Justitie gaat oud-wethouder van de gemeente Bergen Klaas Valkering niet vervolgen. Dat meldt het Openbaar Ministerie (OM) aan Streekstad Centraal. De beslissing volgt op een aangifte die de gemeenteraad in oktober vorig jaar deed. In de aangifte worden mogelijke valsheid in geschrifte en vermoedens van meineed gemeld.
Na bestudering van de aangifte en het onderzoeksrapport van de raadscommissie oordeelt het OM dat er “onvoldoende aanknopingspunten zijn om te veronderstellen dat strafbare feiten zijn gepleegd”. Dit betekent dat er geen strafrechtelijk onderzoek komt en dus ook geen vervolging zal plaatsvinden. Alle betrokkenen zijn inmiddels schriftelijk geïnformeerd over het besluit.
Daarmee blijft de bestuurlijke carrière van Klaas Valkering verschoond van een nieuwe smet na de forse kritiek die het gemeentelijke raadsonderzoek eerder op hem uitte. In september 2024 publiceerde de gemeenteraad het rapport ‘(Bij)zonder besluit’, waarin het het handelen van Valkering rond de totstandkoming van de intentieovereenkomst voor het woonzorginitiatief Het Bijzondere Huis uitgebreid werd onderzocht.
De conclusies waren niet mals: Valkering handelde solistisch, trad buiten zijn bevoegdheid, stelde de overeenkomst op onzorgvuldige wijze op, liet deze niet juridisch toetsen en overlegde onvoldoende met het college. (tekst gaat verder onder de foto)

Het rapport maakt bovendien aannemelijk dat Valkering de intentieovereenkomst pas na zijn aftreden als wethouder ondertekende, waarmee hij in strijd met de geldende regels en gedragscode van bestuurders handelde. Maar harde bewijzen had de onderzoekscommissie daarvoor niet, omdat de oud-wethouder niet meewerkte om de feiten boven tafel te krijgen.
De commissie achtte het zelfs waarschijnlijk dat Valkering hiermee het risico liep strafbare feiten te plegen. “Het persoonlijk bezorgen van de overeenkomst door de heer Valkering, bijna twee maanden na zijn aftreden als wethouder, is niet uitlegbaar en laakbaar,” constateerde de commissie.
Ook werd vastgesteld dat dit handelen de gemeente Bergen benadeeld heeft en dat Valkering geen overtuigende verklaring kon geven voor zijn keuzes. De gemeenteraad besloot aangifte te doen van de vermoedens dat er mogelijk strafbare feiten waren gepleegd.
Na bestudering van het onderzoeksrapport trekt het Openbaar Ministerie nu de conclusie dat de oud-wethouder niet als verdachte aangemerkt kan worden “op basis van de momenteel beschikbare feiten”. De oud-wethouder is wel te verwijten dat hij solistisch heeft gehandeld, buiten zijn bevoegdheid is getreden, de overeenkomst onzorgvuldig heeft opgesteld en niet afdoende juridisch heeft laten toetsen, en onvoldoende overleg heeft gevoerd in het college. (tekst gaat verder onder de foto)

Wethouder Valkering had zijn onschuld kunnen aantonen door de versiegeschiedenis op zijn computer van het gewraakte document te delen met de onderzoekscommissie. Valkering heeft dat geweigerd. De onderzoekscommissie had geen drukmiddelen om de oud-wethouder daartoe te dwingen.
De verplichting om bewijzen van schuld of onschuld aan te leveren, bestaat niet in het strafrecht maar wel in de politiek. Wethouders zijn verplicht verantwoording af te leggen aan de gemeenteraad. De onderzoekscommissie van de gemeente kreeg door de weigering van wethouder Valkering mogelijk niet de volledige waarheid boven tafel.
Strafrechtelijk hoeft het gebrek aan medewerking om de waarheid boven tafel te krijgen geen consequenties te hebben, zo oordeelt de officier van justitie. Een belangrijk strafrechtelijk beginsel is namelijk dat niemand gehouden is bewijs tegen zichzelf aan te leveren. (tekst gaat verder onder de foto)

Het commissierapport wijst ook op een structureel gebrek aan transparantie en zorgvuldigheid in de bestuurlijke processen binnen de gemeente Bergen NH. Door de solistische aanpak van Valkering en zijn gebrek aan openheid nam het vertrouwen in hem sterk af. De kwestie kostte uiteindelijk ook burgemeester Lars Voskuil de kop.
Bovendien bleek dat Valkering herhaaldelijk – en aantoonbaar – niet de waarheid sprak over zijn handelen, zowel richting de onderzoekscommissie als in de openbaarheid. Dit patroon van ontwijken en ontkennen – bijvoorbeeld in het debat over de totstandkoming van de overeenkomst – leidde tot breed gedeeld ongenoegen. (tekst gaat verder onder de foto)

Tijdens een strafrechtelijk onderzoek kunnen vergaande opsporingsmiddelen worden ingezet zoals een huiszoeking. Dat had kunnen leiden tot de inbeslagname van de privécomputer van de wethouder waarop de bestuursovereenkomst heeft gestaan. Dan was daarop wellicht uitsluitsel te vinden of er valsheid in geschrifte was gepleegd en of daarover door Klaas Valkering onder ede is gelogen.
Het antwoord van het Openbaar Ministerie maakt duidelijk dat de lat voor strafvervolging in bestuurlijke dossiers hoog ligt. Alleen wanneer er voldoende aanknopingspunten zijn dat er strafbare feiten zijn gepleegd, kan en wil justitie een strafrechtelijk onderzoek tegen iemand starten. (tekst gaat verder onder de foto)

Toch is er breed draagvlak voor het oordeel dat het gedrag van de oud-wethouder ernstig laakbaar was. Raadslid Mariella van Kranenburg, oud-voorzitter van de onderzoekscommissie, betreurt het dat het strafrechtelijke spoor niet helpt om de waarheid boven tafel te krijgen. Ze is wel van mening dat het onderzoek heeft geleid tot forse verbeteringen in de lokale bestuurlijke procedures.
Oud-wethouder Valkering werkt tegenwoordig als advocaat bij advocatenkantoor Houthoff op de Amsterdamse Zuidas. In het kader van hoor en wederhoor is hem door deze redactie om een reactie gevraagd. Tot op heden is er door Valkering nog niet gereageerd.