Maandagmiddag torende een kraan hoog uit boven de Alkmaarse binnenstad. Een deel van de Laat was daar zelfs voor afgezet. De Kapelkerk, één van de oudste monumenten die Alkmaar rijk is, onderging een belangrijke opknapbeurt. “Als die duiven er bij kunnen, nou, dat is niet goed.”
Voetgangers moesten ervoor omlopen, fietsers moesten éigenlijk zelfs afstappen. Dat laatste was net een beetje te veel gevraagd, maar voor de rest konden de werklui in de Laat op best wat belangstelling van de Alkmaarders rekenen. “Wat gebeurt hier nou precies?”
Wat er gebeurde: er werden duivennetten verwijderd. Netten, die duiven tegen moeten houden, omdat die dieren maar beter niet te dicht bij het klokkenspel in de toren komen. “Duivenpoep is niet goed voor de bellen”, weet één van de uitvoerders daarover te melden. (tekst gaat door onder de foto)
Die ‘bellen’ zijn dus de historische klokken van de Kapelkerk, die in dit stuk stad geregeld van zich laten horen. Voorbijgangers hadden er duidelijk nog niet bij stilgestaan dat die klokjes al die jaren schuil gingen achter netten. En die hingen er toch al 25 jaar.
Op het plaveisel van de Laat ligt de ‘volgende generatie’. Want de huidige netten worden van de toren afgehaald, en vervangen. Zo zijn de klokken ook de komende decennia beschermd.
Iets na vieren kon de hoogwerker weer naar beneden. “Ik denk dat ‘ie nou wel klaar is, ja.” En daarmee blijft de Kapelkerk weer voor heel wat jaren beschermd tegen duivenpoep.