Alle inwoners van 60 jaar en ouder krijgen de komende weken weken een uitnodiging voor een nieuwe coronaprik. De coronaprik wordt tussen 15 september en 5 december gegeven op priklocaties van de GGD door het hele land.
Volgens de GGD is het coronavirus er nog steeds en kan het weer opleven. Met de coronaprik wil de GGD mensen die een hoger risico lopen om ernstig ziek te worden door corona, extra bescherming bieden tegen ziekenhuisopname of overlijden door corona.
Iedereen vanaf 60 jaar ontvangt een brief van het RIVM. Bij mensen die vorig jaar een coronaprik hebben gehaald bij de GGD, staat er al een voorstel voor een afspraak in. Anderen worden in de brief uitgenodigd om zelf een afspraak te maken bij de GGD. Dat kan via planjeprik.nl of 0800-7070.
Volwassenen van 50 tot en met 59 jaar die jaarlijks een uitnodiging voor de griepprik krijgen, kunnen ook een coronaprik halen. Dit geldt ook voor kinderen en volwassenen met een medisch hoog risico, bijvoorbeeld met een ernstige afweerstoornis. Ook zorgmedewerkers die werken met kwetsbare patiënten komen in aanmerking voor een coronaprik.
Op 15 september starten de GGD’en met het zetten van de coronaprik. Er wordt tot en met 5 december gevaccineerd met het mRNA-vaccin van Pfizer/BioNTech. Het vaccin is afgestemd op de coronavarianten waarvan verwacht wordt dat ze het meest zullen voorkomen.
In Noord-Holland-Noord komen 16 priklocaties. Bewoners van zorginstellingen krijgen de coronaprik in de instelling zelf.
De pissende ijsbeer is over twee weken definitief met de noorderzon vertrokken. Een poging om het tijdelijke kunstwerk een vaste plek te geven in Alkmaar is mislukt. De kunstenaar wil de ijsbeer niet verkopen aan de gemeente.
De pissende ijsbeer staat er deze zomer. Het kunstwerk is ontwikkeld als tijdelijke kunst in de openbare ruimte. Momenteel maakt het deel uit van de Triënnale, een kunstroute met 12 verschillende kunstwerken georganiseerd door de Kunstuitleen Alkmaar. Het kunstwerk trekt volop bekijks. De reacties van het publiek zijn erg positief.
Vanuit de gemeenteraad gingen geluiden op om de ijsbeer aan te kopen en deze een permanente plek te geven in Alkmaar. Daarom is deze vraag via de Kunstuitleen gesteld aan kunstenaar Florentijn Hofman. Hij wil de ijsbeer echter niet verkopen.
Deze kunstroute met de pissende ijsbeer is nu nog tot 7 september te zien langs het water van het Bolwerk en het Noordhollandsch Kanaal.
Het blijft voorlopig eerder uitzondering dan regel in Dijk en Waard, thuis van de Stad van de Zon en koploper in duurzaamheid. De gemeente die zich laat voorstaan op groen denken en doen, verbiedt inwoners om hun elektrische auto met een kabel over de stoep voor de eigen deur op te laden. Struikelgevaar, claimgedrag en de angst dat de gemeente aansprakelijk is als het opladen tot ongelukken leidt, zijn volgens Dijk en Waard enkele belangrijke redenen om het niet toe te staan.
Laurens In ’t Veld (32) is een van de vele inwoners die daar de dupe van is. Hij woont in een rijtjeshuis in Heerhugowaard en vier jaar terug schafte hij een elektrische Hyundai Ioniq aan. “Ik wilde die auto gewoon thuis opladen, bij voorkeur met mijn eigen zonnepanelen,” vertelt hij. “Dat scheelt al snel vijf- tot zevenhonderd euro per jaar. Bovendien weet je dan zeker dat je echt met groene stroom rijdt.”
Aanvankelijk ging dat goed. Laurens legde een keurige kabelmat over de stoep, iets wat volgens hem destijds door de gemeente werd gedoogd. “Ik heb er jarenlang zonder klachten gebruik van gemaakt. Tot er op een dag handhavers voor de deur stonden: er was een klacht binnengekomen, en vanaf dat moment mocht het niet meer. Sindsdien staat mijn laadpaal er ongebruikt bij.” (tekst gaat verder onder de foto)
Deze laadpaal blijft ongebruikt, nu de gemeente verbiedt om een stroomkabel over de stoep te leggen naar de elektrische auto van Laurens. (foto: Streekstad Centraal)
Het voorval zette Laurens aan het denken. En het frustreerde hem. Maar in plaats van er alleen via Social Media over te klagen, vroeg hij zich af hoe andere gemeenten met deze kabelproblematiek om gaan. Hij pakte de koe bij de hoorns en besloot het uit te zoeken. Er ging een een enquête naar alle gemeenten in Nederland. 102 van de 342 gemeenten vulden de vragenlijst in en stuurden hem de antwoorden
Uit zijn onderzoek blijkt dat Dijk en Waard niet uniek is. Een meerderheid – 61 procent – verbiedt laadkabels over de stoep. De belangrijkste redenen om het te verbieden zijn voor alle gemeenten hetzelfde: struikelgevaar, angst voor aansprakelijkheid en de vrees dat bewoners de parkeerplek voor hun huis ‘claimen’.
Maar die angst lijkt ongegrond. De praktijk in de gemeenten die het wél toestaan (35 procent) laat dat zien. Daar worden nauwelijks problemen ervaren. Vooral de kabelgoottegel, waarbij de kabel verzonken in de stoep ligt, scoort hoog met een tevredenheid van 3,9 op 5. Ook de kabelmat wordt redelijk positief beoordeeld (3,7 op 5). Gemeenten geven aan dat klachten over hinder, esthetiek of aansprakelijkheid zeldzaam zijn. (tekst loopt door onder de foto)
Voorbeeld van een kabelgoot om de elektrische auto aan de straat op te kunnen laden. (foto: aangeleverd)
“Het verschil tussen verwachting en praktijk is groot,” legt Laurens uit. “Gemeenten die weigeren, doen dat vooral uit angst. Maar de gemeenten die het uitproberen, zijn meestal gewoon tevreden. Dat laat zien dat het best veilig en werkbaar kan.”
Zijn overburen Richard en Linda Groen zien het probleem dagelijks. Zij wonen in een vrijstaande woning met een eigen oprit en kunnen hun Peugeot 208 dus probleemloos opladen met eigen stroom. Hun huis is voorzien van 36 zonnepanelen en een thuisbatterij. Toch hebben ze begrip voor Laurens.
“Wij hebben de luxe dat we op eigen erf kunnen laden,” vertelt Richard. “Maar dat geldt lang niet voor iedereen. Voor de meeste mensen in deze straat is een kabel over de stoep de enige optie. Dan lijkt zo’n kabelgoottegel mij juist een veilige oplossing.” (tekst gaat verder onder de foto)
Richard en Linda Groen uit Heerhugowaard kunnen hun elektrische auto op eigen erf opladen. (foto: Streekstad Centraal)
Linda knikt instemmend: “De gemeente wijst op struikelgevaar, maar kijk eens naar deze stoep. Vol onkruid, scheve tegels. Daar struikel je veel eerder over dan over een kabelmat. En dat terwijl mensen wel veel geld investeren in zonnepanelen en een laadpaal, maar hun eigen stroom niet mogen gebruiken. Dat is toch krom?”
Volgens Laurens is het huidige beleid van Dijk en Waard op termijn dan ook niet houdbaar. “De gemeente wijst nu naar openbare laadpalen. Maar elke laadpaal betekent ook dat er parkeerplaatsen verdwijnen. En bovendien: een laadpaal is geen parkeerplek. Je moet je auto weghalen zodra hij vol is. Dat werkt bij een klein aantal elektrische auto’s nog wel, maar niet als straks een groot deel van de inwoners elektrisch rijdt.” (tekst gaat verder onder de foto)
Zonnepanelen op het eigen dak, maar de stroom mag niet gebruikt worden voor het opladen van de elektrische auto voor de deur. (foto: Streekstad Centraal)
Laurens raadt Dijk en Waard aan om een pilot te starten met kabelgoten of -matten, zodat er echte ervaring kan worden opgedaan. Hij adviseert het gebruik van kabelgoottegels boven kabelmatten: die geven het minste kans op struikelgevaar en zijn toegankelijk voor rolstoelen en kinderwagens.
Maar de gemeente ziet het niet zitten, zo laat een woordvoerder Streekstad Centraal weten. De gemeente vindt het nuttiger – ondanks de bezwaren hierboven – om te werken aan de komst van meer openbare laadpalen, zodra inwoners ergens een laadpaal aanvragen. “Er staan al meer dan 250 laadpalen en de plaatsing van ruim 50 laadpalen is in voorbereiding.”
Laurens snapt dat niet. “Met duidelijke regels kun je de risico’s beperken en toch inwoners helpen duurzaam en betaalbaar te laden. Een thuislader kan bewoners gemiddeld €580 per jaar schelen en helpt bovendien om het elektriciteitsnet te ontlasten. Het is zonde dat gemeenten deze kans laten liggen.”
Een motorrijder is maandag aangereden op bedrijventerrein Zandhorst in Heerhugowaard. De motorrijder reed op de Kamerlingh Onnesweg (N194) in de richting van Obdam toen een automobilist bij de ovatonde bij de Marconistraat de kruising wilde oversteken. Daarbij kwamen de motor en de auto met elkaar in botsing.
De motorrijder kwam na de aanrijding ten val en gleed een stuk door. Ambulancepersoneel heeft de man ter plaatse behandeld aan zijn verwondingen. Daarna hoefde hij niet meer naar het ziekenhuis. De automobilist raakte niet gewond, wel heeft de auto schade. De motor kon niet verder rijden. Een berger heeft deze meegenomen.
Het bijna vijftien jaar sleutelen aan scooters en brommers houdt binnenkort op voor de Bromshop in Heiloo. Eigenaar Bob Erkamp (40) vindt het mooi geweest. Toch stopt hij niet, maar richt hij zich op een nieuwe toekomst voor hem en zijn team. Op bedrijventerrein De Oude Werf gaat Bob zich richten op zorgmobiliteit. Dus bijvoorbeeld rollators, scootmobielen en aangepaste fietsen. Daarmee verdwijnt een stukje jeugdcultuur uit Heiloo, maar hij verheugt zich op de nieuwe klantenkring: “Ouderen zijn altijd zo dankbaar.”
Toen Erkamp in 2010 begon met de Bromshop, stond de scooterwereld er nog heel anders voor. “Het was vooral tweetakt, motoren die stonken maar waar iedereen aan sleutelde,” vertelt hij. Jongeren kochten opvoersetjes, wisselden uitlaten en plakten stickers om hun scooter een persoonlijk karakter te geven. “Er werd volop gesleuteld door de jeugd, dat zat echt in die tijdsgeest.”
Maar die hobbycultuur verdween. Strengere milieuregels, viertakt, injectieblokken én de hoge kosten om scooters op te voeren, haalden veel plezier uit de markt. Het echte omslagpunt was echter de landelijke helmplicht in 2023, vertelt Erkamp aan Streekstad Centraal. (tekst gaat verder onder de foto)
Bart Schipper in gesprek met enkele klanten van de Zorgshop bij de winkel op De Oude Werf in Heiloo (foto: Streekstad Centraal)
“Veel mensen hadden hun scooter voor de zomer, voor ritjes naar het strand. Toen ineens overal een helm verplicht werd, stapten de mensen massaal over op de elektrische fiets of fatbike. Het gemak van met 25 km/u zonder helm rijden bleek aantrekkelijker.”
Daarmee zakte de vraag naar scooters en brommers definitief in. Nieuwe verkoop werd schaars, en wat resteerde waren vooral reparaties – vaak aan slecht onderhouden voertuigen of goedkope fatbikes van inferieure kwaliteit. “We hadden steeds minder plezier in alleen maar problemen oplossen. Het werd negatief. En zoiets wil je niet draaiende houden.”(tekst gaat verder onder de foto)
Assistent-bedrijfsleider Rocky neemt de komende maanden afscheid van de reparatie van scooters en brommers, en blijft werken in het team voor De Zorgshop (foto: Streekstad Centraal)
Rondom de sluiting doen al geruchten de ronde dat de Bromshop kopje-onder zou zijn gegaan. Erkamp wil dat misverstand uit de wereld helpen: “Als we failliet waren, was de deur meteen dichtgegaan. Dit is een bewuste keuze. Brommers zitten ons nu in de weg, terwijl de zorg-tak hard groeit. Het werd tijd om die stap officieel te maken.”
Vier jaar geleden verhuisde de Bromshop al van de Stationsweg in Heiloo naar het huidige pand op De Oude Werf. Daar begon Erkamp voorzichtig met reparaties voor rollators en scootmobielen. “Een klant vroeg of we een bandje van een rollator konden vervangen, een ander om een kabeltje. Toen dacht ik: waarom eigenlijk niet? Dat kleine hoekje beneden is nu uitgegroeid tot een complete showroom voor zorgmobiliteit.”
Een sleutelmoment was begin 2024, toen jeugdvriend Bart Schipper aanhaakte. “Hij zat even zonder werk en twijfelde wat hij wilde. Tijdens een gesprek zei ik voor de grap: misschien moet jij de zorgtak opzetten. Hij lachte, maar een week later belde ik hem terug. We besloten het gewoon te proberen.” (tekst gaat verder onder de foto)
Van jonge klanten naar oudere klanten. Bob Erkamp krijgt energie van de dankbaarheid die veel ouderen laten blijken. (foto: Streekstad Centraal)
Binnen anderhalf jaar explodeerde de vraag. Vooral het dealerschap in hoogwaardige driewielfietsen zorgde voor een doorbraak. De zorgactiviteiten werden al snel groter dan de scooterhandel. “Eigenlijk is het vooral dankzij Bart dat dit zo’n succes werd. Hij heeft het project echt vormgegeven,” benadrukt Erkamp.
Terugkijkend op vijftien jaar Bromshop heeft Erkamp meerdere dierbare momenten. Het hoogtepunt was volgens hem de stap naar de grote winkel aan de Stationsweg. “Ik kwam uit een klein hok op het industrieterrein, werkte nachten door om iets op te bouwen. Toen kon ik ineens midden in Heiloo een mooie, ruime zaak openen. Dat voelde echt als beloning voor keihard werken. Tijdens die jaren liep het fantastisch, en dat vergeet je nooit.”
Ook het initiatief tijdens de coronaperiode noemt hij bijzonder: “We boden gratis onderhoud aan scooters van zorgpersoneel. Mensen die naar het ziekenhuis moesten, konden direct rijden. Dat gaf heel veel voldoening en publiciteit. Je kon echt iets terugdoen voor de zorg.” (tekst gaat verder onder de foto)
Brommers, scooters, scootmobielen en driewielers staan nu nog door elkaar in de showroom aan De Oude Werf in Heiloo. (foto: Streekstad Centraal)
Daarnaast denkt hij met trots aan zijn medewerkers. In vijftien jaar hebben tientallen jongeren, stagiairs en vaste krachten de winkel bevolkt. Sommigen bleven tien jaar hangen. “Ik heb het altijd belangrijk gevonden dat het werken hier gezellig en collegiaal bleef. Veel van hen zijn nog steeds vrienden. Er is eigenlijk nooit iemand met ruzie weggegaan. Dat vind ik misschien nog wel het mooiste.”
Met de overstap naar de zorg spreekt Erkamp van een “heel ander gevoel”. Waar de scooterwereld steeds meer stress en ongeduld kende – jongeren die op dag één al wilden weten of hun scooter klaar was – is de sfeer in de zorgwinkel totaal anders. “De klanten zijn dankbaar. Als je iemand een scootmobiel bezorgt, kan diegene weer zelfstandig een rondje rijden. Dat geeft gewoon veel meer energie dan boze telefoontjes over een opgevoerde scooter.”
Het pand in Heiloo wordt na de jaarwisseling verbouwd. De benedenverdieping verandert in een ruime showroom waar rolstoelen, rollators, scootmobielen en aangepaste fietsen overzichtelijk worden gepresenteerd. Scooters en brommers zullen er niet meer tussen staan. Met De Zorgshop willen Erkamp en Schipper zich volledig profileren in een markt die juist groeit. (tekst gaat verder onder de foto)
Eigenaar Bob Erkamp (links) van de Bromshop houdt de positieve sfeer in zijn bedrijf graag vast. Dat lukt beter met positieve en dankbare klanten, zo legt hij uit.
Toch zal het even wennen zijn voor Heiloo en omstreken. Generaties jongeren kwamen langs bij de Bromshop voor een nieuwe scooter, een uitlaat of een snelle reparatie. “Eigenlijk sluiten we met deze beslissing een tijdperk af,” zegt Erkamp. “Vijftien jaar lang hoorde de scooter gewoon bij Heiloo. Maar je merkt: de jeugd sleutelt niet meer en kiest voor andere vormen van mobiliteit. Dat moet je accepteren. Gelukkig kunnen wij iets nieuws beginnen dat minstens zoveel betekenis heeft.”
En zo eindigt het tijdperk van de brommers in Heiloo, maar krijgt Heiloo er tegelijk een toekomstgerichte Zorgshop voor terug. Of zoals Bob Erkamp het samenvat: “Het verhaal van de Bromshop stopt, maar ons verhaal gaat door.”
(Hoofdfoto: Bart Schipper die de Zorgshop een vliegende start heeft gegeven, eigenaar Bob Erkamp op zijn speciale scooter en assistent-bedrijfsleider Rocky Doesburg tussen de scooters en scootmobielen)
Het weekend is voor een aantal automobilisten in Heerhugowaard niet leuk begonnen. Drie auto’s waren betrokken bij een kettingbotsing op de Amstel.
De voorste personenauto stond stil om af te slaan bij een oprit. Daarachter wachtte een tweede auto. Dit werd te laat gezien door de derde auto die aan kwam rijden en de remweg was te lang om tijdig stil te staan. Het gevolg was een kettingbotsing.
Tijdens het ongeval was een rijbaan op de Amstel door de politie afgesloten. Verkeer moest elkaar om en om passeren. Eén automobilist dacht daar anders over en raasde over het fietspad, langs enkele omstanders. De politie heeft het kenteken van de auto genoteerd en de bestuurder kan binnenkort enige aandacht van de politie verwachten.
Ambulancepersoneel heeft een vrouw ter plaatse behandeld, maar haar verwondingen vielen mee en een bezoek aan het ziekenhuis leek daarom niet meer nodig.
Een berger heeft het achterste voertuig afgesleept. Het middelste voertuig kon de weg vervolgen en het voorste voertuig had minimale schade.
“Een mooie, gevarieerde, veilige en betaalbare kermis voor jong en oud”. Dat staat Alkmaar elk jaar voor ogen met de Zomerkermis. Traditiegetrouw verandert een deel van de Alkmaarse binnenstad aan het einde van de ‘grote vakantie’ in een groot, kleurig en beweeglijk evenemententerrein. Vrijdagmiddag knipte kermiswethouder Christian Schouten een lintje door, waarmee het startsein werd gegeven voor tien dagen lang draaien, zwieren en ander vermaak.
De zomerkermis telt dit jaar ruim zeventig attracties. Die zijn de komende tien dagen te vinden op de Gedempte Nieuwesloot, de Kanaalkade, het Kerkplein en de Paardenmarkt. Een reuzenrad staat op het Hofplein. Op de Paardenmarkt is plek gevonden voor een achtbaan.
Andere grote attracties zijn te vinden op de Kanaalkade, waaronder de gloednieuwe Phantom van de familie Ordelman, waarin bezoekers op 45 meter hoogte heen-en-weer worden gezwaaid. En Maximus, een schijf die op hoge snelheid rondtolt. (tekst gaat verder onder de foto)
De Alkmaarse kermis behoort tot de grootste kermissen van Noord-Holland. Om die reden trekt de kermis dan ook bezoekers van heinde en ver. Vooral de grote attracties, die op de dorpskermissen in de omgeving nou eenmaal niet aanwezig zijn, trekken kermisliefhebbers uit de wijde omtrek naar de Alkmaarse zomerkermis.
De kermis zorgt er tegelijk wel voor dat het verkeer over de Kanaalkade de komende tien dagen moet worden omgeleid. Dat geldt ook voor de stads- en streekbussen die hier normaal hun halte hebben.
Zondag 31 augustus sluit het feest af met een eindshow op de Kanaalkade. Toegang tot het kermisterrein is vanzelfsprekend gratis. De attracties zijn open vanaf 13:00 uur, op vrijdagen en zaterdag opent de kermis zelfs al eerder, namelijk om 11:00. Zie ook de website van Kermis Alkmaar.
De brandweer is vrijdag uitgerukt naar een bedrijfspand op bedrijventerrein Breekland in Oudkarspel. Daar was een ondernemer naar zijn bedrijf gekomen. Bij aankomst rook hij meteen een brandlucht. Hij ontdekte in zijn bedrijf op de eerste verdieping geen brand, maar hij nam geen risico en belde de brandweer.
De korpsen van Noord-Scharwoude en Dirkshorn werden opgeroepen, uit Alkmaar kwam de hoogwerker. De brandweerlieden hebben enige tijd gezocht naar een brandhaard. Uiteindelijk werd een deur van een wasserette op de begane grond opengemaakt met een kettingzaag. In de wasserette werd de bron van de brandlucht gevonden, een oververhitte droger.
Het centrum van Alkmaar wordt op dit moment omgetoverd tot feestterrein: de kermis komt er aan. Voor veel bezoekers een jaarlijks hoogtepunt, maar voor de kermisexploitanten is het vaak ook meer dan ‘gewoon’ werk: het is een levenswijze die vaak al generaties meegaat. Één van die families is de familie Ordelman, die al jaren graag op de Alkmaarse kermis staat. Ze hebben dit jaar drie enorme attracties meegenomen.
De Ordelmannen zijn met maar liefst drie generaties vertegenwoordigd op de Alkmaars zomerkermis. Grootvader Ad Ordelman heeft samen met zijn kleinzoon Albert de spectaculaire Phantom opgebouwd. Die attractie is voor Alkmaar meteen een primeur: een 45 meter hoge reuzenslinger die bezoekers niet alleen van links naar rechts zwaait, maar de dappere instappers ook nog eens ronddraait.
Maar ook de omvangrijke Maximus hoort bij het Ordelman Imperium. Die staat duidelijk zichtbaar op de Kanaalkade, pal naast de Airborne van Willy Ordelman, een zoon van Ad en een oom van Albert. (tekst gaat verder onder de foto)
Willy Ordelman, zoon van Ad, komt net van de kermis in Hoorn en heeft de Airborne alweer opgebouwd aan de Alkmaarse Kanaalkade. (foto: Streekstad Centraal)
Daarmee behoort de familie Ordelman tot de vaste gezichten op de Alkmaarse kermis. “Alkmaar staat bij ons zeker in de top vijf,” vertelt grootvader Ad. “Het is een drukbezochte kermis, goed georganiseerd, en voor ons ook praktisch te combineren met andere plaatsen, zoals Hoorn.”
Wat de familie Ordelman binnen de kermiswereld extra bijzonder maakt, is dat ze niet overstappen op oliebollen in de wintermaanden. Waar veel kermisfamilies in de koude periode een kraam uitbaten om inkomsten te blijven genereren, blijven de Ordelmans trouw aan hun attracties. “Wij zijn een van de weinigen die dat niet doen. In de wintermaanden trekken we juist naar het buitenland. We reizen met onze attracties bijvoorbeeld naar Londen, Berlijn en zelfs Koeweit,” licht Willy toe. (tekst gaat verder onder de foto)
Ad en zijn kleinzoon Albert Ordelman hebben deze week samen de Maximus opgebouwd op de Kanaalkade. (foto: Streekstad Centraal)
Zo staat de broer van Willy bijna het hele jaar door in Koeweit met een grote zweefmolen van de familie, en ook een groot funhouse en reuzenschommel vinden hun plek op buitenlandse evenementen. “We reizen de hele wereld over. Voor ons is het een manier om altijd bezig te blijven.”
Het kermisleven lijkt aanstekelijk. De familie noemt het niet per se een gemakkelijke manier van bestaan, maar de vrijheid en afwisseling maken het wel aantrekkelijk. “We zijn om de week ergens anders. Je hebt weliswaar altijd werk, maar er staat veel vrijheid tegenover. Elke plek is weer anders, elk publiek reageert anders. En we reizen zelfs naar festivals in het buitenland. Dat maakt het speciaal.” (tekst gaat verder onder de foto)
Kermiswethouder Christian Schouten (r) maakte donderdag met centrummanager Karin Kalverboer (l) een rondje over de kermis-in-opbouw. (foto: Streekstad Centraal)
Die vrijheid trekt ook de jongste generatie. Hoewel kinderen van kermisfamilies tegenwoordig naar de rijdende school gaan en dus keurig onderwijs krijgen, kiest het merendeel uiteindelijk tóch voor het kermisleven. “Bijna negentig procent gaat door in het familiebedrijf. Het zit gewoon in je bloed.”
Met de Alkmaarse kermis voor de deur, kijkt de familie verwachtingsvol uit naar de komende tien dagen. Het weer lijkt de goede kant op te gaan – “droog, niet te warm en geen strandweer, dat is ideaal kermisweer” – en de attracties beloven weer veel spektakel.
Desgevraagd heeft de familie natuurlijk nog een boodschap voor het Alkmaarse publiek: “Kom met z’n allen massaal naar de kermis toe! Wij zorgen dat het een belevenis wordt die je niet snel vergeet.”
Weesfietsen, zwerffietsen, kwakfietsen. Geen taal is zo rijk aan termen voor fietsen in een zorgelijk stadium van hun levenscyclus. Welke naam ze ook dragen, Dijk en Waard geeft deze probleemfietsen op straat weer de nodige aandacht. Die actie heeft een ander woord gekregen dat alleen de Nederlandse taal rijk is: een fietsopruimactie.
Vorige week kregen honderden tweewielers in Dijk en Waard een waarschuwingslabel. Woensdag werd echt begonnen met het verwijderen van fietsen. Bij elkaar zijn ruim 230 rijwielen verwijderd op drukke plekken in de gemeente.
Het gaat om verwaarloosde en verkeerd geparkeerde fietsen, fatbikes, brommers en scooters. De meeste rijwielen stonden bij station Heerhugowaard: 131. Bij allerlei bushaltes werden ook tientallen tweewielers meegenomen. De rest van de rijwielen werden verwijderd bij de winkelcentra Middenwaard, Centrumwaard en Broekerveiling.
De fietsen bij onder meer het station zijn eerst voorzien van waarschuwingslabels. (foto: Handhaving Dijk en Waard)
Eigenaren hebben dertien weken de tijd om hun stalen ros terug te claimen. Fietswrakken worden twee weken bewaard.
Gemeente Dijk en Waard wil dat drukbezochte gebieden opgeruimd en begaanbaar zijn. Maar telkens hoopt het aantal fietsen dat nooit meer gebruikt lijkt te worden zich op en dan vooral bij het NS-station en de winkelcentra Middenwaard, Centrumwaard en Broekerveiling. Daarom wordt daar eens in de zoveel tijd opgeruimd.
Handhavers hingen labels aan fietsen die twee weken lang op dezelfde plek stonden. Daarna hadden eigenaren nog een aantal dagen de tijd om de fiets op te halen. Officieel zijn dat drie dagen, maar doorgaans zijn het er meer. In dit geval veel meer, wellicht vanwege de zomervakantie.
De fietsen worden geregistreerd en gepubliceerd op verlorenofgevonden.nl. Meer informatie over het terugclaimen van fietsen op dijkenwaard.nl. (foto: Handhaving Dijk en Waard)