Auteur: Marcel Plaatsman

Er is weinig veranderd. Dat is de conclusie die in Grootschermer wordt getrokken, enkele maanden na de klachten van dorpsbewoners over het slecht onderhouden openbaar groen. Dat zou er op het kerkhof van het dorp zelfs zo treurig bij liggen dat bewoners dan maar zélf aan de slag gingen met schoffel en grasmaaier.

“In ons dorp zijn ze nadat we jullie hebben ingeschakeld slechts één keer geweest om te maaien”, zegt inwoner Ko Failé tegen mediapartner NH. “Maar er wordt flink over gediscussieerd in de gemeente.” In juli lieten Ko Failé en zijn ‘groenploeg’, bestaande uit dorpsgenoten, zien dat hun dorp ‘verpaupert’. Ze vinden dat het gemeentelijk groen, zowel op straat maar ook op het kerkhof, niet genoeg wordt onderhouden.

Klachten over achterstallig groenonderhoud die ze indienden bij de gemeente leverden geen oplossing op. En dus zijn ze het zelf maar gaan doen. Volgens Ko heeft Stadswerk072, die het onderhoud van de openbare ruimte voor de gemeente doet, daarna maar één keer gemaaid. “En alleen de bermen; niet op ons kerkhof. Vervolgens lieten ze het gemaaide gras liggen, dus dat begon te rotten. Heel vervelend. Maar op het kerkhof hebben ze zich niet laten zien. Zoals het er nu bijligt, dat hebben wij gedaan”, aldus Ko. (tekst gaat door onder de foto)

Niet alleen in Grootschermer, ook in andere dorpen in de gemeente, maar ook in de stad Alkmaar zelf, bleek dar er veel ontevredenheid bestond over het groenbeleid. De gemeente wil niettemin vasthouden aan een groenbeheer dat voor meer biodiversiteit moet zorgen – iets wilder dus. Toch gaat de gemeente op korte termijn wel wat meer doen aan woekerend groen. Dat beloofde de wethouder afgelopen maandag. In ieder geval om de verkeersveiligheid te waarborgen. Ook komt hij binnen drie weken met een analyse over het hoge aantal klachten over groen.

Wat OPA-raadslid Ruud van Lier betreft geldt dat ‘meer doen’ ook voor functionele gebieden, zoals speelterreinen, kerkhoven en hondenveldjes. Een voorstel om de kwaliteit van het groenonderhoud te verbeteren, en dat vast te leggen in nieuw beleid, haalde het echter niet. “Terwijl de wethouder dat voorstel wel omarmde”, aldus Van Lier. “Tot nu toe heeft hij al extra handjes geregeld voor groen-onderhoud. Dat is mooi. Maar ik hoop dat inwoners hun klachten over groen blijven melden, ook bij raadsleden. Daarnaast is er natuurlijk goede controle nodig op het uitgevoerd onderhoud, dus daar zullen wij ook op blijven hameren.”

Voor Ko en zijn dorpsgenoten in Grootschermer is het nu vooral: eerst zien, dan geloven. “Op dit moment wordt er aan de fundering gewerkt van de kerk naast het kerkhof. Dus wij kunnen even niks. Wij hopen in het voorjaar iets te merken van alle toezeggingen. En zo niet: dan steken we zelf weer de handen uit de mouwen. Een kerkhof hoort er netjes bij te liggen.”

‘De scholen zijn weer begonnen’, het is na de zomervakantie een bekende leus. Want het verkeer van en naar de school vraagt om extra opletten. Inmiddels is het schooljaar al weer even onderweg en ook de herfstvakantie is voorbij, maar voor wie in de buurt van de nieuwe Campus De Hoef moet zijn is de slogan toch actueel. Op woensdag 1 november werd dit bijzondere schoolgebouw in gebruik genomen en dat betekent dat er flink wat extra verkeer te verwachten is in dit deel van De Hoef.

Het duurzame schoolgebouw en het bijzondere kunstwerk van lego zijn een opvallende toevoeging aan het wijkje achter winkelcentrum De Hoef. Wethouder Jasper Nieuwenhuizen verrichtte woensdagmorgen de officiële opening, daarmee ondersteund door kinderburgemeester Malaika Mughal Uribe en niemand minder dan de ‘scholenfee’. Echte verkeersfeeën ofwel verkeersregelaars leidden eerder die ochtend het schoolverkeer in goede banen. (tekst gaat door onder de foto)

Nieuwenhuizens collega Christiaan Peetoom is zich van de nieuwe verkeersdrukte bewust, blijkt als Streekstad Centraal met hem over de nieuwe campus spreekt: “Daarom zijn er verkeersregelaars. De bestrating is aangepast. Er komt een loopbrug. Er is een schoolzone ingesteld”, somt de wethouder mobiliteit op in gesprek met Streekstad Centraal. “Ik ken het hier goed, ik heb zelf op de Driemaster gezeten. Je zit wel met twee doorgaande wegen”, voegt hij toe. De verkeerssituatie is een uitdaging, maar wel één die de wethouder aangaat.

“Hier is veel over gepraat, met buurtbewoners en betrokkenen. Dat was onder het vorige college”, vertelt wethouder Peetoom. Daarmee legt hij al direct de vinger op de zere plek: het aanpassen van de verkeerssituatie rondom Campus de Hoef is een project van de lange adem geworden, mede door de val van het college. “Dat het lang duurt vind ik ook heel vervelend”, zegt Peetoom. “We willen het nu snel oppakken, maar het moet wel zorgvuldig. (tekst gaat door onder de foto)

Een punt van zorg is het doorgaande verkeer over de Hobbemalaan, dat hier kruist met het verkeer van en naar de school. Overwogen is om de weg deels af te sluiten, een ‘knip’, zodat de Hobbemalaan niet langer een doorgaande weg is. Iets waar buurtbewoners wel voor te porren zijn. “Dat is wel een idee waarvan ik me afvroeg of het wel verstandig was”, nuanceert Peetoom. “Op het moment dat je in de wijk één doorgaande weg weghaalt heeft dat invloed,. Dan wordt het drukker op de Van Ostadelaan.”

En dat is niet zonder risico, ziet de wethouder. “Aan de Van Ostadelaan staat óók een school, PCC Fabritius”, zegt wethouder Peetoom. “Daar heb ik trouwens ook zelf op gezeten.” Extra autoverkeer op de Van Ostadelaan kan voor die school juist weer nadelig zijn. “Daarom wil ik dit graag breder trekken, het bespreken met de hele buurt. Het verkeer heeft invloed op een groter deel van de wijk.”

Het ‘goed doen’, dat is belangrijk voor de wethouder. Maar het ‘goed doen’ kost tijd. De school is inmiddels open, toch zijn er in de toekomst nog aanpassingen te verwachten. Maar voor nu geldt dus: opletten. En, weer of geen weer, het bekende advies om toch maar vooral met de fiets te komen. De regen waarmee de school op de eerste echte schooldag werd ingezegend was dus eigenlijk meer dan symbolisch.

Wat niet meer heel is, moet worden hersteld. Een terugkerend klusje voor Stadswerk072. Omver geknakte verkeerspaaltjes zijn zo’n klusje. Hoewel het soms toch wel voor de hand ligt dat zo’n paaltje moedwillig is geknakt, wordt er in de praktijk lang niet altijd aangifte van gedaan. Wel wordt er snel gehandeld om de schade te repareren of het paaltje te vervangen.

Streekstad Centraal stuitte op twee omgevallen paaltjes recht tegenover elkaar. Conceptuele kunst, of toch vandalisme – we neigen naar dat laatste. Ook andere Alkmaarders berichten over omgevallen paaltjes. “Op de website van Stadswerk072 kunnen inwoners zelf een melding doen over dit soort zaken in de openbare ruimte”, laat de gemeente Alkmaar weten als we hier navraag naar doen. De paaltjes die we maandag fotografeerden blijken al te zijn opgemerkt door Stadswerk072: “De paaltjes in dit specifieke geval zijn hersteld en recht gezet.”

Er is dus snel actie ondernomen, maar aangifte is een ander verhaal. “Voor incidentele kleine schades maken we geen officiële melding, vanwege de aanzienlijke tijdsinvestering en de vaak beperkte opvolging”, drukt de gemeente zich voorzichtig uit. Anders gezegd: aangifte kost tijd terwijl er weinig mee wordt gedaan.

Aangifte heeft wel zin als er concrete aanwijzingen zijn: “Als er iets te traceren is, kan de gemeente aangifte doen en proces verbaal opvragen”, zegt de gemeente. Zo’n aanwijzing wordt soms op sociale media getroffen, of in nieuwsartikelen. “Bij herhaaldelijke incidenten op dezelfde locatie maken we een melding richting de gebiedsregisseur.”

Dat het in bepaalde buurten en wijken bij herhaling misgaat, dat blijkt een bekend probleem. In de woorden van de gemeentewoordvoerder: “De frequentie van schade aan paaltjes en borden varieert van buurt tot buurt, waarbij het in sommige buurten vaker het geval is dan in andere buurten.” En dus moet er in de ene buurt vaker een wagentje van Stadswerk072 worden opgeroepen dan in de andere.

Het herstel wordt in de regel voortvarend aangepakt, ook op het betreffende kruispunt was het probleem snel verholpen. “Als het haalbaar is om de schade te herstellen, zullen we dit zonder aarzeling doen”, bevestigt de gemeente. “Als herstel niet mogelijk is, vervangen we het betreffende paaltje.” Meestal kan zo’n paaltje gewoon uit de eigen voorraad van Stadswerk072 worden gehaald. Alleen bij minder algemene palen en borden kan het nodig zijn om onderdelen te bestellen. Dan wordt er gezorgd voor een tijdelijke oplossing, verzekert de gemeente.