De Bergense gemeenteraad stelt een raadsonderzoek in. Dat betekent dat de manier waarop de raad werkt kritisch onder de loep zal worden genomen. Het is een manier voor de raad om lessen te trekken en de zorgvuldigheid van besluitvorming te borgen. “We willen een lerende raad zijn.”
De beslissing om een raadsonderzoek in te stellen neemt een gemeenteraad natuurlijk niet zomaar. “Het gebeurt in Nederland ongeveer vijftien keer per jaar”, legt Mariella van Kranenburg uit, voorzitter van de commissie die het onderzoek heeft ingesteld. “Maar wat precies de aanleiding is, daar doen we geen mededelingen over. Dat is geheim.” In het communicatiebericht wil de raad wel kwijt dat een en ander te maken heeft met “de wijze van totstandkoming van de intentieovereenkomst met stichting Het Bijzondere Huis”, maar verdere details worden niet gegeven.
Dat de raad unaniem tot zo’n raadsonderzoek overgaat duidt Van Kranenburg wel als iets positiefs. “Dit is het mooie van hoe de raad nú functioneert”, zegt ze. “We willen hier lering uit trekken. Unaniem.” De vraag of het in dit specifieke geval wel goed is gegaan is belangrijk, omdat de raad zo leert om in het vervolg nog beter en zorgvuldiger te werk te gaan. Het raadsonderzoek staat zo bezien symbool voor een Bergense politiek die echt zorgvuldig wil zijn.
Het vooronderzoek zal worden uitgevoerd door een extern bureau, een ‘gerenommeerd bureau’ aldus Van Kranenburg. Op basis van dat vooronderzoek beslist de raad vervolgens hoe het verder moet. Het is denkbaar dat er getuigen onder ede zullen worden verhoord, “zoals bij een parlementaire enquête”, maar of dat in Bergen nodig is weet Van Kranenburg nu nog niet. Eind 2023 moet het raadsonderzoek zijn afgerond.