Het vogelgriepvirus heeft zich zo gemuteerd dat nu ook meeuwen slachtoffer worden van de gevreesde ziekte. Dat blijkt uit onderzoek op de dode meeuwen die vorige week werden aangetroffen in Flevoland. Inmiddels zijn er ook meldingen uit het noorden en zuidwesten van Nederland. In onze regio zijn er nog geen dode meeuwen gemeld, maar de Vogelbescherming vreest dat dat een kwestie van tijd is.
Streekstad Centraal sprak over de meeuwensterfte met vogelaar Jurgen Rotteveel. Die liet weten nog geen dode meeuwen te hebben opgemerkt tijdens zijn wandelingen door de natuur. “Laten we hopen dat dat zo blijft,” begint Hanne Tersmette-Strijland van de Vogelbescherming optimistisch als Streekstad Centraal haar spreekt. “Maar het is echt ‘fingers crossed’. Als ik eerlijk ben denk ik dat het een kwestie van tijd is. Het virus verspreidt zich heel erg snel, het is iets ongrijpbaars.”
Tersmette-Strijland verwijst naar de recente uitbraken in Zeeland, Groningen en Friesland. “Het gaat dan met name om kokmeeuwen,” weet ze. Dat zijn de kleine meeuwen die in de zomer een kenmerkende zwarte kop hebben, een kop die in de winter wit wordt. “Daar zijn er ontzettend veel van, ook in de regio van Alkmaar en de Duinstreek. Ze broeden bij meertjes.”
Het is niet ongewoon om een kokmeeuw tegen te komen op het Waagplein of in de woonwijken van Heerhugowaard. Maar je ziet ze uiteraard ook veel op de stranden. Wie een dode kokmeeuw tegenkomt tijdens een wandeling in de duinen of gewoon in de eigen buurt moet opletten. “Raak de vogels echt niet aan,” waarschuwt Tersmette-Strijland. “Wat je wel kunt doen is een melding maken. Dat kan bij de Vogelbescherming, maar ook bij SOVON. Die hebben een online meldpunt.”
Hoewel kokmeeuwen talrijk zijn, gaat de soort wel achteruit. “Het aantal kokmeeuwen daalt met 5 procent per jaar,” legt Tersmette-Strijland uit. “En daar komt dan deze uitbraak nog bovenop. We hebben bij de sterns op Texel gezien dat die na een grote uitbraak toch weer gingen broeden, met wisselend succes. We hopen dat de kokmeeuw zich ook zo herstelt. Maar in Zeeland zijn we veel sterns echt kwijt. We maken ons dus grote zorgen. En het is de vraag welke soort hierna aan de beurt is.” (foto: Benjamin Janecke)