkel,” vertelt hij. De baan is meterslang en zit bomvol details: van oude Duitse dorpen tot het oude station van Heerhugowaard met zijn kenmerkende drie sporen. (tekst gaat door onder de foto)
Op de zolder van het pand is de modelbaan van Ernst te bewonderen, en daar zitten al flink wat uurtjes werk in. (foto: Streekstad Centraal)
Tijdens de open dagen – waarvan er weer eentje aankomt – kunnen bezoekers een kijkje nemen op de zolder, waar verschillende treinen over het spoorrijden. Elk in hun eigen tijdperk – van de jaren ’50 tot aan de jaren ’90. “Ik steek er elk vrij uurtje in dat ik heb,” zegt Ernst. “Maar echt klaar zal het nooit zijn.”
Wat Huider Modelbouw bijzonder maakt, is niet alleen het uitgebreide aanbod, maar vooral de sfeer en kennis. “We hebben klanten uit het hele land, die speciaal hierheen komen voor onderdelen of advies,” zegt Ernst. “En dat is ook precies waar het vaak misgaat bij anderen. Je moet een balans hebben: niet alleen liefhebber zijn, maar ook weten wat je verkoopt. De nazorg, de kennis, het contact met klanten, dat maakt het verschil tussen falen of slagen.”
Een van de klanten bevestigt enthousiast het verhaal van Ernst. “Ik kom vanuit het oosten van het land speciaal voor deze winkel hierheen”, vertelt hij. “Het aanbod wat ze hier hebben is zo groot dat ze alles hebben wat ik zoek. Helemaal als er nieuwe treinen binnenkomen wil ik er snel bij zijn.”
Dat merkt Ernst ook op. “Als er een nieuw model in het assortiment komt dan krijgen we vaak al ver van tevoren mailtjes van geïnteresseerden”, vertelt hij. “Die moeten dan vaak wel nog een lange tijd wachten voor ze het model ook echt in hun handen kunnen houden.” (tekst gaat door onder de foto)
Tijdens open dagen kunnen bezoekers de modelbaan van Ernst komen bewonderen, dan is de stad ‘Huider’ te bekijken en rijden treinen van verschillende tijdvakken over de secuur neergelegde rails. (foto: Streekstad Centraal)
Dat het bedrijf al 25 jaar succesvol draait, is in deze tijd bijzonder. “De modelbouwwinkels worden steeds schaarser,” ziet Ernst om zich heen. “Maar wij zijn er nog, en daar zijn we best trots op.”
Ernst kijkt met veel plezier terug op de afgelopen 25 jaar, maar stiekem ook alvast vooruit. “Een 50-jarig jubileum? Dat zie ik zeker nog gebeuren,” zegt hij. “Stiekem hoop ik dat mijn kinderen de modelbouw net zo leuk vinden als ik, zodat ze het op een dag over kunnen nemen.”
Voor nu heeft in ieder geval zijn dochter Sara al een eigen station in zijn project op de zolder van de winkel. Over de baan op zolder grapt hij: “Om alles helemaal af te krijgen heb ik nog zo’n 150 jaar nodig.” Voorlopig blijft hij gewoon lekker bouwen aan zijn droomwereld op zolder. Treinen laten rijden, dorpen perfectioneren, details toevoegen.
Huider is al 25 jaar lang een bekende naam in de wereld van de modeltreinen. (foto: Huinder)
Het 25-jarig jubileum wordt op zaterdag 13 september groots gevierd. Die dag komt de grootste stoomloc van Nederland naar Heerhugowaard voor een feestelijke rit. Bezoekers kunnen instappen voor een unieke reis met de stoomtrein – tussen Heerhugowaard, Alkmaar, Schagen en Hoorn. “Dat was nog wel een gedoe met de NS en ProRail om het geregeld te krijgen, maar het is gelukt. De kaartverkoop is al gestart,” vertelt Ernst tevreden.
In en rond de winkel is er die dag van alles te doen: demonstraties op de grote modelbaan, optredens van modelspoorclubs en zelfs een historische NZH-bus die pendelt tussen station en winkel.
Het terras van de Heiloër ijssalon Di Fiorentina is donderdagavond ten prooi gevallen aan vandalisme. Een groep jongeren gooide zes plantenbakken die op het terras stonden te pletter. Toen eigenaar Nick Bakker de volgende ochtend bij zijn zaak aankwam, lag zijn hele terras vol glasscherven en aarde. Toch wacht hij nog even met aangifte doen. “Ik wil met ze in gesprek.”
Na het bekijken van de camerabeelden weet Nick inmiddels dat de daders een groep jongens van 15 of 16 jaar zijn, zo schat hij in. “Ze gingen met z’n tienen om kwart voor twaalf op het terras voor de ijssalon zitten. Ik denk dat ze van een feestje terugkwamen en alcohol op hadden.”
De jongens hebben vier kleine en twee grote plantenbakken kapot gegooid, vertelt Nick. Tussen kwart over 12 en half 1 hebben de jongens het terras weer verlaten. “De glasscherven en aarde lagen over het hele terras verspreid, het was één grote bende. Het is gewoon heel jammer dat dit moet gebeuren.” De schade schat hij op een paar honderd euro. (tekst loopt door onder de foto)
Er is een uitgestoken hand, maar het gestelde ultimatum is duidelijk. Daarna volgt aangifte bij de politie.
Met aangifte doen wacht hij nog, omdat hij hoopt met de jongeren in gesprek te kunnen gaan. “Ik bereik met een gesprek denk ik meer dan als ik direct aangifte doe”, benadrukt hij. Wel stelt hij een ultimatum: de jongens hebben tot en met komende zondag om zich te melden en hun excuses aan te bieden, anders doet hij alsnog aangifte. De wijkagent heeft Nick al op de hoogte gebracht van het incident, want dat is het: “Het gebeurt gelukkig niet vaker, dit soort vernielingen.”
Alsnog is Nick niet heel erg geschrokken van de vernielingen. “Het is gewoon heel erg zonde dat zo iets moet gebeuren. Ik hoop echt dat die jongens zich voor het einde van dit weekend melden, want ik wil de dialoog met ze aangaan”. Nick en zijn collega’s hebben de troep vanochtend snel kunnen opruimen, waardoor de Heiloër ijssalon vanochtend gewoon om 11.00 uur de deuren kon openen. Doordat het terras haastig werd schoongemaakt, is er geen foto van de volledige schade gemaakt.
Mary Borsato en haar bruidswinkel ‘De Witte Markies’ zijn een begrip in Alkmaar en omstreken. Alweer 47 jaren runt ze haar winkel met liefde en passie voor haar vak. Maar ja, dat zijn toch al heel veel jaren ondernemerschap en bovendien is Mary inmiddels 80 jaar oud. Ze vindt het mooi geweest en sluit eind dit jaar definitief de deuren.
“Met pijn in mijn hart neem ik afscheid van de winkel en van het werk dat ik met zoveel liefde heb gedaan”, laat Mary Borsato via sociale media weten. “Het is een voorrecht geweest om in al die jaren zoveel bruiden te mogen helpen aan de perfecte japon voor hun trouwdag. Maar het is nu tijd om meer momenten door te brengen met mijn kleinkinderen en achterkleinkinderen en te genieten van de rust.”
Bij Mary Borsato gaat het niet alleen om het verkopen van bruidsjurken. Toen NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal, haar in 2021 tijdens de corona lockdown sprak, bleek dat eens te meer. Ze deed niet aan online verkoop en huisbezoeken. Naast dat het erg onpraktisch is – soms krijgt ze verkeerde maten en ze kan slechts een beperkte selectie meenemen – wil Mary de volledige ervaring bieden. “Voor minder ga ik echt niet open.”
Bruiden moeten lekker op hun gemak de collectie kunnen bekijken en kunnen passen. Soms gebeurt het dat een klant uiteindelijk, na wat suggesties, een hele andere jurk koopt dan ze in gedachten had. “Het kopen is een ervaring op zich; daar komt zó veel bij kijken. Vaak moet er nog het een en ander worden versteld voordat het goed voelt en lekker zit. Je mist zo de sfeer, de ambiance en het vakmanschap.”
Nog een klein half jaar, dan is het echt voorbij: op woensdag 31 december is De Witte Markies voor het laatst open. (foto: NH Nieuws)