Milieurapport Heilooër Zandzoom scoort nog geen voldoende: ‘Effecten onvoldoende in beeld gebracht’

De gemeente Heiloo heeft de commissie Milieueffectrapportage (mer) gevraagd te kijken naar het milieurapport over de woningbouwplannen voor de Zandzoom. Heiloo wil in het zuidelijk deel van de gemeente ongeveer 1.280 woningen bouwen in een wijk die een onderscheidend en groen woonmilieu krijgt. De mer brengt de milieugevolgen van zo’n project in beeld voordat er door de gemeenteraad een besluit over wordt genomen.

Het advies luidt in dit geval om het milieurapport aan te vullen met alternatieven voor de inrichting van het gebied. “Daarnaast is het belangrijk om de milieueffecten van de gebiedsontwikkeling zonder en met aansluiting op snelweg A9 te onderzoeken”, zo meldt de commissie

In het bestaande milieueffectrapport worden twee varianten behandeld: de Zandzoom zonder aansluiting op de A9 en de Zandzoom mét aansluiting op de A9. Maar de rapportage krijgt daarvoor een onvoldoende, zo is te lezen: “De effecten van de twee alternatieven op onder meer natuur, cultuurhistorie en archeologie zijn daarbij onvoldoende in beeld gebracht.”

Kortom, er moet meer onderzoek gedaan worden naar de gevolgen van de komst van de woonwijk. De mer adviseert om twee alternatieven voor de inrichting van het gebied te onderzoeken. Eén waarin natuur en biodiversiteit centraal staan en één waarin landschap, cultuurhistorie en archeologie centraal staan. (foto: Brigitte Schutzelaar)

 

Oosterdeleilanden kalven gestaag af, plan van aanpak laat nog even op zich wachten

Met enige regelmaat komt de Amerikaanse rivierkreeft in het landelijke nieuws en zelfs internationaal klinkt de roep om het beperken van populaties. Ze zijn schadelijk voor de natuur, met name voor oevers van wateren met weinig stroming. Maar rond het kreeftprobleem in het Oosterdelgebied in Langedijk lijkt het alweer even stil. “De aanpak van rivierkreeften staat bij ons nu op een laag pitje, we hebben weinig tot geen last.”

“Ja, natuurlijk is er schade”, licht Catharinus Jelsma, voorzitter van Stichting Veldzorg Oosterdel toe. “Maar er is een groot onderzoek gedaan en daar is uit naar voren gekomen dat de schade aan de eilandjes in eerste instantie niet door de rivierkreeft komt. Er zijn belangrijkere invloeden zoals de woelrat, het landgebruik en het weer. Inderdaad, varen ook.”

De Amerikaanse rivierkreeft richt schade aan, maar is niet de grootste vernieler van het Oosterdelgebied. (foto: Wikipedia)

Dat neemt niet weg dat er Stichting Veldzorg een landelijke aanpak van rivierkreeften wil, want onschadelijk zijn ze zeker niet. En wie meevaart met de rondvaart vanaf Museum BroekerVeiling ziet de schade met eigen ogen. De eilandjes in het Oosterdel kalven hard af. Opvallend zijn de vele gaten in de beschadigde oevers.

Maar veel wil Jelsma er eigenlijk niet over kwijt. “Er is op dit moment een status quo, in afwachting van een plan dat we samen met het Hoogheemraadschap, de gemeente en Staatsbosbeheer opstellen voor het opknappen van de oevers. Binnen nu en een paar maanden komen we naar buiten met maatregelen die een positief effect moeten hebben op de kreeftensituatie. De gemeente zal dan met meer nieuws komen.”

Gratis asbakjes uitgedeeld in groot Alkmaar: “We willen mensen op positieve manier bewust maken”

“Hé, jij daar, wil je die smerige peuk niet op de grond gooien!” Dit soort gesprekken wil clean-up organisatie Love Not Wast dus voorkomen, want rokers worden al genoeg afgewezen. Aan de andere kant komen die opgebrande sigaretten nog te vaak op de grond terecht. Dus deelt Love Not Waste met Stadswerk072 vanaf komende maandag de hele zomer kleine peukenprullenbakjes uit in groot Alkmaar. 

Sigaretten zijn ook afval; dat is de boodschap achter project Peukweg. Zwerfpeuken moeten dus ook in de prullenbak, of in een travel-asbak. “We willen mensen daar op een positieve manier van bewust maken”, vertelt Gaby van Wonderen van Love Not Waste. “Dus niet door de discussie aan te gaan, maar door ze een klein metalen blikje te te geven met schroefdeksel, dat in hun broekzak past.” Peukie erin, en later legen in de prullenbak.

Horeca ondernemer Theo Sikkink (links) krijgt het ambassadeurspakket overhandigd door wethouder Jasper Nieuwenhuizen (midden). Rechts staat gaby van Wonderen. (foto: aangeleverd)

Het is niet de eerste keer dat de asblikjes worden uitgedeeld. Ondanks dat de peuk nog steeds het meest gevonden zwerfafval in Alkmaar is, wordt het wel écht minder, vertelt Gaby. “Door Stadswerk072 wordt gemonitord dat het aantal zwerfpeuken de afgelopen jaren afneemt.”

Wat ook opvalt: meer rokende Alkmaarders weten dat hun sigaretten afval is. “Als ik kijk naar toen onze campagne Samen Voor Een Schoon Alkmaar vier jaar geleden startte, wisten veel mensen niet eens dat een peuk afval was. Ze dachten dat een sigaret gewoon uit elkaar zou vallen en verdween in de natuur.” Nu weet bijna iedereen dat sigaretten blijven liggen. “We merken echt een bewustzijnsverandering.” (tekst loopt verder onder foto)

Het sigarettenpeukenkunstwerk aan de Geestersingel, dat Love Not Waste maakte van weggegooide peuken (foto: Love not Waste)

Nu dit verandering gaande is, is het volgens Gaby dus tijd voor de laatste stap: zorgen voor genoeg faciliteiten voor mensen om die peuk weg te gooien. “En het grappige is dat anti-rookcampagnes daarbij soms in de weg zitten.” Ze licht het toe: “Bij station Alkmaar staan sinds een paar jaar geen asbaktegels meer, want ze willen rokers niet meer faciliteren. Maar dan ga je wel voorbij aan het probleem; de rokers zijn er nog. Dus nu ligt daar een tapijt aan sigaretten op de stoep.” Het is goed dat stations rookvrij zijn, vindt Gaby, maar zo gaat het ene probleem over in het andere. Met een eigen pocketsize asbak kan dit worden opgelost.

De gratis asbakblikjes worden op uitgedeeld op festivals en tijdens mooiweerdagen rond het Bolwerkpark en de Noorderkade. Rokers kunnen ze ook zelf halen bij 35 plekken in de gemeente Alkmaar. “We hebben voor de locatie vooral gekeken naar plekken waar rokers vaker hun sigaretten op grond gooien”, legt Gaby uit. “Dus ze liggen bij de bootjesverhuur, rondvaarten, wijkcentra, verschillende horeca-ondernemers, twaalf wijkcentra, de entree van het Ringers Winkelcentrum, en veel andere plekken.”

Brandweer en Hoogheemraadschap binden gezamenlijk strijd aan tegen wateroverlast

De Brandweer en het Hoogheemraadschap Hollands Noorder Kwartier (HHNK) hebben elkaar gevonden waar het gaat om crisisbeheersing. Er wordt in de toekomst nauwer en vaker samengewerkt. Daartoe is besloten na een pilot waar bleek dat de brandweer het hoogheemraadschap operationeel goed kan ondersteunen.

Het initiatief voor de pilot ontstond na de wateroverlast van drie jaar geleden. Toen viel in anderhalf uur net zoveel regen als normaal in de hele maand. De gevolgen van onder andere de clusterbuien waren groot en er ontstond veel overlast en schade.

“Als we naar de toekomst kijken, zien we dat we vaker met situaties te maken krijgen waarop HHNK alleen niet voldoende kan inspelen. De vraag is dan: waar kunnen we hulp vinden? Zo kwamen we bij de brandweer terecht met de vraag: wat kunnen we samen doen?”, meldt Linda van Oostrum van HHNK.
Afgelopen jaar werd gezamenlijk geoefend op verkenning en inspectie, dijkversterking en pompmaterieel. (tekst loopt verder onder foto)

De pompen van het Hoogheemraadschap Noorder Kwartier (HHNK) draaiden overuren na de enorme buien in juni 2021 (foto: HHNK)

Daaruit bleek al snel dat gezamenlijk optrekken voor beide organisaties waardevol is. “Ik zie win-win. Voor ons is het een klus erbij, voor het hoogheemraadschap een zorg minder als er in korte tijd veel handjes beschikbaar moeten zijn. Bovendien zijn we van de brandweer. Als hulp nodig is, dan willen we helpen”, zo laat postcommandant Frank Smit weten.

Uit de pilot zijn ook een aantal aandachtsgebieden gerold waar de komende tijd nog aan gewerkt moet worden. Vaak gaat het dan om specifieke en technische kennis. De samenwerking wordt verder geformaliseerd maar geldt (nog) niet ‘brandweerbreed’. Iedere post mag zelfstandig besluiten of er meegedaan wordt met de samenwerking.

Kanovaarders op de voet gevolgd door voorgangers: “We waren drukker met hozen dan roeien”

Noem het een barre tocht, noem het een uitdaging. Vier reddingsbrigadiers uit Schoorl vertrekken waarschijnlijk komende week vanuit Engeland naar Camperduin. Maar ze zijn zeker niet de eerste. Hun poging om de Noordzee over te roeien wordt nauwlettend gevolgd door Gerrit Kistemaker en Bertus Butter. Zij maakten diezelfde oversteek. In 1978. “Zo’n tocht vormt je voor de rest van je leven. Als je iets of iemand je dwarszit dan denk je: ach, wat kan mij gebeuren? Wij zijn de Noordzee over geroeid.”

Een grote droom. Dat was het voor Bertus Butter om de Noordzee over te varen. Van kinds af aan roeide hij. “Ik had al twee eerdere pogingen gewaagd in 1974 en 1975 om het Kanaal bij Calais naar Dover roeiend over te steken”, laat Butter weten. Maar die pogingen waren geen succes. De eerste keer liep zijn boot geregeld vol. “En waren we drukker met hozen dan roeien”, vult hij aan. “De tweede keer zonk onze boot halverwege, toen nog met een andere reisgenoot dan Gerrit.” Daarmee lukte het dan toch. (tekst gaat verder onder de foto)

Gerrit Kistemaker (links) en Bertus Butter (rechts) op de Noordzee. (foto: aangeleverd)

Ze trainden, trainden en trainden. Ook Gerrit kan zich de tocht over de Noordzee nog goed herinneren: “Toen het op dag twee ‘s nachts ging stormen en onweren vond ik het wel angstig. De golven kwamen soms zo hoog dat de volgboot, die voor noodgevallen mee was, ons niet kon zien. We aten weinig. Je maag is door al dat heen en weer van de golven behoorlijk van streek.” (tekst gaat verder onder de foto)

Bertus herinnert zich nog heel goed de laatste dag, met dichte mist. Er kwam een gigantisch containerschip aan. “Zo groot als een flatgebouw. Recht op ons af. Ik heb stevig doorgeroeid en was precies op tijd uit hun vaarroute. Het was een prachtig gezicht om de romp die ik had omgebouwd door die golven heen te zien klieven. Angstig? Nee. Prachtig juist!” (tekst gaat verder onder de foto)

Een volgboot houdt de mannen dag en nacht in de gaten. (foto: aangeleverd)

De mannen weten uiteindelijk na 250 kilometer en 57 uur roeien de overkant te halen. Bertus weet wat de vier mannen van de reddingsbrigade te wachten staat. “Ik heb er alle vertrouwen in dat het hen gaat lukken. Ze zullen er veel aan hebben. Zo’n tocht vormt je voor de rest van je leven. Als je iets of iemand je dwars zit dan denk je: ach, wat kan mij gebeuren? Wij zijn de Noordzee over geroeid.”

De kostbare praktijkervaring van Bertus en Gerrit is inmiddels gedeeld met de huidige generatie. “Ik heb tegen hen gezegd dat de roeimachine waar ze op trainen op een kratje bier moet, want je moet leren om met de golven mee te roeien”, vertelt Bertus. Ook Gerrit heeft nog een tip voor de nieuwe helden. “Stel je er op in dat je bijna niet zal slapen. Ik deed ‘s nachts geen oog dicht. Maar goed, ze zullen het met z’n vieren makkelijker hebben.”

Solderen, programmeren en doortrappen: Jongeren ‘veroveren’ Alkmaar tijdens GPS challenge

Rook komt van de bout af, het gezicht staat in standje ‘concentratie’. De nog doorweekte 12-jarige Senn soldeert samen met zijn vriend Bram lampjes. “Dit vind ik het leukste.” Ze zijn net door weer en wind gefietst om zoveel mogelijk plekken op de kaart te veroveren. “We zijn opgesplitst en hebben door heel Alkmaar en zelfs Heerhugowaard gefietst om zoveel mogelijk punten te scoren.”

Ondertussen worden 3D kunstwerkjes gemaakt en op een open haard worden piccolinis gebakken. De deelnemers hebben genoeg te doen terwijl ze aan het wachten zijn op de uitslag van de jury. Zaterdagmiddag vond in HAL25 de finale plaats van de ‘GPS Challenge’ van Junior Internet of Things (IOT). (tekst loopt door onder de foto)

Met volle concentratie zijn 12-jarige Senn en Bram lampjes aan het solderen. (foto: Streekstad Centraal)

“Op tienjarige leeftijd beslis je onbewust al welke richting je op wil. Daarom moeten de kinderen dus eigenlijk al weten wat dit allemaal is”, legt Tijl Bouman van Junior IOT uit. Erg belangrijk volgens hem. “Zonder journalisten heb je geen media. Zonder verpleegkundige geen zorg. Als er te weinig technische mensen zijn loopt de hele maatschappij vast. Banken, de horeca, zorg, alles.” Daar ligt de missie van Stichting IOT Junior:  jongeren kennis laten maken met de techniek. (tekst loopt door onder de foto)

Stichting Junior IOT wil jongeren kennis laten maken met techniek, dus ook alle broertjes, zusjes, vrienden en vriendinnen mochten meedoen met de challenge. (foto: Streekstad Centraal)

De deelnemers hebben de afgelopen weken zélf GPS-trackers gemaakt. Zo’n tracker ontvangt satellietsignalen en kan daardoor de locatie bepalen. Die locatie kan vervolgens via het internet gemeld worden en op een interactieve kaart zichtbaar gemaakt worden. De afgelopen zaterdagen waren de jongeren welkom bij de Junior IOT-bus op het buitenterrein van HAL25 in Alkmaar om te ontdekken hoe dat werkt, welke antenne ze nodig hebben en in welke gebieden de trackers wel of niet zichtbaar zijn.

Tijdens de finale van de challenge vertrokken de jongeren op de fiets of lopend de stad in. Op een digitale kaart is Alkmaar opgesplitst in verschillende vakjes. De zelfgemaakte GPS-trackers die de jongeren mee hebben, houden bij wie als eerste een vakje bemachtig (zie hoofdfoto). Op de kaart verschijnt dan de kleur van dat team en ieder veroverd vakje levert punten op. (tekst loopt door onder de foto)

Dit is zo’n zelfgemaakte GPS-tracker. De deelnemers krijgen punten voor het maken van de tracker, het begrijpen van de werking ervan, en voor het bemachtigen van zoveel mogelijk plekken op de kaart. (foto: Streekstad Centraal)

Bij terugkomst worden de deelnemers één voor één geïnterviewd door de juryleden. Daarbij wordt bekeken naar hoeveel plekken ze hebben veroverd, maar ook naar wat ze de afgelopen weken hebben geleerd en hoe ze hebben samengewerkt. Op basis daarvan wordt een score gegeven. Wat opvalt is het enthousiasme van de jongeren. De 12-jarige Mateo de Vos is daar een mooi vorbeeld van.

De 12-jarige Mateo de Vos is al jaren op de zaterdag bij de technieklessen. Hij vind het leuk om nieuwe dingen te leren en anderen te helpen. Tijdens de challenge was hij ook jurylid. (foto: Streekstad Centraal)

“Ik ben hier ooit gekomen en nooit meer weggegaan”, vertelt Mateo aan Streekstad Centraal. Al jaren is hij iedere zaterdag bezig met nieuwe dingen leren in de techniek bus en is voorlopig niet van plan om weg te gaan. “Als ik iets leer, wil ik er echt alles over weten en als ik het dan goed genoeg weet wil ik het anderen leren.” Hij heeft ter voorbereiding zestien trackers gemaakt voor vrienden en familie van de deelnemers die ook mee wilden doen.

Mateo was zaterdag opvallend genoeg niet alleen deelnemer, maar ook één van de juryleden. Want als iemand inmiddels verstand heeft van de GPS trackers dan is hij het. Maken, laden, programmeren en in de cloud zetten. Voor Mateo heeft het inmiddels geen geheimen meer.

Wethouder Anjo van de Ven was aanwezig om de winnaar bekend te maken. “Als gemeente vinden we het belangrijk dat kinderen een plek hebben om hun talenten te ontwikkelen.” (foto: Streekstad Centraal)

Het was dan ook niet verrassend dat wethouder Anjo van de Ven bekend maakte dat Mateo de winnaar bleek van de challenge. Hij mag als eerste een prijs uitkiezen van de lange tafel vol technische gadgets. En kiest voor een soldeertang en laat die trots zien aan zijn oma. “Ik wist stiekem al dat ik ging winnen, maar ben erg blij mee”, zegt Mateo blozend.

Niemand ging naar huis met lege handen, want er waren genoeg prijzen voor iedereen. De challenge ging tenslotte niet om winnen, maar om leren over techniek en samenwerken. (foto: Streekstad Centraal)

Niemand ging naar huis met lege handen en mocht iedereen een prijs uitkiezen. “Soldeertangen, bling voor op je spaken of een robot, er is genoeg keuze voor iedereen”, krijgen de deelnemers te horen aan het einde van wat een geslaagde dag genoemd mag worden.

Bruggetje Stompetoren mag blijven, maar geen brug meer zijn: “Gezien de veiligheidssituatie”

Ze hadden toch wat anders verwacht, Maurice Peeters en Sylvester Liefting van Dorpsraad Stompetoren. Lange tijd was het onduidelijk hoe het verder zou gaan met de brug langs de Noordervaart. Maar nu is er duidelijk: de gemeente Alkmaar gaat de brug afsluiten aan de kant van de N243. “Je mag de brug dus wel op, maar niet meer af.”

Het is zeker niet de uitkomst waar de bewoners op hoopten. “Het goede nieuws is dat het bruggetje blijft”, begint Sylvester Liefting in gesprek met NH, mediapartner van Streekstad Centraal. “Het slechte nieuws is helaas dat de brug afgesloten wordt.”

Het is al maanden het gesprek in Stompetoren. ‘BRUG MOET BLIJVEN!!!’, staat op een spandoek. Kort voor de kerst kregen omwonenden een brief. Volgens Maurice Peeters was de boodschap klip-en-klaar: de brug heeft, na de herinrichting van de N243 en het weghalen van de bushalte, geen functie meer. “Dit bruggetje wordt gebruikt om een ommetje te lopen langs de vaart. Daarnaast is het ook belangrijk als verbinding: om bij elkaar langs te gaan of iets te brengen. Het is dus onderdeel van een sociaal iets.” (tekst gaat verder onder de foto)

Het spandoek was bijna niet te missen voor de automobilisten op de N243. (foto: NH Media)

Volgens de gemeente Alkmaar wil de provincie dat oversteek onmogelijk wordt gemaakt. “Gezien de veiligheidssituatie kunnen wij geen andere beslissing nemen dan de brug af te sluiten”, vertelt woordvoerder Sandra Notten van de gemeente Alkmaar. “We hechten eraan het bruggetje te behouden omdat de bewoners hebben aangegeven deze brug te zien als karakteristiek.”

Voor Liefting overheerst de blijheid. “Het is toch wel echt een belangrijk onderdeel voor de inwoners van Stompetoren. En daarnaast heeft het bruggetje ook iets historisch, vandaar dat we ondanks dit vervelende besluit wel blij zijn dat het bruggetje niet helemaal wordt weggehaald.”

Strandvonder vindt drie jonge bruinvissen op strand Egmond: ‘is voor ons nieuw’

Marco Snijders werkt als strandvonder voor de gemeente Bergen. In die functie komt hij dagelijks op het strand om te kijken wat daar is aangespoelt en of dat opgeruimd moet worden. Afgelopen week vond hij iets dat hij niet had verwacht: drie dode, jonge bruinvissen. “Een aangespoelde zeehond maken we vaker mee, maar bruinvissen zijn voor ons nieuw.”

Dat een bruinvis aanspoelt op de Nederlandse kust is niet uitzonderlijk, zeker niet na onstuimig weer. Er komen per jaar zo’n 600 op het strand terecht. Maar bij Egmond aan Zee is het dus wel bijzonder, zeker omdat het in dit geval gaat om drie jonge bruinvissen die op dezelfde plek aanspoelen.

Eén van de dieren is naar de faculteit Diergeneeskunde van de universiteit in Utrecht gebracht om de doodsoorzaak te onderzoeken. Dan worden ook gewicht, lengte, leeftijd en  geslacht vastgelegd. Op dit moment is er nog niet veel bekend. “Na grondig onderzoek valt er pas wat te zeggen. Dat is nu nog niet gedaan, maar ik schat dat we eind volgende week meer weten”, aldus een woordvoerder.

Het valt Snijders op dat er de laatste tijd veel rotzooi aanspoelt. “Er ligt zo veel troep en stukken plastic, veel meer dan voorgaande jaren”, zo vertelt hij NH, mediapartner van Streekstad Centraal. Hij maakt zich vooral zorgen om ballonnen die tijdens feestjes worden gebruikt. “Die komen in de zee terecht en spoelen weer aan op het strand. De sliertjes lijken voor dieren op voedsel. Maar het verteert niet en dat heeft ernstige gevolgen.” (foto: Marco Snijders)

Alkmaarse flexflitser betrapte in drie maanden tijd bijna 5.600 hardrijders

De ‘Alkmaarse’ flexflitser leverde vorig jaar een flinke stapel bekeuringen op. Ook dit jaar doet het CJIB goede zaken in Alkmaar. De flitspaal werd op 2 februari geplaatst langs de N242 om verkeer richting A9 in de gaten te houden en stond er voor een periode van ongeveer twee maanden. Er werden in totaal 5.333 hardrijders betrapt.

Sinds 9 april is de mobiele flitser weer te zien op de Vondelstraat in Alkmaar, in de buurt van de Wijkboerderij Alkmaar. Daar zijn gedurende de rest van de maand april 255 hardrijders vastgelegd.

Herman Gorterpad kan weer open: “Scheuren alleen aan de oppervlakte”

Hals over kop werd het Herman Gorterpad in Alkmaar twee weken geleden afgesloten. Er waren scheuren in de geluidswerende muur boven het pad ontdekt en het was niet duidelijk of er instortingsgevaar is. Nadere inspectie wijst uit dat de scheuren alleen aan de oppervlakte zitten. “Het pad zal op 14 juni aan het eind van de middag daarom weer open gaan.”

Het Herman Gorterpad is een belangrijke fiets- en wandelverbinding tussen de wijken De Horn en Vroonermeer. Stadswerk en de gemeente wilden dan ook geen risico nemen en sloten het pad af. Maar alternatieve routes zijn kilometers om. Toen er net hekken waren neergezet om het pad te versperren, besloten Alkmaarders opstandig om deze opzij te zetten en het pad te blijven gebruiken. Totdat Stadswerk de hekken goed vastzette. (tekst gaat verder onder de foto)

Niet lang nadat de hekken waren neergezet, had iemand ze alweer aan de kant gezet. Mensen fietsten er gewoon langs. (foto: Streekstad Centraal)

De afgelopen weken hebben meerdere constructeurs de gegevens uit de eerste beoordeling uitgebreid onderzocht. “De conclusie is dat de zichtbare scheuren geen teken zijn van bezwijking”, aldus de communicatieafdeling van Stadswerk. “Daarnaast heeft een onafhankelijk ingenieursbureau een veiligheidsberekening gedaan en ook uit deze berekening is gebleken dat de constructie veilig is. Het pad kan daarom weer open.”

“De scheuren zijn vermoedelijk al in de eerste fase na de bouw ontstaan. Door vuil zijn ze nu beter zichtbaar geworden en zijn ze door de inspecteur extra opgevallen”, vervolgt Stadswerk. “Constructies die gemaakt zijn van beton hebben wel vaker oppervlaktescheuren. Dit zijn scheuren die alleen aan de buitenzijde te zien zijn en niet de constructie aantasten. Uit de inspecties en het verdere onderzoek kan geconcludeerd worden dat de scheuren dus oppervlaktescheuren zijn en geen gevaar met zich meebrengen.”

De komende jaren zal het geluidsscherm meerdere keren per jaar geïnspecteerd worden. Mochten de scheuren erger worden, kan er op tijd worden ingegrepen.