Wie aanstaande zondag door de binnenstad van Alkmaar loopt is misschien wel getuige van een mooi stukje vakmanschap: het verzetten van de oude uurwerken in de oude torens. Want die gaan lang niet allemaal automatisch over op wintertijd. Streekstad Centraal sprak erover met ‘stadsuurwerkmaker’ Boris Stiensma, die de klokken hoogstpersoonlijk zal gaan verzetten.
“Het is niet zo spannend hoor”, relativeert Stiensma. “Het is wintertijd, dus de klok gaat achteruit. Dat betekent dat ik de uurwerken een uurtje stil moet zetten.” En dan dus even afwachten, want bij oude klokken is er geen achteruit. De raderen even de andere kant opdraaien is er voor Stiensma niet bij. Hij moet hoogstpersoonlijk de torens in. (tekst gaat door onder de foto)
Hoewel – de lange klim naar het kleine vieringtorentje van de Grote Kerk kan hij zich besparen. “Die gaat automatisch”, zegt Stiensma. “Daar hoef ik dus niets aan te doen. Dat geldt ook voor de Bloemenklok in De Hout.” Het recent gerestaureerde uurwerk van Westerlicht, daar schuin tegenover, wordt ook door de computer aangestuurd. Dat zijn toch al drie klokken minder waar de stadsuurwerkmaker zich druk over hoeft te maken.
“Het gaat voor mij zondag om de Waag, om de Kapelkerk en om de Accijnstoren”, legt Stiensma uit. Die klokken moeten handmatig worden verzet. Wie zaterdagnacht bij het uitgaan vol spanning omhoog kijkt moet Stiensma teleurstellen: hij doet het niet om twee uur ‘s nachts. “Nee hoor, ik doe het ‘s morgens vroeg.” Ook voor een stadsuurwerkmaker zijn er grenzen. (tekst gaat door onder de foto)
De klim tot bovenin de Waagtoren is nog wel een aardig stukje ochtendgymnastiek, de Accijnstoren is al een stuk bescheidener. De oude klok van de Kapelkerk is voor Stiensma sowieso bekend terrein: “Die moet ik drie keer per week opwinden. Dus daar kan ik goed bij ja.” Overigens zal hij nou net bij de Kapelkerk net iets minder eer van zijn werk hebben, want twee van de vier uurwerken staan daar stil. “Dat komt door de vogelnetten die ervoor hangen. De wijzer blijft daar in haken. Eentje stond al langer stil, van de andere kwam ik er deze week achter.” De gemeente zal op een later moment moeten ingrijpen om deze wijzers weer in beweging te krijgen.
“Maar het valt mensen niet zo op, geloof ik”, zegt Stiensma over de stilstaande wijzers van de Kapelkerk. “Er is daar per uurwerk maar één wijzer. Zo was dat vroeger, er bestond geen minutenwijzer. Dus dat is wel een bijzonderheid.” Maar verder is het allemaal echt niet zo spannend, benadrukt Stiensma. Als de klokken zijn verzet kloppen de slagen van de uren ook weer, dat is een kwestie van het juiste tandwieltje. “Zomer- en wintertijd, dat gaat altijd goed”, besluit de stadsuurwerkmaker. Vakmanschap om dit weekend even bij stil te staan.