Einde nadert voor kerstboom, gemeenten zorgen voor soepele inzameling

Zakcentje verdienen met het inleveren van kerstbomen

Er is geen ‘Derde Kerstdag’, maar menigeen laat ‘m nog wel staan tot na nieuwjaar: de kerstboom. Traditioneel is Driekoningen de dag waarop de boom weer wordt leeggehaald. Wie over een kunstboom beschikt, kan de boom zelf daarna eenvoudig weer naar zolder doorschuiven, of naar het fietsenschuurtje. Maar echte kerstbomen, die moeten ook echt weer worden opgehaald.

In Dijk en Waard is de inzameling van de kerstbomen een sociaal evenement, waar de gemeente met liefde wat extra uren voor uittrekt. Na een minder geslaagd experiment met lootjes vorig jaar, krijgen kinderen die bomen inzamelen nu 50 cent per boom, zo besloot de gemeente dit najaar. Wie veel inzamelt kan er dus een aardig centje aan overhouden. De gemeente zelf leidt de inzameling in goede banen en springt waar nodig bij. Per dorp en buurt zullen inzamelpunten voor ná Driekoningen aangewezen worden.

In Heiloo en Bergen, beide BUCH-gemeenten, is de inzameling dan weer heel eenvoudig gehouden: mensen kunnen hun afgedankte boom gewoon bij het reguliere huisvuil plaatsen. De bomen worden daar in de tweede en derde week van het jaar opgehaald, laten de gemeenten weten. Uiteraard is het ook mogelijk de kerstbomen zelf in te leveren op de afvalstations.

In Alkmaar kunnen bewoners op een kalender van de gemeente nagaan wanneer hun buurt aan de beurt is. De kerstbomen worden daar namelijk in etappes opgehaald. De inzameling begint hier al op 2 januari, dus wie vóór Driekoningen van de dennenboom af wil, kan hem gewoon aan de straat zetten. Overigens is het nieuwe jaar niet voor álle bomen het einde. Op verschillende plekken zijn deze kerst ook permanente bomen geplaatst, die gewoon mogen blijven staan.

Politie sluit onderzoek naar dode man Koedijk nog niet af, maar: ‘vermoedelijk ongeluk’

De verbijstering was groot toen in april dit jaar het lichaam van een dode man werd aangetroffen in Koedijk. Pas na enige tijd werd de dode geïdentificeerd, rond de toedracht van zijn dood bleef veel onduidelijk. Inmiddels gaat de politie uit van een ongeluk, al is het ongeluk nog niet formeel afgesloten: “We gaan uit van een tragisch ongeval.”

Dat laat de politie weten aan mediapartner NH. Die sprak met nabestaanden en met getuigen. De zaak blijft nog steeds vragen oproepen in Koedijk. De dode man was een Syrische vluchteling, Amir, die woonachtig was in de Daalmeer. Zijn lichaam werd door buurtkinderen gevonden in een slootje langs het Klippad. Amirs jas lag een paar honderd meter verderop.

Lang bleef er veel onduidelijk. Het gevoel overheerst dat Amirs dood niet klopt, dat het verhaal nog niet is verteld. “Ik kan het nog steeds niet geloven”, zei vriendin Denise er eerder over. “Hij had zijn draai hier juist zo gevonden. Hij had een hart van goud, was heel sociaal en dankbaar voor alles.” (tekst gaat door onder de foto)

De man kon worden geïdentificeerd door zijn jas. (foto: politie)

De dag voor zijn dood treft een buurman hem ‘in paniek’ aan in een supermarkt in de wijk Daalmeer, zo vertelt Denise. Zijn telefoon zou zijn gestolen. Het toestel werd in eerste instantie ook niet gevonden rondom zijn levenloze lichaam in de sloot. Daarna is door een duikteam meermaals gezocht. Eerst tevergeefs. Maar de politie meldt nu aan NH dat zijn mobieltje uiteindelijk is gevonden en is onderzocht. De resultaten zijn niet bekendgemaakt.

Een woordvoerder laat weten dat er nog andere resultaten worden verwacht vanuit het Nederlands Forensisch Instituut. Formeel is het onderzoek dus nog niet afgerond. Maar voor de recherche is ‘het meest waarschijnlijke scenario’ dat Amir om het leven is gekomen door pech. “Mochten er verder ontwikkelingen zijn, dan delen we die eerst met de familie.”

KNRM staat stil bij twee eeuwen redden op zee: “Eerste actie was met kerst”

Het is een oude overtuiging onder vissers en andere zeelui: zwemmen moet je nooit leren, want als een schip vergaat geeft zwemmen valse hoop. Een sombere gedachte, die gelukkig al zeker twee eeuwen onjuist is. Want er is wél hoop en die hoop biedt de KNRM. De reddingmaatschappij zet zich sinds 11 november 1824 in voor iedereen die hulp nodig heeft op zee. Het jaar voorafgaand aan 11 november 2024 is om die reden een feestjaar. “Omringd door het verleden, op weg naar de toekomst.”

Streekstad Centraal dronk koffie met Henk Biesboer, in het ruime en lichte gebouw in Egmond aan Zee, dat de KNRM deelt met de Reddingsbrigade. Met, uiteraard, uitzicht op de zee. “Er zit een storm aan te komen”, merkt Biesboer op. We zijn er een dag vóór storm Pia, die Egmond aan Zee op de proef zou stellen. “Dat trekt altijd wel bekijks.” Op het duin staat een stelletje dat foto’s maakt van de witte koppen op de golven en van elkaar. Mooi, maar niet ongevaarlijk: de zee.

“Vroeger gingen dorpsbewoners zelf de zee op als er een schip in nood was”, vertelt Biesboer. “De overheid had een aantal reddingboten neergelegd langs de kust. Maar dat had weinig effect.” Na de stormachtige herfst van 1823 werd daarom in 1824 een onafhankelijke reddingmaatschappij opgericht, op de elfde van de elfde: “De Noord- en Zuid-Hollandse Reddingmaatschappij toen nog.” (tekst gaat door onder de foto)

Henk Biesboer is de PR-man van de redders. (foto: Streekstad Centraal)

De allereerste redding van deze onafhankelijke redders was op Tweede Kerstdag 1824, vanaf station Egmond aan Zee. De ‘Twee Gebroeders’ had hulp nodig. “Ze hebben toen dertien mensen van die Katwijkse boot gered”, vertelt Biesboer. “Dat was dus een succes. Ze zijn daarna doorgegaan met het open van nieuwe stations.” Inmiddels zijn er 45 stations, 70 reddingboten, 1.400 vrijwilligers en dat alles onder één organisatie: de KNRM.

Beneden in het KNRM-gebouw laat Biesboer de pakken van de redders zien. Zware, waterdichte pakken zijn het, met de laarzen eraan vast. Onder de namen van de ‘opstappers’, zoals de KNRM-bemanningsleden worden genoemd, ook die van Biesboer. “Dat is mijn zoon”, zegt de vader. “Zelf vaar ik niet mee met acties. Ik doe de PR. De fondsenwerving.” Want de KNRM moet het hebben van donaties. Soms uit erfenissen, de betrokkenheid die mensen bij de KNRM voelen is vaak groot. “Maar alleen langs de kust hoor. In Drenthe weten mensen vaak niet eens van ons bestaan”, zegt Biesboer nuchter.

Het gebouw in Egmond aan Zee deelt de KNRM als gezegd met de Reddingsbrigade. Hoewel ze vaak samenwerken, zijn de doelstellingen verschillend, legt Biesboer uit. “De Reddingsbrigade is er voor het strand en de eerste 500 meter de zee in. De KNRM is er voor reddingen op zee. Maar we hebben veel opstappers die van de Reddingsbrigade komen hoor. We werken goed samen.” Verder beheert de KNRM de vuurtoren van Egmond aan Zee. (tekst gaat door onder de foto)

De vuurtoren gezien vanuit het gebouw van de KNRM en de Reddingsbrigade. (foto: Streekstad Centraal)

De eerste reddingen werden met roeiboten uitgevoerd. Paarden trokken de schepen naar zee. In het gebouw herinneren foto’s nog aan die tijd, maar het materieel dat nu beneden staat is toch van een ander kaliber. “De KNRM is bezig alle 70 boten te vervangen voor 2030”, zegt Biesboer. “Ze moeten voldoen aan de laatste eisen.” Snel moeten ze zijn, en stevig. Maar de nieuwe boten zullen ook minder lawaai maken. “Die motor, die klinkt door in je helm”, weet Biesboer. “Bij langere acties is dat echt vervelend.”

Het geld komt van het hoofdkantoor in IJmuiden. “Het onderhoud is het duurste”, haalt Biesboer aan. “We doen dit zonder overheidssteun. En zonder bemoeienis, dat vooral.” De activiteiten in het jubileumjaar zullen de KNRM verder onder de aandacht brengen, dat levert mogelijk extra donaties op. Want alleen zo kan de KNRM mensen blijven redden, kosteloos, met professioneel opgeleide vrijwilligers. “En met het beste materiaal”, vult Biesboer nog aan. “Dankzij onze donateurs, onze redders aan de wal.” Dankzij hen is er altijd hoop, ook op zee.

Warme gloed over oorlogsgraven in Bergen: lichtjes ontstoken op kerstavond

Onder ruime belangstelling zijn op kerstavond talloze lichtjes aangestoken op de oorlogsbegraafplaats van Bergen. Daar zetten de lichtjes de graven van omgekomen Gemenebest-militairen in een warme oranje gloed. En dat op een kerstavond die toch in de eerste plaats guur en grauw was. Het is een jaarlijkse traditie.

Bergenaren van jong en oud waren aanwezig om een lichtje bij één van de graven te zetten. Doordat de glaasjes met oranje licht precies onder de kruisen op de grafstenen werden neergezet ontstond het vertrouwde warme effect. De begraafplaats bood een plechtige aanblik. Ook op andere begraafplaatsen werden lichtjes aangestoken.

Het gaat hierbij om een initiatief van Lichtjes op Oorlogsgraven. Steeds meer begraafplaatsen van oorlogsslachtoffers worden op deze manier op kerstavond verlicht. Zo wordt nadrukkelijk de verbinding gemaakt tussen ‘het feest van het licht’ en het ideaal van ‘vrede op aarde’. (foto’s: Marco Schilpp)

Tropische schildpad aangetroffen op strand Castricum: “Pootjes bewogen nog”

Het weer mag dan weinig uitnodigend zijn, toch heeft een tropisch dier zich laten zien op het Noord-Hollandse strand. Het gaat om een grote schildpad, een dikkopzeeschildpad volgens deskundigen. De Castricumse John zag het dier liggen, samen met andere wandelaars.

“Deze tropische schildpad hoort hier niet thuis”, vertelt Mark de Boer van Diergaarde Blijdorp aan mediapartner NH. In Blijdorp zal het dier worden opgevangen. “In de Noordzee kan deze schildpad nooit overleven”, legt De Boer uit. “Het is een tropisch zeedier dat gedijt bij 20 graden. We hopen dat ie het overleeft, want hij is waarschijnlijk flink onderkoeld.”

Het is de vijfde keer in drie maanden tijd dat zeeschildpadden worden gevonden aan de Nederlandse kust. Gisterochtend zijn er nog twee aangespoeld op het strand van Dishoek, bij Vlissingen en op het strand bij ‘s-Gravenzande, niet ver van Den Haag. Die in Den Haag zat onder de mosselen. “Het is de 16e ooit in Nederland”, voegt De Boer toe.

Maar hoe komt het dat ze ineens op onze stranden te vinden zijn? “Geen idee. Ik denk door de zeestroom via het kanaal. Als het stormt spoelen ze op het strand aan.” De Boer raadt het dan ook aan om meteen de dierenambulance of Diergaarde Blijdorp te bellen als je een zeeschildpad vindt. Diergaarde Blijdorp is namelijk de enige opvang in Nederland waar ze zeeschildpadden ontvangen en uitzetten. (foto: John / NH Media)