Van twee kanten komt alles tot stilstand. Fietsers en auto’s staan naast elkaar, een scooter wurmt zich nog een stukje naar voren, tevergeefs. De slagbomen zijn naar beneden en langzaam komt het brugdek in beweging. Hier, op de Bierkade, heeft Alkmaar zijn eigen tempo. Het tempo van de haven. “We kijken wel waar we hierna weer heen varen.”
Het is misschien wel de meest Nederlandse van alle smoezen: “De brug stond open.” Ook op de redactie van Streekstad Centraal is die verontschuldiging geregeld te horen. Achter zo’n brugopening gaat het verhaal van een levendige haven schuil. Een wereld van ‘buiten’ en ‘binnen’ varen, een wereld van vele talen ook. Want water, dat komt overal.
“Of ik echt uit Australië kom? Reken maar!” De Australische schipper Mark is het wel gewend, de Australische vlag die op zijn jacht wappert roept vragen op. Een zeewaardig schip is het zeker, toch moet Mark één droom wel wegnemen: “We zijn hier met het vliegtuig gekomen.” Zijn schip is in Nederland gebouwd en het komt Europa niet uit. Al is hij er wel al mee naar Londen gevaren, en naar de Middellandse Zee. (tekst gaat door onder de foto)
“Het is eigenlijk net als een caravan”, legt Mark uit. “We hebben alles wat we nodig hebben. We gaan van stad naar stad en zo ontdekken we Europa.” Het ‘oude’ werelddeel blijft voor veel Australiërs een geliefde vakantiebestemming. Maar waar veel van hun landgenoten kiezen voor een hotel of voor een vakantieappartement, daar kozen Mark en zijn vrouw dus voor de vrijheid van het water.
“Voor mijn werk was ik al veel in Nederland geweest. Ik wist dat ze hier goed Engels spreken. En water hebben jullie ook genoeg”, zegt Mark. Er is dus veel om te ontdekken. Hij heeft iets op te biechten: “Je kunt het je vast niet voorstellen, maar ik had nog nooit van Alkmaar gehoord. We zijn vanuit Amsterdam naar het noorden gevaren.”
De bekende belletjes rinkelen weer. Ook Mark kijkt naar de brug. “Die gaat voor óns open, dus ik moet vertrekken.” Zijn jacht moet naar een ligplaats in het Luttik Oudorp. Havenmeester Peter beheert de brug handmatig, met een paneel naast de slagbomen. Soepel glijdt het scheepje met de Australische vlag de gracht in. (tekst gaat door onder de foto)
Aan het Luttik Oudorp ligt ook het bootje van Appie en Marijke. Ze kijken toe hoe het Australische jacht aanmeert aan de kade. Zelf komen ze niet van zo ver weg, ze komen uit Friesland. “We varen vanuit Alkmaar weer door naar Purmerend”, vertelt Appie. “En dan via Edam ‘nei bûten’.” Naar ‘buiten’ dus, daarmee bedoelen de schippers het open water, in dit geval het Markermeer. “Daarna kijken we wel. Het is overal mooi.”
Naast de boot van de Friezen ligt nóg een jacht met een Australische vlag. “Maar ik denk dat ze dat schip hier hebben liggen”, overweegt Marijke. Iets wat voor Mark dus zeker klopt. “En er staat ook Drachten op de achterkant”, voegt Appie toe. “Nou ja, op het water ligt alles dicht bij elkaar hè.”
Engels, Fries, dan klinkt er ook Duits over het water. De rondvaartboot komt onder de brug door. “Denk om uw hoofd”, herhaalt de gids nog maar eens, in drie talen. De passagiers van de rondvaartboot zwaaien. (tekst gaat door onder de foto)
Een stukje verderop ligt een schip met een Friese naam: ‘Freonskip’. Vriendschap dus “Maar hij komt uit Groningen”, lacht Hein. “Toen ik ‘m kocht was het een woonboot. Helemaal bebouwd. Nu heb ik ‘m verbouwd naar wat ik zelf gerieflijk vind.” Hein is continu bezig met zijn tjalk, onderhoudt het schip met liefde. „Maar het moet geen werk worden hoor”, zegt hij. “Dat is niet de bedoeling.”
Hein woont zelf ook op het water, op een woonark in Beneden-Leeuwen. Daar is hij nu vandaan komen varen. ‘Binnendoor’, dus over de vaarten en kanalen, tot Alkmaar. “Dat we hier nu liggen heeft niet zo’n leuke reden”, vertelt Hein. “Mijn broer is overleden, in Hoorn. We zijn hier voor de begrafenis.” Hoorn heeft natuurlijk ook havens, maar Hein voer liever binnendoor dan buitenom. (tekst gaat door onder de foto)
“Ik heb er anderhalve week over gevaren”, zegt Hein. Rustig aan dus. “We wisten dat de dood van mijn broer eraan kwam. Hij was al een tijd erg ziek, hij heeft het moment zelf gekozen. Ja, ook dat is het leven.” Waar hij naar de begrafenis heen vaart, dat weet hij niet. Hij ziet wel, heeft de tijd.
Havenmeester Peter gaat intussen van brug naar brug en houdt in de gaten of langs de kades alles goed verloopt. “Als ik er de tijd voor had, kon ik er van alles over vertellen”, zegt hij lachend. Maar voor hem is het ritme van Alkmaars haven toch echt het ritme van zijn werk. Hij stapt op de fiets en rijdt de kade op. Achter hem raast het verkeer al over de brug, nu het weer kan.