Op 25 en 26 mei stellen kunstenaars en designers in Dijk en Waard hun ateliers weer open voor het grote publiek. Bezoekers kunnen tijdens de Kunstroute 2024 op een laagdrempelige manier een kijkje nemen bij tal van creatievelingen. Doel van de route is om belangstellenden in contact te brengen met beeldende kunst uit de eigen omgeving.
Verspreid over de route kan iedereen kennis maken met vele vormen van expressie zoals schilderen, beeldhouwen, sieraden maken en fotograferen. Deelnemende kunstenaars zijn onder andere Hetty Branderhorst, Sander van Helvoort, Miriam Kooy en Caroline de Moel en vele anderen.
In de Artfarm aan de Rustenburgerweg 126 is een overzichtsexpositie van deelnemende kunstenaars. Hier kunnen geïnteresseerden een keuze maken uit de kunstenaars waar ze meer van willen zien en horen. Theater Cool biedt ruimte aan kunstenaars die hun atelier op wat meer afgelegen plekken hebben.
Er is ook een folder over de kunstroute. Dit jaar worden deze weer in de week voor de Kunstroute huis-aan-huis verspreid. De folder is ook op te halen bij de Kunstkerk, Cool, Centrum 31, de Artfarm, het Poldermuseum het Oude Gemaal en het gemeentehuis. Deze folders zijn vanaf half mei beschikbaar.
Frans Duijts, Mart Hoogkamer, FeestDJ Ruud en veel meer artiesten. Nog even en dan wordt Popweekend Dijk & Waard weer gehouden. Het feest barst zaterdag 1 juni vanaf 15:00 uur los op het Strand van Luna.
En dat is voor het eerst. Na jaren op ijsbaanterrein ’t Kruis, werd vorig jaar uitgeweken naar Sportpark De Vork en nu dus naar het strand bij poptempel FG Live. De nieuwe locatie biedt volgens de organisatie meer ruimte en een prachtige sfeer aan het water. “Dankzij het nieuwe festivalterrein is er meer plaats voor barren foodtrucks en een leukere festivalbeleving voor bezoekers.”
Tal van artiesten treden op, waaronder ook de West-Friese band Oôs Joôs, René Le Blanc en AbbA-coverband A-Fever. Kaartjes voor het Dijk en Waardse festival kosten 32,50 euro. Meer informatie is te vinden op de website popweekenddijkenwaard.nl.
Zelf heeft ze nooit op het podium gestaan. Nou, ja, één keertje dan. “Tijdens mijn opleiding, dat was verplicht, zodat je weet wat je iedereen aandoet,” lacht ze. Ilse van Dijk (54) is als artistiek leider en algemeen directeur het kloppend hart van Karavaan. Met het Karavaan Festival om de hoek, bezocht Streekstad Centraal haar. “Wij zeggen altijd: als je je fiets hebt geparkeerd, dan ben je van ons.”
Een leven zonder theater? Onvoorstelbaar. Dat zaadje is al vroeg geplant bij Ilse. Op haar middelbare school mocht ze talen leren via toneelstukken en theater. En dat raakte iets in Ilse, iets wat nooit zou verdwijnen. Dat ‘iets’ zit ‘m in verbeelding. “In de breedste zin van het woord. Theater zet verbeelding aan. We hebben verbeelding nodig om te dealen met alle crisissen in de wereld.” Met op getrokken wenkbrauwen vraagt ze: Wat is er aan het leven zonder verbeelding?”
Maar, theater is meer dan dat. Karavaan is meer dan dat. “Bij ons heb je bijna nooit alleen een voorstelling. Er is altijd nagedacht over: hoe beleef je dit, hoe is het achteraf voor je, hoe maken we écht contact? Een idealistische kijk, maar ik zie echt iets gebeuren bij de mensen. (tekst gaat verder onder foto)
Karavaan wordt ook gevoed door landschapsontwikkeling. “De plek waar je woont heeft invloed op je”, zegt Ilse. “Het is belangrijk dat je een connectie voelt met waar je woont.” (foto: Keith Montgomery)
“Als je ziet wat wij bereiken, door bijvoorbeeld boeren en beleidsmakers bij elkaar brengen te brengen, door stukken op boerderijen te spelen, waarbij er ruimte is voor kritiek maar iedereen zich gehoord voelt, dan levert dat meer op dan een Tweede Kamervergadering.” Vernieuwing, verbeelding en maatschappelijke thema’s. Als je Karavaan en Ilse wil omschrijven, zijn dat de kernwoorden. Vooral de combinatie van de laatste twee. “Overal waar ik ooit gewerkt heb was dat belangrijk; moeilijke dingen aankaarten.”
Voorheen reisde Karavaan – zoals de naam al aangeeft – het land door, tot het in 2016 tijd was om te wortelen in de regio. Alkmaar, om precies te zijn. Tijd om langdurige relaties aan te gaan, voor vernieuwing in de regio. Inmiddels zijn ze acht jaar verder, waarvan Ilse alle acht directeur is. “Ik voel me enorm thuis hier. Dat komt ook door de directheid van de Nood-Hollander, daar ga ik heel goed op”, zegt ze. Haar van origine Brabantse accent is nog nauwelijks hoorbaar.
Maatschappelijke thema’s en Karavaan zijn verbonden aan elkaar. Boeren, het klimaat, maar ook gender, zoals hierboven bij de Gendermonologen, te zien op het Karavaan Festival 2024 (foto: Bart Grietens)
Acht jaar in de regio, het heeft haar een hoop kennis opgeleverd. “Dit gebied wordt gezien als conservatief, en ik zal de eerste zijn die dat beaamt, maar ik loop er vaak tegenaan. Tegelijkertijd zijn mensen enorm nieuwsgierig en dat wordt minder gezien.” Die nieuwsgierige mensen bedient Karavaan. “Nieuwsgierigheid is de verbindende factor binnen ons publiek.”
Na weer een jaar plannen, contact maken met kunstenaars en schrijvers, scouten, subsidies aanvragen, voorstellingen uitzoeken en maken, begeleiden, kiezen en verbinden is het bijna mei. Bijna festivaltijd. Spannend? Nee, dat niet. Alhoewel, dreigend weer zorgt soms wel voor het nodige schrikeffect. “Zeker bij ‘Yes in my backyard‘. Met regen moet iedereen harder lopen. Onze diehard fans komen wel in een regenpak, maar niemand blijft hangen. Weg festivalgevoel. Je bent aan de goden overgeleverd.” Twee weken van tevoren kijkt heel Karavaan dan ook dagelijks gespannen naar de weer-app.
“Maatschappelijke thema’s zijn nu niet meer zo voorspelbaar als vroeger”, zegt Ilse. Voorheen koos Karavaan elk jaar een nieuw thema, “maar nu heb ik er één voor vijf jaar: Uit de maat’ (foto: Streekstad Centraal)
Maar toch, weer of geen weer, het is het helemaal waard, elk jaar weer. Ilse kijkt het meest uit naar de voorstelling ‘De boer op’. Documentair theater, waarbij de makers zes boeren interviewden. Het publiek ziet de boer, “die vaak eenzijdig en negatief belicht wordt”- vanuit verschillende perspectieven.
Dat is óók de functie van theater, zegt Ilse tot slot. Verschillende perspectieven laten zien. “Hierdoor heb ik een enorme openheid gekregen, je krijgt een spiegel voorgehouden en wordt getriggerd om na te denken. ” En ja, soms hebben mensen daar geen zin meer in. “Je mag ook gewoon een leuke avond hebben, hoor.” Je wereldbeeld omgooien is geen vereiste. Maar vertellen over wat er leeft in onze wereld, vanuit elke hoek, zit wel in het bloed van Karavaan en Ilse. “Het moet gewoon. Of mensen het willen zien of niet, het is belangrijk dat het wordt verteld.”
De Ierse zanger en liedjesmaker Brendan Monaghan komt samen met violist Niall McClean naar het Poldermuseum in Heerhugowaard. Op zondagmiddag 28 april geven zij een optreden in het historische gemaal aan de Huygendijk.
In Monaghan’s muziek krijgt het publiek de beste aspecten van klassieke folk en rock te horen. Samen met het talent van de singer/songwriter en de fijngevoelige Ierse folk traditie, zorgt dat voor een heerlijke muziekmiddag. Monaghan stond met internationale grootheden op affiches voor concerten en festivals en heeft songs gecomponeerd voor diverse uitvoerende artiesten. Hij heeft in zij lange carrière negen albums uitgebracht.
Niall McClean speelt viool vanaf zijn tiende en mag zich met recht Iers kampioen vioolspelen noemen. Hij heeft veel prestigieuze prijzen gewonnen, zowel solo als in ensembles.
Tien jaar geleden dreigden de Bloemendagen van Limmen een zachte dood te sterven. Maar een groep toegewijde liefhebbers weigerde op te geven en wist het kleurige feest weer nieuw leven in te blazen. Volgend weekend wordt alweer de 70ste editie gehouden met maar liefst 50 bloemige mozaïeken. “Het leeft nog steeds in Limmen.”
Liesbeth Hendrix-Segerius (57) is nu zo’n 30 jaar actief in het stichtingsbestuur van de Bloemendagen. Otto Bruschke (72) doet dit jaar voor alweer de 57ste keer mee. Samen kijken ze naar foto’s en beelden van vroegere edities. NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal kijkt mee naar het unieke beeldmateriaal.
“Het is ooit begonnen om Limmen als bloembollendorp op de kaart te zetten”, legt Liesbeth uit. Dat was in het jaar 1952. “De eerste editie was een corso en was nog in samenwerking met omliggende gemeenten zoals Heiloo en Alkmaar. Het dorp was toen gevraagd om langs de route bloemmozaïeken neer te leggen. Dat gebeurde hier zo massaal, dat we het een jaar later zelfstandig oppikten.”
Elk jaar fleurde het dorp in het voorjaar op met prachtige bloemmozaïeken, maar na decennia zakte de animo in. Het was tien jaar geleden bijna gedaan met de Bloemendagen van Limmen. “Vooral vanwege tijdgebrek”, lichtte Liesbeth destijds tegenover NH Nieuws toe. “Met een aantal prikploegen hebben we het toen toch weer op de been weten te krijgen”, vult Otto aan.
Wie heeft geteld, komt met een start in 1952 uit op 72 jaargangen. Ook voor de Bloemendagen waren er twee stille coronajaren. Niet getreurd, want dan kan nu in 2024 de 70ste editie worden gehouden. Komende week gaan de bloementeams weer hard aan de slag om hun zelf ontworpen creaties met hyacintenknoppen uit te beelden. De deadline is zaterdag 10.00 uur, dan moet alles klaar en uitgestald zijn. De mozaïeken blijven daarna vijf dagen buiten staan om via een wandel- of fietsroute te bewonderen.
Hij is de winnaar van het Groninger Studenten Cabaret Festival. De 29-jarige Boban Benjamin Braspenning. Hij bestormt de theaters met zijn show Boompje Beestje. Vrijdag 10 mei staat hij vanaf 20:30 uur in Cool kunst en cultuur.
Tijdens Boompje Beestje duikt Braspenning in de wereld van de woningmarkt. Hij schreef de voorstelling dan ook geheel in stijl vanuit zijn studentenkamer. “Met opgewekt cynisme houdt Braspenning het publiek ook een spiegel voor, waarin hij zelf maar moeilijk kan kijken”, schrijft de organisatie.
Een kaartje voor de voorstelling van cabaretier Boban Benjamin Braspenning kost negentien euro en is verkrijgbaar aan de kassa of via coolkunstencultuur.nl.
Je zou kunnen zeggen: Lego is niet meer weg te denken uit de moderne kinderkamer. En inderdaad.. Van het bouwen van dorpen tot robots aansturen, er is veel mogelijk met de kleine blokjes. Op donderdag 2 mei van 13:00 tot 16:00 uur wordt een Legomiddag gehouden in de Heerhugowaardse bibliotheek.
De bieb aan de Parelhof zal dan in het teken staan van het Deense speelgoed. Er is Lego, maar ook Duplo. De middag is een open inloop voor kinderen tot twaalf jaar, deelname is gratis. Meer informatie over de speelmiddag is te vinden op de website van de bibliotheek.
Hoe hebben ze het gedaan, en waarom? Het Akersloter kunstwerk van maar liefst 17 meter stond er pas ruim een week, toen het zaterdagnacht spoorloos verdween. “Geen idee waar het gebleven is.”
“In 30 jaar heb ik dit nog niet meegemaakt”, zegt de Arnhemse kunstenaar Rob Sweere vol verbazing tegen NH, mediapartner van Streekstad Centraal. De dieven moeten wel een kraan hebben gebruikt om zijn Contemplatorium te stelen, denkt hij, “of een aanhanger.” Ook voor de politie Noord-Holland is de verdwijning uit het gebied De Hoorne een groot vraagteken. Wat ze wel weten: volgens de aangifte moet het op de nacht van 6 op 7 april gebeurd zijn.
Het verdwenen werk zorgt voor commotie op de sociale kanalen. Hier en daar wordt zelfs gesuggereerd dat het om een verlate 1-aprilgrap gaat. Rob Sweere ziet er de lol niet van in. Alleen al om de kosten: 20.000 euro om zo’n kunstwerk te maken, en 35.000 om het aan te schaffen.
“Prima dat het weg is, nu hopen dat het wegblijft”, wordt ook wel geroepen in een Facebookgroep. (foto: NH Media)
Het waarom is even geheimzinnig als de verdwijning. Want “de opening verliep heel goed”, zegt Sweere. Daar was geen tegenstand te bespeuren. Hij hoopt dat zijn kunstwerk uiteindelijk weer verschijnt. Ondertussen zoekt de politie naar getuigen, in de hoop meer te weten te komen.
“Vervelend voor de kunstenaar”, wordt er ondertussen ook geroepen op Facebook, “maar ik denk dat het niet wordt gemist.” Anderen hopen dat er een leuk speeltoestel voor in de plaats komt. Niet iedereen rouwt dus om het verlies van het kunstwerk.
Wat uitbater Steef van Leeuwen betreft is de strijd nog niet gestreden, maar de kantonrechter heeft al besloten: het huurcontract van de Taverne mag per 1 april 2025 worden gestopt. “Het hele team is ontzettend verdrietig, maar we steunen elkaar tot het einde.”
Het besluit komt hard aan bij Van Leeuwen en zijn omgeving; een hoop mensen zijn geraakt. “Ik krijg veel berichten van oud-werknemers en gasten”, laat hij weten aan NH, mediapartner van Steekstad Centraal. “Die zijn geschrokken van de uitspraak en willen helpen.”
Verhuurder Lex Schrama wil het Tavernepand gebruiken voor zijn kinderen, die daar een exclusief restaurant gaan starten. Als deel van een horecafamilie ziet hij geen heil in het pand blijven verhuren. “De locatie verdwijnt niet”, zegt Schrama, “er komt iets moois voor terug.” (tekst loopt verder onder foto)
Steef van Leeuwen wil de tijd nemen om uit te denken welke route hij wil bewandelen, nu de sluiting is aangekondigd (foto: NH Media)
Met regelmatige optredens van lokale bandjes, klaverjasavonden, cabaret en andere culturele activiteiten is de Taverne is een begrip in Bergen. Al sinds de jaren ’60 is het dé plek voor aanstormend talent. Voor Steef van Leeuwen is het nog lang geen tijd om te stoppen. Of hij het besluit op hoger niveau gaat aanvechten, weet hij nog niet. De volgende stappen moet hij eerst met zijn advocaat bespreken. “En ik moet nadenken of ik iets soortgelijks kan voortzetten op een andere plek”, vertelt de uitbater. Hij sluit het niet uit.
Ondertussen moet de Taverne alweer terug naar de orde van de dag; optredens en een druk weekend staan voor de boeg. Voorlopig blijft de Taverne waar hij is. “We blijven natuurlijk zo lang mogelijk open”, zegt Van Leeuwen. “Bij de comedyavond gisteren werd er wel gelachen.” Maar na afloop drong de uitspraak toch bij iedereen door. “Dan zie je hoe het leeft.”
Met 6800 handtekeningen van Taverne-fans die willen dat het pand blijft zoals het is, kan Van Leeuwen op een hoop steun rekenen. “Het zou eeuwig zonde zijn als Bergen een uniek café als de Taverne verliest.”
Hieronder een video die eerder in de Taverne gemaakt werd.
“Kijk nou!” Ritske Velstra duwt z’n telefoon naar voren en tovert een foto tevoorschijn. Zijn ogen twinkelen. “Als je zulke kleine hummels hier hebt, en je vraagt: ‘Til die kaas eens op?’ Dan heb je ze, en hun ouders ook. Dan gaat je verhaal lopen.”
Liever had die-hard vrijwilliger Ritske natuurlijk in het ‘echie’ zijn kunsten als verhalenverteller bij de Alkmaarse Waag laten zien. Dat hij het vandaag moet doen met een foto, kwam door onverwachtse werkzaamheden aan het Waaggebouw. Op de achtergrond klinkt dan ook het harde gebonk van hamers en snerpende zagen. De deuren blijven vandaag daarom grotendeels dicht.
Sinds 2019 zijn de poorten van het Waaggebouw bijna dagelijks open. Hiervoor gebeurde dit alleen op vrijdagen, tijdens de kaasmarkt. Maar toeristen konden hun nieuwsgierigheid niet bedwingen, vragen bleven dagelijks binnenstromen: wat zit er toch achter die indrukwekkende deuren? Daarop besloot het VVV De Waag met haar historische kaasschatten ook op andere dagen open te gooien.
Een groep van twaalf vrijwilligers ving toen de toeristen op. Nu – grotendeels afgebrokkeld in de coronatijd – zijn er vijf over. “Of, nee, zes”, zegt Claudia Wijma, vrijwilliger van het eerste uur. Ze wijst naar haar kersverse collega Marianne Kievit, die wordt ingewerkt. Maar zes is te weinig om dagelijks open te gaan. Tien, willen ze er het liefst. Dus het is tijd om hun passie met Streekstad Centraal te delen en te kijken wie er graag zou willen aansluiten bij de groep. (tekst loopt door onder de foto)
“Als die kinderen binnenkomen, durven ze eerst niks”, zegt Ritske (in het midden, met zijn petje op). “Maar dan geef je een stukje kaas, gaan ze op de foto, en luisteren ze naar je verhaal.” (foto: Ritske)
Die dichte deuren maken overigens geen verschil voor het enthousiasme waarmee de vrijwilligers hun liefde voor dit werk delen. “We vertellen zo levendig mogelijk over de 600 jaar geschiedenis van dit gebouw, maar ook over de kaasmarkt”, zegt vrijwilliger Claudia. De kunst is om zo’n verhaal van jong tot oud boeiend te maken.
“Moet je eens voorstellen!”, begint Ritske. Hij illustreert hoe hij zo’n boeiend verhaal aan toeristen aftrapt. “Dat de boer naar hier kwam, met z’n bootje roeiend vanuit de Schermer.” Druk gebarend met zijn handen, wisselt zijn blik van vervulling naar verbazing. “Die kwam voor de kade liggen en dan werden die kazen aangegooid, 60 tot 70 stuks van die kogeltjes.” Mariannes ogen lichten ondertussen op: “Ik word steeds enthousiaster!” (tekst loopt door onder de foto)
De ‘Malle Jan’ (links), die vroeger aan de Alkmaarse kade stond om de dozijnen kaas in de boten te laden. Deze replica wordt nog steeds gebruikt (foto: Streekstad Centraal)
“Je hoeft niet alles te weten als je start, hoor”, stelt Claudia potentiële vrijwilligers gerust. “Dat ga je allemaal leren als je hier staat.” Maar verlegen moet je niet zijn, mensen aanspreken en vragen beantwoorden is dagelijkse kost. “Niet alleen over hier, eigenlijk ben je een soort ambassadeur van Alkmaar”, zegt Ritske. Een beetje Engels spreken is wel handig, Duits helemaal, maar met de woordenlijst in de gids voor de verhalenvertellers kom je heel end. Al doende leert men.
“Wat vooral mooi is, is dat de verbinding onderling heel groot is”, zegt Claudia. “We zijn een hechte groep. Als het met iemand niet goed gaat, houden we elkaar in de gaten.” Hier deel van mogen zijn, brengt Claudia veel; een niet te doven passie is haar meester geworden tijdens haar jaren in De Waag. “En iedere vrijwilliger vult dit werk op zijn eigen manier in, we vullen elkaar aan.”
“Weet je”, besluit Ritske. “We zijn allemaal heel verschillend. En daardoor juist een geheel.”