Het zal niemand zijn ontgaan: het is onstuimig buiten. Zon, wolken en regen wisselen elkaar in razend tempo af en dat alles gaat gepaard met een harde wind. Die wind is ook verraderlijk: fietsers kunnen er zomaar door ‘gegrepen’ worden en gaan dan onderuit. Ook het wegverkeer had de nodige hinder van het herfstweer.
De avondspits komt op vrijdag traditioneel vroeg op gang. Op de A9 tussen Akersloot en Alkmaar moest het verkeer de beperkte ruimte delen met objecten die door de wind de weg op waren geslingerd. Daardoor ontstonden in de middag her en der kleine files en moest er over een afstand van zo’n vier kilometer langzamer worden gereden. Voor het woon-werkverkeer betekende dat natuurlijk vertraging.
Automobilisten wordt aangeraden oplettend te zijn en de filemeldingen in de gaten te houden. De wind neemt in de loop van vrijdagavond af, zegt het KNMI. Dat heeft als waarschuwingsniveau ‘code geel’ uitgegeven.
Een hoge, duistere toren. Vanuit heel Alkmaar te zien. Middeleeuws van architectuur, dreigend, somber, zonder vensters. Het is geen blik op de toekomst en ook niet een vondst uit het verleden, het is de alternatieve werkelijkheid van de roman ‘Levenslang in de toren’. In haar debuut schetst schrijfster en journaliste Roxanne Borgman een Alkmaar dat gelukkig niet echt bestaat, maar dat lezers wel aan het denken zet. “Hier worden ze achterna gezeten, op het Fnidsen.”
Streekstad Centraal sprak met de fantasy-schrijfster af in de oude binnenstad van Alkmaar. Sowieso bekend terrein voor Borgman, die als lokaal journalist schrijft voor Rodi Media, maar óók het decor van de eerste hoofdstukken van haar roman. Want die duistere toren mag dan geheel door Borgman verzonnen zijn, veel andere plekken zijn voor Alkmaarse lezers herkenbaar. “Ze rijden over de Bierkade, langs de Accijnstoren. Tegen het eenrichtingsverkeer in, dat zal Alkmaarders vast wel opvallen, ja.”
Het Alkmaar van haar boek is een fantasy-Alkmaar, waarin tovenarij dagelijkse kost is – zij het in het geniep. “In mijn boek is 1% van de bevolking magiër. Dat zit in je DNA, daar kun je niets aan doen. Maar magiërs worden vervolgd, levenslang opgesloten in de toren. Als je als magiër geboren bent moet je dat dus verbergen.” In de drukte van de Mient je sigaret aantoveren zónder aansteker – niet slim. Want de ‘jagers’ zijn overal en zij nemen de magiërs gevangen. (tekst gaat door onder de foto)
Fantasy-auteur Roxanne Borgman. (foto: Vincent de Vries)
Voor de lezer die Alkmaar kent moet het een bevreemdende ervaring. Wat in onze werkelijkheid een winkel is, kan in de stad van ‘Levenslang in de toren’ een cafeetje zijn. Een café waar magiërs stiekem samenkomen zelfs. “Er zit voor de lezer veel entertainment in”, vertelt Borgman. “Maar er zit ook een filosofische kant aan.” Want wat op het eerste oog fantasy is laat zich ook lezen als een commentaar op de wereld van nu. Of op die van tien jaar geleden.
“Ik heb er tien jaar over gedaan”, bekent Borgman. “Eigenlijk was mijn manuscript in 2012 al klaar.” Wie in haar boek parallellen ziet met de coronaperiode moet dus wel ongelijk hebben, al ziet Borgman dat zelf niet zo: “Mensen mogen er zelf in zien wat ze er in willen zien. Dat vind ik juist interessant. Dat is mooi aan fantasy.” De magie van het genre is nou net die gelaagdheid, het is leuk om lezers aan het denken te zetten, vindt de schrijfster. “Het is een dialoog met de lezer. Maar zonder dat ik er echt bij ben.” (tekst gaat door onder de foto)
De Waag, het Fnidsen, het Huis met de Kogel: het zijn allemaal plekken in Borgmans roman. (foto: Streekstad Centraal)
Als ze vertelt over de bewondering die één van haar personages koestert voor stadskunstenaar Sebastian, een kunstenaar zoals zij zelf zou willen worden, is daar misschien ook wel een parallel te trekken met Borgmans eigen worsteling om schrijfster te worden. “Ik heb het manuscript naar veel uitgeverijen gestuurd, maar het werd niet uitgegeven. Het is moeilijk om door te dringen tot dat wereldje als je daar niet al contacten hebt. Je belandt gauw op de verkeerde stapel, de ‘slush pile’.” De moed zonk de jonge schrijfster in de schoenen, ze begon niet meer aan een nieuw project en liet het manuscript jaren ongemoeid. Een ‘writer’s block’, zegt ze zelf. Tot haar opleiding Nederlands hernieuwd vertrouwen gaf.
“Nu had ik mensen die ik het kon laten lezen, proeflezers. Natuurlijk heb ik ook veel geleerd over het schrijven zelf. Ik heb het manuscript aangepast, herschreven.” En zo geeft ze het dus uit, bij een uitgever die ziet dat ‘Levenslang in de toren’ lezers verdient. Niet alleen Alkmaarse lezers, het boek gaat immers niet over Alkmaar maar heeft Borgmans thuisstad alleen maar als decor. Die Alkmaarse lezers hoopt Borgman natuurlijk wel extra te interesseren. “Het is leuk als mensen het herkennen ja.”
‘Levenslang in de toren’, uitgegeven door Godijn Publishing, telt meer dan 400 bladzijden. Niet iets om in één avond uit te lezen, maar dat hoeft ook niet van Borgman. “Ik hoop dat mensen een hoofdstuk lezen en het dan even wegleggen, erover nadenken. Al mag doorlezen natuurlijk ook.” Roxanne Borgman presenteert haar debuut maandag 27 november bij Van der Meulen’s Boekhandel, om 17:30. Daar zal burgemeester Anja Schouten het eerste exemplaar in ontvangst nemen. Vooraf aanmelden is niet nodig, iedereen is welkom.
Een ruzie, schoten, politie in de straat. Het was het begin van een avond die buurtbewoners niet licht zullen vergeten. Een 18-jarige werd er dood aangetroffen in de tuin van een woning aan de Baansingel in Alkmaar. Onder inwoners circuleert een heftige video van het slachtoffer. De politie denkt dat hij is neergeschoten en heeft een Alkmaarder van 58 opgepakt.
“Ik hoorde een vrouw schreeuwen: hij is dood, hij is dood.” De hevig geëmotioneerde buurvrouw Demelsa vertelt donderdagmorgen aan mediapartner NH hoe ze de avond ervoor twee knallen hoorde en uren later zag hoe een lijkzak door agenten uit een van de woningen onder haar werd gedragen.
Woensdagmiddag rond 17.15 uur werden agenten opgeroepen voor een ruzie in de straat. Mensen verklaarden ook schoten te hebben gehoord, aldus een woordvoerder van de politie. Volgens een buurtbewoner zitten er dan al gaten in de voorruit van de hoekwoning. Het is onduidelijk wat er toen precies is gebeurd, maar het slachtoffer wordt pas om 19.50 uur gevonden.
Het beschadigde raam, met een bordje dat herinnert aan de hond. (foto: NH / Maaike Polder)
Opvallend is dat het slachtoffer in de tuin ligt náást de hoekwoning waarvan het raam kapot is en die is afgezet door de politie. Buren beschrijven het hoekhuis als een ‘buurtcafé met rare mensen’ en ‘louche figuren’ die in en uitlopen. “Ik herken thuislozen uit de stad. Ik vermoed dat het een drugshol is”, aldus een buurman die anoniem wil blijven. Hij zegt dat de politie afgelopen zomer minimaal acht keer voor de deur stond. “Eén keer is de bewoner zelfs met getrokken pistool uit zijn woning gehaald.”
Demelsa herkent de overlast. Terwijl ze de luier van haar zoontje verschoont, vertelt ze dat een van de bezoekers van het huis laatst haar fietspomp had gestolen. “Er wordt ook weleens ’s nachts aangebeld hier.” De alleenstaande moeder is heel erg overstuur van wat ze gisteravond heeft gehoord en gezien. “Het is gewoon moord.” Op de bank ligt een kussen en haar dekbed. “Ik slaap al weken beneden, boven kom ik niet in slaap. Ik voel me hier onveilig.”
Op de noodlottige avond rukte ook de dierenambulance uit. In de woning werd namelijk een hond aangetroffen. Er was niemand om voor het dier te zorgen, dus heeft de dierenambulance het opgevangen. Aan NH laat de politie weten dat het goed gaat met de hond.
Het moet nog wel ‘juridisch geregeld’ worden, maar duidelijk is dat de gemeente Alkmaar het er niet bij laat zitten: fietsen zonder eigenaar die ruimte bezetten moeten weg. Het stickeren en vervolgens weghalen van fietsen waar blijkbaar niemand meer naar omkijkt heeft effect, ziet de gemeente. En dus krijgt Stadswerk072 de opdracht om hiermee door te gaan. “Het moet wel goed geregeld zijn.”
Wethouder Jasper Nieuwenhuizen vindt het een ‘mooi onderwerp’, laat hij weten. Want fietsen opruimen, dat heeft zichtbaar impact op de stad. “Voor wandelaars, maar ook voor mensen die minder valide zijn, staan die weesfietsen echt in de weg. En de uitstraling is ook niet altijd prettig. Het is echt wel een probleem.” Een probleem dat wethouder Nieuwenhuizen en zijn collega Christiaan Peetoom gelukkig op kunnen lossen met behulp van Stadswerk072. De aanpak op het station is het voorbeeld.
De procedure is simpel: een verkrotte fiets krijgt een sticker, om de eigenaar erop attent te maken dat het wrak is opgemerkt. Als er vervolgens niets verandert, mag Stadswerk072 aannemen dat de fiets in kwestie ‘wees’ is: er kijkt niemand meer naar om. Dan wordt de fiets opgehaald, maar wel nog enige tijd bewaard, mocht de eigenaar zich alsnog melden. Uiteindelijk krijgt de fiets of de onderdelen ervan een tweede leven en is er in de stad weer een plekje vrijgekomen. (tekst gaat door onder de foto)
Het bord zegt geen woord te veel. Op het station is het opruimen al goed georganiseerd. (foto: Streekstad Centraal)
Een weesfiets wordt niet zelden bewust ‘gedumpt’. Streekstad Centraal hoorde verschillende verhalen van Alkmaarders die hun oude, overbodig geworden rijwiel parkeerden bij een station of supermarkt. “Kijk, daar staat ‘ie, die staat er echt al jaren”, wijst de ex-eigenaar op een fiets in de binnenstad, waarvan hij technisch gezien nog steeds eigenaar is. Een ander zette zijn fiets neer bij station Alkmaar Noord. “Nu twee jaar geleden denk ik”, laat hij weten. “Als ik nu de trein neem zet ik mijn huidige fiets er wel eens naast. Hij staat er nog.”
Onbegrijpelijk, want oud ijzer heeft echt wel waarde, reageert wethouder Nieuwenhuizen op deze verhalen. “En een wrak kan ook naar Stadswerk072 worden gebracht.” Al begrijpt de wethouder dat niet iedereen die omweg de moeite waard vindt. De terugweg moet dan immers te voet worden afgelegd. “Eerder werkten we ook samen met Rataplan, maar nu regelt Stadswerk072 alles”, vult de wethouder nog aan. “We zorgen er onder meer voor dat fietsen aan nieuwkomers kunnen worden geschonken. Die krijgen daar dan ook fietsles bij.” Ook gaan er fietsen naar maatschappelijke organisaties.
Wethouder Peetoom vult nog aan dat er wel wat haken en ogen zitten aan het weesfietsenbeleid. “Bij het weghalen moet nu een BOA aanwezig zijn”, weet hij. Dat vergt de nodige organisatie. “We kijken nu of we de medewerkers van Stadswerk072 zo kunnen opleiden dat zij dit ook mogen. Het moet wel goed geregeld zijn.” Andere steden geven al een voorbeeld van hoe dat moet. In ieder geval is het opruimen een terugkerend klusje, zegt wethouder Nieuwenhuizen. “Drie à vier keer per jaar. Daarom geven we dus een permanente opdracht.”
Goed nieuws voor de feestdagen, en ook voor de periode erna: het bekende pontje over het Noordhollandsch Kanaal, dat de binnenstad van Alkmaar verbindt met het ‘Rooie Dorp’ gaat ook op zondagen varen. Nu vaart het veer alleen op koopzondagen, maar dat is een regeling uit de tijd dat Alkmaar ook echt maar één koopzondag in de maand had. Tegenwoordig kan er iedere zondag gewinkeld worden in de kaasstad.
“Dit is goed voor bewoners, goed voor ondernemers, goed voor bezoekers”, zegt wethouder Christiaan Peetoom over de aankondiging. ‘”Een goed-nieuws-show dit”, voegt hij daar nog relativerend aan toe. Dat het pontje vaker zou gaan varen was al afgesproken in het coalitieakkoord dat het college van Alkmaar eerder dit jaar bereikte. Nu wordt de daad dus bij het woord gevoegd en gaat het pontje iedere zondag varen, tussen 12:00 en 17:30. Ook op feestdagen zal dit het geval zijn.
“Er komt in juli volgend jaar een nieuwe concessie”, vertelt wethouder Peetoom er nog over. Dat moet een meerjarige concessie worden, Europees aanbesteed. De regeling die nu is afgesproken is er dus ter overbrugging, al dekt dat woord in deze context de lading natuurlijk niet helemaal. Het veerpontje vaart tot eind juni onder de oude concessie, maar daar komt dan dus deze zondagsdienstregeling bij. Daar is 12.000 euro mee gemoeid, laat de wethouder weten.
Het pontje is geliefd. Of het echt tijd scheelt om het pontje te nemen in plaats van de Friesebrug, dat maakt voor veel reizigers niet eens uit. Het overtochtje is een mooi moment. En de mooiste momenten blijven gratis, want dat is zo afgesproken. “Nou ja”, nuanceert wethouder Peetoom. “Niets is gratis. Maar mensen hoeven er inderdaad niet zelf voor te betalen.” Want dat heeft de gemeente Alkmaar voor ze gedaan.
Het Park van Luna en het Geestmerambacht, ze zijn allebei onderdeel van wat lang geleden al de ‘groene loper’ werd genoemd. Want in een regio die steeds verder verstedelijkt en steeds meer verkeer te verwerken krijgt zijn ruime recreatiegebieden onmisbaar. En onmisbaar zal dat groen blijven ook, de toekomst van het Recreatieschap Geestmerambacht is echt veilig, verzekert voorzitter Annette Groot: “We hebben alleen financieel wat op te lossen.”
Streekstad Centraal ontmoet Groot in het gemeentehuis van Dijk en Waard, waar we uitkijken op een grote luchtfoto van het Park van Luna. Tijdens het gesprek gaat Groot voor de foto staan en vertelt ze geanimeerd over wat er allemaal te zien is. Het zijn uiteindelijk beleidskeuzes die we daar zien, nu vereeuwigd in het groen. Beleidskeuzes waar ze zelf nauw bij betrokken is geweest. “Eerst vanuit de provincie, toen vanuit de HAL”, somt ze op. En nu als wethouder in de gemeente Dijk en Waard.
Met de term HAL brengt Groot de oude samenwerking Heerhugowaard-Alkmaar-Langedijk in herinnering. Nog steeds is het zo dat het Geestmerambacht en het Park van Luna door zowel een Alkmaarse als een Dijk en Waardse wethouder werden bestuurd. Annette Groot is met haar ervaring in dit ‘Recreatieschap Geestmerambacht’ een continue factor. “Voor de raad is dat toch wel anders”, relativeert ze. “Voor raadsleden klinkt 1999 ver weg.” (tekst gaat door onder de foto)
De geschiedenis van het Recreatieschap is gelaagd, blijkt uit de uitleg van Annette Groot. (foto: Streekstad Centraal)
1999 is een jaartal dat veel terugkomt in het gesprek met Groot en programmamanager Moira Faber. Het was een tijd waarin er flink werd bijgebouwd in de regio. De samenwerking van Heerhugowaard, Alkmaar en Langedijk was bijzonder, herinnert Groot zich: “Er is veel geïnvesteerd in de aanleg van alles, ze hadden de boel financieel goed op één hoop. We spraken over de ‘rode loper’ voor verkeer over land, over de ‘blauwe loper’ voor verkeer over water. En de ‘groene loper’ voor recreatie.”
Het Geestmerambacht was er in 1999 al wel even, maar het Park van Luna werd nieuw aangelegd. Een verbinding tussen die twee gebieden werd toen ook al meteen voorbereid. Een ‘kralenketting’ van aantrekkelijke landschappen, in de woorden van programmamanager Moira Faber. “Daar was geld voor opzij gezet”, vertelt Groot. “Dat potje kon héél lang mee. Het is nu pas op. Of nou ja, nu pas. In 2026.” Daarmee legt ze de vinger wel op een zere plek: er moet geld bij. Iets wat voor raadsleden in Alkmaar en Dijk en Waard even slikken was, maar wat dus eigenlijk in 1999 al was voorzien. (tekst gaat door onder de foto)
Van een gebied dat zo groot is zijn de beheerkosten ieder jaar weer hoog. (foto: Streekstad Centraal)
Geld komt in de toekomst niet meer uit dat potje uit 1999. Het moet echt komen van de betrokken gemeenten of van pachters, leggen Groot en Faber uit. “We zijn het enige recreatiegebied waaraan de Provincie Noord-Holland niet meebetaalt”, vertelt Groot. “De recreatiegebieden in de Amsterdamse metropoolregio worden wél ondersteund. En dat terwijl wij toch ook bijna twee miljoen bezoekers per jaar trekken.” Het Recreatieschap Geestmerambacht wordt daarbij soms ook nadrukkelijk aangewezen als een gebied dat drukte uit de metropoolregio wel even kan opvangen. Maar vooralsnog zonder extra steun van de Provincie Noord-Holland.
En dus zit er niets anders op dan de schaapjes zelf maar op het droge te houden. Evenementen zijn een uitstekende inkomstenbron. En tegelijk een steen des aanstoots. Een ‘attractiepark’ zou het Recreatieschap ervan maken, in de woorden van sommige critici. Maar Groot spreekt over ‘zonering’ van het gebied en over ’typen natuur’. De ene natuur kan wat meer aan dan de andere, kort gezegd. “Het Kleimeer, dat is echt een stiltegebied. Maar in andere zones kan meer. Horeca en evenementen zorgen er ook voor dat we het gebied als geheel kunnen blijven betalen.” De gemeente spreekt in deze context van ‘intensiteit van recreatie’. (tekst gaat door onder de foto)
Het Beheerkantoor van Recreatieschap Geestmerambacht. (foto: Streekstad Centraal)
Het Geestmerambacht en het Park van Luna zijn wat dat betreft ook een goed alternatief voor de veel kwetsbaarder natuur in de duinen. Daar zullen niet gauw festivals plaatsvinden, om maar wat te noemen. Dat kan in het Recreatieschap wél. Maar dat de Provincie ooit de beschermende NNN-status verleende aan alle recreatiegebieden in Noord-Holland, en dus ook aan Recreatieschap Geestmerambacht, dat geeft wel beperkingen, ziet Groot. “Wij hebben gevraagd om die status van delen van het gebied af te halen. Van de entreegebieden, de parkeerterreinen. Dan is daar meer mogelijk.” Waarbij steeds het bijzondere karakter van het gebied voorop moet blijven staan, benadrukken Groot en Faber; er komt elders ook weer meer beschermde natuur voor terug, is de boodschap. Maar daar is lang niet iedereen van overtuigd, merkt ook het Recreatieschap.
Communicatie is belangrijk, realiseert Groot zich. “Soms lees je dingen waarvan je weet: dat klópt dus niet.” Of het nu om het vermeend onveilige zwemwater gaat – door één ongelukkige meting van jaren geleden – of om dat gevreesde pretpark dat er toch echt niet zal komen. “Een recreatiegebied is altijd eerst recreatie en dan natuur”, benadrukt Groot nog maar eens. “Zo is het altijd bedoeld geweest.” En dat dus al sinds 1999.
Het recht om te demonstreren is een groot goed, wel moet het Joods Namenmonument echt beschermd worden. Dat is de strekking van de antwoorden die burgemeester Anja Schouten gegeven heeft op de spoedvragen van de plaatselijke VVD, naar aanleiding van de demonstratie ‘Free Palestine’ bij het station van Alkmaar. “Ik begrijp de precaire situatie en de spanning die dit op kan roepen.”
Voor burgemeester Anja Schouten geldt uiteraard dat ze niet zomaar een demonstratie kan tegenhouden, de wet stelt daar duidelijke beperkingen aan. Overigens was dat ook zeker niet wat de Alkmaarse VVD beoogde toen fractieleider John van der Rhee met bezorgde vragen kwam over het aangekondigde protest. “Demonstreren en de vrijheid van meningsuiting is een absoluut en onvervreemdbaar grondrecht in Nederland”, schreef Van der Rhee maandag. Maar de plek van deze demonstratie, pal naast het monument voor joodse slachtoffers, deed pijn. Ook al was die locatie volgens de organisatie ’toevallig’, voor Free Palestine draait het om de stations zelf en zijn er gelijktijdig ‘sit-ins’ bij andere stations.
Ook burgemeester Schouten wijst erop dat de plaats van de demonstratie niet precies die van het Namenmonument gaat zijn: “De sit-in zal gehouden worden naast de roltrappen, dat is op enige afstand van het Namenmonument”, schrijft zij. Al is ‘enige afstand’ natuurlijk relatief. “In onze voorbereidingen met zowel de organisator, als met handhaving en politie zullen wij speciale aandacht hebben voor de bijzondere plek die het Joods Namenmonument inneemt op het Stationsplein.” (tekst gaat door onder de foto)
De roltrappen gezien vanaf het Namenmonument. (foto: Streekstad Centraal)
De vrees bestaat, niet alleen bij VVD-fractievoorzitter John van der Rhee maar ook bij joodse organisaties in Alkmaar, dat tijdens de demonstraties dreigende teksten te horen zullen zijn. Bij ‘Free Palestine’-demonstraties vorige week werd bijvoorbeeld de omstreden leus ‘from the river to the sea…’ geroepen. Met de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema is burgemeester Schouten eens dat die zin ‘alle onschuld kwijt’ is en niet gebruikt moet worden: “Respect hebben voor elkaars angst, verdriet en pijn is het minste wat van elkaar gevraagd kan worden. Zo spreken wij er ook over met de organisatoren van de demonstratie.”
Het is duidelijk de wens van de gemeente dat de demonstratie geen kwetsend karakter zal hebben. Dat is ook wat de organisatie er zelf over zegt. “De organisator geeft aan zelf toe te zien op een goed en ordelijk verloop, zonder strafbare uitingen of gedragingen”, stelt de burgemeester in haar beantwoording. Het uitgangspunt moet een vreedzaam protest zijn waarbij wordt opgeroepen tot een wederzijds staat-het-vuren.
Mochten er tóch grenzen overschreden worden, dan kan er wel worden ingegrepen, bevestigt de burgemeester. Daar is ‘de driehoek’ ook op voorbereid, het overleg van politie, Openbaar Ministerie en de lokale overheid. “In de voorbereiding met de driehoek wordt besproken wat de beste manier is om het Joods Namenmonument te beschermen”, voegt de burgemeester daar nog expliciet aan toe. De demonstratie begint donderdag om 18:00 uur.
Voor even lijkt Alkmaar in ieder geval in één opzicht sprekend op Egmond aan Zee. De badplaats – en volgens de ontstaanslegende ook de plek waar Dick Bruna een konijn in de duinen zag en vervolgens natekende – en de kaasstad hebben namelijk iets bijzonders gemeen: een beeld van Nijntje. Het Alkmaarse beeld staat op het Canadaplein, vlakbij de Grote Kerk en de oliebollenkraam, en geeft licht als het donker wordt.
“Ze heeft eerst in Zaandam gestaan, dit jaar komt ze naar Alkmaar”, vertelt Sanne Koomen van Doesgoed. Zij weet duidelijk alles over dit bijzondere beeld en dat komt goed uit, want toen de verslaggever van Streekstad Centraal maandag over het Canadaplein liep en op Nijntje stuitte riep dat toch wel vragen op. “Maar toen stond ons bord er nog niet bij”, reageert Koomen begrijpend. “Nu wel en woensdagavond is het officiële moment, dan steekt de wethouder de lichtjes aan.”
Wethouder Robert te Beest zal inderdaad de lichtjes ontsteken, al deden ze het maandagavond ook al, getuige een foto die Koomen laat zien. De witte en rode lichtjes zijn de eerste reden van Nijntjes komst naar Alkmaar. Het seizoen van de feestdagen is begonnen en dan maken Alkmaarse ondernemers graag werk van een mooi verlichte stad. Zo ontstond het idee om ook Nijntje naar de binnenstad te halen. “Er zijn meer lichtobjecten in de stad”, zegt Koomen. “Maar Nijntje is wel anders!” (tekst gaat door onder de foto)
Nijntje doet belangrijk werk voor Alkmaarse kinderen. (foto: Streekstad Centraal)
Het beeld van Nijntje brengt natuurlijk in herinnering dat er een Nijntje-musical komt in Taqa Theater De Vest. “Naud van Geffen van De Vest is ook bij de onthulling ja”, bevestigt Koomen. Maar toch is dát niet wat het Nijntje-beeld voor haar zo bijzonder maakt. Dat is toch echt de link met Doesgoed: “Nijntje steunt goede doelen. Armoedebestrijding bijvoorbeeld. Daarom werd Doesgoed benaderd”, legt ze uit. “Wij hebben het beeld van Nijntje gekoppeld aan Stichting Leergeld Alkmaar.” Dat is het goede doel dat de komende weken door het wereldberoemde konijn zal worden gesteund.
“Stichting Leergeld Alkmaar ondersteunt kinderen van 4 tot 18 jaar uit gezinnen met geldzorgen”, legt Koomen uit. “Denk aan schoolspullen, een laptop, een fiets, zwemles, muziekles of een verjaardagpakket. Ouders en verzorgers kunnen zo het beste aan hun kind geven.” Elk kind moet kunnen meedoen op school, ook als er thuis minder geld beschikbaar is. Daar zet Stichting Leergeld Alkmaar zich voor in – en Nijntje dus ook. Het bord onder het beeld bevat een qr-code die het voorbijgangers makkelijk maakt om te doneren.
Het beeld is dinsdag nog niet eens officieel onthuld, maar vele Alkmaarders hebben het al meteen in hun hart gesloten. “Ik sta bij Nijntje”, laat iemand door de telefoon weten. Een prima afspreekplek, duidelijk. En heel wat kinderen gaan met hun heldin op de foto. Precies de bedoeling, bevestigt Koomen. “De ouders kunnen dan meteen de qr-code scannen en een donatie doen.” De officiële onthulling van het beeld is woensdag om 17:15 uur, op het Canadaplein in Alkmaar.
Het culturele leven in de regio, daarvoor heeft Ingrid Koens van Podcast Cultuurbuur altijd een luisterend oor. En een hart dat klopt voor kunst en cultuur. Wie de podcast wel eens heeft beluisterd kan het bevestigen: het enthousiasme van Koens is oprecht. Deze week komt de 150e Podcast Cultuurbuur online: “Die 200e komt er ook wel, dan wil ik wel weer een bloemetje.”
Streekstad Centraal sprak met Ingrid Koens op dinsdag, de dag waarop Podcast Cultuurbuur ook op de radio te horen is: elke dinsdagavond om 20:00. Maar wie dan liever naar het journaal kijkt kan dus ook gewoon online luisteren op een moment naar keuze. “Maar we nemen het wel in één keer op”, vertelt Koens. “Het is dus eigenlijk radio. Ik wil ook heel graag de technicus bedanken, die het met me uithoudt. Kenneth is geweldig. Zonder hem was dit nooit gelukt.”
Het idee voor de podcast ontstond bij een tentoonstelling. Koens trok de stoute schoenen aan en belde met Streekstad Centraal. “Jou willen we wel”, was gelukkig het antwoord en daarmee was Podcast Cultuurbuur een feit. “Maar ik heb wel veel moeten leren hoor”, geeft Koens toe. “Telefoons uit! Dat ging meteen de eerste keer al mis”, lacht ze. De podcast is in basis hetzelfde gebleven, maar Koens werd wel meer ervaren: “Als je zoiets doet verfijn je alles een beetje op den duur.” (tekst gaat door onder de foto)
Ingrid Koens
“En nu wil je vast weten welke gasten ik het leukst heb gevonden”, begint Koens ad rem. Het typeert haar stijl: ze bereidt zich op ieder interview goed voor en probeert van tevoren te bedenken welke antwoorden gasten op haar vragen gaan geven. “Je moet iemand aan de praat kunnen krijgen. Als een gast alleen maar ‘ja’ of ‘nee’ antwoordt, dan zweet je wel peentjes.” Ook technische onderwerpen weerhouden haar er niet van zich uitgebreid in te lezen. “Och, ik weet nu van dingen af… Maar dat is juist leuk.”
Goed, die leukste gasten dan. Natuurlijk noemt Koens dan Carel Kraayenhof, een internationale grootheid. “Dat was ook wat, in het nagesprek zegt hij ineens: ik stond vorige week nog in Australië, voor 22.000 man. Waarom zeg je dat niet in de podcast! Zo gaat het wel vaker natuurlijk.” Recenter sprak ze met Naud van Geffen van TAQA Theater De Vest: “Zo’n plezier in z’n werk straalt ‘ie uit, prachtig.” Verder noemt ze Renske Endel, ‘een echte acrobate’. Turnster Lizanne Jong, die ook zingt. Eugènie Herlaar, de eerste vrouwelijke nieuwslezeres. En zo verder: veelzijdig is Podcast Cultuurbuur zeker, dat mag duidelijk zijn.
Koens denkt absoluut nog niet aan stoppen. Ze blijft op zoek naar nieuwe verhalen, nieuwe gasten voor haar podcast. Want aan kunst en cultuur is in onze regio echt geen gebrek, weet ze. Zo blijft ze zich inlezen, verdiepen. “Ik heb altijd respect voor mijn gast”, zegt ze nog. “Sommige gasten worden vrienden.”