Er gaat mogelijk aangifte worden gedaan tegen de Castricumse wethouder Paul Slettenhaar. Daarmee gaat de politieke storm rond de VVD’er een nieuwe fase in. Vorige week leidden uitspraken van Slettenhaar al tot het uiteenvallen van het college van de gemeente Castricum.
Aanleiding tot alle ophef is een slepende kwestie in de Castricumse opvang voor statushouders. Daar is sprake van terugkerende wateroverlast. De verantwoordelijk wethouder Slettenhaar heeft over die problemen gezegd dat ze zijn veroorzaakt door de bewoners.
Volgens de beheerder van het pand is de verzegeling van de brandslang verbroken, met alle gevolgen van dien. Daarop concludeerde de wethouder dat de ‘bewoners zélf verantwoordelijk’ zijn voor alle overlast.
Dat de wethouder zonder een en ander te hebben uitgezocht, toch met zulke uitspraken kwam, dat kon niet door de beugel, stelde coalitiepartner GroenLinks. Die partij stapte daarom uit het college. Castricum heeft nu nog maar drie wethouders over en de coalitie heeft niet langer een meerderheid.(tekst gaat door onder de foto)
Maar niet alleen GroenLinks roert zich. Ook de statushouders blijken ‘not amused’. Zij ontkennen iets te maken te hebben met de gevandaliseerde brandslang en de wateroverlast. Het zijn valse beschuldigingen van de wethouder, zetten zij daar tegenover: laster.
“De bewoners hebben een brief gestuurd met het verzoek om een rectificatie”, laat hun advocaat Laas van Eijck weten aan NH, mediapartner van Streekstad Centraal. Zonder rectificatie is de gang naar de rechter niet uitgesloten. Er kan aangifte worden gedaan van smaad en laster, zegt Van Eijck.
“Volgens het onderzoek is de tweede lekkage ontstaan door een interne oorzaak”, legt Van Eijck uit. “Heel vreemd dat de wethouder dan direct concludeert dat statushouders de schuldige zijn. Je verwacht een neutrale houding. Dat oude pand is zo lek als een mandje. Het beschuldigen van deze kwetsbare groep werkt polariserend in de samenleving en kan hen veel schade toebrengen.”