Een foto van drie burgemeesters achter een tafel. Bestuurlijker dan dit wordt het niet. Toch gaat het over mensen, gezien de banner ‘Samen tegen mensenhandel’ erop. Burgemeesters Monique Bonsen van Koggenland en Rian van Dam van Hollands Kroon tonen hun ‘mediaglimlach’. Daartussen zit Maarten Poorter van Dijk en Waard. Bloedserieus. “Slechts het topje van de ijsberg komt aan het licht.”
Poorter is naast burgemeester ook ambassadeur mensenhandel namens NHVeilig, een provinciaal samenwerkingsverband. En hij wil meer aandacht bij alle bestuurders en gemeenten voor deze vorm van criminaliteit: “Alle gemeenten moeten met een beleid komen tegen mensenhandel, dus wij ook. We hebben niet de indruk dat het probleem hier groter is dan elders.”
“Maar als landelijke gemeenten hebben we alle drie een grote tuinbouwsector. Die heeft behoefte aan heel veel seizoenwerkers. Dat werk kan niet worden gedaan zonder arbeidsmigranten. We houden er wel rekening mee dat dat risico met zich meebrengt. Dat zich ook daar vormen van arbeidsuitbuiting kunnen voordoen die we willen bestrijden.” (tekst gaat door onder de foto)
“In die sector zijn ook malafide uitzendbureaus actief, die medewerkers onderbetalen en bijvoorbeeld veel geld laten betalen voor een matras in een schuur met tientallen andere arbeidsmigranten. Als tuinbouwer hoef je dat niet meteen in de gaten te hebben. Voor ons als overheid is het zaak in die gevallen niet tegenover de ondernemers te komen staan, maar ernaast. Die moet niet in de problemen komen door signalen van mensenhandel te melden.”
Een van de grootste uitdagingen in de aanpak van mensenhandel is dat slachtoffers vaak geen melding durven te doen. Wat het ook lastig maakt, is dat iets wat vrijwillig begint, zich later kan ontwikkelen naar afhankelijkheid en uitbuiting. Een goed voorbeeld daarvan is hoe loverboys te werk gaan. Geschat wordt dat meer dan 85% van alle zaken rond mensenhandel nooit aan het licht komen.
De signalen moeten daarom volgens Poorter vaak komen van anderen zoals hulpverleners: “Die signalen zijn bijvoorbeeld tekenen van fysiek misbruik, besmettelijke ziektes, verwondingen door arbeidsongevallen of niet zelf kunnen beschikken over de eigen identiteitspapieren. Ook de bewoning van grote schuren kan in de omgeving opvallen.” (tekst gaat door onder de foto)
Poorter maakt zich ook zorgen over vluchtelingen zoals Oekraïners, en de alleenstaande minderjarige asielzoekers in de centra in de regio. “Het is een kwetsbare groep. Medewerkers van asielzoekerscentra zijn alert wie er allemaal rondhangen bij die groep. Onze eigen aanpak richt zich in eerste instantie op de eigen organisaties.”
De maatregelen richten zich op een beter zicht op mensenhandel en arbeidsmisbruik, met als doel meer aanhoudingen en betere opvang voor slachtoffers. Ambtenaren krijgen trainingen om signalen van mensenhandel te herkennen en de samenwerking met politie en hulpinstanties wordt versterkt. “Alleen via de bestuurlijke tafel kan het ook meer aandacht krijgen in de samenleving en durven mensen er hopelijk net iets eerder melding van te doen wanneer ze een vermoeden van uitbuiting hebben,” besluit Poorter.
Een van de maatregelen is een apart meldpunt bij de gemeente. Dat is er op korte termijn, maar tot die tijd kunnen mensen hun melding ook doen bij politie of via Meld Misdaad Anoniem.