“Als ik later groot ben, ga ik werken in de bieb.” Met haar acht jaar wist Erna Winters (59) natuurlijk niet dat ze uiteindelijk directeur van zeventien bibliotheken én Artiance zou worden. Wandelend door de gangen van de centrale bibliotheek in Alkmaar, al achttien jaar haar ‘thuis’ , zet Erna sinds kort elke stap bewust. Met aandacht. Want over twee weken is het echt klaar.
Als achtjarige boekenwurm sprong Erna een gat in de lucht wanneer het woensdagmiddag was, want “dan ging ik naar de bieb om de bibliotheekjuffrouw te helpen.” Boeken stempelen, alfabetiseren, maar vooral: mensen helpen met het vinden van de juiste informatie. Tot haar zestiende kwam ze steevast elke week. “Toen wilde ik meer doen, maar dat mocht niet, want ik was geen beroepskracht.” Afscheid nemen van de bieb was geen optie. Toen besloot puber Erna: dán ga ik wel naar de Bibliotheekacademie.
Een keerpunt in haar leven. “We kregen 44 vakken in het eerste jaar”, want toen moest een bibliothecaris nog een beetje verstand hebben van alles. Dat trekt Erna enorm, ze vreet informatie en geniet van de kennis. “Nog steeds als ik op tv naar 2 voor 12 kijk, doe ik mijn best om alles uit mijn hoofd te weten.” Haar advies? “Speel nooit Triviant met een bibliothecaris.” (tekst loopt verder onder foto)
Binnen het werkveld doet Erna, zoals ze het zelf zegt, een rondje Nederland. Meerdere bibliotheken zien haar komen en gaan. Tot Bibliotheek Alkmaar in september 2006 ‘ja’ zegt tegen Erna als nieuwe directeur. Veranderingen slaan haar om de oren. Vijf fusies maakte ze mee ; steeds meer vestigingen voegden zich bij – inmiddels – Bibliotheek Kennemerwaard.
Maar de bieb zélf veranderde ook. Het is niet meer de bieb waar Erna elke woensdag naar binnenstapte. Niet meer alleen boeken lenen en een ‘ssst!’ naar je hoofd als je te hard praatte. De bieb van nu is veel meer dan dat. “Het werd een punt waar je informeel kunt leren. We zijn naar buiten getreden.” Digitale Overheid, Juridisch loket, Taalhuis, samenwerkingen met meer dan honderd onderwijsinstellingen, trainingen in digitale veiligheid; het is maar een kleine greep aan waar de bieb anno nu zich mee bezighoudt. (tekst loopt verder onder foto)
En met die veranderingen, die ze zelf deels doorvoerde, veranderde Erna zelf ook. Ze werd “rustiger” – met aanhalingstekens, want écht rustig was het nooit. Verandering kost tijd, leerde ze, “al was ik in mijn hoofd soms al veel verder dan de rest.” Haar baan omvat steeds meer, wordt politiek. “Veel raadsleden zijn soms al tien, twintig jaar niet in de bieb geweest en hebben nog dat beeld uit hun jeugd, de ‘ssst’.”
Het was aan Erna dus om als directeur te lobbyen, te gaan staan voor ‘haar’ bieb. “Want als het financieel moeilijk wordt, staat de cultuur onder druk. Dan moet je knokken voor de diensten die we inwoners verlenen.” Dus dat doet ze, meermaals, met resultaat. “In de crisisjaren hebben we, op één vestiging in Egmond aan de Hoef na, alle vestigingen weten te behouden”, vertelt ze vol trots. Daar zijn wel wat hervormingen en fusies voor nodig geweest, natuurlijk.
Toen kwam in 2021 de uitdagendste fusie van allemaal: die met buurvrouw Artiance, Centrum voor de Kunsten. Ineens was Erna directeur van het ABC-Huis. “Midden in coronatijd. Het was pittig, die fusie. Kijk, als bibliotheken fuseren, spreek je min of meer dezelfde taal. Maar met Artiance en de bieb merkte ik: je gebruikt dezelfde woorden, maar toch bedoel je er iets anders mee.” Daar valt nog een mooie slag te maken. Voor de volgende directeur dan. (tekst loopt verder onder foto)
Want Erna stopt. “Ik ben nu 59 en dacht: wil ik tot mijn pensioen directeur blijven?” Nee, dus. Het is zwaarder geworden; in die achttien jaar werd zowel de organisatie als het speelveld steeds groter. “Het is soms op vijf borden tegelijk schaken.” Wachten op een nieuwe baan deed ze niet- “ik had al besloten om ontslag te nemen”. Tijd voor een frisse wind, vond ze, voor de bieb maar ook voor zichzelf.
En toen kwam die nieuwe functie ineens aanwaaien: Netwerkmanager voor het Openbare Bibliothekendomein, in dienst van de Koninklijke Bibliotheek. Een mond vol. In een notendop gaat Erna doen waar Erna zo goed in is: mensen verbinden. “Ik ben als het ware de verbindingsofficier.” En dat is best spannend. Straks heeft Erna, na zoveel jaar directeuren, ineens weer een baas boven zich. Maar dat is goed, ze is er klaar voor en “de verantwoordelijkheid voor een hele organisatie laat ik achter me.” Maar niet de bieb. Daar afscheid van nemen is (voorlopig) geen optie.