50 worden is een grote mijlpaal natuurlijk en dat moet gevierd worden. Uiteraard met ballonnen, slingers en taart maar, de Abraham pop mag natuurlijk ook niet vergeten worden.
Waar komt deze traditie nou eigenlijk vandaan? Het verhaal zelf komt uit de bijbel, Abraham en Sarah waren beide erg oud geworden en werden daarom als enorm wijs beschouwd. Zodra je 50 werd had jij Abraham of Sarah gezien, je was dan eindelijk oud genoeg om hun wijsheid in te kunnen zien. Eerst krijg je met je 50e verjaardag een pop van brood, banket of vlees. In 1961 kreeg prins Bernhard een Abraham pop sindsdien zijn steeds meer mensen dit gaan doen. Uiteindelijk heeft dit geleid tot de traditie die we nu kennen en eigenlijk niet meer weg te denken is.
Met een Abraham pop laat je dus eigenlijk zien dat de jarige eindelijk oud en wijs genoeg is om Abraham te zien. Ook al is het nu heel normaal om 50 te worden. Heel lang geleden was dat nog totaal niet normaal en was het heel bijzonder als je 50 werd, je behoorde dan ook tot een van de wijzen. Nu valt dat allemaal wel mee natuurlijk, je kunt hartstikke oud worden en de 50 behalen is hartstikke normaal, maar de traditie is erin gebleven.
Als je nu 50 wordt krijg je geen pop van banket of brood, maar een grote opblaaspop in de voor- of achtertuin. Het is alleen best duur om een pop te kopen voor 1 verjaardag en je wilt wel goede kwaliteit natuurlijk, je kunt er gelukkig ook voor kiezen om een pop 50 jaar Abraham te huren. Dit is veel gemakkelijker, je hebt er minder kosten aan, je hoeft niet te denken aan een blower of een leeftijdsbordje, alleen maar aan het feest zelf. Bij verhuurwinkel.nl kun je dit gemakkelijk doen, je betaalt geen borg en de pop wordt bij je thuisgebracht en ook weer opgehaald, zo kun jij je richten op de rest van het feest!
“Nee, ik heb geen groot rijbewijs. Maar ik vind het wel superstoer”, laat autocoureur en Dakarrijder Tom Coronel weten. Samen met vloggende truckers Martijn Kuipers en Fabiënne van de Pol probeert hij mensen enthousiast te maken voor het beroep van vrachtwagenchauffeur. Want daar is behoefte aan. Grote behoefte.
Belangstellenden voor een functie-achter-het-stuur stromen dinsdag het AFAS stadion binnen voor een ‘instapdag’ van het Sectorinstituut Transport en Logistiek (STL). De sector komt namelijk vele duizenden handjes aan het stuur tekort. Alleen al in Noord-Holland wordt gezocht naar 300 mensen met een groot rijbewijs.
De sector zit zo verlegen om mensen, dat de bedrijven bereid zijn de kosten voor een groot rijbewijs grotendeels op zich te nemen. En dat is aantrekkelijk zo bleek, zo’n 200 bezoekers kwamen af op de banenmarkt, de presentaties, de persoonlijke adviesgesprekken en natuurlijk het ritje achter het stuur van een grote truck over bedrijventerrein Boekelermeer. (tekst loopt verder onder de foto)
Racecoureur Tom Coronel (staand) en vlogger Martijn Kuipers willen op een informatieavond de aanwezigen het laatste zetje geven om te komen werken in de sector logistiek en transport. (foto: Streekstad Centraal)
Het zijn niet alleen jonge mannen die zich hebben aangemeld, zo wordt duidelijk. Ook vrouwen lijken massaal interesse te hebben in een carrière op de weg. Zoals de 17-jarige Agnes uit Heerhugowaard, die van kinds af aan hondentrimster wilde worden. Tot ze een keertje mee mocht rijden met haar oom op de vrachtwagen. Daarna was ze volledig in de ban van alles wat met transport en logistiek heeft te maken.
Voor Tom Coronel is dat duidelijk nog wel even wennen, die vrouwelijke interesse voor de sector. “Vanavond hoorde ik dat een vrouw volgende week mijn raceauto naar Mugello brengt. Wist ik echt niet. De vrachtwagens die mijn broer en ik hebben laten we rijden. Maar als die even verplaatst moeten worden, kan ik dat niet. Maar ik vind ze wel gaaf die trucks. Het is gewoon machtig. Iedere man heeft dat toch? Het is gewoon een kick. Ja, en blijkbaar ook vrouwen tegenwoordig. Het allerstoerste vind ik als zo’n meid uit zo’n vrachtwagen springt. Ik vind het iets hebben, iets onverwachts.” (tekst gaat verder onder de foto)
Een medewerker van GP Groot (L) informeert twee bezoekers over hoe leuk het is om op één van de vrachtwagens van het bedrijf te rijden. (foto: Streekstad Centraal)
Coronel was ingehuurd om de aanwezigen enthousiast te maken voor een baan in de logistiek en transport. “Ze zijn naar deze avond gekomen, wij moeten ze over de streep trekken om nu ook echt die stap te zetten.” Van groot belang is daarbij volgens Coronel dat je een werkgever vindt met werk dat bij je past. “Het beroep van vrachtwagenchauffeur is enorm veelzijdig. Je kunt kraanmachinist worden, maar werken op de vrachtwagen van een koeriersdienst zoals DHL heeft ook weer zijn eigen voordelen. Je moet vooral goed onderzoeken wat jij belangrijk vindt en welke werkgever daar bij past.”
De werkgevers op de banenmarkt in het AFAS stadion laten inderdaad de veelzijdigheid zien van de sector. Bij de Schot Groep in Alkmaar zoeken ze zowel kraanmachinisten als mensen die de vrachtwagens met voorgesneden groenten van Vezet kunnen besturen. Verschillende transportbedrijven zoeken chauffeurs, maar het maakt nogal wat uit of je voor Simon Loos bij de supermarkten van Albert Heijn langs gaat of voor C.H. Dekker het zware sjouwwerk voor je rekening moet nemen als je zware bouwmaterialen naar een bouwplaats brengt. (tekst gaat verder onder de foto)
In een simulator konden deelnemers op een veilige manier experimenteren met het besturen van een grote truck. (foto: Streekstad Centraal)
Bij DHL hebben ze in ieder geval beet. Operations Manager Sander hoopte op deze avond iemand te vinden die al een CE-rijbewijs heeft en bij het bedrijf aan de slag wil. Maarten uit Middenmeer voldoet precies aan dat profiel. Hij heeft al eerder bij het geel-rode bedrijf gewerkt, heeft de afgelopen tijd zijn groot rijbewijs gehaald en wil nu door zijn positieve ervaringen weer terugkeren bij de koeriersdienst. “Mijn avond is geslaagd”, grijnst Sander.
Niels van Leeuwen, recruiter van SVZ Transport, heeft ook al tientallen namen kunnen noteren van mensen die bij zijn bedrijf aan de slag willen. SVZ biedt schoolverlaters, zij-instromers of andere belangstellenden een flinke lesgeldsubsidie en baangarantie. “De komende dagen ga ik het kaf van het koren scheiden”, stelt Niels. (tekst loopt verder onder de foto)
Drukte op de banenmarkt van de sector Transport en Logistiek in het AFAS Stadion. (foto: Streekstad Centraal)
Niels heeft een eigen verklaring waarom het zo storm loopt bij zijn kraam. De nieuwelingen in de sector laten zich verleiden door de bijdrage aan het behalen van het groot rijbewijs, maar veel chauffeurs die al rijden voor andere bedrijven stappen graag over naar SVZ Transport: “Wij hebben heel mooi materieel rijden. Ons wagenpark is vrij modern, voorzien van de nieuwste snufjes en ziet er spic en span uit. Dat valt op op de weg. Andere chauffeurs zien zichzelf graag achter het stuur van onze wagens.”
De sector weet inmiddels ook dat de wereld is veranderd, en dat je je als werkgever daaraan moet aanpassen om aantrekkelijk te blijven als werkgever. “Jongeren willen tegenwoordig niet meer fulltime werken. Vaak vinden ze een dienstverband van maximaal 32 uur voldoende, zodat ze tijd overhouden voor leuke dingen. Dat is tegenwoordig allemaal mogelijk in de sector”, vertelt recruiter Niels. (tekst loopt verder onder de foto)
Tientallen belangstellenden maakten gebruik van de mogelijkheid om een rondje te rijden achter het stuur van een vrachtwagen. (foto: Streekstad Centraal)
Ook Coronel en zijn kornuiten lijken succesvol in hun opzet om zoveel mogelijk mensen het laatste zetje te geven. Vele tientallen mensen laten zich registreren voor de testdag. Dat is de volgende stap in het traject naar een baan in de sector. Dan wordt gekeken of de kandidaat uit het juiste hout is gesneden. Als daar geen problemen aan het licht komen, volgt een gesprek met de beoogd werkgever. Samen met de werkgever wordt een rijschool uitgekozen en worden de laatste puntjes op de i gezet.
De bijeenkomst in het AZ-stadion was de aftrap van een serie van drie. De andere instapdagen vinden plaats op 1 april in Zwolle (stadion PEC Zwolle) en op 15 april in Gouda (hoofdkantoor van STL). Meer informatie is te vinden op ikwordvrachtwagenchauffeur.nl
Het zijn niet alleen schattige beestjes, ook hebben ze onder andere de Amerikaanse rivierkreeft op het menu staan. Gunstig voor de provincie en dan vooral het Rijk der Duizend Eilanden, waar deze kreeften een ware plaag zijn. De otter rukt op en er zijn er al twee gespot in de Alkmaarse grachten. Waar het stel is heengegaan is niet bekend, wie weet smikkelen ze van het buffet in het Rijk.
Twee weken geleden verscheen op sociale media een video van twee otters in de Schelphoekgracht. Bijzonder, want ze zijn nog niet eerder gezien in de stad Alkmaar, laat staan in de binnenstad. Michael Baars van de Zoogdiervereniging denkt dat ze op zoek waren naar nieuw territorium, vertelt hij aan NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Streekstad Centraal. “Die zijn nu waarschijnlijk weer de natuur in gegaan. Maar de kans dat een otter weer een keer in het centrum van de stad opduikt is niet uitgesloten.”
De Alkmaarse grachten zijn toch geen fijne omgeving voor otters, zou je denken, maar dat spreekt Baars tegen. “Er zit over het algemeen veel vis in. En in de lente zwemmen er ook veel ganzen- en eendenpullen. Die eten ze. Dus de kans dat ze nog een keer in een Alkmaarse gracht worden gezien om een maaltje bij elkaar te scharrelen is wel groot.” (tekst gaat verder onder de foto)
De otter is doorgaans schuw en vaak ’s nachts actief, maar lijkt in Nederland aardig gewend aan de aanwezigheid van de mens. (foto: Wikimedia / BVA – Whiskers)
Dat de otter in de provincie en de rest van het land oprukt is al eventjes duidelijk. “In Graft-De Rijp heb ik sporen gevonden”, vertelt Baars. “En we weten dat er bij Edam-Volendam ook otters zitten, daar zijn er een paar doodgereden. In het Naardermeer zijn een paar jongen geboren.” In de provincies Friesland en Flevoland zijn ook grote otterpopulaties. “Ze komen dus van alle kanten binnen.”
“In de Noordkop en West-Friesland hebben we nog geen sporen gevonden, maar dat wil niet zeggen dat daar geen otters zitten”, vervolgt de otter regiocoördinator van de Zoogdiervereniging. “Het zou me ook niet verbazen als ze daar wel al zitten. We hebben alleen nog geen sporen gevonden.”
Dat er op steeds meer plekken in Nederland otters leven is een goed teken, aldus Baars. Het laat zien dat de inspanningen om de waterkwaliteit te verbeteren effect hebben. “Een otter jaagt door middel van zicht, en dat kan alleen in schoon, helder water. Het betekent ook dat hier genoeg vis zit.” (tekst gaat verder onder de foto)
Als de otter zich vestigt in het Duizend Eilandenrijk is dat misschien de natuurlijke redding voor de afkalvende eilandjes. (foto: Streekstad Centraal)
Op het menu staat ook de Amerikaanse rivierkreeft. Wanneer otters het Rijk der Duizend Eilanden bereiken – als ze dat niet al hebben gedaan – dan zullen ze daar zeker niet verhongeren, want van die exotische diersoort zitten er daar genoeg. En de natuurbeheerders zijn ze liever kwijt dan rijk, want ze veroorzaken veel schade aan de oevers van de eilanden door holletjes en tunnels te graven.
“Otters eten die kreeften massaal op. Ook filteren ze de zieke of zwakkere vissen eruit om als eerste op te jagen. De otter is een beetje de koning van het water”, besluit Michael Baars. (foto: Wikimedia / Tomasz Baranowski)
Lang hebben inwoners van de Alkmaarse wijk Vroonermeer-Noord moeten wachten op bushaltes dichter bij huis. Was vorig jaar de zuidzijde al geholpen met bushaltes aan weerszijden van De Keesman, nu worden voorbereidingen getroffen voor aansluiting van de noordzijde van de wijk.
Tussen maandag 17 maart en vrijdag 21 maart legt Stadswerk072 een nieuwe bushalte aan bij de rotonde bij De Helling. Deze halte wordt het start- en eindpunt van buslijn 2. Nu is de dichtstbijzijnde halte voor deze lijn aan de Stiermarkenweg bij de Laan van Keulen.
De VVD-fractie drong eind 2022 aan op beter OV voor Vroonermeer-Noord. Al duurde het bijna twee jaar, de gemeente vond met Connexxion en de provincie een aantal oplossingen. Een lijn dwars door de wijk was eigenlijk geen optie, maar haltes aan de rand van de wijk wél. Voor buslijn 4 zouden haltes aan weerszijden van De Keesman worden gerealiseerd en voor lijn 2 zou een start- en eindpunt komen aan De Helling. Dat is eerste is in december gedaan. Binnenkort worden dus de voorbereidingen getroffen voor verlenging van lijn 2.
Tijdens de werkzaamheden is de rijbaan voor verkeer vanaf de rotonde richting de Schagerweg (N245) afgesloten voor verkeer. Omrijden kan door Vroonermeer-Noord heen naar De Keesman. Deze route zal worden aangegeven op borden. (foto: Bing)
Drie jaar nadat de handtekeningen werden gezet onder een overeenkomst over woningbouw op de locatie van voormalig camping Duinzicht in Heiloo, wordt er eindelijk gebouwd aan 23 sociale huurwoningen op deze plek. Eigenaar van de nieuwe woningen wordt Kennemer Wonen. De nieuwe bewoners krijgen waarschijnlijk begin 2026 de sleutel.
Krista Walter, directeur-bestuurder Kennemer Wonen, Niels van der Wouden, directeur Bouw Van Wijnen Noord-Oost, en Ronald Vennik, wethouder Wonen van de gemeente Heiloo, waren maandag getuige hoe de eerste schroefpalen in de bodem werden gedraaid. (tekst gaat verder onder de foto)
Zo komt het complex sociale huurwoningen van Kennemer Wonen er straks uit te zien. Niels van der Wouden, Krista Walter en Ronald Vennik sloegen de eerste bouwwerkzaamheden gade waar ooit camping Duinzicht was. (foto: aangeleverd)
Het gaat om appartementen met twee en drie kamers. De woningen worden voorzien van een warmte- en koude opslag (WKO) in de bodem en alle appartementen zijn individueel voorzien van zonnepanelen.
Op hetzelfde terrein komt een seniorenhofje met zeventien huurwoningen in het middensegment. Daarnaast kunnen er twaalf twee-onder-een-kapwoningen en vier vrijstaande woningen worden gekocht.
“Mensen enthousiasmeren over de sterrenkunde, dat is het doel van dit weekend”, zegt Paul. Hij is vrijwilliger bij de Heerhugowaardse Stichting Sterrenwacht Saturnus en deelt zijn passie voor sterrenkunde graag. Tijdens de Landelijke Sterrenkijkdagen van dit weekend komt hij wel aan zijn trekken, want de stichting ontving zo’n 700 bezoekers.
“We organiseren het hele jaar door activiteiten, maar tijdens de Landelijke Sterrenkijkdag pakken we echt uit”, zegt Paul. “Vrijdag en zaterdag konden bezoekers hier van alles zien en lezen over het heelal en vooral de sterren.” In de avond kon door telescopen naar sterren en de maan gekeken worden, en dat sloeg aan. “Er stonden rijen tot aan de parkeerplaats,” zegt Paul.
Eef en Paul, vrijwilligers bij Stichting Sterrenwacht Saturnus (foto: Streekstad Centraal)
De meeste stichtingen die in het weekend van de Landelijke Sterrenkijkdagen activiteiten organiseren, doen dat alleen op vrijdag en zaterdag. Maar de fanatiekelingen in Heerhugowaard pakken de zondag ook gewoon mee. “We willen een dag hebben die in het teken staat van kinderen en kwamen er een aantal jaar geleden achter dat zondag daarvoor de beste dag is, dus die pakken we nu ook elk jaar mee”, zegt Paul. En de stichting is niet alleen tijdens de avonden ‘open’.
Paul heeft zondagmiddag net zijn koffie op en gaat de bezoekende kinderen helpen bij het waterraketschieten. Voor velen het hoogtepunt van de dag. Het concept: kinderen nemen een 1,5 liter petfles mee, knutselen daar een ‘raket’ van en vullen die met een laagje water om het een waterraket te maken. Vervolgens komen ze naar Paul toe, die op een grasveldje om de hoek staat met een fietspomp. Die wordt aangesloten op een kurk die in de opening van de fles zit. Vervolgens pompen de kinderen net zo lang lucht in de fles tot de luchtdruk zo hoog wordt dat de fles wegschiet. (tekst gaat door onder de foto)
Kinderen zijn druk bezig met het knutselen van de waterraket die later het luchtruim moet kiezen. (foto: Streekstad Centraal)
Als de tienjarige Tijs komt aanlopen met zijn zojuist geknutselde waterraket weet Paul al genoeg. “Twee mooie vleugels en een scherpe punt, deze gaat ongetwijfeld heel hoog en ver.” Het is voor Tijs de eerste keer dat hij meedoet aan de Landelijke Sterrenkijkdagen, en het zal ook niet de laatste keer zijn.
“Het is heel leuk om zo’n waterraket te maken, en al helemaal als hij zo hoog gaat”, zegt hij. “Kinderen worden hier razend enthousiast van”, ziet Paul. “Het waterraketschieten heeft dan niet zoveel te maken met sterrenkijken, maar omdat kinderen er elk jaar weer ontzettend veel plezier in beleven, blijven we het doen.”
De waterraket van Tijs schiet richting het heelal. De theorie van de natuurkunde op een leuke manier in de praktijk gebracht tijdens de sterrenkijkdagen. (foto: Streekstad Centraal)
Niet alleen kinderen beleven plezier aan het waterraketschieten, ook voor Paul zelf en zijn collega Eef is het genieten geblazen op een middag als deze. “Dit is toch het allermooiste dat er is?”, zegt Eef. “Ik beleef hier zelf minstens zoveel plezier aan als de kinderen. Ik ben dan misschien wat ouder, maar er zit nog steeds een speels jongetje in me.”
Wanneer de volgende ronde waterraketlanceringen gaat beginnen, kijkt Eef even snel naar boven. “Kijk, de maan komt al een beetje tevoorschijn!”, jubelt hij. “Daar kunnen we dan als afsluiting van het weekend nog even mooi naar kijken.”
“Eigenlijk ben jij dat toch? Pastoor des Vaderlands?” Jan-Jaap van Peperstraten kreeg dankzij zijn activiteit op social media vele reacties met die strekking. “Toen dacht ik van nou ja, als jullie me die mantel omhangen, dan heb ik dat maar te accepteren.” En zo kwam Nederland aan een ‘Pastoor des Vaderlands’. Eentje uit de Alkmaarse binnenstad, maar parochiaal actief in de hele regio. “Het is in de aanloop naar carnaval natuurlijk ook een beetje het spel met scherts en ernst.”
We spreken met de kersverse pastoor des vaderlands af in zijn ‘hoofdkantoor’, de Sint Laurentiuskerk aan het Verdronkenoord. Hij ontvangt ons voor de ingang in het zonnetje. Het is zijn stijl, leren we later, en wellicht komt het ook een beetje doordat het binnen slechts 8 graden Celsius is, een schril contrast met de heerlijke buitentemperatuur. Na even het interieur te hebben bewonderd, gaan we zitten om het over zijn kersverse ‘benoeming’ te hebben.
“Er was een hele groep ‘des vaderlandsen’, vertelt pastoor Van Peperstraten. Hij noemt een ritsje titels op. “Het was heel wat, maar vanaf de één op de andere dag besloten die dat niet meer aan ‘des vaderlands’ te doen – want dat is uitsluiterij – en we zijn nu ‘der Nederlanden’.” Zelf ziet hij het woord vaderland breder, meer synoniem met thuisland. “Het klinkt ook veel officiëler. Ik vind het een beetje jammer eigenlijk, een beetje saai. Toen maakte iemand daar een grapje over. Eigenlijk ben jij dat toch? Pastoor des Vaderlands?” (tekst gaat verder onder de foto)
Onder het genot van een kop koffie bespreken we met Jan-Jaap van Peperstraten zijn titel en de wereld. (foto: Streekstad Centraal)
Dat vonden andere volgers ook wel wat, dus besloot hij die titel maar publiekelijk op zich te nemen. Natuurlijk wel met een knipoog. “Als je het serieus gaat nemen zakt het door zijn hoeven”, stelt de theoloog. Nou oké, uitgezonderd personen als Willem van Oranje-Nassau, die met recht ‘des vaderlands’ zijn. “Bovendien hoor ik het is uit de tijd. Nou fantastisch, want pastoors zijn per definitie uit de tijd. Dus ja, geef die mantel maar aan mij en dan ga ik er wat leuks mee doen.”
Uit de tijd is de ‘pastoor des vaderlands’ zelf zeker niet. Hij is heel actief op sociale media en sinds kort heeft hij een website in de lucht. Inmiddels kunnen mensen daar reacties of andere berichtjes achterlaten. Kritiek is prima, maar wel graag netjes. “Ik hou mezelf het recht voor om die reactie dan te excommuniceren”, zegt hij met een lach.
Via de digitale wereld kan Van Peperstraten veel meer mensen bereiken. Hij wil er graag zijn voor iedereen. En dat lijkt sinds corona meer nodig. Hij ziet vooral een toegenomen interesse onder jongeren. “Er zijn heel veel mensen die de weg niet goed meer weten. Die wel iets met zingeving lusten, maar waar stap je heen? Misschien willen ze wat meer weten over de kerk en dan moet je jezelf als kerk op een positieve manier naar buiten toe richten.” Iets waar de kerk hier in zijn ogen nooit sterk in is geweest. (tekst gaat verder onder de foto)
Kerken zijn nog wel eens naar binnen gekeerd, net als de uiterlijk sobere Sint Laurentiuskerk. Van Peperstraten treedt zelf graag juist naar buiten. (foto: Streekstad Centraal)
Van Peperstraten probeert dat stukje zingeving te bieden, serieus maar niet te zwaar en vooral niet belerend. “Wijsvingertjes zijn mensen echt heel erg allergisch voor”, weet hij. “Ja dat hoort ook een beetje bij ons land. Nederland is een beetje een gezagscrisis met een vlag en een taal. Zo is Zweden bijvoorbeeld veel meer collectief. Hier zijn we als kikkers in de pan en dan spetteren we alle kanten op.”
Hij geeft liever wat positivisme mee, maar doet niet aan lege beloften. “Je hebt altijd een kans om iets zinnigs te doen, ook al zie je het echt even niet meer zitten. Raap jezelf op, en als dat niet lukt, geef dan iemand anders even een duwtje. Bevries niet. In de coronatijd hebben we hard ons best gedaan om dat de boodschap te laten zijn”
Tot slot wil Van Peperstraten graag zijn nieuwe boek promoten. Vooruit dan maar. “Ik heb een boek geschreven, een inleiding in de katholieke kerk dat heet ‘Katholiek’. Ja, nu ga ik even reclame maken”, lacht hij. “Ik krijg natuurlijk behoorlijk wat zinzoekers over de vloer en die willen meer weten, maar als ik ze een boek wil aanraden struikel ik eigenlijk alleen maar over Amerikaanse inleidingen, maar je proeft dat er iets niet klopt. Het is niet wie wij zijn.” De pastoor noemt zijn boek een rondleiding door het katholieke geloof in de lage landen. “Heel toegankelijk en niet strijdbaar. Het boek komt uit bij Kok Boekencentrum op 27 maart.”
Vloeken in de kerk. Het mag eigenlijk niet, maar vandaag mocht het voor een keer een soort van. Zaterdagmiddag stond de Grote Kerk in Alkmaar in het teken van Internationale Vrouwendag en dan ‘slut sticks’ in het bijzonder. Onder begeleiding van kunstenares Lara Schnitger maakten deelnemers hun eigen creaties van lingerie op stokken. “De vrijheid van de creativiteit en een belangrijke boodschap komen hier op een hele mooie manier samen.”
Een Grote Kerk vol werkbanken en bergen met lingerie en andere knutselbenodigdheden. Deelnemers aan de workshop slut stick maken hadden niks te kort. In groepjes werd er gewerkt aan de verschillende sticks, en dat was soms nog best even aanpoten. “Jeetje wat is het moeilijk om die punaise in dat hout te krijgen”, klaagt een deelneemster tegen haar collega-knutselaar.
Ondanks dat het soms lastig was, overheerste het enthousiasme zaterdagmiddag. Vrouwen die elkaar nog nooit gezien hebben werken samen alsof ze elkaar al jaren kennen. “Het is zo leuk om op deze manier toch weer nieuwe mensen te leren kennen! Dat zorgt ervoor dat niet alleen buiten het zonnetje schijnt, maar ook hier binnen in de Grote Kerk!” Zelfs Streekstad Centraal moet er aan geloven. Hier en daar moet er een handje geholpen worden of iets worden aangegeven. “Geef die schaar eens als je wil”, klinkt het. “Hou eens even vast alsjeblieft.” (tekst gaat door onder de foto).
De kunstenaressen van de middag zochten tussen de grote hopen lingerie de mooiste items uit voor hun eigen ‘slut sticks’. (foto: Streekstad Centraal).
Het idee van de slut sticks is begonnen bij kunstenares Lara Schnitger. Zij maakt vaker gebruik van stokken bij haar werk en zodoende is ze op het idee gekomen om er slut sticks van te maken, een kunstwerk op een stok, versierd met lingerie en statements. Daarmee wordt aandacht gevraagd voor vrouwenrechten en zelfbeschikking.
“Een slut stick staat er om bekend dat het lekker sletterig mag en stiekem ook moet zijn”, vertelt Schnitger aan Streekstad Centraal. “We gebruiken de stokken als basis en die versier je dan helemaal met lingerie hoe je het ook maar wil, hoe gekker hoe beter zou ik zeggen.”
Die kunstwerken moesten natuurlijk ook een naam krijgen, maar daar hoefde Schnitger niet zo lang over na te denken. “Omdat het natuurlijk stokken zijn, sticks, die gebruikt worden stond dat deel van de naam al best snel vast. En aangezien het lekker ordinair en sletterig is, maar wel met een doel vond ik de naam ‘slut stick’ wel toepasselijk.” (tekst gaat door onder de foto).
Er werd in groepen hard gewerkt om de mooiste ‘slut sticks’ te maken voor de optocht later op de dag. (foto: Streekstad Centraal)
Naast de gezelligheid van de middag hebben de slut sticks ook een wat serieuzere betekenis deze Internationale Vrouwendag. “Op deze manier komt de boodschap dat vrouwen op een normale manier behandeld moeten worden en niet als seks- of lustobject gezien moeten worden weer even goed aan het licht”, vertelt Schnitger.
“Ik heb ook doeken meegenomen naar de kerk met dingen spreuken als ‘my body, my rules’ en ‘be the walker not the dog’ dat alles om de boodschap duidelijk te maken. En mede doordat het vandaag Internationale Vrouwendag is komt het belang daarvan goed naar voren.”
Na een klein uurtje hard werken is het tijd om de kunstwerken aan de buitenwereld te laten zien. Een voor een gaan ze door de grote deuren naar de voorkant van de Grote Kerk. Daar wordt een rij gevormd waarmee ze een rondje door de binnenstad van Alkmaar gaan lopen. “We gaan maar een klein rondje doen hoor want het zijn best zware dingen”, zegt Schnitger lachend. (tekst gaat door onder de foto)
In het warme lentezonnetje liepen de vrouwen met hun zelfgemaakte slut sticks protesterend een rondje door de binnenstad van Alkmaar. (foto: Streekstad Centraal)
“De optocht die we zo gaan lopen moet je eigenlijk zien als een soort demonstratie”, legt Schnitger uit. “We vragen op onze eigen manier aandacht. En daarvoor hoef je zelf dus helemaal niet heel sletterig gekleed te gaan want daar hebben we de slut sticks voor.”
Toch biedt Schnitger deelnemers wel kleding aan voor tijdens de optocht. Zo zijn er blauwe overalls en jurken. “Die staan voor powervrouwen en om dus lekker zelfverzekerd overkomen en ook nog eens met een slut stick te lopen, daar gaat het om vandaag.”
Naast de workshop slut stick maken waren er in Alkmaar diverse andere activiteiten ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag. In de stad werden verschillende evenementen georganiseerd, zoals lezingen, kunstinstallaties en performances. De dag was een kans om stil te staan bij de vooruitgang die is geboekt, maar ook om aandacht te vragen voor de uitdagingen die vrouwen wereldwijd nog steeds ondervinden.
De nestkast in de nok van de Grote Kerk in Alkmaar heeft zijn nut bewezen. Het paartje slechtvalken dat hier vaak was te vinden, heeft nu ook een ei gelegd in de kast. Dat kan gezien worden op een webcam die onlangs is geïnstalleerd.
Nu er ook wifi op grote hoogte is aangelegd, wordt het slaapkamergeluk van de slechtvalken live gestreamd via het YouTube-kanaal van de Grote Kerk. Het was de laatste hindernis voor de live-uitzending. Sinds vrijdagmiddag zijn de beelden op internet te bekijken.
Stadsecoloog Sjoerd van der Zon verwacht dat er de komende dagen nog meer eieren worden gelegd door mevrouw Slechtvalk. Als alle eieren zijn gelegd, legt ze zich toe op het broeden. Daardoor komen de eieren meestal kort na elkaar uit.
UPDATE 9/3: Sinds zondagavond is een tweede ei te zien in het nest. Soms is te zien dat het vrouwtje zich al op de eieren neervlijt.
De nestkast is onlangs aangelegd. Werklieden van Stadswerk072 sjouwden zakken grind naar boven via een smalle wenteltrap. Grind is voor de slechtvalk vaak voldoende om een plek geschikt te achten als nest voor hun nageslacht. Nu blijkt dat het gesjouw met zakken grind niet vergeefs is geweest.
Het YouTube-kanaal van de Grote Kerk had zaterdagavond al een handvol kijkers die het nestgedrag van de slechtvalken live met eigen ogen wilden zien.
Het bleef tot het eind het best bewaarde maritieme geheim van Egmond: de naam van de nieuwe reddingsboot van KNRM Egmond. En nee, het werd niet de naam waar meerdere mensen op gokten. Het werd ‘Irene & Henk’. De boot is er dankzij een echtpaar met een bedrijf in Friesland, dat jarenlang op camping De Bleek in Egmond aan den Hoef vakantie vierde.
De weersomstandigheden konden zaterdag eigenlijk niet beter tijdens de doop en tewaterlating van de nieuwe reddingboot. Het bood de gelegenheid voor de boot en voor de mensen van de KNRM om tijdens de ceremonie bij het Maritiem Centrum te glimmen van trots in het voorjaarszonnetje. Ze hebben de boot twee weken geleden voor het eerst helemaal ‘af’ gezien.
Het grote boothuis van het centrum is fors, maar toch pasten maar net de vele genodigden en belangstellenden er in. Maar voor de nieuwe Van Wijk-klasse in gebruik genomen kan worden moet er eerst iets belangrijks gebeuren. De officiële overdracht door de scheepswerf aan de KNRM. De werf strijkt dan de eigen vlag en de vlag van de KNRM wordt in top gehesen. (tekst gaat verder onder de foto)
De genodigden werden welkom geheten door voormalig burgemeester Lars Voskuil, voorzitter van de lokale commissie KNRM Egmond aan Zee. (foto: Streekstad Centraal)
Daarna volgt de doop, want zonder naam mag er wettelijk zelfs niet gevaren worden. Daarvoor was zangeres Fleur Raateland uitgenodigd, en die was er niet toevallig, legt directeur Jacob Tas van de KNRM uit: “De vrouw die deze boot met haar nalatenschap financiert, leeft nog en wilde absoluut niet in de publiciteit. Ze was echter zeer gecharmeerd van hoe Fleur het nummer ‘Wat als de storm komt’ heeft gezongen, dat Stef Bos vorig jaar speciaal heeft geschreven voor ons 200-jarig jubileum. Daarom vroeg zij haar om de honneurs namens haar te verrichten.”
Fleur deed dat met verve. Met een bijl hakte ze het touwtje door dat het doek omhoog hield dat de naam aan het oog onttrok. ‘Irene & Henk’ kwam onder het doek vandaan. De boot is geschonken door een echtpaar dat sommigen hebben gekend als Irene en Henk. Henk is veertien jaar geleden overleden, maar Irene was – stilletjes verscholen tussen het publiek – wél aanwezig. Ze genoot zichtbaar van het moment en van de door haar gekoesterde anonimiteit. (tekst loopt verder onder de foto)
KNRM-directeur Jacob Tas is razend enthousiast over de vaardigheden van zangeres Fleur bij de doop van de nieuwe reddingboot van station Egmond. (foto: Streekstad Centraal)
De volgende handeling die Fleur voor haar rekening mocht nemen, was de doop. Hiervoor was een fles champagne geregeld, die ze enthousiast over de reling leeggoot. “Je kan wel zien dat je dit vaker hebt gedaan, een fles champagne vasthouden”, complimenteerde KNRM-directeur Jacob Tas de zangeres met haar vaardige hand. (tekst loopt verder onder de foto)
Ergens verscholen tussen het publiek genoot Irene van de ceremonie en van de anonimiteit als schenker van de boot aan de KNRM. (foto: Streekstad Centraal)
De nieuwe boot lijkt sprekend op de voorganger, die al in 1990 werd ontworpen. De hele serie waartoe de nieuwe Egmondse reddingboot behoort, is een doorontwikkeling van de bestaande 11 meter lange Valentijn-klasse. Deze zogenaamde rigid-inflatable-boat (RIB) wordt door de redders die ermee varen geroemd om haar zeewaardigheid. Ook de oude reddingboot ‘Adriaan Hendrik’ behoort tot die klasse, is inmiddels 33 jaar in dienst en wordt toegevoegd aan de reservevloot van de KNRM.
Het is in Egmond al 200 jaar een goed gebruik om de boot ook de christelijke zegen van de plaatselijke geestelijkheid mee te geven. Die rol was zaterdag weggelegd voor de redelijk nieuwe voorganger van de oud-katholieke parochie in Egmond aan Zee, de Zeereerwaarde Heer Pastoor Johannes van Riessen. De boot ontving de christelijke zegen met het gewijde water dat de pastoor met een wijwaterkwast over de boot verspreidde. (tekst loopt verder onder de foto)
Pastoor Johannes van Riessen geeft volgens 200 jaar oude traditie de christelijke zegen aan de nieuwe reddingboot van de KNRM. (foto: Streekstad Centraal)
Ook dit wordt weer in stilte gadegeslagen door de schenkster. Ze had nooit gedacht dit moment nog eens zelf mee te maken. Jarenlang kwam ze vanuit Friesland met haar man voor de vakantie naar camping De Bleek in Egmond aan den Hoef. “Henk was zo betrokken bij het reddingswerk, dat hij altijd op dinsdagavond naar het strand wilde, als de KNRM daar oefende.” Nadat Henk overleed, besloot ze dat ze iets nuttigs wilde doen met hun nalatenschap. De keuze voor de schenking aan de KNRM in Egmond was dus een heel bewuste.
Toen de bijna 80-jarige Friezin haar testament opstelde ten gunste van de KNRM, had ze niet het idee dat ze bij leven nog zou meemaken dat vanuit die toekomstige nalatenschap een nieuwe reddingboot gebouwd en betaald kon worden. “Dat vond ze ook wel spannend, maar nu de dag er is, geniet ze er ook wel van”, merkt KNRM’er Henk Biesboer op. (tekst loopt verder onder de foto)
Henk Biesboer (vooraan) poseert met het hele team van KNRM-station Egmond met de nieuwe boot Irene & Henk, de opvolger van de Adriaan Hendrik uit 1992. (foto: Streekstad Centraal)
Het interview wordt onderbroken als de KNRM’ers allemaal bij elkaar worden geroepen voor een groepsfoto met de nieuwe reddingboot. De stemming is opperbest. De oude Adriaan Hendrik is al naar zee gereden. Zo meteen volgt de nieuwe Irene & Henk, om samen wat rondjes langs het strand te varen voor de fotoshoots. De dag van het Egmondse afscheid van de Adriaan Hendrik komt steeds dichterbij, en dat roept bij de zeebonken van de KNRM gemengde gevoelens op. (tekst loopt verder onder de foto)
De Irene & Henk onderweg naar het strand voor een demonstratie van haar kunnen. De Adriaan Hendrik ligt daar in zee en in het zonnetje al op de opvolger te wachten. (foto: Streekstad Centraal)
Schipper Werner Visser moest zaterdag kiezen of hij aan het roer staat van de Adriaan Hendrik of die van Irene & Henk. De laatste wint het deze dag. Sierlijk en soepel stuurt hij de nieuwe aanwinst door de branding, fraai geleid of gevolgd door de voorganger, die sinds 1992 de redders op zee en de mensen in nood nooit in de steek heeft gelaten. Op die betrouwbaarheid van Irene & Henk wordt de komende 30 jaar ook weer gerekend.
(foto Adriaan Hendrik en Irene & Henk op zee: KNRM Rob Glas. Overige foto’s: Streekstad Centraal)