Al 25 jaar is de kermis van Alkmaar ook de kermis van Sander Willemstein. Namens Buro de Kermisgids regelt hij wat er voor een kermis geregeld moet worden, in goede samenwerking met de gemeente. Die verraste Willemstein met een eervolle extra taak: hij mag ter ere van zijn jubileum de kaasbel luiden. “Ik kan goed met Alkmaarders, je weet wat je aan ze hebt.”
Het luiden van de kaasbel, dat is een ‘hele eer’, zegt Willemstein als Streekstad Centraal hem erover spreekt. “Ik ken de kaasmarkt, ik ken de kaasdragers”, vertelt hij. De Alphenaar heeft de kaasstad in de 25 jaar dat hij hier de kermis organiseert duidelijk leren kennen en waarderen. “Ik kom graag in Alkmaar, ja. Niet alleen voor de kermis. ook in de rest van het jaar ben ik hier te vinden.”
Maar deze weken is dat natuurlijk wel waar alles om draait: die kermis. Buro de Kermisgids begeleidt gemeenten in heel Nederland bij het organiseren van kermissen. Daar komt nu eenmaal veel bij kijken. “Ik ken de ondernemers, als Buro de Kermisgids zitten wij er middenin”, legt Willemstein uit. (tekst gaat door onder de foto)
Eén jaar probeerde Alkmaar het zónder Willemstein. De gemeente wilde de kermis graag eens helemaal zelf organiseren. Maar dat liep toch niet op rolletjes. “Het ging dusdanig verkeerd dat ze de meerwaarde van ons daarna wel inzagen”, zegt Willemstein daar nuchter over. Nu is de samenwerking goed. “Alkmaar is echt een gemeente die meedenkt.”
Dat wordt bevestigd als Streekstad Centraal spreekt met ‘kermiswethouder’ Christian Schouten. “Het is echt een samenwerking die goed loopt, ja. Daarom willen we Sander ook echt even in het zonnetje zetten! Hij is al een kwarteeuw betrokken”, vertelt de wethouder. “Het is écht samenwerking. Zo’n langjarig verbond werpt zijn vruchten af.”
De wethouder laat niet na om ook het belang van de Alkmaarse kermis te benadrukken. “We willen een mooie, gezellige, fijne, betaalbare kermis; kwaliteit boven kwantiteit”, zegt hij. “En daarvoor heb je dat samenspel nodig.” Dat samenspel, dat kan niet zonder Sander Willemstein. (tekst gaat door onder de foto)
Al als jonge jongen was Willemstein veel op de kermis te vinden. Ook toen niet alleen vóór, maar ook áchter de schermen. “Mijn vader werkte al voor hetzelfde bedrijf, hij regelde de stroomvoorzieningen”, brengt Willemstein in herinnering. “Ik ging vaak met hem mee. Dan gingen we samen ‘stroom maken’ op de kermis.”
En ook bij stroom draait het natuurlijk om contact. Willemstein leerde al vroeg de mensen achter de kermis kennen. Een wereldje op zich, altijd op reis, toch hecht – en met een eigen humor, een eigen manier van doen. “De directeur kwam op een gegeven moment zelf naar mijn vader: die kermis, is dat niks voor je zoon? Zo ben ik er ingerold.”
Het is niet zo dat Willemstein zelf de hele dag in attracties zit, zijn werk zit toch anders in elkaar. Zomaar even één lievelingsattractie aanwijzen, dat vindt hij moeilijk, zegt hij als Streekstad Centraal hem daarnaar vraagt. Hoewel… “Nee, toch gewoon de breakdance, denk ik. Een all time favourite.” (tekst gaat door onder de foto)
De Alkmaarse kermis is wat Willemstein betreft uniek. Een echte stadskermis, tussen de historische gevels, maar tegelijk wel een grote kermis met plek voor spectaculaire attracties.
Willemstein roemt de samenwerking met ‘marktmeester’ Bas van der Molen en diens mede-coördinator Marije Zijlmans. Er is echt een team dat voor de kermis zórgt, merkt hij. “Alkmaar houdt rekening met de kermis.”
Dat Alkmaar het ook in de coronajaren aandurfde om de kermis te organiseren, uiteraard met wat aanpassingen, tekent de samenwerking. “Dat ging eigenlijk heel goed”, herinnert Willemstein zich. Veel andere kermissen werden in die jaren afgelast, het was een zware periode voor de kermisondernemers. “Maar hier stonden we er.”
In zijn 25 jaar heeft Willemstein het nodige zien veranderen. Het kermisterrein bijvoorbeeld. “We stonden in het begin nog op het Doelenveld. Dan ging je door de kauwgomsteeg…” Een stukje stad dat menig Alkmaarder zich nog zó voor de geest kan halen, maar dat er al jaren niet meer is. De kermis was toen kleiner. Anders.
“We hebben nu gewoon veel meer ruimte, we staan ook op de Paardenmarkt”, legt Willemstein uit. “Daar kunnen we de dinsdag vóór de kermis al beginnen met opbouwen.” Dit jaar verrijst daar onder meer de achtbaan.
Grotere attracties, meer ruimte: de kermis is gegroeid. Daarmee is de Alkmaarse kermis ook voor een breder publiek interessant geworden. Dat is voor Willemstein dan ook de belangrijkste ontwikkeling van de afgelopen 25 jaar. “De kermis is echt beter geworden”, benadrukt hij. “Groter, ruimer. Béter.”