Zo’n 550 verontruste katholieken uit het noorden van Noord-Holland trekken zondag in bussen naar de Haarlemse Bavokathedraal, om daar hun stem te laten horen. Daar zijn ook Heerhugowaarders bij. Ze maken zich grote zorgen over de toekomst van hun kerken, nu het bisdom de deuren van bijna 100 kerken wil sluiten. “Het is een poging om tot elkaar te komen. We willen dat dit beleid omvalt.”
Door de terugloop van het kerkbezoek hangen er donkere wolken boven het katholicisme, schrijft mediapartner NH. Het bisdom wil veel Noord-Hollandse kerken afstoten, onder meer in Heerhugowaard De Noord en in ’t Kruis. Het bisdom wil de komende vijf tot tien jaar toewerken naar een situatie waarin meerdere kerken als een ‘centrumfunctie’ (28) of ‘steunpunt’ (37) moeten fungeren. Dat betekent dat bijna 100 van de 164 kerkgebouwen gedwongen de deuren moeten sluiten.
De aangekondigde sluitingen van kerken zit parochianen zo hoog, dat ze de barricades opgaan en een petitie verspreiden. Zondag staat er een ‘stille tocht’ gepland, die leidt naar de Haarlemse Bavokathedraal van bisschop Jan Hendriks. “We bieden de bisschop de petitie aan, die meer dan 1.400 keer is ondertekend. We hebben een muzikale bijeenkomst en we houden een tocht rond de kathedraal”, zegt Braakman. Hij rekent op een opkomst van 550 kerkgangers. Met tien touringcars rijden ze die dag in colonne naar het bisdom. Onder de aanwezigen zijn onder meer parochianen uit Waarland, Tuitjenhorn, Heerhugowaard en De Goorn. Het moet een symbolisch protest worden waar ze zevenmaal rond de kathedraal lopen, naar het voorbeeld van het Bijbelverhaal over Jozua in Jericho. “De muren hoeven niet in te storten, zoals in het bijbelverhaal gebeurde, maar we willen wel dat dit beleid omvalt”, zegt hij.
West-Friesland ademt het katholicisme, weet Jan-Willem Wit van het Noord-Hollandse bisdom. Hij begrijpt de zorgen van het actiecomité. “De kerk is voor velen een ontmoetingsplek. Dat daar dan een einde aankomt, is natuurlijk erg pijnlijk.” Het bisdom is bereid om de verontruste parochianen te ontvangen in Haarlem. “We zien allemaal het probleem van de kerksluitingen, het is een gedeelde zorg. Liever sluiten we helemaal geen kerken. Voor ons zijn het ook pijnlijke keuzes die gemaakt moeten worden. Maar soms is het niet anders.”
De ingeslagen weg is niet over één nacht ijs gegaan, zegt Wit. Het teruglopende kerkbezoek en hoge onderhoudskosten nopen de katholieke kerken in West-Friesland om naar de toekomst te kijken. Het bisdom wil naar een model, waarin een klein aantal kerken een centrumfunctie vervult. “Als we niets doen, blijven we met lege handen achter.” (foto: Wikimedia Commons / EdwinH)
Wie op vrijdagavond het Alkmaarse Café Bruintje binnenstapte trof daar andere gezichten achter de bar. En bij die gezichten hoort een bier dat Egmonds en Alkmaars tegelijk is: Pastro Tides, een stevig, diepdonker bier met een alcoholpercentage van 8,1%. Voor de presentatie van dat bier namen brouwerij Astronaut uit Alkmaar en de Brouwerij Egmond voor één avond de taps van Café Bruintje over.
Voor de brouwers is het niet hun eerste samenwerking. Eerder werd al een IPA gebrouwen, verfrissend in de zomer. De opvolger van dat bier werd een ‘winterwarmer’, nog wat zwaarder dan een gewoon bockbier, daarmee in smaak wel vergelijkbaar. “Het is een barley wine”, verduidelijkt Kees Jong van brouwerij Astronaut, zelf woonachtig in Heiloo. “Maar winterwarmer, dat klinkt nog aantrekkelijker.” En al is het dan niet helemaal een bockbier, het zal wel geschonken worden tijdens het bockbierfestival ‘Vriendenbock’, dat volgend weekend plaatsvindt in de Grote Kerk. Aan de bar van Bruintje wordt het bier nu al goed gesmaakt: “Eigenlijk houd ik helemaal niet van donker bier, maar dit is lekker.” (tekst gaat door onder de foto)
Met zorg wordt het Egmonds-Alkmaarse bier getapt door Kees Jong van Brouwerij Astronaut. (foto: Streekstad Centraal)
Ook uit andere taps vloeiden bieren van Brouwerij Egmond en Astronaut, maar de meeste aandacht van de bezoekers ging uiteraard naar het nieuwe bier, dat voor het eerst geproefd kon worden. “We zijn blij met de samenwerking”, vertelt Bart-Jan Beek van Astronaut. “Op het etiket zie je de vuurtoren, de golven”, wijst hij. Maar daarboven speels de raket. Egmond en Astronaut, zoveel is duidelijk. Die laatste brouwerij heeft geen eigen ketels, maar huurt ketelruimte bij brouwerijen die ketels over hebben – een ‘huurbrouwer’ dus, of ‘gypsie brewer’ in het Engels. Maar deze samenwerking is meer dan huren, dit heet een ‘collab’, een gezamenlijk bier. “Zo’n collab maakt het mogelijk grotere hoeveelheden te brouwen”, legt Beek uit. “Hier hebben we 2.000 liter van. Een heel lekker bier, je proeft er zoethout in. Maar voor de details moet je bij Jappie zijn.”
Jappie, dat blijkt Jasper Bleeker, de brouwmeester van Astronaut. Hij legde de basis voor dit bier, vertelt hij. “De vorige keer was het basisbier van Brouwerij Egmond en gaven wij daar een draai aan, nu wilden we het andersom doen. Maar toen we met ons eerste recept aankwamen, dachten ze dat we ze in de maling wilden nemen.” De verbazing in Egmond was groot: het recept dat Bleeker bedacht had leek als twee druppels bier op een klassieker van de Brouwerij Egmond: Sancti Adalberti Pastorale. “Dus toen moesten we er toch wat anders van maken.”
De verwantschap met de Pastorale is gebleven, die zit ook in de naam. Pasto- met een beetje Astro: Pastro Tides. Behalve zoethout is er veel gebrande mout te proeven, karamel, iets notigs. “Het is een zwaar bier, maar wel doordrinkbaar, je bestelt er makkelijk nog eentje van”, vertelt Jong. Het is wat beide brouwerijen typeert: soepele bieren, maar wel met een eigen profiel. En naar zulke bieren is zeker vraag, ondanks de zorgen in bierland, bijvoorbeeld over de aanstaande accijnsverhoging. “Ja, we hebben het onszelf niet makkelijk gemaakt met die 8,1%”, lacht Jong als we daarnaar vragen. “Maar dit is het bier dat we wilden maken.”
De jaarlijkse jeugdactiviteitenweek Bouwdorp Sint Pancras is dit jaar voor de vrijwilligers in mineur geëindigd. Tijdens de finale van de week, waarin de door de kinderen gebouwde hutten aan de ouders worden getoond, heeft een deel van de ouders zich behoorlijk misdragen. Volgens de organisatie werden vrijwilligers uitgescholden en opzij geduwd.
De onenigheid ontstond op het moment dat een deel van de ouders, vanwege de modder op het terrein, van de geplande looproute wilde afwijken. Met een gang langs de tent kunnen de schoenen nog wél redelijk droog worden gehouden. De organisatie vond die route te link. “Daar steken haringen uit, dat is gevaarlijk”, zo beschrijft voorzitter van de organisatie Marijn Hoogervorst de situatie tegenover mediapartner NH. “De hele week laten we de kinderen daar niet lopen, dus nu ook de ouders niet. Het gevaar dat je daar struikelt over de haringen is te groot.”
Aan de inspanningen van de vrijwilligers kan het toch niet gelegen hebben. (beeld: NH Nieuws)
“Kutwijf, hou je bek”, herhaalt Hoogervorst wat er vervolgens zoal werd geroepen door een aantal ouders. “Ze luisterden gewoon niet”, vertelt vrijwilliger Anouk de Groot. “Wij weten wat veilig is hier en wat niet. Maar mensen werden boos en we werden uitgemaakt voor van alles wat ik hier niet ga herhalen. Dat verpestte eigenlijk wel de hele week.” Naar schatting ging het om een groep van zo’n dertig ouders die zich misdroegen.
“Vervolgens komen vrijwilligers huilend en overstuur naar me toe”, vertelt Hoogervorst. “Als je hier staat in de vrije tijd, als je je werk hiervoor opzegt en je krijgt vervolgens dit soort dingen naar je hoofd geslingerd, dan word je daar heel droevig van.”
Ondanks de nare aanvaringen met een deel van de ouders spreekt de organisatie van een geslaagde week voor de kinderen. Niettemin heeft vrijwilliger Anouk nog wel een boodschap voor de vaders en moeders die hun boekje te buiten gingen. “Wij doen het allemaal vrijwillig. We staan hier elk jaar voor jullie kinderen. Doe gewoon normaal, want zonder ons is er ook geen bouwdorp.”
De afgelopen weken waren strandvonders ineens in het nieuws, door spullen van bootvluchtelingen en aangespoelde pakketten drugs. Mooi dat er weer eens aandacht is voor zijn vak, vindt Willem de Rover uit Camperduin. Maar met z’n 78 jaar maakt hij zich toch ook weleens zorgen of er nog een nieuwe generatie klaarstaat die spullen en de verhalen erachter verzamelt.
In de voortuin van de breedgebouwde, vriendelijke Willem de Rover uit Camperduin prijkt het bord ’tijd is niks, getij is alles’. Samen met Mart Gul uit Egmond is Willem de Rover door de commissaris van de Koning officieel aangesteld als hulpstrandvonder van gemeente Bergen. Namens de burgemeester – formeel de hoofdstrandvonder – doen deze mannen en hun personeel al het schoonmaak-, verzamel- en coördinerend werk op het strand, in weer en wind.
“De hulpstrandvonders zijn van grote waarde voor de gemeente”, zegt burgervader van de kustplaats Lars Voskuil tegen mediapartner NH. “Zij helpen ons de stranden schoon en veilig te houden en we zijn heel blij met hun inzet daarvoor.” Maar met het getij gaat toch ook echt wel de tijd voorbij. Willem – verantwoordelijk voor het strand tussen pakweg Schoorl tot Petten – gaat richting de tachtig. Aan de eettafel slaat hij één van zijn plakboeken open. “Van zo’n beetje alles wat ik vind, maak ik foto’s met m’n digitale camera.” Hij pakt zijn Lumix-modelletje ‘van 130 euro’ erbij. “Ik laat ze dan ontwikkelen. Met mijn mobiele telefoon doe ik niks hoor, met die Nokia kan ik alleen bellen.”
Sinds 1986 vindt Willem al allerlei aangespoelde spullen: een schroef van een mast van de gezonken Prince George, tientallen felgekleurde boeien, zeehondjes, piepjong, door vossen aangevreten, levend, dood, een granaat. Van oudsher waren strandvonders nodig, omdat het vergaan van de vele schepen langs de Noord-Hollandse kust ook jutters naar het strand trok. In de wet op de strandvonderij staat dat namens de burgemeester de hulpstrandvonder ‘de leiding heeft’ als iets aanspoelt, verantwoordelijk is voor de opslag en de zoektocht naar de rechtmatige eigenaar. Het fotoboek op tafel is het ‘inventaris’ van Willem. “Het mooie is: ik ben er altijd als er wat is. Of dan gaat mijn Nokia en ben ik er snel bij.” Als de wind van zee komt, gaat hij met het schemeren al met de pick-uptruck richting het strand. 20 tot 25 kilometer heen en dan weer terug. (tekst gaat door onder de foto)
De zolder van de strandvonder lijkt wel een museum. (foto: NH Nieuws / Maaike Polder)
De liefde voor het strand zat er vroeg in bij Willem. Hij kon er eigenlijk niet omheen. Om wat geld te verdienen verhuurden zijn ouders bijvoorbeeld het ouderlijk huis aan de Hogenolweg in Groet aan mensen uit Amsterdam. “Die waren rijk. En wij sliepen dan in het zomerhuis 25 meter verderop, vlak bij het strand. Dat was bijna helemaal gemaakt van strandhout.”
Als kleine jongen op school weet de Noord-Hollander nog dat hij en zijn vrienden werden opgeroepen om in ruil voor een zakcentje ‘coloradokevers’ van het strand te rapen. “Ze vraten aan de gewassen van boeren in de omgeving. De hele school liep ervoor leeg.” En ook toen er een toestel van KLM in 1954 voor de kust van Egmond aan Zee ‘uit elkaar was gespat’ kon er verdiend worden, aldus Willem. “De politie vroeg de schooljongens de brokstukken en onderdelen te verzamelen voor onderzoek. En van het geld konden we weer shag kopen.”
Na school is hij gaan varen. “Bij de KNSM. Ik was van alles: in het begin hutten schoonmaken, dek schrobben, verven. Niet stuurman of zo hoor. Ik kon niet zo goed leren, was meer met mijn handen aan de gang.” Door een staaldraad verliest hij in die tijd het topje van zijn rechter wijsvinger. Iets dat je bij veel zeelui ziet. Willem werkt nog een jaar op een booreiland en begint dan rond ’75 als ‘assistent’ van hulpstrandvonder Simon Gutker.
“Er spoelden toen weleens koeien en paarden aan van het dek van schepen. Ik kwam dan met een platte kar om die beesten op te halen. En zo ben ik erin gerold”, vertelt Willem. Hij gaat voor, twee trappen naar boven en opent het luik boven zijn hoofd. Een zolder vol gevonden schatten van over de hele wereld. De ene meer waard dan de ander. Hij noemt het zijn ‘museum’. “Soms kom ik hier een paar weken niet. En als ik er dan weer ben, denk ik: dit is toch wel apart.” (tekst gaat door onder de foto)
De strandvonder en zijn vrouw bij een klein beeldje van Simon Gutker. (foto: NH Nieuws / Maaike Polder)
“Prachtig toch? Ik vind het uniek”, zegt zijn vrouw Tiny (73). Beneden aan tafel komt ze erbij zitten. 53 jaar geleden ontmoetten ze elkaar op het strand, een paar honderd meter lopen van hun huidige huis. Hij was toen badmeester bij een strandtent. Zij was uit Warmenhuizen met een vriendin te zonnebaden. “Ik zag hem en dacht: hij is van mij.”
Mee naar het strand gaat ze niet. “Maar de kinderen mochten weleens mee. Toch heb ik ook in het idee dat jongelui het niet meer doen. Naar het strand gaan. Die gaan naar school in Alkmaar, zitten achter de computer. En dan is het over.” Het werk als strandvonder ziet ze als een ‘uitstervend gebeuren’. Jammer. Vindt ze. En ze wijst naar de rugtas, op de laatste pagina van het laatste fotoboek van Willem. Het is een aangespoelde tas, vermoedelijk van een bootvluchteling die heeft geprobeerd op een rubberboot over te steken van Frankrijk naar Engeland. Iets dat Willem in 40 jaar niet eerder had meegemaakt. “Zo blijft het wel bewaard”, aldus Tiny. “Want er zit toch een verhaal achter. Achter alles zit een levensverhaal. En door mensen als Willem blijft het bewaard.” De tas ligt nu in het Juttersmuseum op Texel.
De gemeente Bergen laat weten pas op zoek te gaan naar een vervanger als Willem de Rover ermee stopt. Op dat moment gaat er, zoals bij elke functie binnen de gemeente, een vacature uit. Voor het geld hoeft zijn opvolger het niet te doen, aldus Willem. Alleen als er wat gebeurt, kan ‘ie uren schrijven. Een paar tientjes ongeveer. En kleedgeld krijgen de hulpstrandvonders ook nog, is ze recent toegezegd. “Ik kan mijn auto er een beetje van rijden, maar voor de rest: je moet het vooral mooi vinden.” Hij vindt het belangrijker dat hij – voor wat minder geld – met plezier naar z’n werk gaat. “Ze vragen weleens wanneer ik er mee uitschei. Maar ik stop ermee als het niet meer gaat. Net hoe ik me voel.”
Iets zuidelijk van het werkgebied van Willem de Rover spoelde in oktober 2022 een groene rubberboot vol spullen aan. Daarover heeft mediapartner NG de podcast ‘De Egmondse vluchtelingenboot’ gemaakt. Hulpstrandvonder Marco Snijders – medewerker van Mart Gul – vertelt in zes afleveringen ook over het reilen en zijlen van de strandvonderij. De eerste twee afleveringen zijn al te beluisteren. Dinsdag 31 oktober komt aflevering 3: De spullen.
Wie aanstaande zondag door de binnenstad van Alkmaar loopt is misschien wel getuige van een mooi stukje vakmanschap: het verzetten van de oude uurwerken in de oude torens. Want die gaan lang niet allemaal automatisch over op wintertijd. Streekstad Centraal sprak erover met ‘stadsuurwerkmaker’ Boris Stiensma, die de klokken hoogstpersoonlijk zal gaan verzetten.
“Het is niet zo spannend hoor”, relativeert Stiensma. “Het is wintertijd, dus de klok gaat achteruit. Dat betekent dat ik de uurwerken een uurtje stil moet zetten.” En dan dus even afwachten, want bij oude klokken is er geen achteruit. De raderen even de andere kant opdraaien is er voor Stiensma niet bij. Hij moet hoogstpersoonlijk de torens in. (tekst gaat door onder de foto)
Boris Stiensma is de stadsuurwerkmaker van Alkmaar.
Hoewel – de lange klim naar het kleine vieringtorentje van de Grote Kerk kan hij zich besparen. “Die gaat automatisch”, zegt Stiensma. “Daar hoef ik dus niets aan te doen. Dat geldt ook voor de Bloemenklok in De Hout.” Het recent gerestaureerde uurwerk van Westerlicht, daar schuin tegenover, wordt ook door de computer aangestuurd. Dat zijn toch al drie klokken minder waar de stadsuurwerkmaker zich druk over hoeft te maken.
“Het gaat voor mij zondag om de Waag, om de Kapelkerk en om de Accijnstoren”, legt Stiensma uit. Die klokken moeten handmatig worden verzet. Wie zaterdagnacht bij het uitgaan vol spanning omhoog kijkt moet Stiensma teleurstellen: hij doet het niet om twee uur ’s nachts. “Nee hoor, ik doe het ’s morgens vroeg.” Ook voor een stadsuurwerkmaker zijn er grenzen. (tekst gaat door onder de foto)
De klim tot bovenin de Accijnstoren valt mee.
De klim tot bovenin de Waagtoren is nog wel een aardig stukje ochtendgymnastiek, de Accijnstoren is al een stuk bescheidener. De oude klok van de Kapelkerk is voor Stiensma sowieso bekend terrein: “Die moet ik drie keer per week opwinden. Dus daar kan ik goed bij ja.” Overigens zal hij nou net bij de Kapelkerk net iets minder eer van zijn werk hebben, want twee van de vier uurwerken staan daar stil. “Dat komt door de vogelnetten die ervoor hangen. De wijzer blijft daar in haken. Eentje stond al langer stil, van de andere kwam ik er deze week achter.” De gemeente zal op een later moment moeten ingrijpen om deze wijzers weer in beweging te krijgen.
“Maar het valt mensen niet zo op, geloof ik”, zegt Stiensma over de stilstaande wijzers van de Kapelkerk. “Er is daar per uurwerk maar één wijzer. Zo was dat vroeger, er bestond geen minutenwijzer. Dus dat is wel een bijzonderheid.” Maar verder is het allemaal echt niet zo spannend, benadrukt Stiensma. Als de klokken zijn verzet kloppen de slagen van de uren ook weer, dat is een kwestie van het juiste tandwieltje. “Zomer- en wintertijd, dat gaat altijd goed”, besluit de stadsuurwerkmaker. Vakmanschap om dit weekend even bij stil te staan.
Er wordt al lang op gewacht, toch komt de trein ook deze keer weer niet: de intercity tussen Alkmaar en Haarlem. Lang zorgde deze trein voor een snelle verbinding tussen deze twee steden, maar nu moeten reizigers op dit traject het met een stoptrein doen – ‘sprinter’ – en dat blijft voorlopig zo. In de Tweede Kamer was er geen meerderheid voor terugkeer van de oude intercity.
Het herstellen van de snelle trein naar Haarlem is een langgekoesterde wens van de regio Alkmaar. Niet alleen voor reizigers met Haarlem als bestemming, maar ook voor wie snel naar Leiden en Den Haag wil reizen zou deze intercity een uitkomst zijn. Toch staan bij NS al jaren alle seinen op rood. Er is te weinig animo voor, klinkt het daar, het spoorwegbedrijf moet nu eenmaal keuzes maken.
In de Tweede Kamer lag een voorstel van de ChristenUnie op tafel. De NS zou met extra geld moeten worden gestimuleerd op onder meer dit traject toch extra treinen in te zetten, was het idee. Daar konden aardig wat partijen in de Kamer zich wel in vinden, maar VVD, D66, CDA en PVV stemden tegen. Daarmee was er geen meerderheid en belandde de gewenste intercity ook deze keer weer op een zijspoor. Al bestaat de kans dat er ná de verkiezingen van november al weer beweging in komt.
De kwestie staat nog los van een andere discussie, namelijk die over de intercity van Alkmaar via Amsterdam naar Maastricht. Die trein zorgt nu op doordeweekse dagen voor extra capaciteit tussen Alkmaar en Amsterdam, maar NS wil deze trein op vrijdagen schrappen. Enkele jaren eerder werd deze trein al uit de weekenddienstregeling gehaald en daar komt ‘ie voorlopig niet in terug als het aan NS ligt. Ook hierover bestaat veel ontevredenheid in de regio.
Dit weekend gaat de wintertijd in, veel huishoudens hebben de verwarming al even aangehad, de boerenkool ligt weer in de schappen. Dan kan ijsbaan De Meent natuurlijk niet meer achterblijven. Twee weken later dan gebruikelijk begint het Alkmaarse schaatsseizoen. Donderdag raakten de eerste ijzers aan het verse ijs van de schaatstempel.
De opening op donderdagavond was er speciaal voor abonnementhouders en andere direct betrokkenen. Want ijsbaan De Meent kan rekenen op een vaste schare liefhebbers, die uit heel de regio naar Alkmaar komen om te schaatsen. Tenzij er natuurijs ligt, natuurlijk, maar dat is steeds minder het geval. En oktober is de laatste jaren ook steeds vaker een warme maand gebleken, een uitdaging voor de ijsmeester. Mede daarom werd besloten om het schaatsseizoen twee weken op te schuiven: later beginnen in het najaar, iets langer door in het voorjaar.
Voor de echte liefhebber was het wachten lang, ook al zijn het maar twee weken. Toch werd er op de ijsbaan zeker niet gemopperd. “Het is lekker ijs”, oordeelden de schaatsers. Daar had ijsmeester Theo Loos dan ook hard zijn best op gedaan. “Schaven, schaven, schaven”, vatte hij zijn werk nuchter samen. En daarna: schaatsen, schaatsen, schaatsen. Eind maart zal de ijsbaan de poorten weer sluiten.
Een 16-jarige jongen uit Heerhugowaard is aangehouden voor een schietincident in het Brabantse Oss. Daar werd op zaterdag 14 oktober een 15-jarige jongen in zijn rug werd geschoten. Het slachtoffer raakte hierdoor zwaargewond en heeft een tijd in het ziekenhuis gelegen, maar is inmiddels weer thuis. De dader was na het schietincident op de vlucht.
Dat melden mediapartner NH Nieuws en Omroep Brabant. Het slachtoffer is een bewoner van de vluchtelingenopvang in Oss. De recherche gaat er vanuit dat de dader zijn slachtoffer op dat moment niet kende en willekeurig schoot.
In Opsporing Verzocht werden beelden van de schietpartij gedeeld. Naar aanleiding daarvan waren er 10 tips binnengekomen bij de politie. De 16-jarige jongen uit Heerhugowaard die is aangehouden heeft zich donderdagavond zelf gemeld bij de politie. De 16-jarige tiener wordt verdacht van poging tot moord en zal later worden gehoord. (foto: Inter Visual Studio)
Het bijzondere kunstwerk van lego, water en groen dat Campus de Hoef siert staat centraal in een uitzending van KunstnetTV. Het kunstwerk is vanaf volgende week ook in het echt te bewonderen en zal de komende tijd nog verder veranderen, door plantengroei en de wisseling van de seizoenen. Eerder besteedde Streekstad Centraal al aandacht aan de eerstesteenlegging door wethouder Jasper Nieuwenhuizen.
In de documentaire van KunstnetTV is te zien hoe dit bijzondere kunstwerk tot stand kwam en waar kunstenares Su Tomesen haar inspiratie vandaan haalde. Dat gaat letterlijk van Monet tot Alice in Wonderland, zo blijkt. Het speelse staat centraal, zoals ook wethouder Nieuwenhuizen benadrukte bij het officiële moment van het leggen van de eerste steen. De kijker ziet hoe een gewoon stukje Alkmaarse grond gaandeweg verandert in een kunstwerk waar een hele wereld in terugkomt.
De documentaire is te bekijken via de website van KunstnetTV en wordt ook uitgezonden op het televisiekanaal van Streekstad. Daar wordt KunstnetTV dagelijks om 10:00 en 22:00 uitgezonden.