“Kijk nou!” Ritske Velstra duwt z’n telefoon naar voren en tovert een foto tevoorschijn. Zijn ogen twinkelen. “Als je zulke kleine hummels hier hebt, en je vraagt: ‘Til die kaas eens op?’ Dan heb je ze, en hun ouders ook. Dan gaat je verhaal lopen.”
Liever had die-hard vrijwilliger Ritske natuurlijk in het ‘echie’ zijn kunsten als verhalenverteller bij de Alkmaarse Waag laten zien. Dat hij het vandaag moet doen met een foto, kwam door onverwachtse werkzaamheden aan het Waaggebouw. Op de achtergrond klinkt dan ook het harde gebonk van hamers en snerpende zagen. De deuren blijven vandaag daarom grotendeels dicht.
Sinds 2019 zijn de poorten van het Waaggebouw bijna dagelijks open. Hiervoor gebeurde dit alleen op vrijdagen, tijdens de kaasmarkt. Maar toeristen konden hun nieuwsgierigheid niet bedwingen, vragen bleven dagelijks binnenstromen: wat zit er toch achter die indrukwekkende deuren? Daarop besloot het VVV De Waag met haar historische kaasschatten ook op andere dagen open te gooien.
Een groep van twaalf vrijwilligers ving toen de toeristen op. Nu – grotendeels afgebrokkeld in de coronatijd – zijn er vijf over. “Of, nee, zes”, zegt Claudia Wijma, vrijwilliger van het eerste uur. Ze wijst naar haar kersverse collega Marianne Kievit, die wordt ingewerkt. Maar zes is te weinig om dagelijks open te gaan. Tien, willen ze er het liefst. Dus het is tijd om hun passie met Streekstad Centraal te delen en te kijken wie er graag zou willen aansluiten bij de groep. (tekst loopt door onder de foto)
Die dichte deuren maken overigens geen verschil voor het enthousiasme waarmee de vrijwilligers hun liefde voor dit werk delen. “We vertellen zo levendig mogelijk over de 600 jaar geschiedenis van dit gebouw, maar ook over de kaasmarkt”, zegt vrijwilliger Claudia. De kunst is om zo’n verhaal van jong tot oud boeiend te maken.
“Moet je eens voorstellen!”, begint Ritske. Hij illustreert hoe hij zo’n boeiend verhaal aan toeristen aftrapt. “Dat de boer naar hier kwam, met z’n bootje roeiend vanuit de Schermer.” Druk gebarend met zijn handen, wisselt zijn blik van vervulling naar verbazing. “Die kwam voor de kade liggen en dan werden die kazen aangegooid, 60 tot 70 stuks van die kogeltjes.” Mariannes ogen lichten ondertussen op: “Ik word steeds enthousiaster!” (tekst loopt door onder de foto)
“Je hoeft niet alles te weten als je start, hoor”, stelt Claudia potentiële vrijwilligers gerust. “Dat ga je allemaal leren als je hier staat.” Maar verlegen moet je niet zijn, mensen aanspreken en vragen beantwoorden is dagelijkse kost. “Niet alleen over hier, eigenlijk ben je een soort ambassadeur van Alkmaar”, zegt Ritske. Een beetje Engels spreken is wel handig, Duits helemaal, maar met de woordenlijst in de gids voor de verhalenvertellers kom je heel end. Al doende leert men.
“Wat vooral mooi is, is dat de verbinding onderling heel groot is”, zegt Claudia. “We zijn een hechte groep. Als het met iemand niet goed gaat, houden we elkaar in de gaten.” Hier deel van mogen zijn, brengt Claudia veel; een niet te doven passie is haar meester geworden tijdens haar jaren in De Waag. “En iedere vrijwilliger vult dit werk op zijn eigen manier in, we vullen elkaar aan.”
“Weet je”, besluit Ritske. “We zijn allemaal heel verschillend. En daardoor juist een geheel.”