De zon breekt langzaam door de wolken en rond de Witte Kerk vult de lucht zich met de geur van verse gerechten. Het grasveld rondom de kerk verandert in een culinair en zomers paradijs. Heiloo Proeft is al in volle gang. Met een glas wijn of een koel biertje in de hand struinen bezoekers langs de stands van zes lokale restaurants, terwijl muziek en gezelligheid de toon zetten.
Bezoekers slenteren langs de verschillende kraampjes. Overal is iets anders te krijgen. Van verfijnde hapjes tot stoere streetfoodgerechten. Bij de kraampjes staat een rij nieuwsgierige mensen, en vaak hoor je na de eerste hap een tevreden “mmm” of een verbaasde “oh, dat is lekker!”.
Bescheiden porties zorgen ervoor dat er overal iets nieuws te proberen blijft. Aan een statafel klinkt tevreden gelach als een groep vrienden net hun bordjes heeft opgehaald. “Het leuke is dat je steeds weer iets anders kunt uitproberen,” vertelt één van hen. “En het is betaalbaar, waardoor je makkelijk meerdere dingen kunt proeven, zo zijn we de hele dag wel zoet.” (tekst gaat door onder de foto)
Zes Heilooër horecagelegenheden bundelden de krachten en zorgden voor een volgens de bezoekers zeer geslaagde eerste editie van Heiloo Proeft.
Met een glas wijn of een frisse cocktail erbij voelt het alsof het grasveld voor even verandert in een openlucht-restaurant. “Het is net alsof we op vakantie zijn, maar dan gewoon hier in Heiloo,” zegt een duidelijk genietende bezoeker lachend, terwijl ze met haar bordje naar een van de statafels tafel loopt.
Ook de mensen áchter de kramen genieten zichtbaar. “We zijn natuurlijk gewend om in ons restaurant te werken,” zegt een medewerker terwijl hij een gerecht opschept. “Maar dit is veel leuker, omdat je direct ziet hoe mensen reageren. Iedereen is vrolijk, iedereen heeft zin om iets nieuws te proberen. Dat is erg leuk.”
En er is aan alle leeftijden gedacht, want terwijl ouders aan een glas wijn nippen, kunnen de kinderen spelen op het springkussen of dansen op de muziek. “Normaal gesproken zijn festivals vaak niet zo kindvriendelijk,” vertelt een moeder. “Maar hier kan je gewoon met het hele gezin naartoe. De kinderen hebben de ruimte, en wij genieten mee.” (tekst gaat door onder de foto)
Tussen de gezelligheid door zijn er verschillende optredens, waaronder Bateria Unidos D’Alcmaria die het grasveld om de Witte Kerk voorzien van Braziliaanse samba. (foto: Streekstad Centraal)
Tussen de kraampjes door klinken de klanken van een optreden, en dat geeft toch net even dat extra stukje sfeer. Terwijl groepen vrienden staan te proeven en praten, dansen ouders met hun kinderen. “Het eten is heerlijk, maar de muziek maakt het helemaal compleet,” zegt één van hen.
De kracht van Heiloo Proeft is volgens de bezoekers dat het mensen samenbrengt. Bekenden komen elkaar spontaan tegen, onbekenden raken met elkaar aan de praat. “Het voelt als een groot dorpsfeest,” zegt een man die net een wijntje haalt. “En het mooie is: er hangt helemaal geen gedoe. Iedereen is relaxed, iedereen heeft het naar z’n zin.”
Eigenlijk klinkt vaak hetzelfde geluid: dit mag vaker. “Dit is pas de eerste editie,” laat iemand Streekstad Centraal weten, “maar als het aan mij ligt komt dit elk jaar terug. Heiloo heeft zoiets echt nodig.” Een groepje jongeren dat langsloopt knikt instemmend. “Ja, dit moet gewoon een traditie worden. Lekker eten, muziek, gezelligheid – wat wil je nog meer?”
Het bijna vijftien jaar sleutelen aan scooters en brommers houdt binnenkort op voor de Bromshop in Heiloo. Eigenaar Bob Erkamp (40) vindt het mooi geweest. Toch stopt hij niet, maar richt hij zich op een nieuwe toekomst voor hem en zijn team. Op bedrijventerrein De Oude Werf gaat Bob zich richten op zorgmobiliteit. Dus bijvoorbeeld rollators, scootmobielen en aangepaste fietsen. Daarmee verdwijnt een stukje jeugdcultuur uit Heiloo, maar hij verheugt zich op de nieuwe klantenkring: “Ouderen zijn altijd zo dankbaar.”
Toen Erkamp in 2010 begon met de Bromshop, stond de scooterwereld er nog heel anders voor. “Het was vooral tweetakt, motoren die stonken maar waar iedereen aan sleutelde,” vertelt hij. Jongeren kochten opvoersetjes, wisselden uitlaten en plakten stickers om hun scooter een persoonlijk karakter te geven. “Er werd volop gesleuteld door de jeugd, dat zat echt in die tijdsgeest.”
Maar die hobbycultuur verdween. Strengere milieuregels, viertakt, injectieblokken én de hoge kosten om scooters op te voeren, haalden veel plezier uit de markt. Het echte omslagpunt was echter de landelijke helmplicht in 2023, vertelt Erkamp aan Streekstad Centraal. (tekst gaat verder onder de foto)
Bart Schipper in gesprek met enkele klanten van de Zorgshop bij de winkel op De Oude Werf in Heiloo (foto: Streekstad Centraal)
“Veel mensen hadden hun scooter voor de zomer, voor ritjes naar het strand. Toen ineens overal een helm verplicht werd, stapten de mensen massaal over op de elektrische fiets of fatbike. Het gemak van met 25 km/u zonder helm rijden bleek aantrekkelijker.”
Daarmee zakte de vraag naar scooters en brommers definitief in. Nieuwe verkoop werd schaars, en wat resteerde waren vooral reparaties – vaak aan slecht onderhouden voertuigen of goedkope fatbikes van inferieure kwaliteit. “We hadden steeds minder plezier in alleen maar problemen oplossen. Het werd negatief. En zoiets wil je niet draaiende houden.”(tekst gaat verder onder de foto)
Assistent-bedrijfsleider Rocky neemt de komende maanden afscheid van de reparatie van scooters en brommers, en blijft werken in het team voor De Zorgshop (foto: Streekstad Centraal)
Rondom de sluiting doen al geruchten de ronde dat de Bromshop kopje-onder zou zijn gegaan. Erkamp wil dat misverstand uit de wereld helpen: “Als we failliet waren, was de deur meteen dichtgegaan. Dit is een bewuste keuze. Brommers zitten ons nu in de weg, terwijl de zorg-tak hard groeit. Het werd tijd om die stap officieel te maken.”
Vier jaar geleden verhuisde de Bromshop al van de Stationsweg in Heiloo naar het huidige pand op De Oude Werf. Daar begon Erkamp voorzichtig met reparaties voor rollators en scootmobielen. “Een klant vroeg of we een bandje van een rollator konden vervangen, een ander om een kabeltje. Toen dacht ik: waarom eigenlijk niet? Dat kleine hoekje beneden is nu uitgegroeid tot een complete showroom voor zorgmobiliteit.”
Een sleutelmoment was begin 2024, toen jeugdvriend Bart Schipper aanhaakte. “Hij zat even zonder werk en twijfelde wat hij wilde. Tijdens een gesprek zei ik voor de grap: misschien moet jij de zorgtak opzetten. Hij lachte, maar een week later belde ik hem terug. We besloten het gewoon te proberen.” (tekst gaat verder onder de foto)
Van jonge klanten naar oudere klanten. Bob Erkamp krijgt energie van de dankbaarheid die veel ouderen laten blijken. (foto: Streekstad Centraal)
Binnen anderhalf jaar explodeerde de vraag. Vooral het dealerschap in hoogwaardige driewielfietsen zorgde voor een doorbraak. De zorgactiviteiten werden al snel groter dan de scooterhandel. “Eigenlijk is het vooral dankzij Bart dat dit zo’n succes werd. Hij heeft het project echt vormgegeven,” benadrukt Erkamp.
Terugkijkend op vijftien jaar Bromshop heeft Erkamp meerdere dierbare momenten. Het hoogtepunt was volgens hem de stap naar de grote winkel aan de Stationsweg. “Ik kwam uit een klein hok op het industrieterrein, werkte nachten door om iets op te bouwen. Toen kon ik ineens midden in Heiloo een mooie, ruime zaak openen. Dat voelde echt als beloning voor keihard werken. Tijdens die jaren liep het fantastisch, en dat vergeet je nooit.”
Ook het initiatief tijdens de coronaperiode noemt hij bijzonder: “We boden gratis onderhoud aan scooters van zorgpersoneel. Mensen die naar het ziekenhuis moesten, konden direct rijden. Dat gaf heel veel voldoening en publiciteit. Je kon echt iets terugdoen voor de zorg.” (tekst gaat verder onder de foto)
Brommers, scooters, scootmobielen en driewielers staan nu nog door elkaar in de showroom aan De Oude Werf in Heiloo. (foto: Streekstad Centraal)
Daarnaast denkt hij met trots aan zijn medewerkers. In vijftien jaar hebben tientallen jongeren, stagiairs en vaste krachten de winkel bevolkt. Sommigen bleven tien jaar hangen. “Ik heb het altijd belangrijk gevonden dat het werken hier gezellig en collegiaal bleef. Veel van hen zijn nog steeds vrienden. Er is eigenlijk nooit iemand met ruzie weggegaan. Dat vind ik misschien nog wel het mooiste.”
Met de overstap naar de zorg spreekt Erkamp van een “heel ander gevoel”. Waar de scooterwereld steeds meer stress en ongeduld kende – jongeren die op dag één al wilden weten of hun scooter klaar was – is de sfeer in de zorgwinkel totaal anders. “De klanten zijn dankbaar. Als je iemand een scootmobiel bezorgt, kan diegene weer zelfstandig een rondje rijden. Dat geeft gewoon veel meer energie dan boze telefoontjes over een opgevoerde scooter.”
Het pand in Heiloo wordt na de jaarwisseling verbouwd. De benedenverdieping verandert in een ruime showroom waar rolstoelen, rollators, scootmobielen en aangepaste fietsen overzichtelijk worden gepresenteerd. Scooters en brommers zullen er niet meer tussen staan. Met De Zorgshop willen Erkamp en Schipper zich volledig profileren in een markt die juist groeit. (tekst gaat verder onder de foto)
Eigenaar Bob Erkamp (links) van de Bromshop houdt de positieve sfeer in zijn bedrijf graag vast. Dat lukt beter met positieve en dankbare klanten, zo legt hij uit.
Toch zal het even wennen zijn voor Heiloo en omstreken. Generaties jongeren kwamen langs bij de Bromshop voor een nieuwe scooter, een uitlaat of een snelle reparatie. “Eigenlijk sluiten we met deze beslissing een tijdperk af,” zegt Erkamp. “Vijftien jaar lang hoorde de scooter gewoon bij Heiloo. Maar je merkt: de jeugd sleutelt niet meer en kiest voor andere vormen van mobiliteit. Dat moet je accepteren. Gelukkig kunnen wij iets nieuws beginnen dat minstens zoveel betekenis heeft.”
En zo eindigt het tijdperk van de brommers in Heiloo, maar krijgt Heiloo er tegelijk een toekomstgerichte Zorgshop voor terug. Of zoals Bob Erkamp het samenvat: “Het verhaal van de Bromshop stopt, maar ons verhaal gaat door.”
(Hoofdfoto: Bart Schipper die de Zorgshop een vliegende start heeft gegeven, eigenaar Bob Erkamp op zijn speciale scooter en assistent-bedrijfsleider Rocky Doesburg tussen de scooters en scootmobielen)
Als je aan Ernst Huider vraagt waar zijn liefde voor treinen vandaan komt, hoeft hij niet lang na te denken. “Dat zat er al vroeg in,” zegt hij met een glimlach. Zijn vader was vroeger altijd bezig met modeltreinen en dat sloeg al snel over. Als kind stond Ernst geregeld op station Heerhugowaard – camera in de aanslag – om foto’s en video’s te maken van echte treinen. Dit jaar viert hij samen met zijn vrouw en werknemers een bijzondere mijlpaal: Huider Modelbouw bestaat 25 jaar. “Op naar de volgende 25 jaar.”
Voordat hij zijn eigen winkel begon, werkte Ernst tien jaar lang bij Intertoys, waar hij in 1990 gevraagd werd om de modeltreinenafdeling te coördineren. In 2000 was het tijd voor de volgende stap: een eigen zaak. Wat begon in een klein pand aan de Bevelandseweg in Heerhugowaard, groeide al snel uit tot dé plek voor modelbouwliefhebbers uit het hele land. (tekst loopt verder onder de foto)
Ernst Huider bij de modelbaan die volgens hem nooit af zal zijn: Huiderstad (foto: Streekstad Centraal)
“Binnen een paar maanden moesten we al verhuizen omdat het zo hard ging,” vertelt Ernst. “We verhuisden toen naar het Stationsplein waar we door de jaren heen zijn uitgebreid door aangrenzende panden bij het bedrijf te trekken.” Inmiddels zit de winkel op een fijne plek aan de M. de Klerkweg in Heerhugowaard. “Net als de andere locaties heeft ook dit pand zicht op het spoor, en daar lette ik ook standaard op bij het zoeken naar een pand.”
Loop je in de winkel naar boven, dan betreed je Ernst’ treinenwereld: Huiderstad. Een enorme modelbaan waar hij al jaren aan werkt. “Het begon ooit op zolder bij ons thuis, maar sinds 2013 heb ik hem verplaatst naar de winkel,” vertelt hij. De baan is meterslang en zit bomvol details: van oude Duitse dorpen tot het oude station van Heerhugowaard met zijn kenmerkende drie sporen. (tekst gaat door onder de foto)
Op de zolder van het pand is de modelbaan van Ernst te bewonderen, en daar zitten al flink wat uurtjes werk in. (foto: Streekstad Centraal)
Tijdens de open dagen – waarvan er weer eentje aankomt – kunnen bezoekers een kijkje nemen op de zolder, waar verschillende treinen over het spoorrijden. Elk in hun eigen tijdperk – van de jaren ’50 tot aan de jaren ’90. “Ik steek er elk vrij uurtje in dat ik heb,” zegt Ernst. “Maar echt klaar zal het nooit zijn.”
Wat Huider Modelbouw bijzonder maakt, is niet alleen het uitgebreide aanbod, maar vooral de sfeer en kennis. “We hebben klanten uit het hele land, die speciaal hierheen komen voor onderdelen of advies,” zegt Ernst. “En dat is ook precies waar het vaak misgaat bij anderen. Je moet een balans hebben: niet alleen liefhebber zijn, maar ook weten wat je verkoopt. De nazorg, de kennis, het contact met klanten, dat maakt het verschil tussen falen of slagen.”
Een van de klanten bevestigt enthousiast het verhaal van Ernst. “Ik kom vanuit het oosten van het land speciaal voor deze winkel hierheen”, vertelt hij. “Het aanbod wat ze hier hebben is zo groot dat ze alles hebben wat ik zoek. Helemaal als er nieuwe treinen binnenkomen wil ik er snel bij zijn.”
Dat merkt Ernst ook op. “Als er een nieuw model in het assortiment komt dan krijgen we vaak al ver van tevoren mailtjes van geïnteresseerden”, vertelt hij. “Die moeten dan vaak wel nog een lange tijd wachten voor ze het model ook echt in hun handen kunnen houden.” (tekst gaat door onder de foto)
Tijdens open dagen kunnen bezoekers de modelbaan van Ernst komen bewonderen, dan is de stad ‘Huider’ te bekijken en rijden treinen van verschillende tijdvakken over de secuur neergelegde rails. (foto: Streekstad Centraal)
Dat het bedrijf al 25 jaar succesvol draait, is in deze tijd bijzonder. “De modelbouwwinkels worden steeds schaarser,” ziet Ernst om zich heen. “Maar wij zijn er nog, en daar zijn we best trots op.”
Ernst kijkt met veel plezier terug op de afgelopen 25 jaar, maar stiekem ook alvast vooruit. “Een 50-jarig jubileum? Dat zie ik zeker nog gebeuren,” zegt hij. “Stiekem hoop ik dat mijn kinderen de modelbouw net zo leuk vinden als ik, zodat ze het op een dag over kunnen nemen.”
Voor nu heeft in ieder geval zijn dochter Sara al een eigen station in zijn project op de zolder van de winkel. Over de baan op zolder grapt hij: “Om alles helemaal af te krijgen heb ik nog zo’n 150 jaar nodig.” Voorlopig blijft hij gewoon lekker bouwen aan zijn droomwereld op zolder. Treinen laten rijden, dorpen perfectioneren, details toevoegen.
Huider is al 25 jaar lang een bekende naam in de wereld van de modeltreinen. (foto: Huinder)
Het 25-jarig jubileum wordt op zaterdag 13 september groots gevierd. Die dag komt de grootste stoomloc van Nederland naar Heerhugowaard voor een feestelijke rit. Bezoekers kunnen instappen voor een unieke reis met de stoomtrein – tussen Heerhugowaard, Alkmaar, Schagen en Hoorn. “Dat was nog wel een gedoe met de NS en ProRail om het geregeld te krijgen, maar het is gelukt. De kaartverkoop is al gestart,” vertelt Ernst tevreden.
In en rond de winkel is er die dag van alles te doen: demonstraties op de grote modelbaan, optredens van modelspoorclubs en zelfs een historische NZH-bus die pendelt tussen station en winkel.
Het terras van de Heiloër ijssalon Di Fiorentina is donderdagavond ten prooi gevallen aan vandalisme. Een groep jongeren gooide zes plantenbakken die op het terras stonden te pletter. Toen eigenaar Nick Bakker de volgende ochtend bij zijn zaak aankwam, lag zijn hele terras vol glasscherven en aarde. Toch wacht hij nog even met aangifte doen. “Ik wil met ze in gesprek.”
Na het bekijken van de camerabeelden weet Nick inmiddels dat de daders een groep jongens van 15 of 16 jaar zijn, zo schat hij in. “Ze gingen met z’n tienen om kwart voor twaalf op het terras voor de ijssalon zitten. Ik denk dat ze van een feestje terugkwamen en alcohol op hadden.”
De jongens hebben vier kleine en twee grote plantenbakken kapot gegooid, vertelt Nick. Tussen kwart over 12 en half 1 hebben de jongens het terras weer verlaten. “De glasscherven en aarde lagen over het hele terras verspreid, het was één grote bende. Het is gewoon heel jammer dat dit moet gebeuren.” De schade schat hij op een paar honderd euro. (tekst loopt door onder de foto)
Er is een uitgestoken hand, maar het gestelde ultimatum is duidelijk. Daarna volgt aangifte bij de politie.
Met aangifte doen wacht hij nog, omdat hij hoopt met de jongeren in gesprek te kunnen gaan. “Ik bereik met een gesprek denk ik meer dan als ik direct aangifte doe”, benadrukt hij. Wel stelt hij een ultimatum: de jongens hebben tot en met komende zondag om zich te melden en hun excuses aan te bieden, anders doet hij alsnog aangifte. De wijkagent heeft Nick al op de hoogte gebracht van het incident, want dat is het: “Het gebeurt gelukkig niet vaker, dit soort vernielingen.”
Alsnog is Nick niet heel erg geschrokken van de vernielingen. “Het is gewoon heel erg zonde dat zo iets moet gebeuren. Ik hoop echt dat die jongens zich voor het einde van dit weekend melden, want ik wil de dialoog met ze aangaan”. Nick en zijn collega’s hebben de troep vanochtend snel kunnen opruimen, waardoor de Heiloër ijssalon vanochtend gewoon om 11.00 uur de deuren kon openen. Doordat het terras haastig werd schoongemaakt, is er geen foto van de volledige schade gemaakt.
Mary Borsato en haar bruidswinkel ‘De Witte Markies’ zijn een begrip in Alkmaar en omstreken. Alweer 47 jaren runt ze haar winkel met liefde en passie voor haar vak. Maar ja, dat zijn toch al heel veel jaren ondernemerschap en bovendien is Mary inmiddels 80 jaar oud. Ze vindt het mooi geweest en sluit eind dit jaar definitief de deuren.
“Met pijn in mijn hart neem ik afscheid van de winkel en van het werk dat ik met zoveel liefde heb gedaan”, laat Mary Borsato via sociale media weten. “Het is een voorrecht geweest om in al die jaren zoveel bruiden te mogen helpen aan de perfecte japon voor hun trouwdag. Maar het is nu tijd om meer momenten door te brengen met mijn kleinkinderen en achterkleinkinderen en te genieten van de rust.”
Bij Mary Borsato gaat het niet alleen om het verkopen van bruidsjurken. Toen NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal, haar in 2021 tijdens de corona lockdown sprak, bleek dat eens te meer. Ze deed niet aan online verkoop en huisbezoeken. Naast dat het erg onpraktisch is – soms krijgt ze verkeerde maten en ze kan slechts een beperkte selectie meenemen – wil Mary de volledige ervaring bieden. “Voor minder ga ik echt niet open.”
Bruiden moeten lekker op hun gemak de collectie kunnen bekijken en kunnen passen. Soms gebeurt het dat een klant uiteindelijk, na wat suggesties, een hele andere jurk koopt dan ze in gedachten had. “Het kopen is een ervaring op zich; daar komt zó veel bij kijken. Vaak moet er nog het een en ander worden versteld voordat het goed voelt en lekker zit. Je mist zo de sfeer, de ambiance en het vakmanschap.”
Nog een klein half jaar, dan is het echt voorbij: op woensdag 31 december is De Witte Markies voor het laatst open. (foto: NH Nieuws)
Het levert groene stroom op en het ecosysteem op zee gaat er alleen maar op vooruit. Allard van Hoeken is razend enthousiast over het nieuwe drijvende zonnepark dat volgende maand voor de kust van Egmond komt te liggen. Het is een wereldprimeur en de proef zal zich nog moeten bewijzen, maar Allard, de bedenker van het drijvende zonnepark, heeft er alle vertrouwen in: “Dit is het eerste offshore zonnepark ter wereld dat tussen windturbines komt te drijven.”
Tien jaar geleden begon de bedenker met zijn initiatief. Na een kleine proef bij Scheveningen ligt nu het eerste productieveld in de Amsterdamse haven, klaar om versleept te worden naar zee. Volgende maand gaat het in zijn geheel – een klein voetbalveld – via de zeesluis van IJmuiden naar het windmolenpark voor de kust van Egmond. “De panelen passen precies in de sluis bij IJmuiden. Dat wordt wel spectaculair.”
Windparken nemen al een hoge vlucht op zee. Nieuw is om tussen de windturbines zonnepanelen te plaatsen. Uit de proef bij Scheveningen blijkt dat het goed mogelijk is: “”Het heeft ruige stormen, ook Eunice en Corrie met gigantische golven, doorstaan. Door laag op het water te blijven met de panelen verdeel je namelijk de krachten, net als bij een waterlelieblad. Vandaar ook de naam van dit project: Nymphaea Aurora.” (tekst gaat verder onder de foto)
De aan elkaar geschakelde zonnepanelen breken niet, doordat ze met flexibele koppelingen met elkaar zijn verbonden. (foto: NH/ Anne Klijnstra)
Vanaf het Egmondse strand is het drijvend zonnepark niet te zien, daarvoor ligt het te ver weg. Het park komt 18 kilometer uit de Egmondse kust te liggen, tussen de windturbines van het windpark Hollandse Kust Noord. “De honderden panelen zijn met flexibele koppelingen verbonden. Ze deinen op het water als een soort matras. Breken doen ze daarom niet.”
Het zonnepark is een klein voetbalveld groot, genoeg voor een halve megawatt energie. Dat staat gelijk aan het stroomverbruik van circa 180 huishoudens. Maar volgens Allard is er naast groene stroom meer te winnen met zijn concept.
“Het idee is namelijk ook ontstaan vanuit ruimtegebruik”, vertelt de bedenker aan NH, mediapartner van Streekstad Centraal. “Er staan nu windfarms gepland die twintig procent van de Noordzee beslaan. Door zonnevelden ertussen te leggen, kun je mogelijk dezelfde energie opwekken met maar vijf tot tien procent van de ruimte.” (tekst gaat verder onder de foto)
Het drijvende zonnepark ligt klaar in de Amsterdamse haven. (foto: Oceans of Energy)
De natuur krijgt volgens Allard een enorme impuls van het zonnepark. “De panelen zijn een soort vlotten en daar zit vis graag onder, net als bij steigers. Dit worden veilige havens, een soort kraamkamers voor ze. Maar ook mosselen kunnen aan de onderkant groeien en bij stormen vallen die op de zeebodem waardoor natuurlijke riffen ontstaan. Zo ontstaat er een heel ecosysteem onder.”
Het project wordt al jaren gevolgd door onderzoeksinstellingen zoals het NIOZ, Deltares en Wageningen Universiteit. “We verwachten meer biodiversiteit in plaats van minder. En 99 procent van de Nederlandse Noordzee blijft gewoon beschikbaar voor visserij.”
En de panelen blijken ook een rustplaats voor vogels tijdens de vogeltrek. “Ze landen soms even, zagen we bij de test bij Scheveningen, maar bij ruwe zee vliegen ze weer weg. Nesten bouwen ze er niet; het is daarvoor te onrustig en te spetterig.” (tekst gaat verder onder de foto)
Het drijvend zonnepark past precies in de grootste sluis bij IJmuiden. (foto: aangeleverd)
Het eerste jaar wordt alles eerst nog goed getest. “De proef is geslaagd als het park heel blijft én voldoende stroom levert, vergelijkbaar met panelen op land. Voor onze klant Crosswind (een samenwerking tussen Shell en Eneco) is dat het belangrijkste.”
Allard kijkt ondertussen al verder vooruit: “We willen eerst uitbreiden naar 15 megawatt, en uiteindelijk naar 1000. Zelfs dan gebruiken we nog maar vijf procent van de ruimte in het windpark. En we willen internationaal groeien en bouwen daarom ook een nieuwe fabriek in Amsterdam.”
In een praktijkruimte op de Hogeschool Inholland in Alkmaar krijgt een opvallend blauw figuurtje steeds meer vorm. Met bewegende oren, een scherm als buik en een aaibare uitstraling is zorgrobot Isha allesbehalve een standaard machine. Maar vergis je niet: achter dat vriendelijke uiterlijk schuilt een serieuze missie – het ondersteunen van patiënten bij hun revalidatie thuis.
Het idee voor deze innovatieve zorgassistent ontstond tijdens een toevallig gesprek. Margo van Kemenade, lector Robotica bij Hogeschool Inholland in Alkmaar, raakte aan de praat met een fysiotherapeut die gefrustreerd was over het beperkte herstel van zijn oudere patiënten. “Hij vertelde me dat ze het nut er niet meer van inzien op hun leeftijd. Maar als ze hun oefeningen wel doen, dan kunnen ze echt nog wat van hun leven maken”, vertelt Kemenade. Die observatie vormde het begin voor wat uiteindelijk robot Isha zou worden.
De vergrijzing en het toenemende personeelstekort zetten de zorgsector onder druk. Een deel van de oplossing ligt volgens Kemenade in technologie. “Techniek kan daar aan bijdragen en robots en robotica kunnen de zorg ook menselijker maken.”
Dat klinkt misschien gek, geeft Kemenade zelf toe. “Maar ik bedoel daarmee dat robots het vervelende, saaie of zware werk kunnen doen waardoor een zorgverlener de tijd heeft om een arm om iemand heen te slaan. Daar zit ook heel veel gezondheidswinst in.” (tekst gaat door onder de foto)
Margo van Kemenade is trots op hoe het tot nu toe gaat met het ontwerpen van robot Isha. (foto: NH Nieuws)
Isha is niet zomaar een project: studenten uit diverse studierichtingen werken er al twee jaar intensief aan. In samenwerking met zorgorganisatie Omring wordt de robot stap voor stap ontwikkeld en getest. Elektrotechniekstudent Damian Brandsen is bijvoorbeeld bezig met het verbeteren van de mobiliteit van de robot. “Ik ga zorgen dat Isha ook op een accu werkt. Dan ben je niet afhankelijk van een stopcontact.”
De volledige ontwikkeling – van het 3D-geprinte ontwerp tot de interne elektronica – vindt plaats binnen de muren van de hogeschool. Dat is een bewuste keuze, legt Damian uit aan NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal: “Daarmee houden we de controle over de complete techniek en zijn we niet afhankelijk van andere partijen.”
Ook Margo hecht veel waarde aan die zelfstandigheid, met een duidelijk doel voor ogen: “Ik wil dat Isha wel betaalbaar blijft, zodat ook zelfstandige fysiotherapeuten de robot kunnen aanschaffen om uit te lenen aan hun patiënten. Wij zijn een hogeschool en willen een bijdrage leveren aan het oplossen van actuele vraagstukken. Wij zijn geen commerciële partij en produceren natuurlijk geen robots. Maar wat mij betreft kost Isha straks niet meer dan 6.000 euro.” (tekst gaat door onder de foto)
Elektrotechniekstudent Damian is druk bezig met het verbeteren van Isha, door de robot niet meer afhankelijk te laten zijn van een stroomaansluiting. (foto: NH Nieuws)
De ontwikkeling gaat inmiddels een nieuwe fase in. De robot wordt getraind om emoties te herkennen en pijnsignalen te begrijpen. Binnenkort volgt de testperiode bij fysiotherapeuten. Als alles volgens planning verloopt, kan Isha over drie jaar echt worden ingezet in de zorg. Toch is er nog één grote horde te nemen. “De grootste uitdaging is de acceptatie vanuit zorgmedewerkers en de wet- en regelgeving voor medische hulpmiddelen geldt,” stelt Margo.
Voor Margo blijft het niet bij Isha alleen. In haar hoofd borrelt al een nieuw idee: een robot tegen eenzaamheid. “Ik heb gemerkt hoe diep eenzaamheid ingrijpt in het leven van oudere mensen, ook hier in de regio. Samen met de studenten wil ik daarom robotjes maken die de eenzaamheid kunnen verlichten; die bijvoorbeeld ouderen stimuleren iets te ondernemen en ze in verbinding met elkaar kunnen brengen.”
Het doek is gevallen voor de enige supermarkt van Koedijk. Maandag 30 juni opende en sloot de buurtsuper aan de Saskerstraat voor de allerlaatste keer de deuren. Ondanks een petitie met 1.500 handtekeningen, bezorgde buurtbewoners en een doorstartpoging van laatste strohalm Johan de Klerk, bleek sluiting onvermijdelijk. Voor inwoners voelt het als het verlies van het kloppend hart van het dorp.
Om 18:00 uur verlaten de laatste teleurgestelde klanten de winkel. De sluiting is het gevolg van het feit dat het filiaal niet meer voldoet aan de interne eisen van Lidl Nederland. Volgens Lidl. Volgens filiaalmanager Johan, kon de supermarkt op deze locatie niet langer voldoen aan de wensen van de klant. “We begrijpen dat dit pijn doet in het dorp. Maar dit filiaal past helaas niet meer binnen onze formule.” Wat die klantenwensen dan precies zijn blijft onduidelijk. Waarschijnlijk waren de Koedijkers best blij geweest met het openblijven van de supermarkt in de huidige vorm. (tekst loopt door onder de foto)
Supermarkt manager Johan in de al vrijwel lege Lidl (foto: Streekstad Centraal)
Voor Koedijker Johan de Klerk blijft het moeilijk te accepteren. Hij richtte Stichting Behoud Buurtsuper Koedijk op, voerde gesprekken met buurtbewoners en betrokken partijen en presenteerde alternatieven. “We wilden laten zien hoe groot de behoefte is aan een supermarkt in Koedijk, maar het Nederlandse hoofdkantoor van de Duitse supermarktketen hield vast aan het besluit. Het voelde alsof we met de rug tegen de muur stonden,” zegt hij teleurgesteld tegen Streekstad Centraal.
Volgens De Klerk – die al 35 jaar in Koedijk woont – was de buurtsuper veel meer dan alleen een plek om boodschappen te doen. “Met het sluiten van deze supermarkt verliest Koedijk een stukje van zijn identiteit. Mensen kwamen ook uit omliggende dorpen als Sint Pancras en Groet. Als ik naar de supermarkt ging hing er een gemoedelijke sfeer. Je was daar geen nummer, maar werd behandeld als een gewaardeerde klant”, verzucht Johan. (tekst loopt door onder de foto)
Klanten lezen de aankondiging van de sluiting van de enige supermarkt in Koedijk. (foto: Streekstad Centraal)
De Klerk had zelfs een concreet plan om de winkel als stichting voort te zetten. “We waren serieus bereid om door te gaan met personeel en al. Maar er kwam geen beweging vanuit Lidl, de buurt of de gemeente. Zonder steun of professionele hulp red je het niet.”
Voor vaste klant Cees Dijkers (72) is het een pijnlijk afscheid. Afgelopen zaterdag deed hij zijn laatste weekboodschappen bij het filiaal. “Deze winkel hoorde bij het dorp. Je deed er je boodschappen, maar je kwam ook bekenden tegen. Even een praatje bij de broodafdeling, een grapje bij de kassa. Ik heb hier vijftien jaar lang met liefde boodschappen gedaan en nu is dat allemaal weg.” Zelf kan hij nog wel naar een andere supermarkt, maar hij maakt zich vooral zorgen over anderen. “Niet iedereen heeft een auto of kan makkelijk met het openbaar vervoer.”
Filiaalmanager Johan deelt in het sentiment. “We hebben hier jarenlang met plezier gewerkt en een sterke band opgebouwd met onze klanten. Het is jammer dat we moeten vertrekken, maar gelukkig hebben alle collega’s een nieuwe plek gevonden.” De overgebleven producten worden overgeplaatst naar andere filialen. “Hoewel we niet meer voor klanten open zijn, moeten we nog wel zorgen voor een zorgvuldige afronding. Een bedrijf is na de sluiting meteen begonnen met het inpakken van de laatste artikelen. Het pand moet leeg worden opgeleverd aan vastgoedbedrijf Baetland.” (tekst loopt door onder de foto)
De laatste klant is nog maar net de winkel uit en er wordt meteen begonnen met opruimen en ontmantelen. (foto: Streekstad Centraal)
Wat er met het pand aan de Saskerstraat gaat gebeuren, is nog onduidelijk. De gemeente Alkmaar heeft in ieder geval nog geen concrete plannen. Ondanks dat het bestemmingsplan voor de komende vijf jaar ruimte biedt voor een supermarkt, lijkt het er op dat het gebouw plaats zal maken voor appartementen.
Johan de Klerk trekt na de zomer de stekker uit het mailadres van zijn stichting. “Ik heb alles geprobeerd. Maar als de saamhorigheid ontbreekt en niemand de leiding neemt voor een doorstart, houdt het op.” Voor veel Koedijkers blijft het gevoel overheersen dat er meer verloren is gegaan dan alleen een supermarkt. Zoals Cees het zegt: “Je kunt een nieuwe winkel bouwen, maar geen gemeenschap.”
“M’n tweede thuis.” Zo noemt Edith de Albert Heijn aan de Europaboulevard in Alkmaar. Ze werkt er al bijna 34 jaar. Daardoor is ze een van de bekende gezichten voor de vaste klanten. En dinsdagochtend mocht ze de verbouwde winkel heropenen. Met een grote schaar knipte ze het lint door, waarmee de grootgrutter weer toegankelijk was voor het toegestroomde publiek.
Twaalf dagen geleden ging de winkel dicht voor een verbouwing. Alle medewerkers troffen elkaar nog een keer op een personeelsfeest, maar daarna kon ook Edith een tijdje van het mooie weer genieten. Tot afgelopen weekend. Vanaf vrijdag werd ze samen met 140 andere medewerkers ingezet om de schappen weer te vullen. “Het was alle hens aan dek. Het was echt spannend of alles op tijd klaar zou zijn voor de heropening op dinsdag. We zijn maandagavond tot heel laat doorgegaan.” (tekst gaat verder onder de foto)
Tientallen klanten stonden dinsdagochtend te wachten totdat de vernieuwde Albert Heijn in winkelcentrum De Mare werd heropend door medewerker Edith. (foto: aangeleverd)
Edith kwam in 1986 als scholier bij Albert Heijn werken, eerst in Heemskerk – waar ze is geboren – en later in Heiloo. “Het was een stage voor de Detailhandelsschool. Het diploma heb ik nog steeds, ik mag nog steeds mijn eigen winkeltje beginnen.” Daar heeft ze overigens geen enkele behoefte aan, want het bevalt haar prima bij de Appie: “Anderen vinden het misschien saai om zo lang bij dezelfde baas te werken, ik vind het gewoon erg leuk. Elke dag is weer een nieuw avontuur.”
Tegenwoordig woont ze in Alkmaar-Noord. Ze was vereerd toen ze werd gevraagd of zij de openingshandeling wilde doen. Edith hoefde er niet lang over na te denken. “Ik vond het wel reuze spannend, maar het viel heel erg mee. Ondanks de flinke mensenmassa die was komen opdagen voor de heropening.” (tekst gaat verder onder de foto)
De klanten van Albert Heijn XL in winkelcentrum De Mare ontdekken de nieuwe indeling van de versafdeling. (foto: aangeleverd)
Volgens Edith is het de hele dag al erg druk in de supermarkt met klanten die willen zien hoe het geworden is. Zelf vindt ze het mooi geworden. Ook supermarktmanager Bas Kaper is erg te spreken over de vernieuwde winkel, en vooral over het grotere versaanbod. Nieuw is ook de sushi-kiosk. Die biedt onder andere verse sushi en poké bowls.
Na de verbouwing zijn er nu meer zelfscankassa’s. Bij sommige zelfscankassa’s kan nu ook met contant geld worden betaald. “Klanten keken hun ogen uit. Ze zijn echt onder de indruk van al het nieuwe in onze winkel”, aldus de supermarktmanager. Volgens hem oogt de winkel nu ruimer en is de indeling overzichtelijker. (foto’s: aangeleverd)
Verse komkommers, modderige laarzen en verwonderde bezoekers: zondagmiddag opende Herenboerderij Duinstreek in Bergen haar hekken voor iedereen die wil zien hoe duurzaam en samen voedsel verbouwen er in de praktijk uitziet. Door middel van rondleidingen en kraampjes met informatie konden bezoekers meer over de herenboerderij te weten komen. “Heel leuk om hier een kijkje te kunnen nemen, ik wist niet dat het bestond!”
Tussen de rondwandelende mensen op het terrein van de boerderij staat Jorim Sint, lid van de coöperatie en zichtbaar trots op het initiatief. “Een herenboerderij is eigenlijk een coöperatieve boerderij,” legt hij uit. “Wij zijn met zo’n tweehonderd huishoudens eigenaar van dit stuk grond. We telen hier samen groente, houden dieren en delen de oogst. Alles gebeurt op een duurzame manier, zonder gif of kunstmest. En dat gaat allemaal in samenwerking met de boeren.”
Hij merkt dat het concept nog niet overal bekend is. “Op oogstdagen komen er vaak mensen langs die denken dat we een reguliere boerderij zijn en denken dat wij in ons marktkraampje ook dingen aan bezoekers verkopen. Maar we leveren alleen aan onze leden. Dan moet je echt even uitleggen hoe het werkt.” Toch ziet Jorim ook positieve kanten aan de onbekendheid van het woord ‘herenboerderij’. “Als mensen niet weten wat het inhoudt, levert dat vaak leuke gesprekken op, en soms zelfs nieuwe aanmeldingen.” (tekst gaat door onder de foto)
Jorim Smit is zelf lid van Herenboerderij Duinstreek en vindt dat de manier waarop de gewassen en dieren onderhouden worden nog altijd erg mooi om te zien. (foto: Streekstad Centraal)
Tijdens de open dag geven leden van de coöperatie rondleidingen over het terrein. Een van hen is Monique, die met enthousiasme vertelt over wat er allemaal groeit op het land. “Hier hebben we net aardbeien gezaaid, en verderop in de kassen zullen we de komkommers en de tomaten zien,” vertelt ze terwijl bezoekers nieuwsgierig vragen stellen. “Wat mooi allemaal,” zegt een vrouw bewonderend. “Dat je van zo’n klein zaadje zoiets moois kan krijgen. Een andere bezoeker lacht: “Ik ben best jaloers, ik wil dit zelf ook bij mij op de boerderij.”
De boerderij ligt op een perceel van zo’n negentien hectare aan de Groenweg tussen Bergen en Alkmaar. “Je zou de hele oppervlakte kunnen vergelijken met zo’n 38 voetbalvelden”, legt Jorim uit. “Dus je begrijpt wel dat er heel wat handjes nodig zijn om alles goed te kunnen onderhouden. De boeren die de leden aansturen zijn parttime boeren en zijn hier dus niet altijd, waardoor de leden ook echt zelf mee kunnen helpen.” Voorheen was het allemaal erg vrijblijvend zegt Jorim. “Maar tegenwoordig is het nog steeds niet verplicht maar het wordt wel een beetje verwacht dat er meegeholpen wordt. Al is het maar een paar uur per week.”
Bij de boerderij lopen varkens, koeien en kippen, allemaal met voldoende ruimte om vrij te kunnen scharrelen. Op het terrein staan ook tunnelkassen. “De kassen zijn gebouwd door een klusteam van leden van de boerderij en zorgen ervoor dat we het teeltseizoen kunnen verlengen”, legt Monique uit. (tekst gaat door onder de foto)
Tijdens de open dag konden bezoekers ook al even kort zien wat voor groenten er zoal verbouwd worden op de boerderij. (foto: Streekstad Centraal)
Jorim ziet dat steeds meer mensen behoefte hebben aan deze manier van leven. “Het is mooi om te zien hoe betrokken iedereen is. Je merkt dat mensen zich weer willen verbinden met waar hun eten vandaan komt.”
De herenboerderij is sinds begin 2022 actief en telt inmiddels honderden leden, samen goed voor zo’n vijfhonderd etende monden. Er is nog plek voor nieuwe deelnemers, want de coöperatie wil groeien naar een stabiele basis waarin het werk en de oogst goed verdeeld blijven.
In de schaduw van een grote boom zitten een paar bezoekers na te praten. “Ik wist niet dat dit bestond,” zegt een man. “Het voelt echt alsof je deel kunt worden van iets betekenisvols, misschien ga ik me hier meer in verdiepen en word ik zelf wel lid.”