Ze krijgen wel vaker een donatie of een nalatenschap, maar een cheque met een bedrag van 130.000 euro is voor de Egmondse KNRM best bijzonder. Het bedrag werd nagelaten door de 93-jarige Liesbeth van der Pol die vorig jaar overleed. De Egmondse had altijd een bijzondere band met de redders. Haar nicht Anne Basjes mocht de cheque overhandigen. “Ze wilde levens redden.”
Anne Basjes vertelt het hele verhaal aan mediapartner NH Nieuws. Haar keukentafel staat vol met lijstjes met oude foto’s en documenten. “Dat helpt om het hele verhaal over mijn tante te vertellen”, legt Basjes uit. Als eerste pakt ze een lijstje met een plaquette van de KNRM. ter herinnering aan haar tante Liesbeth. Hierop staat een kaartje van Nederland met daarop de coördinaten waar haar as is uitgestrooid.
“Ze wilde heel graag voor de kust van haar geliefde Derp uitgestrooid worden. We zijn daarom in december met de reddingsboot de zee op gegaan met een aantal neven en nichten. Ze had geen kinderen. We hebben toen samen haar as in zee gestrooid. We moesten wel op de wind letten, anders werd het natuurlijk een zooitje. Daarna voer de boot nog vijf rondjes om de plek, het was een zeer plechtig gebeuren.”
Het is volgens mevrouw Basjes geen verrassing dat de KNRM zo’n groot bedrag krijgt van haar tante Liesbeth. “Haar ouders bestierden café De Boei in Egmond aan Zee. Dat was eigenlijk de stamkroeg van de redders van de KNRM. Als ze in actie waren gekomen kwamen ze daar nog even napraten onder het genot van een borrel. Ook werden de gereddenen daar liefdevol opgevangen.”
Ook maakte de jonge Liesbeth de stranding van het stoomschip Kerkplein en de sleepboot Drente voor de kust van Egmond aan Zee in 1935 mee. “De stranding van het vrachtschip zorgde voor zoveel reuring in het dorp dat het de eerste file van Nederland veroorzaakte”, vertelt mevrouw Basjes terwijl ze als bewijs een ingelijst krantenbericht laat zien.
De stranding maakte volgens mevrouw Basjes indruk op de jonge Liesbeth. Het verhaal gaat dat de mannen van de KNRM al in café De Boei zaten toen ze erachter kwamen dat ze de kapitein vergeten waren. “Ze zijn terug geroeid en toen ze zijn hut bereikten, die al halfvol water stond, zagen ze de kapitein rustig een sigaartje roken. Dat zijn wel prachtige verhalen.”
Dat het werk van de KNRM belangrijk was, kreeg Liesbeth met de paplepel ingegoten. En dat de zee niet te vertrouwen is, werd haar vroeger door haar ouders al ingeprent. “Een opa en twee ooms overleden toen ze tijdens de Eerste Wereldoorlog met hun vissersboot op een mijn voeren en verdronken. Over deze tragedie is in de familie veel gesproken.”
En net als de redders van de KNRM wilde Liesbeth volgens haar nichtje ook de mensheid dienen. Ze werd daarom arts in het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam. Later verhuisde ze naar het Groningse Haren waar ze psychiater werd. “Ze wilde levens redden.”
Hoewel ze al op haar 16e Egmond aan Zee verliet, is ze haar geboortedorp nooit vergeten. “Toen ze Alzheimer kreeg, wilde ze weer terug naar huis. Ze heeft hier nog wat mooie jaren gehad. Ondanks haar ziekte herkende ze veel van vroeger. Ze is uiteindelijk vredig ingeslapen.”
Naast de donatie aan de KNRM heeft ze eenzelfde bedrag aan KiKa nagelaten. “We zijn ervan overtuigd dat het geld goed terechtkomt en dat er levens mee gered kunnen worden. Zo zou mijn tante Liesbeth het graag gewild hebben.”