Game Mania heeft maandag faillissement aangevraagd. Dat zat er al aan te komen toen duidelijk werd dat er geen overnemer was gevonden voor het bedrijf. De winkel in Heerhugowaard had 18 augustus al de deuren gesloten. De rest van de fysieke winkels zijn vanaf dinsdag gesloten, de webshop blijft voorlopig wel open.
De keten die zich specialiseert in gaming heeft dertig filialen. Achttien daarvan zijn in Nederland gevestigd, twaalf in België. Vijf jaar geleden waren dat er nog 75.
Moederbedrijf Heroik vroeg in juni al uitstel van betaling aan, terwijl het op zoek ging naar een geschikte overnamekandidaat. Als reden voor de problemen zijn een tekort aan omzet en te hoge kosten aan te wijzen. Bij de Nederlandse winkels werkten 67 mensen.
Je moet misschien even zoeken, maar verscholen tussen Podium Victorie en Hal 25 doemt de stadssauna van Bauke op. Met sfeervolle lichtsnoeren en een zichtbare standtentvibe waar álles zelf is gebouwd, waant de bezoeker van StadsOase25 zich in een knus en alternatief walhalla. “Er zijn mensen uit Rotterdam, Den Haag, soms zelfs uit andere landen, die speciaal naar ons toekomen. Maar veel mensen uit Alkmaar weten het nog niet.” Maar ja, zegt Bauke er ook bij, “we zijn een oase. En oases moet je vinden.”
“Ja, ja. Bauke bouwt een sauna”, hoorde hij jaren geleden wel eens. “Sommige mensen raadden het me af.” Het klinkt ook wel als een gewaagd project. Maar Bauke had een droom: een warme plek creëren waar mensen zich thuis voelen. “Zeker voor in de winter, wanneer er minder te doen in Alkmaar.” Uit meerdere hoeken komen vrienden van Bauke met inspirerende ideeën om hem te helpen. En na zes maanden elke dag bouwen, met materialen die veelal gegeven of gevonden zijn, is de StadsOase op 8 oktober 2017 een feit. (tekst gaat verder onder foto)
In het koude bad is het volgens dit stelletje ook prima vertoeven (foto: Streekstad Centraal)
Gasten druppelen deze vrijdagavond binnen, terwijl zonnestralen de witte mannequin verlichten, die bovenop de kerksauna staat. Glazen donkerpaars, vers gemaakte druivensap – waar meerdere vaste klanten vandaag speciaal voor zijn gekomen – gaan in de rondte. Waar een stel zich direct in hun blootje nestelt in de op hout gestookte hottub, scharen andere bezoekers zich rondom het vuurtje voor een drankje en een goed gesprek.
Oscar komt hier sinds een half jaar regelmatig. “Een vriend van mij kende dit en nam me mee. Ik had erge onrust in mijn leven, en toen ik hier kwam was ik alles vergeten wat ik die dag had gedaan.” Hier ga ik vaker heen, besloot Oscar toen en daar. “Er is verbondenheid. Iedereen is welkom, als je je netjes gedraagt. En dat vind ik mooi in deze tijd. Als je vaker komt, krijg je dat familiegevoel. Hier heb ik écht rust.” (tekst gaat verder onder foto)
Oscar (r) huurde ook eens Baukes (l) sauna af om zijn verjaardag te vieren (foto: Streekstad Centraal)
Toegegeven, elke avond is anders bij de oase en voor absolute stilte hoef je hier niet te komen. “Je moet wel houden van de zelfgebouwde, alternatieve sfeer”, legt Bauke uit. “Het is een sociale plek, mensen stellen zich open voor je. Het is een soort community”, met wekelijks jamsessies (de volgende is op 6 september), waarbij iedereen zijn muziekinstrumenten meeneemt en Baukes zelfgemaakte maaltijden over de toonbank gaan.
Enkele bezoekers hebben ook hun kleren nog aan. En dat mag, “al blijft het zoeken daar balans in te vinden. Aan de ene kant wil ik die vrijheid bieden, maar het kan voor sommige mensen ongemakkelijk voelen als je hier in je blootje loopt. Het moet wel fijn blijven voor iedereen.” Zo veel mensen, zo veel wensen. Het liefst maakt Bauke iedereen blij. “Maar als je alles wilt, doe je eigenlijk niks. Je moet je differentiëren. Er is een jongen uit Den Haag die op zondag speciaal naar ons toekomt met de trein, omdat hij het hier zo fijn vindt. Dat vind ik een enorm compliment.” (tekst gaat verder onder foto)
“Verschillende groepen vinden elkaar ook hier”, vertelt Bauke. Er zijn zelfs relaties ontstaan. (foto: Streekstad Centraal)
Oscar heeft intussen de steigerhouten bank verruild voor het bubbelbad en in de kussenrijke binnenruimte strookt een bezoeker zachtjes over een gitaar. Maar waar de zon met roze oranje gloed bijna zijn uittrede doet, is de avond hier nog lang niet klaar.
Vanaf de ietwat verhoogde bar ziet Bauke zijn heiligdom toe. Vijf jaar, bestaat het nu. Zijn droom. Hij zou soms bijna vergeten dat elke plank hier door zijn handen is gegaan. “Af en toe wordt het normaal. Maar soms zit ik bij het kampvuur en denk ik: het is wel waanzinnig dat ik dit heb gebouwd.”
StadsOase25 draait volledig op vrijwilligers en ze zijn op zoek naar meer liefhebbers: zowel gastheren en -vrouwen als klussers (foto: Streekstad Centraal)
Handig toch, zo’n supermarkt om de hoek. Kaas, brood, groenten, kattenbakgrit, daar hoef je niet meer vier winkels voor af te struinen. Maar met de groei van het aantal supermarkten is het soms hard aanpoten voor speciaalzaken; zo is in tien jaar tijd bijna een kwart van de groenteboeren in Nederland verdwenen. Met de kaasboeren gaat het juist steeds beter. Hoe zit dat bij ons in de regio?
“Vroeger zag het er hier verschrikkelijk anders uit”, vertelt Diana. Vroeger is in dit geval 39 jaar geleden, toen Diana haar eerste werkdag bij Kaaspaleis de Mare startte. “Toen was het echt een marktwinkel; je had jonge tot en met oude kaas over de toonbank, en noten.” Hoe anders is het nu, met Beemsterkazen, exclusieve kazen, kazen om mee te borrelen, bonbons en ga zo maar door. “Iedereen wil steeds meer, en wij willen meer bieden. Ons toch al grote klantenbestand wordt steeds groter.” (tekst gaat verder onder foto)
“Het voelt toch een beetje als mijn winkel”, vertelt Diana (derde van rechts). Sinds juni heeft haar zoon Michael (midden) de winkel overgenomen van de vorige eigenaar. (foto: Aangeleverd)
De echte kaasfijnproever weet het stiekem ook wel: kaas in de supermarkt is toch echt anders. Daarom blijven ze komen. “En ook ons personeel is geliefd.” In de supermarkt kan het toch soms wat minder persoonlijk voelen. “Wij kennen de klanten. En natuurlijk heb je wel eens mindere periodes, maar eigenlijk is het hier altijd goed gegaan.” Alkmaar en kaas blijven natuurlijk ook beste vrienden. Het moet gek lopen, willen deze winkels verlies draaien.
Maar waar kaasspeciaalzaken nog hartstikke in trek zijn – en het aantal winkels in de afgelopen tien jaar met 37 procent is toegenomen – is het wat minder gesteld met de groenteboeren in het land. De Kamer van Koophandel laat weten dat in diezelfde tien jaar maar liefst 23 procent van de groenten- en fruitwinkels in het land de deuren voorgoed heeft gesloten. Dat maakt ze de winnaar der verliezers.
Toch gaat het bij groenten- en fruitspeciaalzaak Afslag 43 in Broek op Langedijk beter dan ooit. Judith werkt er al veertien jaar. En de grootste verandering in die tijd? “Meer klanten!” Pardon? “Veel meer.” Zelf denkt Judith dat dit vooral komt door de kant-en-klaarmaaltijden die ze in de winkel aanbieden. “Maar ook door de kwaliteit, natuurlijk. Veel beter dan in de supermarkt. Ik hoor moeders zeggen: als ik broccoli bij jou koop, eten mijn kinderen het wel.” (tekst gaat verder onder foto)
Judith koopt haar groenten en fruit bij de groenteboer. Meestal dan. Soms komt het gewoon minder lekker uit. (foto: Streekstad Centraal)
Pizza’s, tortilla’s, stampotten. Wie een hekel heeft aan koken hoeft hier alleen maar naar binnen te stappen voor een verscheidenheid aan gerechten. Maar, Judith merkt wel íets van de vermindering van groenteboeren: “Ik krijg veel meer vraag naar fruitmanden. Omdat dit een uitstervend beroep is, komen ze hierheen.” Wat tot slot een grote klantentrekker is: bieten. “Mensen balen ervan als we die niet meer hebben, ze zijn enorm in trek.” Wat nou, vergeten groenten. “In Broek op Langedijk is niemand ze vergeten!”
Dus: kaas gaat goed, maar groenten ook. Tenminste, in Broek op Langedijk, waar de gemiddelde bewoner misschien íets meer groentenminded is door het Broekerveilingmuseum. Groenten-, fruit- en kaasfans kunnen in ieder geval hun hart ophalen bij de resterende speciaalzaken, die door de groei van alle supermarkten juist nóg specialer worden.
Al 25 jaar is de kermis van Alkmaar ook de kermis van Sander Willemstein. Namens Buro de Kermisgids regelt hij wat er voor een kermis geregeld moet worden, in goede samenwerking met de gemeente. Die verraste Willemstein met een eervolle extra taak: hij mag ter ere van zijn jubileum de kaasbel luiden. “Ik kan goed met Alkmaarders, je weet wat je aan ze hebt.”
Het luiden van de kaasbel, dat is een ‘hele eer’, zegt Willemstein als Streekstad Centraal hem erover spreekt. “Ik ken de kaasmarkt, ik ken de kaasdragers”, vertelt hij. De Alphenaar heeft de kaasstad in de 25 jaar dat hij hier de kermis organiseert duidelijk leren kennen en waarderen. “Ik kom graag in Alkmaar, ja. Niet alleen voor de kermis. ook in de rest van het jaar ben ik hier te vinden.”
Maar deze weken is dat natuurlijk wel waar alles om draait: die kermis. Buro de Kermisgids begeleidt gemeenten in heel Nederland bij het organiseren van kermissen. Daar komt nu eenmaal veel bij kijken. “Ik ken de ondernemers, als Buro de Kermisgids zitten wij er middenin”, legt Willemstein uit. (tekst gaat door onder de foto)
De opbouw van de Alkmaarse zomerkermis begon dinsdagavond al. Maar de voorbereidingen duren nog veel langer. (foto: Streekstad Centraal)
Eén jaar probeerde Alkmaar het zónder Willemstein. De gemeente wilde de kermis graag eens helemaal zelf organiseren. Maar dat liep toch niet op rolletjes. “Het ging dusdanig verkeerd dat ze de meerwaarde van ons daarna wel inzagen”, zegt Willemstein daar nuchter over. Nu is de samenwerking goed. “Alkmaar is echt een gemeente die meedenkt.”
Dat wordt bevestigd als Streekstad Centraal spreekt met ‘kermiswethouder’ Christian Schouten. “Het is echt een samenwerking die goed loopt, ja. Daarom willen we Sander ook echt even in het zonnetje zetten! Hij is al een kwarteeuw betrokken”, vertelt de wethouder. “Het is écht samenwerking. Zo’n langjarig verbond werpt zijn vruchten af.”
De wethouder laat niet na om ook het belang van de Alkmaarse kermis te benadrukken. “We willen een mooie, gezellige, fijne, betaalbare kermis; kwaliteit boven kwantiteit”, zegt hij. “En daarvoor heb je dat samenspel nodig.” Dat samenspel, dat kan niet zonder Sander Willemstein. (tekst gaat door onder de foto)
Een argeloze voorbijganger ziet het niet, maar voor de organisatie van de kermis zijn dit soort streepjes onmisbaar: iedere exploitant weet daarboor vrijwel op de centimeter nauwkeurig waar de attractie moet staan. (foto: Streekstad Centraal)
Al als jonge jongen was Willemstein veel op de kermis te vinden. Ook toen niet alleen vóór, maar ook áchter de schermen. “Mijn vader werkte al voor hetzelfde bedrijf, hij regelde de stroomvoorzieningen”, brengt Willemstein in herinnering. “Ik ging vaak met hem mee. Dan gingen we samen ‘stroom maken’ op de kermis.”
En ook bij stroom draait het natuurlijk om contact. Willemstein leerde al vroeg de mensen achter de kermis kennen. Een wereldje op zich, altijd op reis, toch hecht – en met een eigen humor, een eigen manier van doen. “De directeur kwam op een gegeven moment zelf naar mijn vader: die kermis, is dat niks voor je zoon? Zo ben ik er ingerold.”
Het is niet zo dat Willemstein zelf de hele dag in attracties zit, zijn werk zit toch anders in elkaar. Zomaar even één lievelingsattractie aanwijzen, dat vindt hij moeilijk, zegt hij als Streekstad Centraal hem daarnaar vraagt. Hoewel… “Nee, toch gewoon de breakdance, denk ik. Een all time favourite.” (tekst gaat door onder de foto)
De breakdance is de ‘all time favourite’ van Sander Willemstein. Dit jaar staat er voor het eerst een extra grote versie op de Alkmaarse kermis.
De Alkmaarse kermis is wat Willemstein betreft uniek. Een echte stadskermis, tussen de historische gevels, maar tegelijk wel een grote kermis met plek voor spectaculaire attracties.
Willemstein roemt de samenwerking met ‘marktmeester’ Bas van der Molen en diens mede-coördinator Marije Zijlmans. Er is echt een team dat voor de kermis zórgt, merkt hij. “Alkmaar houdt rekening met de kermis.”
Dat Alkmaar het ook in de coronajaren aandurfde om de kermis te organiseren, uiteraard met wat aanpassingen, tekent de samenwerking. “Dat ging eigenlijk heel goed”, herinnert Willemstein zich. Veel andere kermissen werden in die jaren afgelast, het was een zware periode voor de kermisondernemers. “Maar hier stonden we er.”
De kermis was er – in aangepaste vorm – zelfs in coronatijd. (foto: Streekstad Centraal)
In zijn 25 jaar heeft Willemstein het nodige zien veranderen. Het kermisterrein bijvoorbeeld. “We stonden in het begin nog op het Doelenveld. Dan ging je door de kauwgomsteeg…” Een stukje stad dat menig Alkmaarder zich nog zó voor de geest kan halen, maar dat er al jaren niet meer is. De kermis was toen kleiner. Anders.
“We hebben nu gewoon veel meer ruimte, we staan ook op de Paardenmarkt”, legt Willemstein uit. “Daar kunnen we de dinsdag vóór de kermis al beginnen met opbouwen.” Dit jaar verrijst daar onder meer de achtbaan.
Grotere attracties, meer ruimte: de kermis is gegroeid. Daarmee is de Alkmaarse kermis ook voor een breder publiek interessant geworden. Dat is voor Willemstein dan ook de belangrijkste ontwikkeling van de afgelopen 25 jaar. “De kermis is echt beter geworden”, benadrukt hij. “Groter, ruimer. Béter.”
Een echte zanger is ‘ie natuurlijk niet, maar dat Wilfred Genee zijn opwachting maakt op de jaarlijkse ‘Tour de Waard’, dat zal zeker voor extra toeloop zorgen bij uitgaanscentrum ‘Marlène’ in Heerhugowaard. De presentator van ’s lands best bekeken talkshow is nou eenmaal een beroemdheid. Ook al is zijn naaste collega Johan Derksen niet onder de indruk van Genees zangcarrière.
Streekstad Centraal sprak met Ad Molenaar van Marlène. Hij is trots op het programma dat hij zijn gasten zondag voor zal schotelen. “We hebben altijd iets unieks”, zegt Molenaar. “Dit jaar komt ook Robert van Hemert. Die heeft met Zoet, Zout, Zuur een grote zomerhit gescoord. 25 miljoen streams!”
Het feest ‘Tour de Waard’ is door de jaren heen uitgegroeid tot een begrip in de regio, een reünie waarbij iedereen elkaar weer even spreekt. “Ook mensen die niet meer in Heerhugowaard wonen komen er voor terug”, weet Molenaar. Zondag 18 augustus is het weer zo ver. (tekst gaat door onder de foto)
Tour de Waard: sport, muziek en gezelligheid.
Het muziekfeest begint met Henk Naber om 13:00. Robert van Hemert is om 15:30 de eerste hoofdact, de tweede hoofdact wordt dus Wilfred Genee. ‘Een uniek optreden’ moet dat worden, volgens Molenaar, dat nog een vervolg krijgt als zanger Peter Beense de Middenweg heropent nadat de wielerronde is afgelopen.
“Genee heeft als geintje opgetreden in het Gelredome, afgelopen april”, brengt Molenaar in herinnering. “Ik zag dat op tv, en ik dacht: leuk voor Tour de Waard!” Molenaar benaderde de presentator en die reageerde verrast. “Hij voelde zich vereerd. Maar hoe gaan we dat doen, vroeg ‘ie wel, ik heb niet eens een microfoon.”
Molenaar zegde toe alles te regelen en toen wilde Genee het wel doen. “Hij heeft tóch gezegd: ik kom”, vertelt Molenaar trots. “Eerst zou het een verrassingsoptreden zijn, maar tot mijn verbazing heeft hij het daarna zelf aangekondigd in Vandaag Inside.”
Molenaar is een fan van het programma, en hij is niet de enige. “Genee kan niet zonder die twee, die twee niet zonder Genee”, vat Molenaar het kernachtig samen. “Een top-trio!”
Groot in klein: modelspoorwinkel Huider in Heerhugowaard is de grootste in zijn soort in Nederland. Liefhebbers van modelspoor weten de winkel langs het spoor tussen Alkmaar en Heerhugowaard dan ook goed te vinden. Bijvoorbeeld op de Open Dag van zaterdag 14 september.
Boven de winkel van Huider, die vol staat met modeltreinen en decorstukken voor de modelspoorbaan, is door de eigenaar zélf een grote baan gebouwd. Deze ‘Huiderstad’ zal tijdens de open dag in het middelpunt van de belangstelling staan. Treinen uit verschillende perioden rijden over de verschillende tracés. De baan bestaat uit een Nederlands en Duits deel, met passende thematisering en natuurlijk bekende treinen als de koploper en de ICE.
Tijdens de open dag presenteren ook andere modelspoorbouwers hun kunsten en zijn er verschillende demonstraties. Ook zal er vooruit worden gekeken naar 2025, als Huider zijn jubileum viert en er een heuse stoomtrein zal gaan rijden tussen Alkmaar en Heerhugowaard.
De open dag van Huider begint zaterdag 14 september al om 9:30 en duurt tot 17:00. Toegang tot de open dag is gratis.
Zeggen dat je plasticneutraal bent, maar ondertussen bergen met plastic afval produceren. Die twee bijten elkaar nogal, zou je zeggen. Toch is het de werkelijkheid bij PepsiCo, onder andere producent van Lay’s chips. Want je hoeft als bedrijf eigenlijk niets te veranderen aan je afvalproductie, zolang je maar investeert in bedrijven die dit wél doen.
Het valt te vergelijken met de optie die je kunt aanklikken bij het boeken van je vliegtuigstoel: betaal een paar euro extra om jouw CO2-voetafdruk te compenseren. Een paar euro ter compensatie, met een schoon geweten tot gevolg. Lay’s moederbedrijf PepsiCo in Broek op Langedijk doet het net zo, maar dan met afval.
Want waar het bedrijf zichzelf in enkele landen, waaronder de Filippijnen, ‘plasticneutraal’ noemt, blijkt het wereldwijd een van de grootste plasticvervuilers, zo schrijft Follow de Money (FTM), een platform voor onderzoeksjournalistiek. De stranden van de Filippijnen liggen vol met de bekende rood-gele chipszakjes. Ondertussen gaat de marketingcampagne van Lays gewoon door, zelfs met beroemdheden die op Instagram uitleggen dat ze hun lievelingssnack nu nóg meer waarderen, omdat het bedrijf sinds 2017 plasticneutraal is. (tekst loopt verder onder foto)
Plasticafval: we willen er eigenlijk allemaal van af, maar dat blijkt lastig. (foto: Betty Zijlstra)
Hoe doen ze dat? Door te investeren in andere bedrijven die wél recyclen. Door zogenoemde ‘plastic-kredieten’ aan te schaffen. Die koop je bijvoorbeeld van afvalverzamelaars; mensen die plastic uit de oceaan vissen, of een ander bedrijf dat plastic recyclet tot iets anders. De één compenseert voor de ander, zeg maar. Gangbaar is dat een ton verzameld plastic één plastic-krediet waard is.
En dat heeft natuurlijk een groot voordeel voor PepsiCo, die hierdoor A kunnen zeggen en B kunnen blijven doen. Maar plastic-krediet vertelt niet om wat voor soort plastic het moet gaan. Terwijl het best kan uitmaken waar het plastic is verzameld – op een stortplaats of in een rivier? – als je kijkt naar de impact van het weghalen van dat plastic. Daarnaast bleek het grootste deel van PepsiCo’s plastic-kredieten te zitten in een bedrijf dat oude autobanden verbrandt om energie op te wekken, waarbij ook giftige stoffen vrijkomen. Niet de meest milieuvriendelijke methode.
Een reactie krijgt FTM niet van PepsiCo, ondanks meerdere verzoeken. Overigens zijn er meerdere bedrijven die plastic-kredieten kopen, zoals Coca-Cola en Nuud, een deodorantmerk.
Het zag er al niet rooskleurig uit, inmiddels lijkt het verdwijnen van Esprit uit de Alkmaarse binnenstad onomkeerbaar. De franchisenemer die de Alkmaarse winkel uitbaat, samen met nog vier andere Noord-Hollandse filialen, heeft in navolging van het faillissement van Esprit ook zelf faillissement aangevraagd.
Dat meldt RTL-Z. Eerder berichtte Streekstad Centraal al over het dreigende faillissement van Esprit, dat maandag werd uitgesproken. De franchisenemers zouden daar niet direct door geraakt hoeven worden, maar in de praktijk is dat dus wel zo. Omdat het modehuis al langer geen nieuwe kleding meer leverde stapelden ook binnen de franchise-winkels de problemen zich op.
De leegstand in de Alkmaarse binnenstad is op sociale media onderwerp van discussie. Zeker als de verschillende plekken met leegstand achter elkaar worden geplakt in een filmpje mist dat zijn effect niet. Zo’n filmpje doet de ronde en veel Alkmaarders herkennen het beeld wel. Het nieuws over Esprit komt ook kort na het nieuws dat het over en uit is voor schoenenketen Bristol. (foto: Jan Gnodde)
“Dit zijn zulke ontzettend lieve mensen. Ik vind het vreselijk dat ze stoppen, maar het is een mooie leeftijd.” Ooit begonnen vlak voor station Alkmaar en inmiddels een begrip in de kaasstad: afhaalchinees Mei Mie. Na 28 jaar gaan de eigenaren met pensioen. Zondag werden de allerlaatste gerechten geveild voor het goede doel.
“Mijn ouders zijn hier gestart met het idee van: wij gunnen onze kinderen het beste van de wereld. Dus wij zijn naar school gestuurd”, vertelt Poey Lam, dochter van de eigenaren, tegen Streekstad Centraal. Haar vader, chef van Mei Mie, tikt inmiddels de 74 jaar aan, “en nu komt er een eind aan.” Mei Mie sluit nu definitief haar deuren en veilt de laatste gerechten. (tekst loopt verder onder foto)
Deze bezoeker in het rood liet zijn waardering voor de familie Lam blijken door hoog te bieden (foto: Streekstad Centraal)
Klanten vullen de het afhaalrestaurant, hopend dat ze dat éne maaltje voor een laatste keer te mogen proeven. Met een megafoon en onder luid gejoel worden de gerechten één voor één geveild.
Dan biedt een bezoeker maar liefst 130 euro voor zijn favoriete schotel. “Ik gun ze hun pensioen van harte. Echte toppers”, vertelt hij. “Ik ga het onwijs missen. En dat is ook de reden dat ik dacht: ik moet serieus inzetten. Als blijk van waardering.”
Onder luid applaus schenken de eigenaren hun trouwe klanten nog enkele laatste woorden: “Dankjewel, iedereen!”
Na het sluiten van Bristol in de Alkmaarse binnenstad, moet Alkmaar binnenkort misschien ook afscheid nemen van de Espritvestiging op de Laat. Het moederbedrijf van het modemerk heeft maandag voor de Europese divisie faillissement aangevraagd bij de rechtbank in Amsterdam. Of de winkels daadwerkelijke sluiten is nog onduidelijk.
Esprit had het al langer financieel moeilijk en faillissement aanvragen is volgens het bedrijf passend en in belang van het moederconcern. De kas werd steeds leger, waardoor het in Hong Kong gelegen moederbedrijf geen toekomst meer ziet voor de Europese winkels.
Of Esprit op de Laat openblijft is nog de vraag. Een curator moet een oplossing vinden voor de ketens in Europa, een koper bijvoorbeeld. Anders sluiten alle winkels in Europa. (foto: Jan Gnodde)