Toeristen weten regio goed te vinden: “Dit wordt ons drukste jaar ooit”

Ger Welbers

Toeristen weten Alkmaar en de duinstreek te vinden. Meer dan ooit, zelfs volgens directeur van ‘Hart van Noord-Holland’ Ger Welbers. “2019 was het drukste jaar tot nu toe, maar we zien aan alles dat we daar dit jaar overheen gaan.” Hij is verantwoordelijk voor de regio- en stadsmarketing. “Alkmaar is een sterk merk.”

Dat het drukker is dan ooit, dat kan ook collega Miranda Tonkes bevestigen. Zij ontving in ‘haar’ VVV-winkel in de Alkmaarse Waag op één dag 1.400 bezoekers – dat zijn enorme aantallen en dan moet het seizoen eigenlijk nog beginnen. “We horen dit ook van ondernemers, dan is er gisteren net een lading kaas geleverd en vandaag komt er alweer telefoon dat het op is.”

Het verrast Welbers niet. “2019 was echt een topjaar,” vertelt hij. “2020 was natuurlijk anders, ik begon hier met werken een paar weken voor corona. Maar toen verbaasde ik me er al over hoe snel het weer aantrok in de regio. Zodra het een beetje kon kregen we telefoontjes van Duitsers die graag weer wilden komen. Nu zijn de maatregelen opgeheven en ze komen massaal.”Maar niet alleen Duitsers, benadrukt Welbers. “Ook Fransen, Italianen… En Nederlanders. Alkmaar staat in de top 10 als het gaat om een weekendje weg in eigen land.”

Alkmaar heeft natuurlijk de kaasmarkt. “Het is niet te onderschatten hoe geliefd de kaasmarkt is. Mensen willen die echt niet missen. Dit is ook echt de grootste kaasmarkt van Nederland.” Maar ook de stad zelf en de bijzondere winkels, cafés en restaurants worden hoog gewaardeerd. “De Duitse televisie, de WDR,  heeft hier een programma gemaakt over koken met lokale producten. Toen is er een Duitse chef-kok naar restaurant Neder gekomen om daar met die ingrediënten te koken. Zo’n programma wordt goed bekeken, het blijft hangen bij het Duitse publiek. En de mensen die dát mooi vinden, dat is precies de doelgroep die we hopen aan te trekken.”

Welbers spreekt in deze context van ‘duurzaam toerisme’. “Duurzaamheid is een heel groot thema in Duitsland. Dus dat spreekt mensen aan. Maar we bedoelen er ook mee dat we toeristen trekken die hier echt even blijven, die later ook terugkomen.” De regio- en stadsmarketing kijkt goed naar welke doelgroepen voor Alkmaar en de duinstreek het interessantst zijn. Niet de spreekwoordelijke bussen die met de motor nog aan even komen stilstaan, maar mensen met interesse in wat er in de regio te koop is. “Gezinnen ook. De kinderen die hier nu met hun ouders zijn, die komen over twintig jaar weer met hun eigen kinderen.”

Alkmaar is dan dé grote ster op vrijdagmorgen, maar toeristen komen zeker niet alleen voor de kaasmarkt. “Het mooie van onze regio is dat je echt alles hebt. Een mooie oude stad, maar ook mooie bossen, duinen, het strand. Daar komen de mensen voor. Je hebt hier een complete vakantie.” En omdat de regio zoveel te bieden heeft – de hoogste duinen, het oudste stadsbos, dorpjes met veel historie – spreiden de toeristen zich ook goed. “Ik geniet er zelf ook van. Ik woon hier, maar ik kom van oorsprong uit Amsterdam. Wat je hier hebt, bos, duin, polder, stad, alles vlak bij elkaar, dat is echt uniek.”

Toeristen spreiden, dat is iets dat in Amsterdam hoog op de agenda staat. Maar in Alkmaar en de duinstreek gaat het eigenlijk redelijk vanzelf. “Er kan echt nog wel wat bij, ja. Het toerisme zorgt hier niet voor problemen. Wel kijken we bij Hart van Noord-Holland naar spreiding door het jaar heen. Niet alle evenementen in de zomer, bijvoorbeeld. We prikkelen organisaties om ook naar data buiten de zomer te kijken. We werken goed samen met evenementenorganisaties in de regio.”

De spreiding over het jaar heen zorgt er ook voor dat het toerisme meer en meer een constante is. Een echt ‘seizoen’ is er eigenlijk niet meer. “De winter is nog redelijk rustig. Maar wat ooit alleen de zomervakantie was, dat is nu uitgesmeerd over een groot deel van het jaar. En dat is goed voor onze regio.”

Cyan ziet nog kansen: “We zijn nog volop met de wethouder in gesprek”

“Het is een lang en slepend verhaal.” Het is het eerste wat Stephan Barendse, directeur van kringloopwinkel Cyan, zegt wanneer we vragen naar het Cyan-verhaal. Onlangs is er een rapport verschenen waarin staat dat er geen meer plek voor Cyan is op het Nijverheidsplein in Heerhugowaard. Desondanks is de strijd nog niet gestreden. “We zijn nog volop met de wethouder in gesprek. Het zit ons niet mee, maar we vechten wel. In tijden van crisis zijn we een baken van hoop geweest en dat geeft ons kracht.”

In 2020 begon de kringloopwinkel. Met de snel volgende coronapandemie was het allesbehalve een vliegende start. De winkel bleef overeind, maar het tweede obstakel wierp zich alweer voor de voeten. Op het bedrijventerrein waar de winkel zit is officieel geen plaats voor retail en daarmee moet de kringloop verhuizen.  Een geschikte alternatieve plek is er vooralsnog niet en dat betekent een lange periode van onzekerheid.

Toch is Cyan niet zomaar een kringloop. Het bedrijf streeft ernaar een volwaardig circulair ambachtscentrum te worden. “Een trendy woord dat eigenlijk uit vijf woorden bestaat”, legt Barendse uit. “Milieustraat, leerplek, werkplaats, kringloop en sociale werkvoorziening. Cyan zorgt voor de opvang van jongeren en mensen die tussen wal en schip vallen. Onze winst gaat naar goede doelen. De detailhandelsfunctie is een belangrijk deel, maar die staat ten dienste van wat wij doen. We hebben echt de ambitie om uit te groeien tot een circulair ambachtscentrum, maar daar zijn investeringen voor nodig en als je nog in onzekerheid zit, ga je dat natuurlijk niet doen.”

Daarmee onderscheidt Cyan zich van de ‘mainstream retail’ en ziet het bedrijf kansen. “De kringloop is alleen de economische motor achter de sociale werkplaats. 80 – 90 procent van de kringloopwinkels staat op industrieterreinen. We hebben een jurist ingehuurd en die is ervan overtuigd dat als er een wil is, er een weg is. We hopen er linksom of rechtsom met de gemeente uit te komen. We zijn nog volop met de wethouder in gesprek.”

Barendse toont dan ook zeker begrip naar de gemeente. “De precedentwerking en het belang van de gemeente is duidelijk. Er is alleen nog geen beleid voor kringloopwinkels, dus daarom is het lastig een locatie te vinden. Ik hoop dat we een geschikte locatie kunnen vinden en dat het ook realistisch is en dat we dat kunnen financieren. We vechten er al meer dan twee jaar voor en hopen het hoofd boven water te kunnen halen. We zijn voor een grote doelgroep echt een begrip.”

Binnen drie weken hoopt Barendse meer duidelijkheid te krijgen. “De onzekerheid is slecht voor een sociaal bedrijf als ons. De onzekerheid is echt killing.”

Ex-bollenkweker Piet aanschouwt zelf bedachte robot: “Geen koffiepauze nodig en kijkt niet naar vrouwen”

Featured Video Play Icon

“Hij heeft geen koffiepauzes nodig, heeft geen kater en kijkt ook niet naar vrouwen”, lacht oud-bollenkweker Piet Apeldoorn. Het zijn zomaar wat voordelen van de ziekzoekrobot die op steeds meer bollenvelden in Nederland te vinden is. Het futuristische wagentje op rupsbanden spoort zieke tulpen op en geeft ze meteen een dodelijke injectie. Piet Apeldoorn kwam ooit met het idee: “Nooit gedacht dat het er ook echt van zou komen.”

Ziekzoeken, het is een arbeidsintensief en precies klusje, maar wel noodzakelijk. Zieke planten vormen een bedreiging voor het gezonde gewas. “Het is echt vakwerk”, vertelt Piet, voorzitter van Hortus Bulborum in Limmen en oud-baas van Apeldoorn Bloembollen in de Egmonden, tegen mediapartner NH Nieuws. “Je gaat vaak met vier tot zes goed opgeleide mensen het veld in om de zieke tulpen eruit te halen. Die kun je herkennen aan lichte streepjes op het blad, maar daar heb je echt een geoefend oog voor nodig. Ook het weer moet meezitten. Op een gegeven moment denk je: ‘dat moet toch anders kunnen’.”

Daarom kwam Piet met het idee om het ziekzoeken te automatiseren. Hij stapte met zijn idee naar Philips op zoek naar goede camera’s en belichting. Hij ging naar de Universiteit van Wageningen voor de software. Na veel tegenslagen en onderzoeken bouwde H2L Robotics uit Delft uiteindelijk de robot die nu over het Egmondse bollenveld rijdt. “Toen de machine voor het eerst bij ons op het bedrijf kwam, had ik kippenvel. Dat doet wel wat met je.”

“Helemaal perfect is de robot nog niet, maar hij leert elke keer weer bij”, vertelt operator Marc Noordermeer. “Ik heb altijd handwerk gedaan en dit is echt een innovatie. Er wordt gebruik gemaakt van deep learning techniek. Dat houdt de machines alert om virussen nog beter te herkennen. Het wordt dus alleen maar beter.”

Inmiddels rijden er in Nederland en zelfs in Nieuw-Zeeland bij elkaar 42 ziekzoekrobots rond over bollenvelden. Volgend jaar komen er nog eens 30  bij. En één van die robots draagt – niet geheel toevallig- de naam Piet. “Ja dat is wel fantastisch, dat is een waardering voor al het werk dat ik er in gestoken heb. Het doel is bereikt en dat is het allerbelangrijkste.”

Petitie voor behoud café Taverne ruim 6.500 keer getekend: “Doet erg veel met me”

Featured Video Play Icon

‘Hartverwarmend’, zo noemt Steef van Leeuwen van de Taverne in Bergen alle steun die hij heeft gekregen sinds de toekomst van de kroeg op de tocht staat. Een petitie werd meer dan 6.500 keer ondertekend. Ook de gemeente heeft hem in een gesprek laten weten het belang van het café te onderstrepen. “Of het veel opschiet, is maar de vraag”, vertelt Van Leeuwen nuchter. “Het laat in elk geval wel zien dat mensen de plek in hun hart hebben gesloten.”

Het is inmiddels vaste prik op de eerste woensdag van de maand. Dan verzamelen muzikanten uit Bergen en omstreken zich bij de Taverne om lekker muziek te maken tijdens de jamsessie. Iedereen die wil, kan aanhaken. “De Taverne is een kweekvijver voor muzikaal talent”, vertelt organisator Wouter Mooy tegen mediapartner NH Nieuws. “Er gebeuren hier hele bijzondere dingen. Het is doodzonde als dat verdwijnt.”

Maar de toekomst is dus onzeker. De pandeigenaar heeft uitbater Van Leeuwen in een brief laten weten dat de huurovereenkomst volgend jaar wordt beëindigd. Nu de pachtovereenkomst van de uitbater bijna is verlopen, wil hij de tent overdragen aan zijn kinderen. “Ik viel echt om van verbazing, krabbel je net op na corona krijg je dit. Het doet erg veel met me.”

Van Leeuwen vraagt zich – net als veel vaste gasten – af waarom juist de Taverne plaats moet maken voor een exclusief restaurant. “Ik begrijp dat niet”, vertelt Van Leeuwen. “Als ik de verhalen mag geloven is de eigenaar stinkend rijk. Waarom begint hij niet ergens anders een restaurant?”

Pandeigenaar Lex Schrama is niet van plan om een ander pand te kopen of te huren voor zijn plannen. “Waarom zou ik? Het is al vijftig jaar mijn eigendom en ik wil het daarom gebruiken. De exploitant kan zelf ook op zoek naar een andere plek.”

Het feit dat zoveel mensen in de bres springen voor de Taverne is ook Schrama niet ontgaan. “Ik begrijp dat het erg leeft in Bergen, maar ja wat moet ik ervan vinden? Er komt iets veel mooiers voor terug en nu wil ik het telefoongesprek graag beëindigen.”

“Het is gewoon erg kortzichtig”, vertelt muzikant Wouter Mooy. “Eigenlijk zou Schrama hier eens heen moeten komen om zelf te ontdekken hoe uniek de Taverne is en om zich te laten inspireren, want dat is wat hier gebeurd. Dat je dit door het afvoerputje wegspoelt is eeuwig zonde.”

Bobs wil nostalgische nachtclub Turbo2000 in Uitgeest weer openen

Er moet nog wel het een en ander aan opknapwerk gebeuren, maar Turbo2000 komt terug. De planning is dat na de zomer deze iconische tent – ook populair bij mensen uit de regio’s Alkmaar en West-Friesland – zijn deuren weer opent. “Het is echt nostalgisch”, zegt Marthijn Hink, directeur operatie bij Bobs Party & Events.

De oude rode bankjes staan er nog, maar de bekleding zit onder de vlekken en de kauwgom. Op de muren zitten de welbekende gouden glitters en de verf op het hout tussen de spiegels op het plafond bladdert af. “Het is allemaal heel ‘authentiek'”, vertelt Marthijn tegen mediapartner NH Nieuws. “Het ziet er hartstikke leuk uit, maar het komt wel uit het jaar nul. We willen een nieuwe vloer, nieuwe verlichting. En dj’s kunnen niet met deze dj-tafel werken, zo oud is die. We hebben draaitafels waar niet eens een usb in kan, want vroeger ging het met cd’s.”

Bobs was bijna 40 jaar in handen van de familie Martens. Turbo was open tot 1996, maar toen Bobs Saloon open ging, kwam er bijna niemand meer in Turbo en ging het dicht. Anderhalf jaar geleden heeft de familie Martens Bobs verkocht aan Tumbler Investments, die er nieuwe uitbaters voor zocht: eigenaar Vincent Chen, Guda Hink als event manager en Marthijn.

Marthijn is sinds het begin van het jaar bij de club en heeft veel ideeën voor Bobs. Turbo2000 staat daarbij wel hoog op zijn lijst. “Toen ik hier net kwam sprak ik wat mensen van de oude garde, die een biertje op vrijdag kwamen drinken. Zij vroegen: ‘ga je Turbo2000 ook terugbrengen?’. Een ander zei: ’25 jaar geleden heb ik daar mijn huidige vrouw ontmoet’. Daar kan je niet niks mee doen.”

Toine van Bakel, oftewel djToine, was jarenlang de huis-dj van Turbo en kan zich de discotheek nog goed herinneren. “Ik vond het als klein jongetje altijd al een magische plek. Het had een bepaalde aantrekkingskracht. Ik vond het er gaaf uitzien. En als dj stond je centraal, midden op de dansvloer. Alles gebeurde om je heen.” Ook qua muziek was Turbo anders. “In andere discotheken werd van alles gedraaid. Maar in de Turbo werd gewoon veel meer moderne muziek gedraaid. Daar kreeg je geen Normaal te horen. Er werd ook echt gemixt door dj’s. Het was wat dat betreft een muzikaal vooruitstrevende zaak.”

Toch hoopt Toine wel dat er in de huidige tijd plaats is voor zo’n discotheek, die iedere vrijdag en zaterdag open is. “De 35 plussers zijn gewend om iedere week te stappen. Vroeger moest je erbij geweest zijn en tegenwoordig maak je het online mee via je mobiel en sociale media. Tegenwoordig ga je tinderen om aan je date te komen, maar vroeger moest je de discotheek in. En er zijn natuurlijk veel festivals bijgekomen. Daar kan een lokale discotheek niet tegen opboksen.”

Als alles volgens plan verloopt zal de Turbo na de zomer weer open gaan. Hoe vaak dat zal zijn, hangt ook volgens Marthijn af van de animo, maar hij gelooft er helemaal in. “We beginnen met een 90’s party”, legt hij uit. “Als de jongeren het ook leuk vinden, breiden we uit. Wat heb je nou nog voor nachtclubs in de regio. In de coronaperiode zijn er ook wat tenten weggevallen. We kunnen dat gaan rocken.” Ja, en wie gaat er dan draaien op die 90’s party? “Dj Jean misschien of dj Dimitri. Ik heb ze alleen nog niet benaderd”, lacht Marthijn. “Dus mannen, neem even contact met me op.”

Be Your Selfie Tour: selfie walhalla voor ouders, opa’s en oma’s en tiktoktieners

Kamers in alle kleuren van de regenboog, schommels en ballenbakken. In winkelcentrum Middenwaard in Heerhugowaard werd donderdagochtend de ‘Be Your Selfie Tour’ groots geopend. De naam zegt het eigenlijk al: een tour waar je het perfecte plaatje van jezelf kunt schieten. En daarvoor heb je  twaalf versierde kamers tot je beschikking. Om precies 11 uur knipte influencer Mikki van Wijk, wellicht bekend van The Voice, het lintje door. De tour is nu écht geopend. Mikki post zelf veel foto’s op Instagram en is daarom het gezicht van de tour. “Het voelt echt als een eer dat ik hiervoor ben gevraagd”, zegt ze.

Het winkelcentrum wil met deze tour de mensen een unieke beleving bieden. “Je mag hier écht jezelf zijn, doe maar zo gek als je wil’ zegt Janneke Doorenbosch van winkelcentrumeigenaar Wereldhave. Zij denkt dat dit een goede trekker wordt voor het winkelcentrum. “De doelgroep is gewoon heel divers, ouders met kinderen, opa’s en oma’s, tiktoktieners maar ook gewoon volwassenen.’’

Een kwartier na de opening stroomde de kamers al vol met basisschoolleerlingen van scholen uit Heerhugowaard. Eerst gaan ze even alles rustig ontdekken. “Als de meester zegt dat we onze telefoon mogen pakken, dan gaan we foto’s maken en dan gaan we helemaal los!”, zegt een leerling. Na de selfies krijgen ze een workshop over online veiligheid op social media. Uiteraard horen daar tips & tricks bij over hoe je je profiel moet afschermen en hoe je om moet gaan met online pesten.

Volgens Wereldhave is de workshop belangrijk voor de leerlingen. “We doen dit voor groep vijf tot en met acht, zij zitten namelijk in een leeftijd waarin ze social media beginnen te ontdekken en zijn toch wat kwetsbaarder. Daarom willen wij ze alvast op de hoogte stellen.”

Het concept is niet helemaal nieuw. Meerdere winkelcentra in Nederland hebben al zo’n tour op bezoek gehad. Wie ook wel eens de perfecte selfie wil maken kan tot en met 30 juni terecht bij de ‘Be Your Selfie Tour’ in winkelcentrum Middenwaard. Toegang kost vier euro.

Zij-instromers oplossing personeelstekort installatiebedrijf? “Ik werkte twintig jaar in supermarkt”

Featured Video Play Icon

Welke sector heeft er geen last van? Personeelstekort. Voor zorgmedewerkers, buschauffeurs, maar ook onderwijspersoneel staan honderden vacatures open. Bij installateur Feenstra worden 250 monteurs gezocht. Wethouders René Schoemaker en Fred Ruiten van Dijk en Waard namen een kijkje bij de marktleider in installatietechniek, die schreeuwt om personeel en daarbij zoekt naar creatieve oplossingen.

Woensdag in de Heerhugowaardse vestiging van Feenstra. Een ruimte vol nieuwe medewerkers zit klaar voor de komst van wethouders Schoemaker en Ruiten. Waar het jaren geleden ondenkbaar was om zonder een technische achtergrond aan de slag te gaan als monteur, is dat nu meer regel dan uitzondering. “Iedereen wil verduurzamen, maar tegelijkertijd hebben we niet de monteurs op de plank liggen”, vertelt projectmanager Ruben Philippo voor de camera van Dijk en Waard Centraal. “Daarom zijn we begonnen met zij-instromers.” Ruiten kijkt rond in het bedrijf en vraagt hier en daar om uitleg. “Het is mooi om te zien dat Feenstra niet alleen zoekt naar scholieren, maar ook kijkt naar zij-instromers. Er zijn veel mensen die wat anders willen en hier een prima opleiding kunnen volgen.”

De nieuwe werknemers komen uit alle hoeken en gaten van de arbeidsmarkt. Ze hebben soms al tientallen jaren ervaring in een andere branche. Zo ook Jordy Kok, twintig jaar werkzaam bij een supermarkt. “Ik heb vaker gedacht aan werk in de techniek. Ik keek naar vacatures, maar overal werden ervaren monteurs gezocht. En toen kwam ik dit opleidingstraject tegen. Ik heb in tien weken geleerd om monteur te worden.”

En wat Philippo betreft is het werken met zij-instromers een van de oplossing voor het personeelstekort: “Als je twee rechterhanden én een goede mindset hebt, kan je monteur worden.”

Supschool Cup of Sup geeft ook tijdens Pasen en Koningsdag suples: “Je komt helemaal tot rust op het water”

Bij supschool Cup of Sup in Broek op Langedijk, kan je in de maand april zelfs tijdens de feestdagen lekker op het water dobberen. Gewapend met een peddel en op de sup. Tijdens de Pasen sup Tour kunnen er bijvoorbeeld paaseieren worden gezocht en tijdens de Koningsdag sup Tour krijg je niet alleen korting als je oranje gekleed bent, maar ook een oranje lekkernij. Jennifer Simons, oprichter van Cup of Sup is niet bang dat ze daardoor zelf de feestdagen mist. “Op koningsdag suppen we vooral in de ochtend, dus er is nog genoeg tijd om zelf ook naar een markt of naar iets anders te gaan. Ik vindt het zelf niet erg.”

De Supschool heeft veel verschillende sup-activiteiten, zo kun je met je hond suppen, een kinder-of bedrijfsfeestje geven, een Sup fit doen met een workout op het supboard of een suptocht maken met volle maan. In dat geval worden de sups versierd met verlichting. Daarnaast is er ook nog de webshop, waar niet alleen sups worden verkocht: “Er is gewoon heel veel wat mensen willen kopen op het gebied van sup. We verkopen 30 soorten supboards en dat zijn allemaal versies die mensen mogen testen.”

Jennifer heeft Cup of Sup vijf jaar geleden opgericht. Vanuit haar voormalige sales en marketingbaan besloot ze met haar toen al tien jaar aan sup ervaring toch de overstap te maken en begon ze een supschool. “Als je een rondje maakt op het water kom je helemaal tot rust.” De kou houd haar ook niet tegen om het water op te gaan. “Ik vindt het leuker dan binnensporten, je kan ook de hele winter door suppen. Hier in Nederland is het niet koud. Dat denken mensen, maar het is koud in Alaska en daar suppen ze ook gewoon.” Aanmelden voor het suppen kan via de website.

Thomas gaat na dood partner verder met boekwinkel: “Valentijn heeft iets heel moois achtergelaten”

Na het plotselinge overlijden van Valentijn Ringelberg twee weken geleden is boekwinkel De Queer Boekenkast weer open. Partner Thomas Philip Acid zet de eerste en enige lhbtiq+-boekhandel van Nederland voort. “Ik ben erg blij dat ik dit initiatief door kan zetten dankzij de steun van vele mensen om mij heen.”

“Valentijn heeft echt iets heel moois achtergelaten. Laten we er met z’n allen een succes van maken”, zegt Thomas via sociale media. Valentijn Ringelberg, hij is inmiddels alweer twee weken geleden op 32-jarige leeftijd overleden. Zijn leven stond in het teken van boeken. Maar ook schrijven. In 2020 debuteerde de Alkmaarder met het Young Adult-boek ‘Voorbij het Wederwoud’ en ruim twee jaar geleden stond hij aan de wieg van een Facebookgroep voor liefhebbers van ‘inclusieve boeken’. In korte tijd ontstond een netwerk van lezers, schrijvers, uitgevers en bibliotheekhandelaren. De droom van een eigen boekwinkel was geboren.

En die droom kwam eind februari uit. Valentijn en Thomas openden hun De Queer Boekenkast aan De Laat. De eerste lhbtiq+-boekenwinkel van Nederland. Het plotselinge overlijden van Valentijn zorgde voor veel geschokte reacties op sociale media. “Wat erg! Juist vorige week heb ik de winkel bezocht en zo’n leuk gesprek gehad. Heel triest bericht”, schrijft een Facebookgebruiker. Een ander: “Zo verdrietig. Ik hoop dat de boekhandel gewoon door kan.”

Dat De Queer Boekenkast door zou gaan was voor Thomas geen vraag, maar een feit. Hij schrijft: “Valentijn was een bevlogen boekenliefhebber en schrijver en zal als zodanig voortleven. We zullen hem missen, maar het is goed zo.”

Podium Victorie uitgeroepen tot beste stagebedrijf in categorie: “Nu al een mooie overwinning”

Kosten hoger dan verwacht voor podium Victorie Alkmaar

Podium Victorie is uitgeroepen tot beste leerbedrijf voor mbo-studenten in de categorie ICT en Creatieve Industrie. Een hele eer, vindt bedrijfsleider Maurice Baas. Sinds 2017 heeft het Alkmaarse poppodium de hoeveelheid stages geïntensiveerd en is meer contact gezocht met scholen. “De tijd dat stagiaires alleen koffie haalden en a4’tjes moesten kopiëren is voorbij. De studenten zijn écht onderdeel van de organisatie.”

De verkiezing is een initiatief van Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Podium Victorie biedt verschillende stages aan, waaronder facilitair, marketing en licht- en geluidtechniek. Volgens de jury is vooral de mensgerichte aanpak van het poppodium opvallend.

“Het is nu al een mooie overwinning”, vertelt bedrijfsleider Maurice Baas in gesprek met Alkmaar Centraal. “Van de meer dan vierhonderd genomineerde stagebedrijven in onze categorie bleven steeds minder over en nu zijn wij de winnaar. Ik had dit nooit verwacht.”

Al sinds het begin van Podium Victorie worden bij de Alkmaarse muziektempel stages aangeboden. Hoog in het vaandel staat de eigen verantwoordelijkheid van de studenten. “Ze zijn deel van de organisatie en komen dus ook binnen als nieuwe collega’s. Ze krijgen een eigen e-mailadres, persoonlijk pasje en een welkomstpakket. Dat klinkt misschien vreemd, maar een opleiding en daarmee ook een stage moet een realistische stap zijn naar het bedrijfsleven.”

En dat bedrijfsleven zorgt niet alleen voor een stageplek; juist een wisselwerking met het onderwijs is volgens Baas het leukste. “Samen met een aantal collega’s geef ik bijvoorbeeld gastlessen op het Horizon College. Als gastdocent kunnen we dan vertellen over de evenementenindustrie of bijvoorbeeld het gebouwbeheer.”

Of Podium Victorie tijdens de finale op 15 mei verwacht uitgeroepen te worden tot beste stagebedrijf van Nederland? “Tot nu toe had ik zelf een terughoudend gevoel en dat houd ik graag vast. Met gepaste bescheidenheid en trots wachten we de uitkomst af.”