Stambomen, oude boeken, gemeentearchieven: wie de geschiedenis van de eigen streek of de familie onderzoekt, komt vanzelf wel een keer in het Regionaal Archief in Alkmaar terecht, aan de Bergerweg. Maar nu zijn voor even de ogen van de halve wereld op deze plek gericht. Onderzoek heeft uitgewezen dat in Alkmaar een paar reepjes uniek, eeuwenoud Engels worden bewaard. Met zelfs een woord dat nog niemand kende.
Streekstad Centraal mocht een kijkje nemen tussen de hoge boekenkasten en de oude bijbels. Lisette Blokker, gespecialiseerd in middeleeuwse geschiedenis, weet precies waar ze de inmiddels beroemde archiefstukken zoeken moet. In grijze dozen liggen ze, tot voor kort zaten ze verstopt in een boekband.
“Zo ging dat”, vertelt Blokker. “Als je een boek kocht kreeg je het papier mee, dat liet je binden. En de boekbinder gebruikte voor de band oudere stukken perkament.” Perkament dat waardeloos werd gevonden, omdat er onleesbare teksten op stonden, of oude katholieke heiligenlevens die na de Reformatie wel konden worden ‘afgevoerd’. Zo kwam ook dit stukje heel oud Engels rond 1600 in een nieuwe band terecht. (tekst gaat door onder de foto)
Dat in zestiende- of zeventiende-eeuwse boekbanden soms restjes perkament uit de middeleeuwen te vinden zijn, daar was Blokker zich uiteraard al langer van bewust. En zij niet alleen. “Het is een samenballing van krachten geweest”, legt ze uit. “In het Regionaal Archief waren Harry de Raad en Marijke Joustra hier al langer mee bezig.”
Toen een collega bij het inscannen van een oud boek wat bijzonders leek te zien was die dus alert. “Dat archiefstuk was afkomstig uit de Librije”, zegt Blokker. Dat is de vroegere bibliotheek van de Grote Kerk van Alkmaar, nu opgeslagen in het Regionaal Archief. Die Librije is een goede plek om iets bijzonders te vinden. “Daar weten we wel van dat ‘t er in zit ja. Maar wat dit was, dat wisten we toen nog niet.”
Een foto van de opmerkelijke reepjes perkament werd gedeeld op Twitter en toen ging het een eigen leven leiden. Uiteindelijk was het Thijs Porck, wetenschapper te Leiden en een kenner van het Oudengels, die zag wat er in Alkmaar was gevonden. “Ik kreeg een e-mail met foto’s en ben meteen de volgende dag naar Alkmaar afgereisd”, vertelt Porck aan Streekstad Centraal. Want dit moest wel wat zijn, wist hij: “Er bestaat niet zoiets als ‘een normaal stukje Oudengels’, alles is bijzonder an sich.” (tekst gaat door onder de foto)
De stukjes tekst die Porck in Alkmaar kon bekijken gaven weer nieuwe inzichten in de taal van duizend jaar geleden. En zelfs een nieuw woord: ‘gewændunga’, een woord voor ‘beweging’. “We kenden al wel andere vormen van deze stam, denk aan wenden, wending in het Nederlands. Maar dit is nieuw en dat betekent dat we iets aan het Oudengelse woordenboek kunnen toevoegen. En ja, dat is redelijk bijzonder.”
De tekst is tweetalig: in groot regels in het Latijn, psalmen. Daarboven de woordelijke vertaling in middeleeuws Engels. Een lesmethode, zo leerden Engelse kinderen ooit Latijn. “De vertaler had soms moeite met woorden”, zag Porck terug in het handschrift. “Dan gaf hij twee vertalingen.”
Het Engels dat in Alkmaar bewaard wordt is elfde-eeuws, het handschrift is tussen 1050 en 1075 ontstaan, denkt Porck. “Op basis van letters, het schrifttype, en andere technische kenmerken kunnen we het dateren”, legt hij uit. Dat is heel specialistisch werk, maar het brengt de geschiedenis wel tot leven. En de taal van toen, met haar naamvallen en oude klanken. ‘Gewændunga’, Porck kan het uitspreken en brengt ons zo duizend jaar terug in de Engelse taalgeschiedenis. (tekst gaat door onder de foto)
Nog spannender is de geschiedenis van het handschrift zelf. “Er zijn meerdere theorieën, maar het zou goed kunnen dat dit het psalterium van prinses Gunhilde geweest is”, haalt Porck aan. Haar lesboekje dus, waar ze Latijn uit leerde: handgeschreven, mooi gekleurd.
Gunhilde was een prinses uit de elfde eeuw, de zus van koning Harold II van Engeland, die in 1066 in de Slag bij Hastings werd vermoord. Zo neemt het reepje perkament ons mee naar de bloedige middeleeuwen: “Prinses Gunhilde vluchtte naar Brugge en nam haar psalterium mee, dat weten we.”
“Dat psalterium was in 1561 nog in Brugge, dat weten we ook. In 1580 moet het zijn geconfisqueerd, in de periode van de Reformatie. Het boek met die woorden die niemand toen nog kon begrijpen, dat werd verkocht.” Als oud papier dus eigenlijk, al gaat het hier dus om oud perkament. Zo moet het eerst in Leiden zijn terechtgekomen, bij één van de 40 boekbinders die die stad toen rijk was. “Het zou zomaar kunnen. Hoe meer informatie we hebben, hoe meer er is te vinden.” (tekst gaat door onder de foto)
Dat er volgende week nóg zo’n fragment opduikt, dat is niet direct de verwachting. “Hier ging een jarenlange voorbereiding aan vooraf”, benadrukt Blokker. “Maar het is wel zo dat we hier archieven beheren die nog niet zo goed zijn onderzocht. Dan kun je ook denken aan de oude pastoorsbibliotheken. Die komen uit katholieke schuilkerken in Heiloo, Akersloot, Limmen…” Ze wijst naar lange archiefplanken vol prachtige oude banden.
Er een willekeurig boek uitpakken levert alweer wat bijzonders op: een klein bidprentje tussen de bladzijden, ‘voor Janniti’. Geen Oudengels, maar wel een gewone voornaam van eeuwen terug, vermoedelijk afkomstig uit Zuid-Holland.
“Dit soort dingen zijn vaak nog niet in kaart gebracht”, weet Blokker. Dat is wat het Regionaal Archief nu wel wil gaan doen: hier wetenschappers, studenten, vrijwilligers op loslaten, om nog nauwkeuriger in beeld te brengen wat voor bijzondere geschiedenis in Alkmaar wordt bewaard. Soms is dat wereldgeschiedenis.