Allemaal leuk en aardig, zonnepanelen op het langverwachte geluidsscherm aan de N245, maar al snel regende het klachten over de reflectie van de zon. Op een aantal panelen zat al folie die zonreflectie moest verminderen, maar dat bleek onvoldoende. Maandag en dinsdag worden als proef 42 zonnepanelen voorzien van een matte folie.
Alkmaarders aan de Huiswaarderweg en Schagerweg konden haast niet wachten tot het geluidsscherm – inclusief zonnepanelen – de weggeluiden van de N245 zou dempen. Maar de generatoren maakten herrie en ondanks dat er al ontspiegelende folie was aangebracht op de panelen, was de reflectie van de zon te fel.
Wethouder Christian Schouten liet eerder weten aan Streekstad Centraal dat er onderzoek werd gedaan naar mogelijkheden om deze reflectie te verminderen. Met resultaat. “We zijn maandag begonnen met het aanbrengen van de folie op 42 zonnepanelen”, vertelt Marco Augustijn van Gca Reclame, verantwoordelijk voor de bestickering. (tekst gaat verder onder foto)
De speciale, matte folie zit vooralsnog alleen op de panelen waar de meeste klachten over zijn gekomen, “die tegenover het stoplicht bij het kruispunt van de Nollenweg.” Het is nog wel een proef, zegt Marco. “Als het bevalt gaan we de rest misschien ook doen.” Persoonlijk denkt Marco dat ze daar al uit zijn. “Ik heb al berichten gekregen dat er meerdere komen, maar daar ga ik niet over.”
In verband met het folieplakken is de rijbaan tijdelijk afgesloten. Naar verwachting is de rijbaan woensdag gewoon weer open.
Rolluiken zijn een geweldige investering voor je woning. Ze zorgen voor optimale verduistering, bieden goede zonwering, verbeteren de isolatie en werken inbraakvertragend. Om zo lang mogelijk van al deze voordelen te blijven genieten, is het belangrijk om de buitenzonwering goed te onderhouden. In dit artikel lees je enkele tips om de levensduur van je rolluiken te verlengen.
Investeer in hoogwaardige kwaliteit
De levensduur van je rolluiken begint bij de keuze voor kwaliteit. Spotgoedkope rolluiken kunnen op de korte termijn aantrekkelijk lijken, maar gaan vaak minder lang mee en hebben meer onderhoud nodig. Op zonwering-fabriek.nl kun je rolluiken op maat laten maken die perfect passen, lang meegaan en een aantrekkelijke prijs hebben. De investering betaalt zich op de lange termijn terug, omdat de luiken minder snel toe zijn aan vervanging.
Maak de rolluiken voorzichtig schoon
Iedere vorm van buitenzonwering moet je goed schoonmaken. Het is verleidelijk om een hogedrukspuit te gebruiken om vuil snel te verwijderen, maar dit kan veel schade veroorzaken aan de rolluiken. Gebruik in plaats daarvan een zachte borstel, spons of doek. Door regelmatig schoon te maken, voorkom je dat vuil zich ophoopt en problemen kan veroorzaken.
Gebruik een geschikt reinigingsmiddel
Agressieve schoonmaakmiddelen of schuurmiddelen kunnen de aluminium coating van rolluiken erg beschadigen. Kies daarom voor een mild reinigingsmiddel met een pH-waarde van 7,5 of lager. Denk hierbij aan groene zeep, een mild afwasmiddel of een allesreiniger. Spoel de rolluiken na het poetsen goed af met schoon water en maak het droog om watervlekken te voorkomen.
Vergeet de binnenkant van het pantser niet
De buitenkant van het rolluik krijgt vaak de meeste aandacht, maar ook de binnenkant van het pantser heeft onderhoud nodig. Rol het rolluik helemaal in en schroef de voorkap los. Maak vervolgens de binnenkant van de voorkap en de lamellen schoon. Rol het rolluik stukje voor stukje uit om goed bij alle lamellen te kunnen. Dit zorgt ervoor dat het mechanisme soepel blijft werken en voorkomt dat ophoping van vuil de werking kan verstoren.
Laat rolluiken open bij storm
Rolluiken kunnen kwetsbaar zijn tijdens een storm, vooral als ze halfopen blijven staan. In deze positie kunnen ze namelijk veel wind vangen, wat kan leiden tot beschadigingen. Om problemen te voorkomen, kun je beter de rolluiken volledig open laten staan bij harde wind of storm. Hierdoor ontstaat er geen winddruk achter het rolluik en verklein je de kans op schade.
Door te investeren in kwaliteit en de rolluiken goed te onderhouden, kun je ervoor zorgen dat ze nog jarenlang meegaan.
Implantaten zijn een steeds populairdere oplossing voor het vervangen van ontbrekende tanden. Ze worden chirurgisch in het kaakbot geplaatst en fungeren als kunstmatige tandwortels. Hoewel implantaten tal van voordelen hebben, zijn er ook enkele nadelen en aandachtspunten waar je rekening mee moet houden voordat je ze besluit te plaatsen.
Voordelen van implantaten
Implantaten hebben verschillende voordelen ten opzichte van andere tandvervangingsopties. Een van de belangrijkste voordelen is dat ze een permanente oplossing bieden voor ontbrekende tanden. In tegenstelling tot traditionele protheses, die regelmatig vervangen moeten worden, kunnen implantaten een leven lang meegaan mits ze goed worden onderhouden. Bovendien voelen implantaten natuurlijker aan dan protheses en hebben ze geen invloed op je spraakvermogen of smaakbeleving. Implantaten dragen ook bij aan het behoud van je kaakbotdichtheid, omdat ze je kaak op een vergelijkbare manier stimuleren als natuurlijke tandwortels.
Nadelen van implantaten
Hoewel implantaten veel voordelen hebben, zijn er ook enkele nadelen waar je rekening mee moet houden. Een van de belangrijkste nadelen is dat het plaatsen van implantaten een chirurgische ingreep vereist. Dit brengt bepaalde risico’s met zich mee, zoals infecties of complicaties tijdens het genezingsproces. Daarnaast zijn de implantaat kosten aanzienlijk hoger dan die van andere tandvervangingsopties. Tot slot is het plaatsen van implantaten een proces dat meerdere afspraken bij de tandarts of kaakchirurg vereist.
Geschiktheid voor implantaten
Niet iedereen is een geschikte kandidaat voor het plaatsen van implantaten. Een belangrijke vereiste is dat er voldoende kaakbot aanwezig moet zijn om de implantaten stevig te verankeren. Bij onvoldoende kaakbot kan een botaugmentatie nodig zijn voordat implantaten geplaatst kunnen worden. Daarnaast spelen factoren zoals de algehele gezondheid, mondgezondheid en levensstijl een rol bij de geschiktheid voor implantaten. Rokers en mensen met bepaalde chronische aandoeningen, zoals diabetes of auto-immuunziekten, hebben een verhoogd risico op complicaties en een langere genezingstijd.
Onderhoud en zorg voor implantaten
Een goede mondhygiëne is van groot belang voor de levensduur van implantaten. Regelmatig poetsen, flossen en het gebruik van de juiste borstels helpen tandplak en tandsteenvorming rond de implantaten te voorkomen. Daarnaast zijn periodieke controles bij de tandarts belangrijk om eventuele problemen vroegtijdig op te sporen en te behandelen. Implantaten zijn weliswaar duurzaam, maar kunnen net zoals natuurlijke tanden gevoelig zijn voor slijtage en beschadiging. Het is daarom verstandig om harde of kleverige voedingsmiddelen te vermijden en geen overmatige druk uit te oefenen tijdens het kauwen.
Alternatieve opties overwegen
Hoewel implantaten voor veel mensen de ideale oplossing zijn voor het vervangen van ontbrekende tanden, is het verstandig om ook alternatieve opties te overwegen. Traditionele protheses of bruggen kunnen in bepaalde gevallen een geschikt en betaalbaarder alternatief zijn, afhankelijk van je individuele situatie en voorkeuren. We raden aan om de verschillende mogelijkheden te bespreken met een tandarts of kaakchirurg om tot een weloverwogen beslissing te komen die aansluit bij je persoonlijke behoeften.
Afval, stenen, glasscherven een sterke urinegeur. Ook al hoopt Marcel (50) dat de gemeente een keer komt schoonmaken, hij verkiest zijn tentenkamp onder de Nollenbrug nog altijd boven een andere vorm van groepsopvang. Al ruim een jaar woont hij daar met drie andere daklozen, wat de gemeente Alkmaar gedoogt.
“Mijn vrouw ging bij me weg en nam de kinderen mee”, vertelt Marcel. Vervolgens verloor hij ook zijn baan en zijn huis. Inmiddels leeft hij zo’n vijftien jaar op straat, waarvan dus ruim een jaar onder de Nollenbrug. Wie wel eens onder de brug doorvaart, heeft zijn ‘huis’ vast al eens opgemerkt. (tekst gaat verder onder foto)
Het viertal gebruikt een klein gasstelletje om te koken, en Marcels slaapplek, afgedekt met een plastic zeil, is bezaaid met vliegen. Fijn of hygiënisch kun je zijn slaapplaats niet noemen. En warm zal het ook niet zijn, in de winter. Maar dat komt wel goed, zegt Marcel tegen NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal. ”Vorige winter hebben we maar drie koude nachten gehad.”
Er is sinds vorig jaar een alternatief: de 24-uursopvang aan de Helderseweg, maar dat ziet Marcel niet zitten. In zo’n opvang voelt hij zich opgesloten. “Hier ben ik vrij om te gaan en staan waar ik wil.” Zowel politie als gemeente nemen soms een kijkje, maar gedogen het tentenkampje. (tekst gaat verder onder foto)
Dat dit wordt gedoogd komt volgens de gemeente omdat deze mensen geen andere plek hebben om te wonen: “En indien deze mensen ervoor openstaan worden ze gesteund door medewerkers van het Vangen & Adviesteam van de GGD en Presentiewerkers van Reakt.” Ook daklozenstichting dnoDoen kent de vier daklozen, zegt directeur Hil Rabenberg.
“Er zijn mensen die het vervelend vinden om in groepsverband te wonen”, legt de directeur uit.” Een andere vorm van opvang is er simpelweg nog niet.” En daarnaast: “Sommige daklozen zijn ook niet te handhaven, omdat ze verslaafd zijn of gevaarlijk gedrag vertonen naar begeleiders en cliënten.” Dan zijn ze niet meer welkom in de opvang. (tekst gaat verder onder foto)
Nu zijn er sinds een jaar ook zogenoemde Skaeve Huse in Heiloo. Een experiment van de gemeente met twee kleine, afgelegen woningen, voorzien van alle gemakken, om daklozen van de straat te houden. Meer van dit soort plekken in de regio ziet Rabenberg wel zitten. Want waar de problemen rondom opvang van daklozen zich eerst vooral in grote steden liet zien, ziet hij de tenten steeds meer naar de regio komen. Hij geeft toe: “Niet iedereen is te helpen, maar je moet het wel blijven proberen.”
Een andere vorm van opvang zou het begeleiden van deze mensen ook makkelijker maken. “Dan kun je het beheersen en controleren”, zegt de directeur. Maar voorlopig zit zo’n alternatieve woonvorm er voor Alkmaar niet in, zegt de gemeente. “Het is nog niet gelukt een locatie te vinden waar we dat in onze regio kunnen realiseren, behalve in Heiloo.”
Een broodje bal voor de lunch en complimenten voor het achteruit inparkeren: de 23-jarige vrachtwagenchauffeur Kristel Klercq uit Heerhugowaard krijgt regelmatig te maken met vooroordelen. Maar daar trekt ze weinig van aan. Met trots rijdt ze voor een groot transportbedrijf in de regio. En dat kan de sector goed gebruiken, want er is genoeg werk.
Uit cijfers van het CBS blijkt namelijk dat het steeds lastiger wordt om nieuwe vrachtwagenchauffeurs te vinden in Noord-Holland Noord, terwijl de vraag naar chauffeurs nog hoog is. Hierdoor staat de arbeidsmarkt onder druk. Om mensen enthousiast te maken voor het beroep worden er instapavonden georganiseerd door het Sectorinstituut Transport en Logistiek (STL).
Zo is ook Kristel in het vak gerold, legt ze uit aan NH, mediapartner van Streekstad Centraal. Vanaf jongs af aan leek het haar prachtig om zo’n bakbeest te besturen. Toch koos ze eerst voor de bakkersopleiding, maar door een meelallergie moest ze op zoek naar ander werk. (tekst loopt verder onder de foto)
Om het eens te ervaren, reed ze met een vriend mee in de vrachtwagen. “Dat was feest. Ik wilde niks anders eigenlijk”, vertelt Kristel. En door het grote tekort aan chauffeurs in Noord-Holland Noord kon ze al snel aan de slag en is ze inmiddels al bijna twee jaar chauffeur.
Opvallend is dat er de laatste jaren steeds meer vrouwen, net als Kristel, de weg op gaan. In de regio Noord-Holland Noord is 15 procent van de vrachtwagenchauffeurs nu vrouw. En dat ziet Kristel ook: “Het wordt steeds normaler dat er een vrouw op de vrachtwagen zit. Wij hebben denk ik zes of zeven meiden rijden ondertussen, en dat worden er steeds meer. Dat is alleen maar leuk natuurlijk.”
Maar er is dus nog voldoende werk, en ze raadt het iedereen aan: “Het is superleuk. Als je het eenmaal kunt en doet, wil je niet meer anders.”
Het lijkt allemaal goed te komen als het gaat om een nieuwe plek voor deKledingbank Noord-Holland Noord. Eind dit jaar moet de kledingbank de leegstaande basisschool in Egmond aan den Hoef, waar deze nu tijdelijk in is gevestigd, verlaten. De hoop is nu gericht op een pand in Alkmaar, waarover de stichting binnenkort goed nieuws over hoopt te krijgen. Anders dreigt dakloosheid en een einde als steunpilaar voor 1.100 minima.
Met zijn managementervaring en hulp van andere bestuursleden hoopt Erik Guit uit Sint Pancras de stichting te helpen aan een nieuwe plek. Guit is momenteel drie jaar vrijwilliger bij de Kledingbank Noord-Holland Noord en sinds juni zijn ze hard op zoek naar een pand.
De Kledingbank NHN kreeg de plek waar deze nu zit eerder met hulp van de gemeente, maar die heeft geen andere locatie ter beschikking. “Daarom zijn we ruim een maand geleden een doneeractie gestart”, vertelt Guit aan NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal.
Daarmee hoopt de stichting 74.500 euro op te halen, zodat twee jaar lang een pand gehuurd zou kunnen worden met een marktconforme prijs. “Dat is dan een optie als er geen pand met een maatschappelijke huur op ons pad komt”, legt Guit uit.
Guit is erg dankbaar voor de bedragen die dagelijks binnenkomen. “Dat is erg mooi, maar we zitten nog lang niet aan het streefbedrag. We voelen ons wel erg gesteund. Al die donaties geven aan dat er heel veel hartelijkheid is van mensen die ook inzien dat de kledingbank moet blijven bestaan.”
Minima in heel Noord-Holland Noord kunnen gebruik maken van de kledingbank. Voor vijf euro kunnen ze elke maand tien kledingstukken uitzoeken. Het aantal mensen dat er gebruik maakt, blijft nog altijd oplopen. “Verspreid van Den Helder tot Zaanstad zijn er ongeveer 1.100 leden en dat aantal groeit. Armoede houdt nooit zomaar op”, zegt Guit.
En juist daarom is het vinden van een nieuw pand zo van belang. “Wij dragen ons steentje bij aan de armoedebestrijding. Na het nieuws dat we hier weg moeten, hebben we best even ons koppie laten hangen en ons afgevraagd hoe het nu verder moest. Maar de kledingbank is gewoon te hard nodig en je moet nooit zomaar opgeven. We knokken keihard door.”
Hopelijk wordt dat knokken binnenkort beloond. “We hebben vorige week in Alkmaar een pand bekeken en hebben daar onze hoop op gevestigd. De locatie is perfect, het is voor meerdere jaren beschikbaar en het zit ook nog eens binnen ons budget.” Guit snapt dat ze niet te vroeg moeten juichen aangezien er meerdere mensen geïnteresseerd zijn in het pand. “Tot wij een positief telefoontje krijgen moeten we afwachten, maar het zou geweldig zijn.”
Er wordt van veel kanten hulp geboden sinds de kledingbank in nood is, merkt Guit. “Ook vanuit verhuurders en makelaars. Die blijken echt niet alleen commercieel te denken. Sommigen wilden de huurprijs zelfs halveren voor ons”, vertelt Guit. “Dat is heel fijn om mee te maken nadat de gemeenten ons in de kou lieten staan.”
Het is nu vooral afwachten en hopen op goed nieuws uit Alkmaar. Anders begint de zoektocht naar een nieuw pand opnieuw. “De zorgen over de toekomst blijven zolang niets zeker is”, stelt Guit. “De doneeractie gaat in ieder geval door aangezien we alles goed kunnen gebruiken. Ook verhuizen kost geld. Elke cent besteden we aan onze leden. Hier blijft niets aan een strijkstok hangen’, besluit Guit.
Dagenlang trainen in plaats van genieten van de zon op vakantie. Voor de 19-jarige Jort Rommel uit Limmen zag zijn zomervakantie er anders uit dan die van zijn leeftijdsgenoten. Hij deed mee aan het WK meubelmaken voor studenten in Lyon en kreeg daar een “Medal for Excellence”.
Binnen 22 uur een wijnkastje bouwen. Dat was de opdracht die de studenten moesten uitvoeren. Niet alle deelnemers wisten dat voor elkaar te krijgen. Jort kreeg het kastje net op tijd af, en daar heeft hij hard voor moeten werken. “Het was zwaar, indrukwekkend en ook erg vermoeiend. Je bent 22 uur in volle concentratie”, vertelt hij aan NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal.
Nadat Jort vorig schooljaar voor de opleiding Allround meubelmaker en (scheeps)interieurbouwer slaagde, is hij dit schooljaar begonnen aan de opleiding Werkvoorbereider meubelindustrie bij het Talland College. “Het is echt mijn passie geworden”, zegt Jort.
Tijdens de wedstrijd in Lyon ging een deelnemer uit Chinees Taipei (Taiwan) er met het goud vandoor. Jort eindigde op de tiende plaats van de 23 deelnemers en gaat naar huis met een bijzondere onderscheiding; Een “Medal for Excellence”. Er zijn maximaal 1.000 punten te behalen voor de opdracht. Bij een score van 700 of hoger krijg je een “Medal for Excellence”.
“Naast het goud, zilver en brons kan je die onderscheiding krijgen bij een bovengemiddelde prestatie”, legt Jort uit. “Ik wist dat de eerste plaats lastig ging worden, dus ik ben erg blij met deze onderscheiding.”
Of Jort volgend jaar weer een poging gaat doen tijdens het NK voor een plaatsing voor het EK of het WK? Dat weet hij nog niet. “Eerst weer volle bak aan de studie. Dan zien we later wel of ik weer mijn hele vakantie ga opofferen”, zegt Jort lachend.
“Help! Help!” klinkt het van halverwege de Alkmaarse watertoren, terwijl de brandweer met drie wagens aankomt. Maar er komt ook gelach van de twee mannen boven, en er is geen brand te zien of te ruiken. Het tweetal wacht tot hun stiefvader Arjan van de Pol ze ‘komt redden’ met de hoogwerker. Een ludieke afscheidsoefening die hij niet zag aankomen. “Ik had dit echt totaal niet verwacht.”
Het is een traditie bij de vrijwillige brandweer: ervaren rotten die na vele jaren trouwe inzet stoppen, worden door hun collega’s verrast met een ludieke laatste oefening. Brandweerwagens met flitsende alarmlichten en vellen papier met grappige kreten erop reden donderdagavond de Hooftstraat in. Arjan van de Pol lag nietsvermoedend op de bank, want hij stopt eigenlijk pas volgende week met uitrukken, geeft binnenkort nog één keer een cursus en sowieso dacht hij niet dat hij die eer zou krijgen.
“Normaal doen we dit bij alleen mensen die héél veel voor de brandweer gedaan hebben”, zegt Arjan bescheiden tegen Streekstad Centraal. Zo iemand is hij wel degelijk, vinden zijn collega’s. Wil legt het uit: “Arjan staat al ruim dertig jaar klaar voor de brandweer, in navolging van zijn vader. Hij doet vooral heel veel rondom en mét de hoogwerker. Opleidingen, en ook de uitrukken. Altijd anderen erin mee willen nemen, veel willen uitleggen, de hoogwerker is écht zijn kindje. Vandaar dat hij zijn laatste oefening heeft op de hoogwerker.” (tekst gaat verder onder de foto)
Die oefening ging overigens niet vlekkeloos, want plotseling viel de motor uit. Geintje van een collega. Iedereen op de grond grote lol natuurlijk. Nadat Arjan en zijn ‘bonuszonen’ beneden zijn gaat iedereen met elkaar op de foto.
Even later moet Arjan nadenken na de vraag of hij memorabele momenten kan noemen. Mooi of juist triest. “Ik heb een hoop mooie en trieste momenten meegemaakt”, kijkt Arjan terug. Dan komt als eerste boven de grote brand die Unil Smeermiddelen op 9 juni 2001 in de as legde. “De putdeksels vlogen omhoog.”
“Zal ik je eens wat vertellen”, breekt de vader van Arjan in. “Hij mocht eerst niet bij de brandweer! In Burgerbrug zat iemand die wilde beslíst niet dat de zoon van een brandweerman bij de brandweer kwam. Toen is-ie noodgedwongen naar Kracht & Vlugheid gegaan.” Er is enige hilariteit onder de veelal jongere collega’s, want twee vrijwillige korpsen (pa zat bij Burgerplicht), dat is láng geleden. Als ze uitgelachen zijn zegt ‘archivaris’ Wil dat zijn vertrekkende collega op 1 april 1991 toetrad. “Dat is al hééél lang geleden”, lacht Arjan hartelijk mee. (tekst gaat verder onder de foto)
Arjan weet nog hoe het voelde toen hij begon. “Dat was helemaal geweldig. Ook omdat mijn vader bij de brandweer zat. Alleen dan bij een ander korps, dus dat maakte ook wel weer een beetje strijd.” Zijn allereerste melding kan hij zich niet meer herinneren. “Maar in die tijd waren er wel paar die me bijgebleven zijn, onder andere een klapper bij de keukenboer op de hoek. Dat was een loodgieter van Van der Poll uit Langedijk, met een rood Renault Kangoo busje, dat was een van mijn eerste. ”
Arjans exit is de vierde in ruim een jaar tijd. Eind juli 2023 nam Koos Polderman afscheid, gevolgd door Max Delissen vlak voor kerst en in maart broer Marcel Polderman. Een flinke aderlating, maar er is gelukkig behoorlijk wat talentvolle aanwas. En Wil, de volgende die het langst meedraait, denkt voorlopig nog niet aan stoppen.
Zoals vele oudgedienden, blijft Arjan betrokken. Samen met ex-collega’s werkt hij aan een stichting voor behoud van de AA Ford brandweerauto uit 1930 die in de kazerne staat.
“Zo, ga jij nog op vakantie?” Oog in oog met – bijvoorbeeld – de kapper, komt zo’n vraag soms voorbij. Of onder ouders, op het schoolplein. Smalltalk. De één veert er van op, de ander loopt er op leeg. Terwijl deze ogenschijnlijk onbeduidende gesprekjes juist voor verbinding kunnen zorgen. Daarom organiseert Langedijker Gido Dirkmaat (23) Nationale Smalltalkdag. “Luchtige gesprekken kunnen juist waardevol zijn.”
“Voor mijn werk sta ik in supermarkten en geef ik kookdemonstraties of deel ik samples uit.” Bij uitstek een situatie voor smalltalk, dus Gido is inmiddels een pro op dit gebied. “Ik merk dat veel mensen behoefte hebben aan zo’n kort praatje.” De Langedijker ziet dan ook het mooie in deze “betekenisloze” gesprekken. Ze zorgen voor verbinding en er kunnen zelfs vriendschappen uit ontstaan. Daar moet ik wat mee, dacht hij.
En dat kon. Want naast zijn promotorbaan studeert Gido op de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, waar hij een minor Activistische Kunst doet. “Wat zou ik graag onder de aandacht willen brengen”, vroeg hij zichzelf af. En toen kwam alles samen: het idee voor Nationale Smalltalkdag was geboren. (tekst gaat verder onder foto)
Maandagmiddag flyert de student in Alkmaar en plakt hij stickers met ‘Wat een weertje, hè’, op bushaltes, muren en waar dan ook een mens te vinden is. Zijn wens? Dat smalltalk, in al zijn onbelangrijkheid, weer belangrijk wordt. Met Nationale Smalltalkdag op 18 oktober als kers op de taart. “Mensen zitten nu toch vaak op hun mobiel, of met een koptelefoon op terwijl ze op de bus wachten.” Niet dat daar iets mis mee is, dat doet Gido zelf soms ook. “Maar ik merk zelf dat ik veel positieve gevoelens krijg van die korte praatjes en mijn medemens denk ik ook. Voor mijn gevoel heeft smalltalk een groot effect op de mentale gesteldheid. Ook een luchtig gesprek kan waardevol zijn.”
“De schoonheid van smalltalk”, gaat Gido verder, “is volgens mij juist dát het nergens over gaat. Dit zal natuurlijk verschillen per persoon, maar soms overheerst het gevoel dat alles serieus moet zijn. Er is zoveel chaos in de wereld, wie heeft er ruimte voor een onnozel praatje over het weer?” Maar smalltalk heeft weinig lading, het hoeft even niet belangrijk te zijn. “Als ik naar mezelf kijk en ik sta bijvoorbeeld in de rij bij kassa vier, dan praat ik ook liever over iets luchtigs als een voetbalwedstrijd dan dat ik daar de hele wereldproblematiek ga aankaarten.” (tekst gaat verder onder foto)
Maar goed, niet iedereen staat te springen om even te babbelen over niks. Een ander aanspreken, zeker een vreemde, kan immers spannend zijn; de kans op afwijzing loert. “En dat is ook normaal, je wilt iemands grenzen respecteren, er zijn zat mensen die liever muziek luisteren onderweg naar huis.” Maar als je die behoefte wel voelt, doe het dan gewoon. En weet je niet waarover te praten? “Het belangrijkste om te beseffen is dat als jij iets ervaart, de kans groot is dat een ander dat ook ervaart. Sta je in een museum bij een enorm kunstwerk, dan zal negen van tien mensen om je heen het met je eens zijn dat het een groot ding is.”
Hij hoopt dan ook dat iedereen die geen fan is van smalltalk, toch een uitzondering wil maken op 18 oktober. “Het zou helemaal leuk zijn als iemand zo’n sticker ziet bij een bushalte of een flyer in z’n kontzak heeft en deze dag zelf het smalltalkonderwerp kan zijn.” En anders hebben we altijd nog ‘wat een weertje’, Gido’s persoonlijke favoriet. “Want het is altijd wel ‘een weertje’ dus je kan het altijd zeggen.”
Tijdens de Spaanse invasie vocht de 16-jarige Trijn op de Alkmaarse stadsmuur tegen de Spanjaarden. Nou ja, dat is niet 100 procent zeker, maar wél dat Alkmaarse vrouwen en meisjes meevochten. Trijntje staat symbool voor hen en voor alle andere sterke Alkmaarse vrouwen en meisjes. Er komt een standbeeld van de heldin en op dit moment zijn er drie kandidaat-kunstenaars bezig met een ontwerp.
Trijn Rembrands stond tijdens 450 jaar Alkmaar Ontzet uitgebreid in de belangstelling. Er waren artistieke voorstellingen rond haar persoon en schrijfster Simone van der Vlugt pleitte in haar Ontzetrede voor een eerbetoon aan Trijntje. Daar werd enthousiast gehoor aan gegeven door inwoners én de gemeente. In november was het definitief: Trijn krijgt een monument.
In april is de Stichting Trijn Rembrands opgericht en deze week is de website trijnrembrands.nl van de stichting gelanceerd. Hierop toont de stichting haar doelen en vorderingen. Zo is te lezen dat het Stedelijk Museum het schilderij van Trijntje een prominente plek heeft gegeven tijdens een herinrichting. Ook staat er hoe het gaat met de voorbereidingen voor het standbeeld, dat bij het IJkgebouw komt te staan, ongeveer de plek waar Trijntje zou hebben gevochten. (tekst gaat verder onder de foto)
De stichting selecteerde tien kunstenaars en nodigde daar uiteindelijk drie van uit om, aan de hand van een aantal criteria, een ontwerp voor het standbeeld te maken. “Zo zal het beeld voor Trijn model moeten staan voor alle vrouwen en meisjes die hebben meegestreden voor vrijheid. Bij het zoeken naar verbinding met andere organisaties zal steeds de vraag centraal staan: wat leren wij uit de geschiedenis van Trijn over de rol van de vrouwen in onze strijd voor vrijheid, onafhankelijkheid, tolerantie en democratie?”
Nog vóór 8 oktober wordt bepaald welke kunstenaar het definitieve ontwerp mag maken. De stichting verwacht dit ontwerp ieder geval voor het einde van dit jaar te presenteren. Het beeld zelf zal rond 8 oktober 2025 onthuld worden. (hoofdfoto: Regionaal Archief Alkmaar)