Categorie: nieuws algemeen

  • Aandacht voor ‘gefundeerde’ verhalen: de grond spreekt tijdens Archeologiedagen 🗓

    Aandacht voor ‘gefundeerde’ verhalen: de grond spreekt tijdens Archeologiedagen 🗓

    De bodem zit vol verhalen. Verhalen in vele lagen, op centimeters van elkaar. Die verhalen komen aan het licht als archeologen de bodem openleggen, laagje voor laagje. Voor dat bijzondere werk is extra aandacht tijdens de Nationale Archeologiedagen die dit weekend worden georganiseerd. Met uiteraard ook activiteiten in onze regio. Streekstad Centraal ging op bezoek bij de stadsarcheologen van Alkmaar, Nancy de Jong en Peter Bitter.

    “Het werd niet voor niets weggegooid”, zegt stadsarcheologe Nancy de Jong terwijl ze wijst op de vele scherven in het depot. “Het was afval.” Maar dan wel interessant afval, dat inmiddels, vele eeuwen nadat het werd weggegooid, met zorg wordt bewaard. “Wat we in Alkmaar vinden bewaren we ook echt hier”, vertelt Nancy. “Vondsten in de regio gaan normaal naar Castricum, naar het Huis van Hilde, maar voor Alkmaar is een uitzondering gemaakt. Wij hebben een eigen depot.”

    In het archeologisch centrum worden we rondgeleid door De Jong en haar collega Peter Bitter. Stadsarcheologen – niet iedere gemeente heeft ze. “De meeste steden hebben ze wel, zeker in het westen”, weet Bitter. “Maar veel andere gebieden weer niet”, vult De Jong aan. En dat is zonde, want waar stadsarcheologen aan het werk zijn, wordt veel tijd bespaard. “We weten vaak al van tevoren wat we gaan aantreffen”, legt De Jong uit. “Daardoor kunnen we stappen skippen.” Maatwerk scheelt tijd. Bitter legt uit dat het daarnaast ook veel administratieve rompslomp scheelt voor eigenaren en opdrachtgevers: “Wij kunnen snel aan de slag. Als je zoiets moet aanbesteden ben je maanden bezig.”

    Vijftien dagen. Dat was het tijdsbestek waarbinnen De Jong en haar team werkten aan de opgraving in de Boterstraat. “We rekenen vijf dagen voor één huis, dit waren er twee. Dus tien dagen, maar we wilden het ruim nemen, vijftien dagen zou genoeg zijn.” Maar achteraf werd het krap, want de Boterstraat bleek een schat van verhalen. Bitter hoort het met interesse aan. “Ik was zelf op vakantie”, verklaart hij. “Dat is een regel hier: altijd als ik op vakantie ben, vinden ze iets bijzonders.”

    Iets bijzonders vinden gaat sneller en eenvoudiger als je weet waar je zoeken moet. “We beginnen bij de beerput”, zegt De Jong. Dat was de plek waar alle viezigheid in verdween. “Het stinkt wel ja, naar rotte eieren. Maar als je wilt weten wat mensen aten, wat ze weggooiden, dan moet je in de beerput zijn.” Ze laat het uitgebreide archief zien wat een collega heeft aangelegd van etensresten. Vissengraatjes, vogelbotjes, pruimenpitten. Zo ontstaat een beeld van wat gewone mensen aten. “De beerput in de Boterstraat kunnen we goed dateren”, legt De Jong uit. “Tussen 1620 en 1700 moet die in gebruik zijn geweest.”

    De Jong pakt de scherf van een drinkglas vast. “Zie je die ribbeltjes? Dat deden ze veel. Ribbeltjes zorgen dat je iets beter vast kunt houden. Ze aten met hun handen, dus hun handen waren vaak vet.” Een klein detail brengt ons zo terug aan een eettafel in de zeventiende eeuw.

    “Geschiedenis vind je zeker in archieven”, vertelt Bitter, terwijl hij met scherven puzzelt tot een afbeelding ontstaat. “Ik doe zelf ook archiefonderzoek. Maar voor het hele verhaal moet je echt ook naar archeologische vondsten kijken.” Want juist in die kleine overblijfselen van het vroegere dagelijks leven vind je de verhalen van gewone mensen.

    “De grond vertelt het verhaal omgekeerd”, zegt De Jong aan het begin van het gesprek. “Eerst vind je het recente verleden en hoe dieper je graaft, hoe verder je teruggaat in de geschiedenis.” De grond geeft zo stemmen aan onze voorouders, hun buren, hun kennissen. “Het werd niet voor niets weggegooid.”

     

  • Bloembollenactie Stadswerk groot succes, laatste deel van voorraad naar Wijkcentrum Daalmeer

    Bloembollenactie Stadswerk groot succes, laatste deel van voorraad naar Wijkcentrum Daalmeer

    De bloembollenactie die Stadswerk072 in gemeente Alkmaar organiseerde is een groot succes. Alle bollen die gratis beschikbaar werden gesteld zijn inmiddels op. Het laatste deel van de voorraad is woensdag bezorgd bij Wijkcentrum De Daalder in Daalmeer.

    In juni wisselt Stadswerk de voorjaarsbloemen in de wisselperken weer in voor zomerbloeiers en de groenbeheerder wilde bollen van voorjaarsbloeiers gratis weggeven. Het mengsel bestaat vooral uit tulpen, narcissen en hyacinthen. De Hortus Alkmaar en diverse wijkcentra dienden als afgiftepunt. Iedereen kon er zoveel meenemen als hij of zij wilde, en meteen ook advies krijgen over hoe de bollen te planten.

    Stadswerk wil alle inwoners en organisaties bedanken die enthousiast hebben meegedaan aan de actie. “Jullie respons was overweldigend en we zijn ontzettend trots op de betrokkenheid van de inwoners van gemeente Alkmaar. We willen iedereen bedanken die al bloembollen heeft opgehaald en we hopen dat jullie volgend voorjaar kunnen genieten van een prachtige bloementuin. Samen maken we Alkmaar nog mooier en vooral groener!”

     

  • Buitenspeeldag in hele regio enthousiast gevierd: “Feest van herkenning”

    Buitenspeeldag in hele regio enthousiast gevierd: “Feest van herkenning”

    Buitenspeeldag vier je beter in juni dan in pakweg november. Dat bleek wel aan het enthousiasme waarop dit jaarlijkse kinderfeest op woensdag 14 juni kon rekenen. Op meerdere plekken in de regio verrezen springkussens en er werd niet alleen met zonnebrand, maar zeker ook kwistig met schmink gesmeerd.

    “Hee, die ken ik uit mijn klas!” Voor jonge kinderen is het toch altijd weer bijzonder om de gezichten van school terug te zien in een andere context dan school. Zo was het ook tijdens Buitenspeeldag. Van Oudorp tot het Verdronkenoord, van Heiloo tot Langedijk, van strand tot nieuwbouwwijk: overal in de regio werd buiten gespeeld.

    “Je hebt met dit weer ook niet heel veel keus hè”, lacht een vader. Buiten spelen hoort er nu eenmaal bij. Maar toch spelen veel kinderen in Nederland zelden tot nooit buiten. Volgens organisator Jantje Beton gaat het om 15% van de kinderen. Dat moet anders, vindt Jantje Beton, mede daarom is er de Buitenspeeldag.

    Bij samen spelen horen ook teleurstellingen. Bij Wijkcentrum De Oever in de Alkmaarse Rivierenbuurt worden de aanwezigen daar nog even pijnlijk aan herinnerd: in de loop van de middag liep herhaaldelijk springkussen leeg. Kort voor het einde gaf de organisatie het op: “Dit kan niet meer.” Leuk is anders, maar gelukkig is op een zomerse dag als deze troost gauw gevonden. “Kom, we gaan een ijsje halen.”

  • Strandgangers klagen over stinkende plakzee: “Hinderlijk, maar niet ernstig”

    Strandgangers klagen over stinkende plakzee: “Hinderlijk, maar niet ernstig”

    Een verfrissende duik in zee, en dat met dit weer. Dat dat kan is voor inwoners van onze regio toch wel prettige luxe. Maar die zee, daar is iets mee. Het water stinkt, het is bruin, slijmerig en er komen vliegen op af. Er drijft al dagen een bruine drab in het water met een penetrante geur. “Het is een party voor plankton.”

    Wie aankomt op het strand merkt in eerste instantie niets vreemds. In het zand staan koppeltjes te praten, een groepje jongens schopt een bal heen en weer en drie ruiters laten hun paarden door de branding gaan. Er liggen een paar mensen in het water, maar daar blijven ze lang. “Dat ruikt niet goed”, klinkt het onder de zwemmers. Eén voet in het water en je voelt een glibberige bodem.

    De stank en het troebele water hebben dezelfde oorzaak: bloeiende plankton, een soort alg. De bruine slijmalg, om precies te zijn. “Het is lang koud geweest door de stromingen uit het noorden. Die stromingen zijn nu gedraaid waardoor het warmer weer wordt en er veel voedsel is voor algen”, vertelt Arthur Oosterbaan, conservator van Ecomare op Texel. “Het is een party voor de plankton.”

    Niet alleen in Hargen aan Zee hebben mensen last van de stank. Ook in Egmond aan Zee hangen vliegen boven het ‘swintje’, zo laat een strandfotograaf uit Derp, Sjef Kenniphaas weten. “Het giert van de vliegen boven het wateroppervlak.” Door de warmte van afgelopen dagen is het water erg heet geworden. “De bruine slijmalg is niet bestand tegen het warme water in die ondiepe poel, waardoor de alg doodgaat en gaat rotten, wat zorgt voor stank”, zegt Oosterbaan.

    De bruine, stinkende drab weerhoudt kinderen er overigens niet van om in het water te spelen. De algen zijn ook niet giftig, dus geen reden tot paniek. “De situatie is helemaal niet ernstig, de geur die de algen met zich meebrengen is vooral erg hinderlijk”, legt Oosterbaan uit.

    Dit wordt ook bevestigd door Kevin Basari, woordvoerder van Rijkswaterstaat: “Het gaat om algen en dit is een natuurlijk verschijnsel en zal ook weer op natuurlijke wijze normaliseren.” Het is dan ook niet de eerste keer dat onze Noordzeekust wordt geteisterd door de bruine slijmalg. Meestal is er ook veel schuim bij, doordat de wind vanuit de Noordzee richting de kust. “Nu is er sprake van aflandige wind,” vertelt Oosterbaan. “Daardoor is er nu geen schuim.” (foto: Sjef Kenniphaas)

  • Boswachter Patricia van Lieshout over zomer vol activiteiten: “Heerlijk om buiten te zijn”

    Boswachter Patricia van Lieshout over zomer vol activiteiten: “Heerlijk om buiten te zijn”

    De zomer is weer in aantocht, dat betekent dat er weer genoeg activiteiten aan zitten te komen. Bij Staatsbosbeheer staat de agenda aardig vol. In de zomermaanden kun je bijvoorbeeld op zoek gaan naar de nachtzwaluw, proberen de zandhagedis te spotten of zoeken naar magische momenten tijdens de Muir Trek. Boswachter Patricia van Lieshout sprak met Streekstad Centraal over deze zomer vol activiteiten. “Er is heel veel te doen.”

    Onderweg naar de locatie voor ons interview werden we al meteen overspoeld met weetjes over de natuur in de Schoorlse duinen. Als Patricia uitleg geeft over het natuurgebied komt haar passie hiervoor duidelijk naar boven, en volgens haar is die passie er al even. “Voor mij is de verwondering voor de natuur er altijd wel geweest. Ik vind het heerlijk om gewoon lekker buiten te zijn en op pad te zijn.” Patricia is al bijna 25 jaar in dienst bij Staatsbosbeheer.

    Eén van de hoogtepunten is voor Patricia de Muir Trek, die plaatsvindt in september en oktober.  Dat is een wandeling waarbij wandelaars van zonsopkomst tot zonsondergang op pad gaan door de duinen. Hierbij overnachten de deelnemers in het buitencentrum. “Je beleeft alles veel intenser. In maart vorig jaar gingen we op pad en toen had het gevroren. We liepen tegen het witte duin aan en daarop zaten allemaal ijskristalletjes. Dat leken net diamanten, iedereen was helemaal stil, iedereen vond het zo mooi. Dat soort momentjes zijn magisch.”

    Tijdens de tocht leveren deelnemers vooraf hun horloges en telefoon in. “Je geniet zo van in het moment zijn. Als je zonder tijd leeft dan ga je eten wanneer je honger hebt en niet stipt om bijvoorbeeld 12 uur. Als je je telefoon mee hebt dan ben je altijd bereikbaar, terwijl het heel lekker is om gewoon even uit te zijn en te weten: ik ben vanavond wel weer terug.”

    Bij de wandeling is er geen vaste route, op die manier is wat je tegenkomt voor iedereen een verassing. “Ik zie overal wat in, als ik hier voor me kijk dan zie ik hier al oranje plukjes en dat zijn de mannelijke zaden van de dennenboom. Dus die verwondering zit echt in het stilstaan, het goed kijken naar je omgeving en wat hier gebeurt.”

    Patricia deelt haar verwondering met bezoekers uit wijde omtrek. De Schoorlse Duinen worden intensief bezocht door stedelingen uit Alkmaar en Heerhugowaard, maar natuurlijk ook door toeristen. Excursies zijn een manier om extra inkomsten te genereren. “Maar we werken ook met donaties“, haalt Patricia aan.

    De prijs voor de Muir Trek inclusief overnachting, ontbijt, lunch, diner en snacks is 225 euro. Voor een slaapmatje en slaapzak moeten de deelnemers zelf zorgen. De tocht is vanaf 18 jaar. Patricia geeft aan dat je zeker waar voor je geld krijgt. “Zeker meer dan waard, het gewoon zo’n bijzondere ervaring.” Boeken kan via de website van Staatsbosbeheer.

  • PCC Bergen houdt op te bestaan: “We moeten wel”

    PCC Bergen houdt op te bestaan: “We moeten wel”

    Minder dan 130 leerlingen. Het is de ‘magische grens’ voor een school. En dus zal PCC Bergen over twee jaarzijn deuren sluiten. Een gemakkelijke beslissing is dat zeker niet geweest: “Hier zijn we aardig mee aan het stoeien geweest.”

    Streekstad Centraal sprak met vestigingsdirecteur Rob Baltus. Hij betreurt het einde van ‘zijn’ school. “Wat we de leerlingen hier kunnen bieden is heel waardevol. Een school in hun vertrouwde omgeving”, legt hij uit. De school biedt onderwijs aan eerste- en tweedeklassers, die daarna op hun eigen niveau kunnen doorleren in Alkmaar. Maar volgend jaar zal er dus geen nieuwe brugklas meer starten.

    “130 leerlingen is te weinig, dat is ook landelijk zo bepaald”, zegt Baltus gelaten. Maar eigenlijk is zo’n kleine school helemaal zo slecht nog niet: “We kunnen hier wel extra aandacht bieden. Je kunt dan bijvoorbeeld net wat makkelijker ingrijpen bij pestgedrag. En het is mooi dat kinderen uit Bergen sociaal gezien nog even bij elkaar kunnen blijven.”

    Behalve het leerlingenaantal speelde ook een beslissing van de gemeente Bergen mee in het opgeven van de PCC-locatie. “De gemeente heeft de Kloosterpoort, de ingang van onze school, toegewezen aan de Adriaan Roland Holstschool. Dat is de vrijeschool, die heeft ruimtegebrek.”

    Baltus is behalve voor PCC Bergen ook verantwoordelijk voor PCC Heiloo. Dat is net als PCC Bergen een school met alleen eerste en tweede klassen. Maar anders dan de school in Bergen heeft deze school wel voldoende aanloop. Hiernaast blijven uiteraard de verschillende locaties van PCC in Alkmaar gewoon in gebruik.

    Voor de docenten van PCC Bergen betekent de sluiting dan ook niet dat ze zich zorgen hoeven te maken over hun baan. “Nee, iedereen kan gewoon binnen het PCC aan het werk. Dat is het mooie aan een organisatie als de onze, alle docenten kunnen verder”, verzekert Baltus. “Maar eerst gaan we er echt nog twee mooie jaren van maken.” Want de herinneringen die leerlingen van PCC Bergen nu opdoen, die gaan nog een leven lang mee.

  • Voormalig CDA-fractievoorzitter Iris Zeijlemaker (47) overleden: “Waarom?”

    Voormalig CDA-fractievoorzitter Iris Zeijlemaker (47) overleden: “Waarom?”

    Iris Zeijlemaker uit Alkmaar is op 47-jarige leeftijd overleden. CDA Alkmaar reageert verslagen op het verlies van haar voormalige fractievoorzitter. “Iris stond op het punt een nieuwe wending aan haar leven te geven samen met haar man Sander. Ze keek daar zeer naar uit. Haar overlijden is haast niet te bevatten… waarom?”

    De Christendemocraten laten weten dat Iris veel heeft betekend voor de Alkmaarse afdeling. Vanaf 2014 ze gemeenteraadslid en in 2018 nam ze het voorzitterschap van de fractie op zich. In oktober 2021 gaf Iris aan zich niet opnieuw verkiesbaar te stellen, omdat ze haar functie niet meer goed kon combineren met haar werk en gezin. Nu anderhalf jaar later is ze niet meer. De partij laat in het midden waaraan Iris is overleden.

    “Een bevlogen vrouw, die op momenten dat het er toe deed vasthoudend was in de resultaten die zij voor de partij wilde bereiken”, aldus de CDA-fractie. “Haar interesse gebied was breed, met een nadruk op het sociale karakter van de gemeente Alkmaar en daarbij de zorg en welzijn van haar bewoners. Dit kwam tot uitdrukking in haar portefeuille in de fractie: WMO, onderwijs, prostitutie, diversiteit en emancipatie. Haar devies was: ‘Ik geloof sterk in de kracht van mensen en van de samenleving, mensen kunnen samen veel bereiken’.”

    “Haar karakter was mooi, open en vriendelijk. Haar interesse in de lokale samenleving was groot, getuige het vele vrijwilligerswerk dat zij deed en een groot netwerk”. De fractie besluit: “Lieve Iris, wij gaan je ontzettend missen.”

  • ‘Piekbelasters’ veehouderij niet gerust op online tool overheid: “Gevoelige informatie”

    ‘Piekbelasters’ veehouderij niet gerust op online tool overheid: “Gevoelige informatie”

    Boeren kunnen sinds deze week met een online tool nagaan of ze als ‘piekbelaster’ in aanmerking komen voor een uitkoopregeling. Maar onder de betreffende veehouders is veel onzekerheid over het rekenprogramma. Er is niet heel veel vertrouwen in de overheid: “We moeten de minister maar op haar blauwe ogen geloven.”

    Piekbelasters, dat zijn volgens het kabinet boeren die meer dan 2.500 mol stikstof uitstoten in de buurt van natuurgebieden. In Noord-Holland zou het volgens LTO om in totaal achttien veehouders gaan. Via een speciale website van het RIVM kan deze groep nu inzien voor welke financiële uitkoopregeling ze in aanmerking kunnen komen.

    Veehouder Jack Rijlaarsdam uit Stompetoren heeft de tool al uitgeprobeerd, maar dat bleek nog een flinke uitdaging, vertelt hij. “Ik dacht ik vlieg er even doorheen, maar je moet een hele handleiding lezen en verschillende formulieren invullen. Het is ingewikkelder dan ik dacht.” Hij is ook niet gerust op zijn privacy. “Je voert allerlei gevoelige informatie in. De minister zegt: dat slaan we niet op, en dan moeten we haar maar op haar blauwe ogen geloven”, zegt Rijlaarsdam.

    Daarnaast zou de gebruikte Aerius-rekentool, waarmee de stikstofuitstoot wordt berekend, te onnauwkeurig zijn. “Het model is per definitie niet te vertrouwen met afwijking van wel 70 procent. Het is een benadering van de waarheid, maar er bestaat op dit moment geen beter alternatief.”

    Aan de uitkoopregeling, die de minister vorig jaar nog ‘woest aantrekkelijk’ noemde, zitten volgens veehouders flink wat haken en ogen. Over de financiële compensatie wordt wel gewoon belasting betaald, dus de hoogte van het bedrag is relatief. Ook stoort het boeren dat ze moeten toezeggen niet meer ergens anders als boer te beginnen, nergens in de Europese Unie.

    LTO Noord-Holland Noord begrijpt de zorgen vanuit de agrarische sector. “We zitten al een jaar in onzekerheid. Steeds werd tegen boeren gezegd: alles wordt anders. Dan hangt er iets boven je hoofd en dat is spannend”, laat LTO weten. De regeling is volgens LTO wel een goede eerste stap. “Het is positief dat de minister benadrukt dat alle keuzes die agrariërs nu kunnen maken op vrijwillige basis zijn. De overweging om te stoppen, is het meest ingrijpende besluit dat boeren kunnen nemen.”

    Andere regelingen, zoals een verhuizing, steun bij innovatie, te extensiveren (meer grond per dier) of omschakelen naar een ander type bedrijf, zijn nog niet uitgewerkt. “Erg jammer”, reageert LTO. “Het zou heel fijn zijn als daar snel meer duidelijkheid over komt, want daar kijken de meeste boeren, die niet willen stoppen, toch het meest naar uit.”

  • Fusieplannen voor Lucebertschool en Van Reenenschool in Bergen

    Fusieplannen voor Lucebertschool en Van Reenenschool in Bergen

    De Intergemeentelijke Stichting Openbaar Basisonderwijs (ISOB) wil de Lucebertschool en Van Reenenschool in Bergen laten fuseren. Dit is volgens de stichting nodig om het onderwijs in het dorp op hoog peil te houden, terwijl het aantal kinderen langzaam afneemt. Gaat alles volgens plan, dan opent op 1 augustus 2024 een nieuwe openbare basisschool de deuren op de Lucebert-locatie.

    ISOB stelt dat er in verhouding tot het aantal leerlingen veel basisscholen zijn in Bergen. En die verhouding wordt langzaam schever, want het aantal kleine kinderen daalt in het dorp en die trend zet naar verwachting door. Om de kwaliteit van onderwijs te borgen is het voor de stichting wenselijk dat scholen een minimale grootte hebben.

    “Het openbaar onderwijs is van en voor de samenleving”, zegt Robert Smid, bestuurder van ISOB. “Daarom vinden we het belangrijk dat we dat op zo veel mogelijk plaatsen in stand houden. Met de samenvoeging van OBS Van Reenenschool en OBS Lucebertschool borgen we de continuïteit van het openbare onderwijs in Bergen.”

    Met een fusie ontstaat er volgens de stichting een nieuwe openbare basisschool in Bergen met een aantrekkelijk profiel; een school voor uitstekend onderwijs, die voortbouwt op de sterke punten van zowel de Van Reenenschool als de Lucebertschool. Een school waar kinderen een toekomstbestendige basis meekrijgen voor een duurzame wereld. ISOB stelt ook dat de fusieschool een sterkere rol zal vervullen in het dorp, en een  betere partner is voor de kinderopvang, het voortgezet onderwijs en andere voorzieningen.

    Het bestuur van ISOB neemt naar verwachting na de zomer een voorlopig besluit over de scholenfusie. Daarna is het aan zowel de ISOB Raad van Toezicht en de medezeggenschapsraden van de scholen om akkoord te gaan. Pas dan kan het college van bestuur definitief groen licht geven.