Groot in klein: modelspoorwinkel Huider in Heerhugowaard is de grootste in zijn soort in Nederland. Liefhebbers van modelspoor weten de winkel langs het spoor tussen Alkmaar en Heerhugowaard dan ook goed te vinden. Bijvoorbeeld op de Open Dag van zaterdag 14 september.
Boven de winkel van Huider, die vol staat met modeltreinen en decorstukken voor de modelspoorbaan, is door de eigenaar zélf een grote baan gebouwd. Deze ‘Huiderstad’ zal tijdens de open dag in het middelpunt van de belangstelling staan. Treinen uit verschillende perioden rijden over de verschillende tracés. De baan bestaat uit een Nederlands en Duits deel, met passende thematisering en natuurlijk bekende treinen als de koploper en de ICE.
Tijdens de open dag presenteren ook andere modelspoorbouwers hun kunsten en zijn er verschillende demonstraties. Ook zal er vooruit worden gekeken naar 2025, als Huider zijn jubileum viert en er een heuse stoomtrein zal gaan rijden tussen Alkmaar en Heerhugowaard.
De open dag van Huider begint zaterdag 14 september al om 9:30 en duurt tot 17:00. Toegang tot de open dag is gratis.
Zeggen dat je plasticneutraal bent, maar ondertussen bergen met plastic afval produceren. Die twee bijten elkaar nogal, zou je zeggen. Toch is het de werkelijkheid bij PepsiCo, onder andere producent van Lay’s chips. Want je hoeft als bedrijf eigenlijk niets te veranderen aan je afvalproductie, zolang je maar investeert in bedrijven die dit wél doen.
Het valt te vergelijken met de optie die je kunt aanklikken bij het boeken van je vliegtuigstoel: betaal een paar euro extra om jouw CO2-voetafdruk te compenseren. Een paar euro ter compensatie, met een schoon geweten tot gevolg. Lay’s moederbedrijf PepsiCo in Broek op Langedijk doet het net zo, maar dan met afval.
Want waar het bedrijf zichzelf in enkele landen, waaronder de Filippijnen, ‘plasticneutraal’ noemt, blijkt het wereldwijd een van de grootste plasticvervuilers, zo schrijft Follow de Money (FTM), een platform voor onderzoeksjournalistiek. De stranden van de Filippijnen liggen vol met de bekende rood-gele chipszakjes. Ondertussen gaat de marketingcampagne van Lays gewoon door, zelfs met beroemdheden die op Instagram uitleggen dat ze hun lievelingssnack nu nóg meer waarderen, omdat het bedrijf sinds 2017 plasticneutraal is. (tekst loopt verder onder foto)
Hoe doen ze dat? Door te investeren in andere bedrijven die wél recyclen. Door zogenoemde ‘plastic-kredieten’ aan te schaffen. Die koop je bijvoorbeeld van afvalverzamelaars; mensen die plastic uit de oceaan vissen, of een ander bedrijf dat plastic recyclet tot iets anders. De één compenseert voor de ander, zeg maar. Gangbaar is dat een ton verzameld plastic één plastic-krediet waard is.
En dat heeft natuurlijk een groot voordeel voor PepsiCo, die hierdoor A kunnen zeggen en B kunnen blijven doen. Maar plastic-krediet vertelt niet om wat voor soort plastic het moet gaan. Terwijl het best kan uitmaken waar het plastic is verzameld – op een stortplaats of in een rivier? – als je kijkt naar de impact van het weghalen van dat plastic. Daarnaast bleek het grootste deel van PepsiCo’s plastic-kredieten te zitten in een bedrijf dat oude autobanden verbrandt om energie op te wekken, waarbij ook giftige stoffen vrijkomen. Niet de meest milieuvriendelijke methode.
Een reactie krijgt FTM niet van PepsiCo, ondanks meerdere verzoeken. Overigens zijn er meerdere bedrijven die plastic-kredieten kopen, zoals Coca-Cola en Nuud, een deodorantmerk.
Het zag er al niet rooskleurig uit, inmiddels lijkt het verdwijnen van Esprit uit de Alkmaarse binnenstad onomkeerbaar. De franchisenemer die de Alkmaarse winkel uitbaat, samen met nog vier andere Noord-Hollandse filialen, heeft in navolging van het faillissement van Esprit ook zelf faillissement aangevraagd.
Dat meldt RTL-Z. Eerder berichtte Streekstad Centraal al over het dreigende faillissement van Esprit, dat maandag werd uitgesproken. De franchisenemers zouden daar niet direct door geraakt hoeven worden, maar in de praktijk is dat dus wel zo. Omdat het modehuis al langer geen nieuwe kleding meer leverde stapelden ook binnen de franchise-winkels de problemen zich op.
De leegstand in de Alkmaarse binnenstad is op sociale media onderwerp van discussie. Zeker als de verschillende plekken met leegstand achter elkaar worden geplakt in een filmpje mist dat zijn effect niet. Zo’n filmpje doet de ronde en veel Alkmaarders herkennen het beeld wel. Het nieuws over Esprit komt ook kort na het nieuws dat het over en uit is voor schoenenketen Bristol. (foto: Jan Gnodde)
“Dit zijn zulke ontzettend lieve mensen. Ik vind het vreselijk dat ze stoppen, maar het is een mooie leeftijd.” Ooit begonnen vlak voor station Alkmaar en inmiddels een begrip in de kaasstad: afhaalchinees Mei Mie. Na 28 jaar gaan de eigenaren met pensioen. Zondag werden de allerlaatste gerechten geveild voor het goede doel.
“Mijn ouders zijn hier gestart met het idee van: wij gunnen onze kinderen het beste van de wereld. Dus wij zijn naar school gestuurd”, vertelt Poey Lam, dochter van de eigenaren, tegen Streekstad Centraal. Haar vader, chef van Mei Mie, tikt inmiddels de 74 jaar aan, “en nu komt er een eind aan.” Mei Mie sluit nu definitief haar deuren en veilt de laatste gerechten. (tekst loopt verder onder foto)
Klanten vullen de het afhaalrestaurant, hopend dat ze dat éne maaltje voor een laatste keer te mogen proeven. Met een megafoon en onder luid gejoel worden de gerechten één voor één geveild.
Dan biedt een bezoeker maar liefst 130 euro voor zijn favoriete schotel. “Ik gun ze hun pensioen van harte. Echte toppers”, vertelt hij. “Ik ga het onwijs missen. En dat is ook de reden dat ik dacht: ik moet serieus inzetten. Als blijk van waardering.”
Onder luid applaus schenken de eigenaren hun trouwe klanten nog enkele laatste woorden: “Dankjewel, iedereen!”
Na het sluiten van Bristol in de Alkmaarse binnenstad, moet Alkmaar binnenkort misschien ook afscheid nemen van de Espritvestiging op de Laat. Het moederbedrijf van het modemerk heeft maandag voor de Europese divisie faillissement aangevraagd bij de rechtbank in Amsterdam. Of de winkels daadwerkelijke sluiten is nog onduidelijk.
Esprit had het al langer financieel moeilijk en faillissement aanvragen is volgens het bedrijf passend en in belang van het moederconcern. De kas werd steeds leger, waardoor het in Hong Kong gelegen moederbedrijf geen toekomst meer ziet voor de Europese winkels.
Of Esprit op de Laat openblijft is nog de vraag. Een curator moet een oplossing vinden voor de ketens in Europa, een koper bijvoorbeeld. Anders sluiten alle winkels in Europa. (foto: Jan Gnodde)
“De oudste klanten kennen mij en mijn jongere broer nog wel. Als kleine kinderen gingen we al met onze ouders mee.” Poey Lam zat dan lekker te tekenen, te spelen op het keyboard of aan haar huiswerk, terwijl haar ouders hongerige mensen uit heel het land voorzagen van Chinees-Indisch eten. Nu sluit het lokaal beroemde afhaalrestaurant Mei Mie na 28 jaar haar deuren.
Met het water in de mond in de trein richting Alkmaar, wetende wat je zo ging bestellen als je aankwam op Alkmaar Centraal. Haast elke treinreizende Alkmaarder kent Mei Mie op de Stationsweg. “Maar onze klanten kwamen uit alle hoeken van het land”, vertelt Poey Lam, dochter van eigenarenechtpaar Lam. Wegens de taalbarrière is het handiger dat ik haar spreek, vertelt ze aan Streekstad Centraal. “NS-personeel uit Maastricht kwam bij ons langs. Zelfs als we op vakantie waren in het buitenland, werden we soms aangesproken door klanten.”
Vanaf haar vijftiende werkte Poey zelf ook parttime in het restaurant. Dat doet ze inmiddels, twintig jaar later, nog één avond per week en als het druk is. “Mijn jongere broer staat er nog elke zondag. Hij heeft nog nooit een vrije zondag gekend”, lacht ze. Maar daar komt nu verandering in. Want Poeys ouders gaan met pensioen. “Mijn vader wordt bijna 75, dus hij is al een stuk langer doorgegaan. Het werk werd zwaarder voor hem, de beste man werkt veertien uur per dag.” (tekst loopt verder onder foto)
De zaak overnemen was voor Poey en haar broer geen optie, “en dat was ook niet de wens van onze ouders. Wij zijn destijds naar school gestuurd, zoals veel Chinezen van de volgende generatie, onder het mom van een beter leven. Mijn ouders hebben hart en nieren geïnvesteerd, ze wilden niet dat wij hetzelfde gingen doen.”
Toch is het voor haar en haar broer “wel een ding”, dat het geliefde eettentje sluit. Lief en leed deelden Poey en haar familie in Mei Mie. In 2012 kreeg het gezin te horen dat hun geliefde eettent moest wijken voor de verbouwing van station Alkmaar. Het huurcontract werd beëindigd, want de NS had de ruimte nodig voor een bewaakte fietsenstalling. Omdat er geen nieuwe plek op het station beschikbaar leek, startte de familie Lam een petitie en haalde daarmee zelfs de Alkmaarse raad. Uiteindelijk kwam die nieuwe locatie er, zo’n vijftig meter verwijderd van de oude, bekende gele kiosk. (tekst loopt verder onder foto)
Op deze nieuwe plek werkte de familie nog een goede twaalf jaar. Zondag 28 juli is hun laatste, officiële dag en volgt een afscheidsfeest, waarbij “de meest populaire gerechten worden geveild aan onze klanten.” De allerlaatste Babi Pangang of Foe Yong Hai voor de hoogste bieder. “De opbrengst gaat naar de Voedselbank, want mijn ouders willen graag iets teruggeven aan de gemeenschap die ons jaren heeft gesteund.”
En nu, hoe gaat het echtpaar Lam hun pensioen doorbrengen? Poey lacht. “Maar mijn vader kan niet stilzitten.” In coronatijd maakte Poey fimpjes van haar vader, bijvoorbeeld van hoe je een bepaald gerecht bereidt of een wokpan onderhoudt, en postte die op TikTok. Met veel succes. “Er zijn nog geen concrete plannen, maar we hebben het er wel over gehad dat hij bijvoorbeeld workshops kan gaan geven, want hij zal de mensen enorm gaan missen.”
Genieten van alle vrije tijd, en reizen staan ook de planning. Maar niet té veel vrije tijd, “want aan het eind van het jaar worden ze voor het eerst opa en oma. Dat valt toevallig samen.” Ze grinnikt. ” Dus ze mogen een paar maanden bijkomen en dan oppassen!”
Je wist het misschien niet, maar er zijn twee Alkmaars (Alkmaaren?). De gewone, tastbare stad die we allemaal zien en kennen, waarin we wonen en leven. Én er is een digitaal Alkmaar, waar je bijvoorbeeld kunt vinden hoeveel drempels er in Alkmaar liggen, of hoeveel vermiste katten er in een wijk zijn. Van strooiroutes tot welke huizen zonnepanelen hebben. You name it, Alkmaars Digitale Tweeling weet het.
Maar wat moet een gewoon mens met deze informatie? Dat vroeg Streekstad Centraal zich ook af. Dus gingen we op zoek. En wat blijkt? Je kunt er vooral mee doen wat je zélf wil.
Alkmaars Digitale Tweeling is te vinden op de website van de gemeente Alkmaar en is toegankelijk voor iedereen. Eigenlijk is het het best te omschrijven als een soort grote kaartenbak met gegevens, met feiten. De inhoud van die kaartenbak komt werkelijk overal vandaan. Verkeersdata bijvoorbeeld – hoeveel auto’s wanneer en waar rijden – komt uit de navigatiesystemen van die auto’s. Zoekgeraakte katteninformatie komt via Amivedi, een stichting die zich inzet voor vermiste en gevonden huisdieren. Een kanttekening is natuurlijk wel dat niet iedereen zijn kat opgeeft als vermist.
Anders dan bij gegevens in een ‘gewoon’ tabelletje, heb je in de tweeling meteen een beeld bij de informatie. Zeg dat je vaak wandelt en vindt dat er te weinig schaduwplekken zijn in jouw buurt. Op de tweelingkaart kun je het aantal bomen per wijk bekijken en zo zien of jouw straat misschien wel een stuk boomlozer is dan de rest. Klik je vervolgens ook ‘bodemkwaliteit’ aan, dan kun je meteen zien of dat misschien de reden is voor het gebrek aan groen.
Daarnaast wordt de Tweeling ook gebruikt om wensen en feedback in kaart te brengen. Iedereen die door het Noord-Hollands Kanaal voer, kon recent langs de kant een QR-code scannen en een vraag beantwoorden: ‘Wat zie jij het liefst langs de oever van het kanaal?’ Later kun je op de tweeling dan ook zien wat de bouwplannen zijn langs die oever en welke wensen zijn meegenomen en welke niet.
De ‘vader’ van de Digitale Tweeling, programmamanager Niek Hendriks, is hartstikke trots op wat er al allemaal kan. “Hiermee kun je een verhaal vertellen over de stad. Je kan losse informatie aan elkaar koppelen die je normaal niet zo snel bij elkaar krijgt. Het is een eerste stap om gezamenlijk te komen bij: wat gebeurt er in de stad en hoe kan ik dat duidelijk maken.” (tekst loopt verder onder foto)
Maar wat betekent zo’n tweelingstad nou voor de levens van Alkmaarders? Het kan een handige tool zijn voor bijvoorbeeld ondernemers, onderzoekers, makelaars, journalisten, de gemeente Alkmaar zelf natuurlijk, andere inwoners die cijfers nodig hebben en het is een spectaculaire bron voor spreekbeurten. Voor de meesten Alkmaarders die weinig te doen hebben met gegevens verandert er met de tweeling – waarschijnlijk – niet zo gek veel. Al kan het natuurlijk leuk zijn om je eigen adres op te zoeken en eens te kijken wat er allemaal bekend is over je buurt.
“Dat staat je echt goed,” zegt de 21-jarige Safier tegen haar vriend Boo. Met z’n drietjes staan ze voor de spiegel in de hoek van de Kook kringloopwinkel. Terwijl Maartje een shirt over haar hoofd trekt, heeft Boo zijn ‘pareltje’ al gevonden: een blitse groene jas. “Hij kost maar vier euro, deze neem ik mee.”
De drie komen regelmatig in kringloopwinkels. “Mijn kledingkast ligt helemaal vol met tweedehands kleren,” vertelt Safier. Dat doet ze niet alleen voor de duurzaamheid, maar ook omdat ze hier de leukste dingen tegenkomt. “Je kan echt unieke en mooie kleren vinden en vaak zijn ze ook nog van betere kwaliteit,” legt ze uit terwijl ze een lange rode rok past. Maartje vult haar aan: “Het is ook gewoon leuk om lekker rond te snuffelen.” (tekst loopt verder onder de foto)
Terwijl de jongeren ongehinderd kleren aan het passen zijn, klinkt er zaterdag veel geklap en muziek door de winkel van Stichting Kook in Alkmaar. Medewerkers en kinderen lopen in jurken, hoeden en hoge hakken over de rode loper. Er vindt een echte modeshow plaats. En niet zonder reden.
Gemeente Alkmaar organiseerde in samenwerking met de kringloopwinkels in de Zijperstraat een ‘Kringloopfeest’. Dit feest was niet alleen bedoeld voor de vaste klanten, maar ook om nieuwe mensen te verwelkomen die normaal niet naar een kringloopwinkel gaan. En dat werkte: er kwamen de nodige mensen op het kringloopfeest af. De ene winkel pakte het grootser aan dan de andere. (tekst loopt verder onder de foto)
Zo kwam Wilma Schouten van stichting Kook op het idee om de mooie tweedehands vondsten met een modeshow te laten zien. “We hebben hier alles.” Van top tot teen kun je jezelf transformeren met een gloednieuwe outfit en deze modeshow moest dat aan de bezoekers laten zien.
Wilma werkt al jaren – net als alle medewerkers – als vrijwilliger bij Kook. De tweedehands spullen die daar worden verkocht dragen niet alleen bij aan de duurzaamheid, maar vanuit de winst wordt ook aan een goed doel gedoneerd. Deze maand gaat de donatie naar zonnepanelen, een pomp en een put voor een gezondheidscentrum in Ouagadougou in Burkina Faso. (tekst loopt verder onder de foto)
Bij Kringloopwinkel RataPlan in Alkmaar krijgen de medewerkers betaald. En krijgt iedereen een kans. En daar is Ydze Wijdoogen blij mee. Op 11-jarige leeftijd kwam hij in een auto-ongeluk terecht en lag zes weken in coma. Die gebeurtenis zorgde ervoor dat Ydze niet lekker kon meedraaien in onze competitieve en prestatiegedreven maatschappij.
Inmiddels is hij 63 en heeft hij bij verschillende bedrijven gewerkt, maar werd altijd gezien als “het zoveelste nummertje.” Bij RataPlan – waar hij nu tien jaar werkt – is dat niet het geval, zegt hij: “Ik kan hier tientallen keren vragen hoe iets moet en ze blijven me helpen.” (tekst loopt verder onder de foto)
Hij wilde het feest natuurlijk niet missen, want ook RataPlan heeft net als Koop ook alles uit de kast getrokken. Met een kop koffie in zijn handen kijkt hij naar de kinderen die oud-Hollandse spellen spelen en naar taxateur Marcel Brouwer die de waarde schat van bijzondere spullen die bezoekers langs brengen.
De ogen van Marcel lichten op wanneer hij zijn kennis met ze deelt. “We hebben vandaag echt mooie dingen voorbij zien komen. Veel van deze waardevolle spullen hebben mensen gewoon gevonden in kringloopwinkels.” (tekst loopt verder onder de foto)
Het Alkmaarse Kringloopfeest in de Zijperstraat trok zaterdag de nodige bezoekers en zette de sector vol in de belangstelling. “Ik ben enorm trots op iedereen en blij dat er zoveel mensen zijn gekomen”, zegt Wilma tenslotte, voor ze weer een bezoeker gaat helpen.
Vandaag maakt hij – na een heleboel ellende – een frisse start in het centrum van Alkmaar. Martijn Ploeger (34) opent een nieuwe gym aan de Bloemstraat. City Gym is veel kleiner dan zijn vorige sportcentrum aan de Helderseweg, maar dat vindt hij niet erg. Martijn is vooral blij dat hij door kan, liet hij eerder deze week weten. Al droomt hij wel alvast van meer City Gyms in het land.
In 2014 startte loodgieter Martijn met Crossfit 072, later Team Victrix. In de sport lag zijn hart. Maar vervolgens kreeg hij – in chronologische volgorde -een brand, een faillissement, de coronacrisis, huurconflicten, gedwongen sluiting een hersenvliesontsteking en een afketsende overeenkomst voor een nieuwe locatie voor zijn kiezen.
“Ik ben twee weken heel ziek geweest. Nu heb ik sinds een maandje van ‘okay, het gaat de goeie kant op’. Het was ‘gelukkig’ een virale ontsteking, die is minder ernstig dan een bacteriële. Maar als ik korter slaap heb ik hoofdpijn. Ik heb nu echt wel negen uur slaap nodig.” (tekst gaat verder onder de foto)
“Team Victrix beëindigen was een zooitje want ik was niet aanwezig, en ik was daarna eigenlijk gewoon niet in staat om het goed af te handelen”. Niet alleen waren er de zaken rond het faillissement en zijn schuld, ook wilde de gedreven ondernemer zijn personeel en leden netjes ergens anders onderbrengen. “Ik heb het toch goed afgerond, in mijn ogen.”
Om toch een inkomen te hebben kluste hij als loodgieter. “Ik heb mazzel dat ik daar handig in ben”, zegt Martijn met een glimlach. “Maar het is wel een kutperiode geweest. Ik was nog helemaal niet fit, mentaal ook niet.” In februari kreeg hij een vaste baan. Eindelijk rustiger vaarwater? Nee, want na een paar maanden was er een reorganisatie in het bedrijf, waar hij zich toch al niet prettig voelde.
Een bekende van hem, Patrick Zorge, benaderde hem met een vraag over zijn gebouw aan de Bloemstraat.”Hij vroeg aan mij, ‘is het niet wat om daar een sportschool te starten?’.” Daar kon hij geen ‘nee’ tegen zeggen, maar de start was voorzichtig. “Naast mijn job kon ik hem wel een beetje begeleiden, dat vind ik leuk om te doen. Maar toen was er die reorganisatie en besloot ik daar te stoppen.” En zo rolde Martijn weer in zijn oude rol als sportschoolhouder. Deze keer als bedrijfsleider. (tekst gaat door onder de foto)
De laatste weken is hard gewerkt om in ieder geval het interieur af te hebben voor de opening. In de ruimte is een hoek met halters en dumbbells, maar vooral de peperduur ogende apparaten vallen op. “Die zijn zéker niet gratis nee”, lacht Martijn. “Er zit een heel uitgebreid softwaresysteem achter en ze zijn elektronisch gestuurd. Het toffe van het concept is dat iedereen kan op zijn of haar niveau starten en je vervolgens echt een ontwikkeling ziet. Het is super meetbaar.”
Bezoekers krijgen een programma op maat dat regelmatig verandert én de apparaten zijn interactief. “Hoe meer kracht je zet, hoe meer weerstand. Ze kunnen tot 150 kilo weerstand geven”, licht de bedrijfsleider toe. Daarmee willen hij en Patrick zich onderscheiden. Bijkomend voordeel van het systeem is dat er minder personeel nodig is. “Mensen vinden is nu erg lastig.” (tekst gaat verder onder onder de foto)
Ondanks de personeelskrapte en zijn gezondheid, kijkt Martijn Ploeger al vooruit naar nieuwe City Gyms elders. En een crossfit school in Alkmaar, want dat vindt hij toch wel het leukste. En samenwerken met een atletiekclub. Maar eerst maar eens de opening van de spiksplinternieuwe sportschool aan de Bloemstraat.
Diploma op zak, op examenreis en in september beginnen aan een nieuwe opleiding. Niet iedereen kiest meer automatisch voor deze traditionele route. Twee abituriënten – ja, wij moesten het ook opzoeken – delen hun compleet tegenovergestelde verhalen. En oh ja, een abituriënt is iemand die zijn of haar middelbare school diploma heeft gehaald.
De 18-jarige Jelle Mul uit Alkmaar heeft vorig jaar zijn havo diploma gehaald en na twee weken de opleiding Business Studies te hebben gevolgd, had hij genoeg gezien. Hij moest zijn droom achterna en schreef zich in maart van dit jaar – de dag na zijn achttiende verjaardag – in bij Kamer van Koophandel. “Toen ik acht was verkocht ik al plantjes aan mijn buren. Ondernemen zit blijkbaar in mijn bloed.” (tekst loopt verder onder de foto)
Hij heeft grootste plannen met zijn bedrijf: ‘Dekzwabber’. Met zijn zwabberbus reist hij in Noord-Holland van haven naar haven om boten te schrobben en te polijsten. Inmiddels heeft hij vier jonge jongens in dienst en wordt er ook al geflyerd in Friesland. “Uiteindelijk wil ik dat op alle havens in Nederland een ‘dekzwabber’ is om boten schoon te maken.”
Maar bij het oprichten van een eigen bedrijf komt veel kijken. Verzekeringen en belasting zijn niet te onderschatten. Een eigen bedrijf is een volwassen last, en zorgt voor volwassen zorgen: “Voor nu zijn we nog niet winstgevend en sta ik in het rood. Ik denk dat het wel goed komt, maar toen mijn bus stuk ging lag ik wel een paar nachten wakker.”
Het zijn zorgen waar veel andere jongeren zich nog helemaal druk om hoeven te maken. “Ik leef een heel ander leven dan mijn vrienden die zijn gaan studeren, maar leer nu ook andere jonge ondernemers kennen.” Spijt van zijn keuze heeft hij geen moment. (tekst loopt verder onder de foto)
De 18-jarige Iris Wagenaar uit Bergen moet er (voorlopig) niet aan denken om een eigen bedrijf te beginnen. Zij is juist toe aan vakantie. Jaren ploeteren in de schoolbanken om het vwo-diploma te bemachtigen, mag volgens haar wel beloond worden. Met rust en avontuur.
Het leek haar erg leuk om naar Australië te gaan, maar toen ze er achter kwam hoe duur het leven daar is paste ze die plannen toch maar aan. “Ik wil echt niet werken tijdens deze reis.” Er werd een bestemming gekozen die wat betaalbaarder bleek en in oktober gaat het gebeuren. Samen met iemand die ze nog maar net kent – via een vind-je-reismaatje app – gaat ze een half jaar rond reizen in Azië.
Ook Iris wist al op tijd wat ze na haar examen wilde en nam de beslissing toen ze 14 was: “Ik wil een tussenjaar.” Hoe dat jaar er precies uit zou komen te zien, wist ze toen nog niet. Maar dat dit haar moment is om te gaan reizen is duidelijk. “Ik woon nog thuis dus heb geen vaste lasten of werk dat me tegenhoudt. Dit is hét moment.” (tekst loopt verder onder de foto)
Toch heeft ze wel haar twijfels gehad. “Mijn hele vriendengroep gaat doorstuderen.” Dat maakte het voor Iris moeilijker om toch haar eigen ding te gaan doen. “Eerst dacht ik: wat ben ik dan oud als ik aan mijn opleiding begin. Maar eigenlijk valt dat ook wel mee.”
Inmiddels is ze vastberaden en kijkt ze uit naar het avontuur. “Mijn ouders kunnen me ook niet meer overhalen.” Thailand, Vietnam, Singapore. Iris weet nog niet precies waar ze heen gaan en hoe ze daar gaan komen, maar dat maakt het enthousiasme niet minder. Met deze reis wil ze de wereld zien, mensen leren kennen en nieuwe culturen ontdekken.
En de reis is niet alleen een beloning voor het werk op school. Ze heeft letterlijk jaren afgewassen en in de bediening gewerkt om genoeg te kunnen sparen voor dit tussenjaar. “Op mijn veertiende ben ik al begonnen met sparen”, zegt Iris. En ze kijkt er enorm naar uit. “Het is echt een droom die uitkomt.”