De Vest staat standaard vol en de Karperton schrikt veel bestuurders af met de krappe bochten en smalle plekken. Dan maar naar de garage op het Kanaalschiereiland: lekker dichtbij de binnenstad van Alkmaar, vaak genoeg plek en ruim genoeg om zonder krassen een bocht te maken. Toch is ook deze ‘populaire’ garage inmiddels toe aan een flinke ‘servicebeurt’.
Dat er wat moet gebeuren aan de garage tussen de binnenstad en Overstad is al langer duidelijk, daarom dient wethouder Christiaan Peetoom een raadsvoorstel in waarin hij de raad vraagt om te kiezen voor een uitbreiding van de garage. “Het heeft langer geduurde dan de bedoeling was, maar het plan ligt er.”
De Alkmaarse parkeergarage biedt op dit moment 335 plekken, door het toevoegen van een nieuwe parkeerlaag zouden daar 80 plekken bij komen. Daarnaast zou wordt er dan ook een lift worden geplaatst. “Deze optie zou in totaal ruim 3,2 miljoen euro kosten, waarvan 1,4 miljoen vanuit het parkeerfonds komt”, legt Peetoom uit. (tekst loopt door onder de foto)
De garage op het kanaalschiereiland gaat al wat jaartjes mee en probeert al zo groen mogelijk te zijn. (foto: aangeleverd)
Het aanbrengen van een nieuwe laag met parkeerplekken zou ook een rol kunnen spelen om het het parkeerprobleem in Overstad op te lossen. “We hebben in het voorstel staan dat omwonenden een vergunning kunnen aanvragen waarmee ze in de nacht hun auto kunnen parkeren.” Het idee is dan dat de plekken ’s nachts voor de bewoners met vergunning zijn en overdag voor bezoekers. “Er is gekeken of het past en wanneer de parkeerplaatsen door bewoners bezet zijn.”
Er zijn ook nog andere opties die aan de raad zijn voorgelegd. “Ze hebben al laten weten dat ze een extra laag wel zien zitten, maar of dat ook voldoende is of dat ze meer willen wordt tijdens de raadsvergadering duidelijk.” De andere opties bestaan uit het aanpakken van de uitstraling en het comfort van de garage, vergroening ervan, of zelfs volledige nieuwbouw. Die laatste optie zou meer dan 11 miljoen kosten.
Tijdens de raadsvergadering van 16 oktober beslist de gemeenteraad welke optie of opties werkelijkheid worden. Naar verwachting zal de uitvoering in 2027 volgen.
Gemeente Alkmaar krijgt een helpende hand toegestoken van het Rijk. De kaasstad is aangewezen als één van de 21 grote ontwikkelgebieden van Nederland. Dat betekent vooral dat er een flinke subsidies kunnen worden aangevraagd, waardoor ontwikkelingen zoals woningbouw in een stroomversnelling terecht komen.
Afgelopen zomer kreeg de gemeente Alkmaar te horen dat ze definitief bij de grote ontwikkelingsgebieden hoort. “We hebben dan ook de hele zomer hard gewerkt aan die subsidieaanvraag”, legt wethouder Christiaan Peetoom uit. “Er moest duidelijk worden waar precies geld voor nodig is.”
Uiteindelijk is er 140 miljoen euro aan het Rijk gevraagd. “Dat geld is voor de kosten die gemaakt worden om in een tijdsbestek van vijftien jaar 10.000 huizen extra te bouwen.” Die kosten kunnen worden verdeeld in gebiedskosten en infrastructurele kosten. “Denk daarbij aan de kosten voor bedrijfsverplaatsing en de aanleg van wegen en bijvoorbeeld fietsstraatbruggen.” (tekst gaat verder onder de foto)
Wethouder Christiaan Peetoom ziet in dat door de mogelijke subsidie ontwikkelingsplannen veel sneller kunnen worden uitgevoerd. (foto: Streekstad Centraal)
De begroting van dit jaar laat zien dat – als al het geld toegekend wordt – er door de gemeente ook nog 25 miljoen euro moet worden opgehoest. “Er kan nog wat af vallen, maar het helpt dat we de helft van de financiering al rond hebben.”
Menno Cabooter, directeur grootschalige gebiedsontwikkeling benadrukt tijdens een persgesprek dat het extra geld er vooral voor zal zorgen dat projecten versneld kunnen worden uitgevoerd. “We worden door het Rijk aan de afspraken gehouden en andersom. De subsidie maakt het makkelijker om de plannen die we al langer wilden doen uit te voeren. Het is een soort helpende hand. We zijn gepromoveerd naar de Eredivisie.”
Hoewel de plannen waarover gesproken wordt er al langer lagen is het tot op heden nog niet gelukt ze uit te voeren. Een geldkwestie. “Zonder subsidie was het ook gelukt, maar nu gaat het allemaal gewoon veel sneller en makkelijker”, zegt Peetoom. Voordat er duidelijkheid komt over de geldsom die beschikbaar wordt, gaat het plan nog wel langs de gemeenteraad. “Dat geeft het Rijk meer zekerheid”, legt Cabooter uit. (tekst gaat verder na de foto)
Directeur grootschalige gebiedsontwikkeling Menno Cabooter (met schaar) bij de aftrap van een bouwproject (foto: aangeleverd)
In de subsidieaanvraag zijn meerdere gebieden meegenomen, de grens wordt getrokken bij de ringweg. Projecten in Oudorp, op Overstad, bij de Viaanse Molen, en in de stationsgebieden en het centrum vallen daar ook onder. Daarnaast is een aanvraag gedaan buiten dat gebied, voor de Kennemerstraatweg richting Heiloo.
“We willen betrokken zijn met de regio en zetten ons in voor een sterk Noord-Holland Noord.” In november wordt er besloten of de gemeente de subsidie krijgt en in welke vorm, tot die tijd is nog veel onduidelijk over wat er wel en niet kan worden gedaan op het gebied van ontwikkeling.
De zoektocht naar een nieuwe gemeentesecretaris / algemeen directeur voor Dijk en Waard is nog niet rond. In juli maakte Annet Doesburg bekend dat ze op 1 september zou gaan stoppen, maar een permanente opvolger is nog niet gevonden. Directeur ruimte Erik Annaert is bereid gevonden om de taken die hij aan haar afstond weer tijdelijk op zich te nemen.
“Het is tijd voor iets anders”, liet Annet Doesburg weten toen ze wilde gaan stoppen. Op 1 april 2022 volgde ze Erik Annaert op als gemeentesecretaris / algemeen directeur en droeg bij aan het uitkristalliseren van de nieuwe fusiegemeente. Burgemeester Maarten Poorter is vol lof: “Het werk is weliswaar nog niet klaar maar belandt met wat Annet heeft neergezet wel in een andere fase.”
Erik Annaert, nu directeur ruimte van Dijk en Waard, was vanaf 2004 gemeentesecretaris / algemeen directeur van Langedijk en de laatste drie jaren projectleider voor de gemeentefusie. Toen Langedijk en Heerhugowaard één werden bleef hij nog even aan, totdat Doesburg zijn taken overnam en hijzelf directeur ruimte werd.
Egels hebben het steeds moeilijker. We eigenen steeds meer leefgebied toe en leggen voor hen gevaarlijke wegen aan. In de afgelopen kwart eeuw is de egelpopulatie in Nederland zorgwekkend hard gekrompen. Om de prikkelige beestjes een klein handje te helpen is gemeente Alkmaar de campagne ‘Help de egel’ gestart.
Egels lopen heel wat af als ze op zoek zijn naar voedsel of elkaar, en stuiten steeds vaker op wat we allemaal neerzetten aan huizen, muren, hekken en schuttingen. Voedsel en schuilplekken zijn er steeds minder. Het gevolg door heel het land in de afgelopen 25 jaar het aantal egels met 35 procent is afgenomen.
Gemeente Alkmaar roept inwoners en ondernemers op om te helpen met het enigszins keren van het tij. Bijvoorbeeld door in de tuin of misschien in het park vlakbij een schuilplaats te maken van takken en herfstbladeren. Of door kattenbrokjes en water achter te laten.
Of om mee te helpen aan ‘egelsnelwegen’ in buurten met veel schuttingen en hekken. Het creëren van een kleine opening, minimaal 14×14 centimeter, biedt egels de mogelijkheid om veilig en vlot verder te lopen. Let er wel op dat degene aan de andere kant van de schutting hier geen probleem mee heeft. Wellicht zitten de buren er niet op te wachten dat ook katten makkelijk doorgang kringen. De gemeente verstrekt gratis ludieke ‘egelsnelweg’ bordjes om bij de doorgang te plaatsen.
“Met deze campagne helpen we de egel die onze hulp hard nodig heeft”, aldus wethouder Dierenwelzijn, Lars Ruiter. “Door een kleine aanpassing in de tuin kun je een groot verschil maken voor de egels in jouw omgeving. Een egelsnelweg is een prachtig voorbeeld van hoe natuur en buurt samen kunnen groeien. Ik ben heel benieuwd welke straat straks de langste egelsnelweg heeft gemaakt!”
Wie gemeente Alkmaar voor 1 oktober laat weten dat hij of zij meedoet aan het initiatief, kan gratis het ludieke bordje ophalen en maakt kans op een egelhotel. Op vrijdag 10 oktober rijkt wethouder Ruiter de prijzen uit voor de langste en de meest creatieve egelsnelweg. Meer tips en informatie zijn te vinden op alkmaar.nl/egel. (foto: Pixabay)
In Heerhugowaard krijgt de zorg een nieuwe plek. Het college van Dijk en Waard heeft besloten dat er naast het Huygens College aan de Middenweg een modern medisch centrum gebouwd gaat worden. Daarmee verhuizen verschillende huisartsen, een apotheek, een tandarts en fysiotherapiepraktijken uit hun huidige panden bij winkelcentrum Middenwaard. Dat gebied – in de volksmond ook wel ‘Klein België’ genoemd vanwege de rommelige uitstraling – maakt zo plaats voor woningbouw.
Op de vrijkomende locatie aan de Middenweg en Middenwaard zullen ontwikkelaars Belle-Vue Wonen BV en Bot Bouw BV twee woongebouwen realiseren met in totaal ongeveer 160 appartementen. Over de samenwerking is een anterieure overeenkomst gesloten, waarin afspraken zijn vastgelegd over de kosten, parkeergelegenheid en de inrichting van de openbare ruimte.
De gemeente speelt een actieve rol en stelt de raad voor om een grondexploitatie te starten onder de naam ‘Stadshart Zuid-West Medisch Centrum’. Deze loopt vier jaar en er wordt momenteel uitgegaan van een positief resultaat van ruim 33.000 euro.
De betrokken ontwikkelaars hebben de oude panden inmiddels in eigendom, waardoor de voorbereidingen al in volle gang zijn. In oktober worden de officiële overeenkomsten met alle zorgpartijen en bouwbedrijven ondertekend. Als de planning wordt gehaald, start de bouw van het medisch centrum in november 2025.
(hoofdfoto: Gemeente Dijk en Waard)
De komst van een woonzorglocatie aan de Elgerweg in Alkmaar is een stap dichterbij. Het college is akkoord met de verkoop van de grond aan zorgorganisatie Alkcare. Wethouder Jan Hoekzema is tevreden over de overeenkomst. “Met deze verkoop slaan we twee vliegen in één klap.”
Alkcare laat een nieuwe woonzorglocatie bouwen op het terrein aan de Elgerweg, waar nu nog een schoolgebouw en een gymzaal staan. Dit wordt het nieuwe thuis van de dementerende mensen die nu in ’t Rekerheem aan het Hof Van Luxemburg wonen. Zodra ’t Rekerheem verlaten is, zal het worden gerenoveerd, zodat daar weer andere mensen kunnen komen wonen. “Dit is een waardevolle ontwikkeling waar we als gemeente graag aan bijdragen”, aldus wethouder Hoekzema. (tekst gaat verder onder de tekening)
Een impressie van het toekomstige woonzorgcentrum aan de Elgerweg in Alkmaar. (beeld: AIG)
In maart 2022 werd bepaald dat het schoolgebouw aan de Elgerweg plaats moest gaan maken voor een woonzorgcomplex. Sindsdien is de gymzaal bij het plan betrokken, zodat er groter gebouwd kan worden en alle bewoners van ’t Rekerheem kunnen verhuizen.
“We zijn blij met het vertrouwen van de gemeente en de betrokkenheid van de buurt. Alkcare wil een goede buur zijn”, aldus Ineke Laagland, bestuurder van Alkcare. “We kijken er dan ook naar uit om op deze plek een warme, veilige woonomgeving te creëren voor mensen met dementie.” (tekst gaat verder onder de tekening)
Een schematische plattegrond van het te bouwen woonzorgcomplex aan de Elgerweg (beeld: AIG)
In de eerste helft van 2026 zal de grond officieel worden overgedragen van de gemeente aan Alkcare. De buurt wordt op de hoogte gehouden van de stappen.
De rechter moet zich binnenkort buigen over een boete en daarmee over het verbod in de gemeente Dijk en Waard om elektrische auto’s die op de openbare weg staan op te laden met een privé-installatie. De familie Roest uit Zuid-Scharwoude vecht de boete van bijna 300 euro aan die ze hebben gekregen omdat daar niet meteen mee stopten. “De gemeente is dom, kortzichtig en onnadenkend”, zo vat Corina Roest het beleid van Dijk en Waard samen.
De familie Roest zoekt contact met Streekstad Centraal na publicatie van ons artikel over het laadverbod in de gemeente. En er komen meer mails binnen van mensen die beboet zijn. De afdeling Handhaving heeft het volgens drie van de melders speciaal gemunt op hun adres: de handhavers komen extra vaak langs in de straat om te zien of er geen overtredingen plaatsvinden.
Peter en Corina Roest ervaren die voortdurende aandacht van de handhavers als intimidatie: “We hebben overwogen om de elektrische auto weer de deur uit te doen en een 30 jaar oude dieselauto te kopen. Dan zijn we daar in ieder geval van verlost.”. Laurens (uit het vorige artikel) blijkt dus niet de enige te zijn die door het verbod wordt getroffen; velen hebben hun duurzame laadinzet zien stranden, zelfs met een boete tot gevolg.
Zo schrijft Siem Weel dat hij in het voorjaar door handhaving werd aangesproken over de laadoplossing voor zijn Renault Twizy. Hoewel zijn kabel met prikker nooit op het trottoir lag, kreeg hij toch een boete van €290 omdat – zo maakten de handhavers duidelijk – ‘het plantsoen ook openbare weg is’. De oplossing van Siem is niets meer dan een verlengkabel die vanuit zijn tuin door een plantsoen naar zijn auto loopt. (tekst gaat verder onder de foto)
Siem Weel kreeg een boete omdat hij een kabel door een openbaar plantsoen had lopen om zijn voertuig op te laden. (foto: Streekstad Centraal)
Siem stelt dat het verbod onlogisch uitpakt: “Aangezien de meeste auto’s met een kabel worden opgeladen, zou dat verbod betekenen dat niemand kan laden – ook niet bij een officiële laadpaal.” Hij noemt het gemeentelijk argument “de voordelen van het individu wegen niet op tegen de nadelen van het collectief” bijzonder krom. Ook ziet hij een mogelijk belang van de exploitant van laadpalen, die concurrentie van burgers liever niet ziet. Thuis laden is -soms flink – goedkoper dan bij een openbare paal.
Bij Peter en Corina Roest viel ook een boete in de bus voor het laden via een eigen constructie. Hun laadkabel ligt niet op de stoep, maar hangt boven de stoep, zonder struikelgevaar voor voorbijgangers. Toch kreeg de familie na inspectie van handhavers een boete van 290 euro, plus 9 euro administratiekosten. Die boete vechten ze aan en binnenkort mogen ze hun zaak bepleiten bij de rechter.
Peter Roest: “Hoewel onze kabel nergens gevaar veroorzaakt, krijgen we elke dag inspectie en voelen we ons ten onrechte bestreden in ons duurzame initiatief. Ons duurzame initiatief wordt feitelijk afgestraft. We hopen dat we de rechter de onredelijkheid van het beleid kunnen laten inzien.”
Het groeiende protest onderstreept dat het gemeentelijke verbod inmiddels weerstand oproept uit diverse hoeken. Inwoners willen hun eigen auto duurzaam laden, maar krijgen vooral boetes en beperkingen voorgeschoteld. Dijk en Waard wil het beleid niet versoepelen en vanuit de politiek blijft het stil. Maar met elk nieuw verhaal groeit de roep om maatwerk en vertrouwen in groene inwoners.
Alle inwoners van 60 jaar en ouder krijgen de komende weken weken een uitnodiging voor een nieuwe coronaprik. De coronaprik wordt tussen 15 september en 5 december gegeven op priklocaties van de GGD door het hele land.
Volgens de GGD is het coronavirus er nog steeds en kan het weer opleven. Met de coronaprik wil de GGD mensen die een hoger risico lopen om ernstig ziek te worden door corona, extra bescherming bieden tegen ziekenhuisopname of overlijden door corona.
Iedereen vanaf 60 jaar ontvangt een brief van het RIVM. Bij mensen die vorig jaar een coronaprik hebben gehaald bij de GGD, staat er al een voorstel voor een afspraak in. Anderen worden in de brief uitgenodigd om zelf een afspraak te maken bij de GGD. Dat kan via planjeprik.nl of 0800-7070.
Volwassenen van 50 tot en met 59 jaar die jaarlijks een uitnodiging voor de griepprik krijgen, kunnen ook een coronaprik halen. Dit geldt ook voor kinderen en volwassenen met een medisch hoog risico, bijvoorbeeld met een ernstige afweerstoornis. Ook zorgmedewerkers die werken met kwetsbare patiënten komen in aanmerking voor een coronaprik.
Op 15 september starten de GGD’en met het zetten van de coronaprik. Er wordt tot en met 5 december gevaccineerd met het mRNA-vaccin van Pfizer/BioNTech. Het vaccin is afgestemd op de coronavarianten waarvan verwacht wordt dat ze het meest zullen voorkomen.
In Noord-Holland-Noord komen 16 priklocaties. Bewoners van zorginstellingen krijgen de coronaprik in de instelling zelf.
De pissende ijsbeer is over twee weken definitief met de noorderzon vertrokken. Een poging om het tijdelijke kunstwerk een vaste plek te geven in Alkmaar is mislukt. De kunstenaar wil de ijsbeer niet verkopen aan de gemeente.
De pissende ijsbeer staat er deze zomer. Het kunstwerk is ontwikkeld als tijdelijke kunst in de openbare ruimte. Momenteel maakt het deel uit van de Triënnale, een kunstroute met 12 verschillende kunstwerken georganiseerd door de Kunstuitleen Alkmaar. Het kunstwerk trekt volop bekijks. De reacties van het publiek zijn erg positief.
Vanuit de gemeenteraad gingen geluiden op om de ijsbeer aan te kopen en deze een permanente plek te geven in Alkmaar. Daarom is deze vraag via de Kunstuitleen gesteld aan kunstenaar Florentijn Hofman. Hij wil de ijsbeer echter niet verkopen.
Deze kunstroute met de pissende ijsbeer is nu nog tot 7 september te zien langs het water van het Bolwerk en het Noordhollandsch Kanaal.
Het blijft voorlopig eerder uitzondering dan regel in Dijk en Waard, thuis van de Stad van de Zon en koploper in duurzaamheid. De gemeente die zich laat voorstaan op groen denken en doen, verbiedt inwoners om hun elektrische auto met een kabel over de stoep voor de eigen deur op te laden. Struikelgevaar, claimgedrag en de angst dat de gemeente aansprakelijk is als het opladen tot ongelukken leidt, zijn volgens Dijk en Waard enkele belangrijke redenen om het niet toe te staan.
Laurens In ’t Veld (32) is een van de vele inwoners die daar de dupe van is. Hij woont in een rijtjeshuis in Heerhugowaard en vier jaar terug schafte hij een elektrische Hyundai Ioniq aan. “Ik wilde die auto gewoon thuis opladen, bij voorkeur met mijn eigen zonnepanelen,” vertelt hij. “Dat scheelt al snel vijf- tot zevenhonderd euro per jaar. Bovendien weet je dan zeker dat je echt met groene stroom rijdt.”
Aanvankelijk ging dat goed. Laurens legde een keurige kabelmat over de stoep, iets wat volgens hem destijds door de gemeente werd gedoogd. “Ik heb er jarenlang zonder klachten gebruik van gemaakt. Tot er op een dag handhavers voor de deur stonden: er was een klacht binnengekomen, en vanaf dat moment mocht het niet meer. Sindsdien staat mijn laadpaal er ongebruikt bij.” (tekst gaat verder onder de foto)
Deze laadpaal blijft ongebruikt, nu de gemeente verbiedt om een stroomkabel over de stoep te leggen naar de elektrische auto van Laurens. (foto: Streekstad Centraal)
Het voorval zette Laurens aan het denken. En het frustreerde hem. Maar in plaats van er alleen via Social Media over te klagen, vroeg hij zich af hoe andere gemeenten met deze kabelproblematiek om gaan. Hij pakte de koe bij de hoorns en besloot het uit te zoeken. Er ging een een enquête naar alle gemeenten in Nederland. 102 van de 342 gemeenten vulden de vragenlijst in en stuurden hem de antwoorden
Uit zijn onderzoek blijkt dat Dijk en Waard niet uniek is. Een meerderheid – 61 procent – verbiedt laadkabels over de stoep. De belangrijkste redenen om het te verbieden zijn voor alle gemeenten hetzelfde: struikelgevaar, angst voor aansprakelijkheid en de vrees dat bewoners de parkeerplek voor hun huis ‘claimen’.
Maar die angst lijkt ongegrond. De praktijk in de gemeenten die het wél toestaan (35 procent) laat dat zien. Daar worden nauwelijks problemen ervaren. Vooral de kabelgoottegel, waarbij de kabel verzonken in de stoep ligt, scoort hoog met een tevredenheid van 3,9 op 5. Ook de kabelmat wordt redelijk positief beoordeeld (3,7 op 5). Gemeenten geven aan dat klachten over hinder, esthetiek of aansprakelijkheid zeldzaam zijn. (tekst loopt door onder de foto)
Voorbeeld van een kabelgoot om de elektrische auto aan de straat op te kunnen laden. (foto: aangeleverd)
“Het verschil tussen verwachting en praktijk is groot,” legt Laurens uit. “Gemeenten die weigeren, doen dat vooral uit angst. Maar de gemeenten die het uitproberen, zijn meestal gewoon tevreden. Dat laat zien dat het best veilig en werkbaar kan.”
Zijn overburen Richard en Linda Groen zien het probleem dagelijks. Zij wonen in een vrijstaande woning met een eigen oprit en kunnen hun Peugeot 208 dus probleemloos opladen met eigen stroom. Hun huis is voorzien van 36 zonnepanelen en een thuisbatterij. Toch hebben ze begrip voor Laurens.
“Wij hebben de luxe dat we op eigen erf kunnen laden,” vertelt Richard. “Maar dat geldt lang niet voor iedereen. Voor de meeste mensen in deze straat is een kabel over de stoep de enige optie. Dan lijkt zo’n kabelgoottegel mij juist een veilige oplossing.” (tekst gaat verder onder de foto)
Richard en Linda Groen uit Heerhugowaard kunnen hun elektrische auto op eigen erf opladen. (foto: Streekstad Centraal)
Linda knikt instemmend: “De gemeente wijst op struikelgevaar, maar kijk eens naar deze stoep. Vol onkruid, scheve tegels. Daar struikel je veel eerder over dan over een kabelmat. En dat terwijl mensen wel veel geld investeren in zonnepanelen en een laadpaal, maar hun eigen stroom niet mogen gebruiken. Dat is toch krom?”
Volgens Laurens is het huidige beleid van Dijk en Waard op termijn dan ook niet houdbaar. “De gemeente wijst nu naar openbare laadpalen. Maar elke laadpaal betekent ook dat er parkeerplaatsen verdwijnen. En bovendien: een laadpaal is geen parkeerplek. Je moet je auto weghalen zodra hij vol is. Dat werkt bij een klein aantal elektrische auto’s nog wel, maar niet als straks een groot deel van de inwoners elektrisch rijdt.” (tekst gaat verder onder de foto)
Zonnepanelen op het eigen dak, maar de stroom mag niet gebruikt worden voor het opladen van de elektrische auto voor de deur. (foto: Streekstad Centraal)
Laurens raadt Dijk en Waard aan om een pilot te starten met kabelgoten of -matten, zodat er echte ervaring kan worden opgedaan. Hij adviseert het gebruik van kabelgoottegels boven kabelmatten: die geven het minste kans op struikelgevaar en zijn toegankelijk voor rolstoelen en kinderwagens.
Maar de gemeente ziet het niet zitten, zo laat een woordvoerder Streekstad Centraal weten. De gemeente vindt het nuttiger – ondanks de bezwaren hierboven – om te werken aan de komst van meer openbare laadpalen, zodra inwoners ergens een laadpaal aanvragen. “Er staan al meer dan 250 laadpalen en de plaatsing van ruim 50 laadpalen is in voorbereiding.”
Laurens snapt dat niet. “Met duidelijke regels kun je de risico’s beperken en toch inwoners helpen duurzaam en betaalbaar te laden. Een thuislader kan bewoners gemiddeld €580 per jaar schelen en helpt bovendien om het elektriciteitsnet te ontlasten. Het is zonde dat gemeenten deze kans laten liggen.”