Dat het hoekje van de Alkmaarse Laat er beter uitziet sinds de geelgekleurde grootgrutter open is, zal niemand ontkennen. De komst van de supermarkt naar de oude V&D is te danken aan Monique Ravenstijn, een sociaal betrokken en gepokt en gemazelde onderneemster die daarmee haar werkwijze vanuit de polder naar het stadse Alkmaar heeft gebracht. “Natuurlijk is het spannend. Als het lukt ben je de koningin en anders ben je een hoop geld kwijt.”
Wie met haar in gesprek gaat wordt aangestoken door haar enthousiasme, positiviteit en drang naar sociale cohesie. Het heeft haar de afgelopen jaren een bijzonder plekje opgeleverd binnen de wereld van de supermarkten. De vestiging aan de Alkmaarse Laat is haar derde Jumbo. De andere twee zijn te vinden in Heerhugowaard en Zwaagdijk. (tekst gaat verder onder de foto)
Monique Ravenstijn zoals velen haar kennen: in gesprek met één van de klanten. (foto: NH / Frank Veenhof)
“Ik vind dat je als ondernemer de verantwoordelijkheid hebt om de wereld wat mooier te maken”, vertelt Monique aan NH, mediapartner van Streekstad Centraal. “Vroeger gingen mensen naar de kerk. Dat was het middelpunt van de samenleving; de plek waar mensen samenkomen en het leven met elkaar delen. Dat is nu de supermarkt.”
Alle ‘Monique Jumbo’s’ hebben daarom een huiskamer. “Mensen doen een boodschap en gaan dan gezellig bij elkaar zitten om bij te praten.” Maar ook aan diegenen die er geen boodschappen kúnnen doen is gedacht. Er staan inmiddels dertien ‘Mootjes-minisupers’ verspreid door Noord-Holland. Het zijn weggeefkastjes voor de minima, gevuld met gratis maandverband, eerste levensbehoeften en boeken. (tekst gaat verder onder de foto)
Een Mootjes minisuper, in delen van Noord-Holland inmiddels een begrip. (foto: NH / Frank Veenhof)
De kastjes worden overigens niet gevuld vanuit de supermarkt, het is de bedoeling dat de buurt waar ze staan de kastjes onderhoudt. “En zo hebben we een beetje de functie die de kerk vroeger had. Daar zorgde men ook voor elkaar”, legt Monique uit.
Ze hoopt dat de komst van de supermarkt de Laat ook weer wat leven kan inblazen en de leegstand kan tegengaan. “Er is zeker nog leegstand, maar als ik zie hoeveel meer passanten er nu door de straat lopen, dan zou je toch zeggen dat het geld hier voor het oprapen ligt”, lacht ze.
Regen, wind, maar vooral weggespoeld zand bezorgen Arthur Dontje de nodige hoofdbrekens. Door oplopende stormschade wordt zijn Prince George steeds lastiger bereikbaar. Daarom laat hij een stalen loopbrug aanrukken. Die moet er voor zorgen dat het restaurant bereikbaar blijft. “We doen er alles aan om gasten te kunnen blijven ontvangen.”
Eerder werd al goed duidelijk dat de stormen van afgelopen tijd strandtent Prince George in Camperduin niet in de koude kleren zijn gaan zitten. Grote hoeveelheden zand zijn onder het pand weggespoeld waardoor het moeilijker bereikbaar werd voor bezoekers.
Dit weekend kreeg de strandtent nog meer slecht weer te verduren. Daardoor is er zondag al een noodvoorziening getroffen, zodat gasten het restaurant konden blijven bezoeken. Strandtenteigenaar Dontje laat weten dat er maandag extra maatregelen genomen worden zodat het restaurant tijdens de vakantie en de feestdagen ‘gewoon’ open kan blijven. (tekst gaat door onder de foto)
Bezoekers van strandtent Prince George moeten nu nog via deze rijplaat richting het restaurant, maar daar komt vanaf maandag verandering in. (foto: Arthur Dontje)
Een stalen loopbrug moet de toegankelijkheid garanderen. En dat is volgens Dontje een belangrijke tijdelijke oplossing. “Alles wat we doen, dat doen we voor onze gasten. Het is nu vakantie en we willen wel gasten kunnen blijven ontvangen in ons restaurant. Er zijn al veel reserveringen binnengekomen en we gaan er met zijn alle voor zorgen dat het geweldige dagen gaan worden”, vertelt Dontje aan Streekstad Centraal.
“We zijn natuurlijk bezig met het kijken naar een oplossing op de lange termijn. Dat doen we met Rijkswaterstaat, het hoogheemraadschap en de gemeente. We doen wat we kunnen, en blijven positief.”
“We wilden de wereld beter maken”, zegt Tim stralend. Voor hem staat de Key Guide, een constructie die parkinsonpatiënten en slechtzienden helpt het sleutelgat te vinden. Het blijkt een gat in de markt.
Aan het begin van dit schooljaar worden vijf studenten van vier verschillende studierichtingen aan elkaar gekoppeld voor de minor ‘Innoveren en ondernemen’ aan Hogeschool Inholland Alkmaar. De naam van het bijvak zegt het al: de studenten moeten een innovatief product ontwerpen en vermarkten.
En zo beginnen Tim Karels (21), Bram van der Molen (20), Roel Groot (20), Teun van Sinderen (22) en Stan Goeman (19) in september met brainstormen. Ze gaan op zoek naar problemen die ze met een innovatief product zouden kunnen oplossen.
Zo’n probleem vinden ze bij de opa van Roel Hij lijdt aan Parkinson en heeft moeite om met zijn sleutel het slot van zijn voordeur te vinden, tot ze de Key Guide uitvinden.
De Key Guide helpt mensen het sleutelgat te vinden door een trechtervormige constructie op een slot te plaatsen, zodat de sleutel door de trechter automatisch naar het sleutelgat wordt gestuurd. (tekst gaat verder onder de foto)
Tim Karels demonstreert de werking van de Key Guide aan Streekstad Centraal. (foto: Streekstad Centraal)
Tim Karels en Bram van der Meulen vertellen aan Streekstad Centraal over het project: “We begonnen met de opa van Roel als ijkpersoon, maar de doelgroep bleek groter te zijn dan we dachten. Niet alleen parkinsonpatiënten, maar ook slechtzienden of mensen met een aandoening aan hun handen.” Nederland kent 63.500 parkinsonpatiënten en 200 duizend slechtzienden, waarvan er 50 duizend blind zijn.
“Uit ons doelgroeponderzoek bleek dat er veel meer mensen dan Roel’s opa moeite hebben met het vinden van een sleutelgat. We gingen kijken of er hier al producten voor op de markt waren, maar die bleken er niet te zijn. We beseften toen dat we een gat in de markt hadden gevonden”, vertelt Tim.
Dat zorgt voor veel motivatie. Ze ontwerpen al snel een eerste model, maar daar moet nog wat aan geschaafd worden. “We gingen bijvoorbeeld naar een Parkinsoncafé toe om te kijken hoe we het eerste ontwerp konden verbeteren. Het leverde nuttige feedback op”, vertelt Bram. (tekst gaat verder onder de foto)
Eén van de protoypes van de ‘studentenuitvinding’. (foto: aangeleverd)
Maar zoals dat gaat met ondernemen zijn er ook tegenslagen. “We dachten een bepaald onderdeel nodig te hebben en bestelden er 450 uit onze eigen spaarpot. Maar die bleken helemaal niet nodig te zijn.”
Om de het product nog verder te optimaliseren stapten de jongens op Gosse Postma af, eigenaar van de Alkmaarse ijzerwarenzaak en sleutelwinkel Postma en Postma. “Ik werd gelijk enthousiast van hun project en heb ze wat technische tips gegeven”, vertelt Postma. “Die tips hebben ze heel goed opgepakt.”
Dan moet het definitieve ontwerp aan de laatste test worden onderworpen. Uit alle macht proberen ze de Key Guide kapot te maken. Dat lukt niet. “Toen hebben we het op de markt gebracht”, vertelt Tim. Inmiddels zijn er zo’n 50 Key Guides verkocht. Een aantal daarvan aan Gosse Postma. “Ze hebben zo’n goed product gemaakt dat ik hem ook wel in mijn winkel wil hebben.”
Nu de opdracht er bijna op zit, kijken de jongens met veel genoegen terug. “We kenden elkaar nog niet, maar vanaf het begin klikte het. Er is altijd een goede groepsdynamiek geweest”, vertelt Bram. (tekst gaat verder onder de foto)
Het project is bijna voorbij, maar het avontuur nog niet. Van links naar rechts: Stan Goeman, Teun van Sinderen, Roel Groot, Bram van der Molen, Tim Karels. (foto: aangeleverd)
Ook van elkaar leerden de jongens veel. “Je zit in een groep waar vier totaal verschillende studierichtingen samenkomen. Met al onze specifieke kennis vulden we elkaar heel goed aan en staken we veel van elkaar op.”
Gevraagd naar de ambities beginnen de ogen van Bram en Tim te glinsteren. “Tot nu toe was het toch vooral een studieopdracht, maar nu de minor afgelopen is, stopt ons project niet; we willen begin 2025 een doorstart maken. Daar zijn we het allemaal over eens.”, zegt Bram.
Inmiddels reikt de visie tot (ver) over de horizon. “Over de hele wereld zijn er parkinsonpatiënten en slechtzienden. We willen ons eerst op de Nederlandse markt focussen, maar hopelijk wordt .nl ooit .com.”
“We hoorden een hele harde knal en ineens lag dat bord op de grond. Nou dan schrik je je dood.” Een harde windvlaag rukte woensdagochtend de sfeerverlichting boven het Ritsevoort uit de gevel. Het woord ALKMAAR klettert op straat, samen met een stuk gevel van Restaurant Abby’s. Het liep met een sisser af, vertelt Wouter van der Leij van Alkmaars Bolwerk. “Gelukkig gebeurde het vroeg rond half negen, toen het rustig was. We zijn superblij dat er niemand liep.”
De sierverlichting met daarin het woord ALKMAAR was dinsdag opgehangen. Twee stuks, als een soort welkom in de binnenstad. Dus hingen ze bij het Ritsevoort en de Limmerhoek. Maar nog geen dag nadat ze zijn opgehangen, wordt die boven het Ritsevoort uit de gevel gerukt door een rukwind. Een flink stuk metselwerk met zich meetrekkend.
Dát hadden ze bij Alkmaars Bolwerk natuurlijk niet zien aankomen. De ondernemersverenging hangt al jaren verlichting op in de binnenstad. De overspanningen met daarin ALKMAAR zijn groter, zwaarder en vangen meer wind, maar daar wordt rekening mee gehouden. (tekst loopt door onder de foto)
Wie omhoog kijkt bij Abby’s kan goed zien waar de verlichting heeft gehangen. Er mist een flink stuk metselwerk. (foto: Streekstad Centraal)
“Voor de zekerheid blijven we 20 procent onder de maximale belasting. In principe moet de decoratie deze windkracht kunnen hebben”, vertelt centrummanager Wouter van der Ley over de kabels en de ankers voor in de muren. “De gevels… tsja, we controleren optisch, meer kan je niet doen.”
De andere ALKMAAR decoratie boven de Limmerhoek wordt uit voorzorg weggehaald. “We gaan alles nog eens nalopen”, vervolgt Van der Ley. “Als er ook maar even risico is, dan halen we de verlichting gewoon weg. We zorgen er eerst voor dat alles veilig is en dan gaan we kijken wat we gaan doen.”
We zijn wel van plan om de sfeerverlichting weer op te hangen”, zegt de centrummanager van Alkmaars Bolwerk. “Maar eerst moeten we het ornament zelf laten herstellen, dat is gebroken. En we moeten kijken naar nieuwe palen of puien, zodat we zeker weten dat het weer goed wordt opgehangen. De verlichting met daarin ALKMAAR is een warm welkom als je de binnenstad in komt. Dat willen we zo snel mogelijk weer terugbrengen.”
Wouter van der Ley benadrukt nog maar eens dat hij blij is dat het incident met een sisser is afgelopen. “Gelukkig is er niemand gewond geraakt, er zijn zelfs geen mensen erg van geschrokken. Dat vind het belangrijkste. De schade lossen we wel op, daar zijn we voor verzekerd.” (foto: Facebook / Marili van Wijk / Trudi Groot-van de Giesen)
Pelle Nijdam kijkt met trots naar een grote bak met biologische appels, geteeld tussen Hoorn en Enkhuizen. Die appels liggen – letterlijk – binnen in één rit in de schappen van de vier Ekoplaza-vestigingen in regio Alkmaar. “Dit zijn de puurste producten die er zijn!”
Afgelopen zaterdag werd de campagne Bio Dichtbij gelanceerd. Een campagne om de verkoop van biologische producten uit eigen regio te stimuleren. ‘Van boer tot bord in één rit’, luidt de slogan van de campagne dan ook. De campagne is opgezet door Pelle Nijdam, eigenaar van de vier regionale Ekoplaza-vestigingen, biologische ondernemersvereniging Bio HN en de provincie.
Nijdams achtergrond en passie voor biologisch eten vormen een persoonlijke drang om het project te laten slagen. Nijdam kwam al vanaf jongs af aan in aanraking met biologisch eten: zijn vader was vroeger biologisch tuinder. Daarnaast merkte hij dat hij zich beter voelt door biologisch eten.
Als het aan winkeleigenaar Pelle Nijdam ligt, eet straks iedereen producten die uit de eigen streek komen. (foto:Streekstad Centraal)
“Biologische producten uit de regio zijn de puurste die er zijn”, zegt Nijdam tegen Streekstad Centraal. Daarom verkoopt hij altijd al zoveel mogelijk groente en fruit uit de regio. Een boost daarvan is dus van harte welkom. “Daarom hebben we een campagne opgezet waarmee we regionaal geteelde producten onder de aandacht willen brengen.”
De campagne wordt positief ontvangen, vertelt Nijdam. “Voor de meeste mensen is gelijk wel duidelijk waar de campagne over gaat.” Dat blijkt als we een klant aanspreken die langs het Bio Dichtbij-schap loopt: “Deze producten zullen uit de regio komen denk ik? Maar ik kom hier omdat ik biologisch eten wil, of het uit de regio komt of niet maakt me niks uit.”
Toch is dat wel een belangrijke boodschap van de campagne, onderstreept ook projectleider Erik Bekkering van Bio Dichtbij: “Ons doel is om voor komende zomer de verkoop van producten onder het label van Bio Dichtbij met 10% te laten groeien. Dat doel is zeker haalbaar denk ik.”
En dat zal ook moeten, want het doel van de provincie is dat in 2030 de biologische landbouwgrond 15% van het totaal beslaat. Op dit moment is dat slechts 4%. De producten moeten dan wel afgenomen worden en dat betekent dat er vooral mensen bereikt moeten worden die nog niet elke week in een winkel als Ekoplaza komen.
Ook de provincie vindt dat ‘Bio dichtbij’ gewoner moet worden en zet in op 15% van alle geconsumeerde voeding die uit de regio moet komen. (foto: Streekstad Centraal)
Marketingdeskundige Damir Grcic heeft wel een idee hoe dat te realiseren is. “Op de website licht Ekoplaza de Bio Dichtbij producten niet uit. Wanneer ze dit wel doen bereiken ze publiek dat niet vaak in de winkel komt, maar wel soms op de website.”
Ook zouden winkelborden met uitleg over het project kunnen helpen, denkt Grcic. “Je moet de regionale producten uniek maken door het verhaal erachter te vertellen. Klanten moeten een gevoel krijgen bij de regionale producten, ze moeten er binding mee krijgen.”
Maar aan het plaatsen van borden twijfelt Nijdam: “Mensen gaan dat denk ik niet helemaal lezen.” Toch wil hij het ook niet helemaal wegwuiven. “Misschien dat we dat nog gaan doen. Om dit doel te behalen hebben consumenten de doorslaggevende factor. Als zij meer producten uit de regio gaan kopen, kopen wij meer producten bij boeren uit de regio en dan kunnen zij weer opschalen.”
De campagne is nog maar net gestart, maar wanneer het een succes wordt, kan dat volgens Nijdam veel betekenen voor de regio. “Het vraagt om samenwerking van alle betrokkenen, maar als iedereen zijn steentje bijdraagt, zetten we samen een stap richting een duurzamer en regionaal voedselsysteem.”
Wordt het een burger of gaan we voor de kip? Wie een fan is van die laatste categorie en in het Westelijk deel van Alkmaar woont – of in Egmond – hoeft er straks minder ver voor te ‘reizen’. Kentucky Fried Chicken (KFC) heeft een tweede vestiging geopend aan het Olympiapark in Alkmaar.
Het restaurant heeft de vertrouwde drive-thru en een buitenterras en binnenkort wordt het ook mogelijk om vanuit dit filiaal KFC-producten thuis te laten bezorgen.
KFC’s Regio Manager Mohammed Darabyou is trots op de nieuwe vestiging: ‘’We zijn ontzettend blij dat we in Alkmaar mogen uitbreiden met een tweede filiaal. We heten iedereen van harte welkom in het restaurant; van vrachtwagenchauffeurs tot miljonairs. Precies zoals Colonel Sanders zou doen.’’
Harde wind, hoge golven en vooral veel stormschade. Strandtent Prince George in Camperduin heeft de afgelopen tijd heel wat te verduren gehad. Het klinkt heel mooi; een modern restaurant aan de Noordzee. Maar het brengt ook veel problemen met zich mee. Dat roept de vraag op: Is een strandtent op deze plek nog wel houdbaar?
Zo’n drie jaar geleden stopte paviljoenhouder Arthur Dontje 6,5 miljoen euro in de strandtent. Het moest een trekpleister worden, maar of dat door de stormschade nog mogelijk is, is nog maar de vraag. “De natuur is de baas, hé”, zegt Dontje tegen NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal.
Door de storm van afgelopen week is er bijna twee meter zand weggespoeld. De palen waar het strandpaviljoen op staat staan hierdoor minder diep in de grond, en de officiële ingang van de tent is niet meer te bereiken. “Hier kan niemand wat aan doen”, zegt Dontje. Er moet volgens hem wel snel iets gaan gebeuren. “De aangewezen plek blijkt niet toekomstbestendig.” (tekst gaat door onder de foto)
Door de storm van afgelopen week is er ruim 2 meter aan zand weggespoeld onder het strandpaviljoen. (foto: NH)
Naast Arthur Dontje maakt strandvonder Marco Snijders zich ook zorgen over de situatie. Snijders waarschuwt al langer voor de kwetsbaarheid van strandtenten in de regio. “De natuur bepaald wat hier gebeurt, en dit soort stormen nemen alleen maar toe. We proberen daarom exploitanten ook te waarschuwen. Heel wat strandtenten zijn niet opgewassen tegen het toenemende aantal stormen”, zegt Snijders.
Er wordt regelmatig zand opgespoten om de kustlijn in het gebied te versterken en te beschermen. Maar Dontje geeft aan dat dit een dure en tijdelijke oplossing van het probleem is. “Het kost te veel geld en het is niet houdbaar.” Dontje ziet daarom vier mogelijke opties voor de toekomst van zijn paviljoen. Verplaatsing naar de duinen, een brug vanaf de ingang van het strand naar het pand, verhuizen naar een veiligere locatie of uitgekocht worden. (tekst gaat door onder de foto)
De storm van afgelopen week zorgde voor spannende situaties bij strandpaviljoen Prince George (foto: NH)
“Het paviljoen twee jaar na opening alweer moeten sluiten, is het laatste wat ik wil”, zegt Dontje. “We moeten hier een oplossing vinden. Deze plek is niet alleen voor mij belangrijk maar ook voor de gemeenschap en de toeristen die hier komen. Wat heb je hier anders? Hier moet een restaurant blijven”, stelt hij.
Volgens Rijkswaterstaat en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) is de waterveiligheid eigen risico voor de strandexploitanten. Er wordt in het geval van de Hondsbossche Duinen gewerkt aan ‘duurzaam toekomstig onderhoud’, maar wat dat precies betekent is niet duidelijk.
Als het aan Dontje ligt gaat zijn paviljoen zo snel mogelijk weer open. “Mensen moeten betaald worden, en je kunt niet stil blijven zitten.” Maar de stormen gaan hem niet in de koude kleren zitten. “Ik krijg daar wel stress van. In april wordt er weer nieuw zand opgespoten, dan zijn we weer even gered.”
Winter in Alkmaar, dat betekent ook: sfeervolle lichtjes boven de pleinen en straten. Die sfeerverlichting hangt er zeker niet alleen maar met kerst. Van september tot maart wordt de stad op deze manier verlicht, tot tevredenheid van bewoners, bezoekers en ondernemers. Maar ondernemers zouden de verlichting graag ook ná 1 april laten hangen. Alkmaar gaat met hun idee aan de slag: “We willen een pilot starten.”
Het idee klinkt heel eenvoudig: laat die verlichting gewoon nog even hangen. In de Schelphoek willen ze dat graag. De lichtjes spiegelen zo mooi in de Turfhaven en dit stukje stad mag wel een beetje extra ‘shinen’ ook, als het aan de Schelphoekers ligt.
Maar wethouder Christiaan Peetoom heeft ook oog voor de andere kant. De aanpassing leidt tot meer werk, meer kosten. “De stroomvoorziening moet worden aangepast voor dit deelgebied en het weghalen van de verlichting wordt vertraagd”, somt hij de bezwaren op. (tekst gaat door onder de foto)
Wethouder Christiaan Peetoom denkt mee met de ondernemers. (foto: Streekstad Centraal)
Toch staat wethouder Peetoom niet afwijzend tegenover het initiatief. Het moet alleen even netjes worden uitgezocht. “Als pilot wordt voor dit deelgebied in beeld gebracht welke aanpassingen noodzakelijk zijn om de sfeerverlichting een maand langer te laten branden”, zegt de wethouder toe.
Met andere woorden: ze mogen het proberen, in de Schelphoek. Kijken wat er voor nodig is, zodat het ook echt kan gaan gebeuren. De Schelphoek kan hardop gaan dromen van een voorjaar dat letterlijk langer licht is. “Als dit een succes is”, voegt de wethouder toe, “zullen we kijken of deze pilot voor alle deelgebieden kan gelden.”
Want dat is een andere kwestie waar wethouder Peetoom oog voor heeft: wat in het éne gebiedje mag, dat willen ze dan gauw genoeg in een ander stukje binnenstad óók. Hij spreekt in dat geval van ‘precedentwerking’. Juist daarom is het belangrijk dat deze op het oog kleine verandering goed wordt onderzocht.
Binnenkort heeft winkelcentrum Middenwaard in Heerhugowaard er een nieuwe winkel bij. Op 6 december opent de Duitse koopjesketen KiK haar deuren. De winkel staat bekend om voordelige kleding, maar ook huishoudelijke artikelen, decoratie, woontextiel, accessoires en nog veel meer. Het is vergelijkbaar met winkels zoals Action of Zeeman.
De nieuwe KiK-winkel komt op de eerste verdieping van het winkelcentrum en zal bestaan uit een oppervlakte van ongeveer 615 vierkante meter. De vestiging in Heerhugowaard is niet de eerste in Nederland. KiK heeft al winkels in meerdere steden in Nederland, onder andere Cityplaza Nieuwegein, Kronenburg Arnhem en in winkelcentrum Broekerveiling in Broek op Langedijk.
De eigenaar van het winkelcentrum, Wereldhave, ziet KiK Textilien und Non-Food als een ‘waardevolle aanvulling op het mode- en home deco-aanbod van Middenwaard’. In totaal heeft Kik meer dan vierduizend vestigingen, waarvan 2700 filialen in Duitsland.
Het lijkt wel alsof hij het aantrekt. Wéér zit Aldo Backer, beheerder van veilige werkplekken De Boekentuin en Plantenasiel Alkmaar, met een aanstaande verhuizing in zijn maag. Want nu zijn Boekentuin eindelijk een mooie nieuwe plek heeft, zit er voor de medewerkers van het Plantenasiel óók een hoop getil en gesjouw aan te komen. “We willen gewoon doorgaan.”
Streekstad Centraal spreekt Backer als hij nog druk doende is met de verhuizing van dozen en dozen vol boeken. “Heb jij een pompwagentje staan? Nee, ik ben even in gesprek” – de typische hectiek van verhuizen. En dat moet straks dus nóg een keer. “Wij hebben planten, nou, die moet je met z’n tweeën, drieën op een karretje tillen.”
Dat De Boekentuin op zoek moest naar een andere plek, dat was eigenlijk al kopzorg genoeg. Maar die kwestie raakte opgelost, met een beetje hulp van Streekstad Centraal. Nu ziet Backer de geschiedenis zich herhalen: het Plantenasiel kan niet blijven op de plek waar het nu zit. (tekst gaat door onder de afbeelding)
Aldo Backer tussen de verhuisdozen. Ook planten verhuizen is geen makkelijk karwei. (foto: Streekstad Centraal)
Die plek is kringloopwinkel Rataplan aan de Pettemerstraat. Door deze locatie is het Plantenasiel onderdeel van de Alkmaarse ‘kringloopboulevard’ en dat is mooi meegenomen, want ook in het Plantenasiel gaat het om hergebruik van afdankertjes: hier kunnen mensen planten heenbrengen om te voorkomen dat ze verpieteren. Het Plantenasiel verzorgt ze en zoekt een nieuwe eigenaar.
“Ja en het is natuurlijk nog gezellig ook, die plantjes”, vertelt Backer. “Dat vinden ze bij Rataplan ook. Maar ze willen die ruimte nu zélf commercieel gaan gebruiken en dus moeten wij er op een gegeven moment wel uit.”
Dat betekent dat Backer wederom op zoek is naar een nieuw onderkomen, in dit geval dus voor de planten en hun verzorgers. “Onze medewerkers willen graag bij ons blijven”, zegt Backer daarover. Het Plantenasiel biedt een veilige werkplek voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. “We willen ook gewoon doorgaan. Dit kan niet het einde zijn.” (tekst gaat door onder de foto)
Het Plantenasiel zoals het er nu uitziet. Shop-in-shop is ook in de toekomst mogelijk. (foto: Streekstad Centraal)
“Het gaat ook om het idee van het Plantenasiel”, benadrukt Backer. Een veilige werkplek, een veilig heenkomen voor tweedehands planten, een duurzame manier van werken: dát moet zo blijven. “We zoeken een ruimte van zo’n 100 vierkante meter, op de begane grond”, vertelt Backer. Een ‘shop-in-shop’ is daarbij zeker mogelijk.
De planten dan ook maar verslepen naar het nieuwe plekje van de Boekentuin, dat is alleen geen optie voor Backer. “Het Plantenasiel is ook een winkel, waar mensen in en uit lopen. De Boekentuin hebben we daar niet op bedacht. Dat is geen winkel, dat moet een rustige werkplek blijven voor de mensen daar.”
Voorlopig is het Plantenasiel nog wel te vinden in de Pettemerstraat. “Ja, we zijn nu volop aan het voorbereiden op kerst hoor.” Ook dát gaat gewoon door. Maar met dus in het achterhoofd die zoektocht naar een nieuw pand. “Als de lezers van Streekstad weer wat weten…”