Wordt het een burger of gaan we voor de kip? Wie een fan is van die laatste categorie en in het Westelijk deel van Alkmaar woont – of in Egmond – hoeft er straks minder ver voor te ‘reizen’. Kentucky Fried Chicken (KFC) heeft een tweede vestiging geopend aan het Olympiapark in Alkmaar.
Het restaurant heeft de vertrouwde drive-thru en een buitenterras en binnenkort wordt het ook mogelijk om vanuit dit filiaal KFC-producten thuis te laten bezorgen.
KFC’s Regio Manager Mohammed Darabyou is trots op de nieuwe vestiging: ‘’We zijn ontzettend blij dat we in Alkmaar mogen uitbreiden met een tweede filiaal. We heten iedereen van harte welkom in het restaurant; van vrachtwagenchauffeurs tot miljonairs. Precies zoals Colonel Sanders zou doen.’’
Harde wind, hoge golven en vooral veel stormschade. Strandtent Prince George in Camperduin heeft de afgelopen tijd heel wat te verduren gehad. Het klinkt heel mooi; een modern restaurant aan de Noordzee. Maar het brengt ook veel problemen met zich mee. Dat roept de vraag op: Is een strandtent op deze plek nog wel houdbaar?
Zo’n drie jaar geleden stopte paviljoenhouder Arthur Dontje 6,5 miljoen euro in de strandtent. Het moest een trekpleister worden, maar of dat door de stormschade nog mogelijk is, is nog maar de vraag. “De natuur is de baas, hé”, zegt Dontje tegen NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal.
Door de storm van afgelopen week is er bijna twee meter zand weggespoeld. De palen waar het strandpaviljoen op staat staan hierdoor minder diep in de grond, en de officiële ingang van de tent is niet meer te bereiken. “Hier kan niemand wat aan doen”, zegt Dontje. Er moet volgens hem wel snel iets gaan gebeuren. “De aangewezen plek blijkt niet toekomstbestendig.” (tekst gaat door onder de foto)
Door de storm van afgelopen week is er ruim 2 meter aan zand weggespoeld onder het strandpaviljoen. (foto: NH)
Naast Arthur Dontje maakt strandvonder Marco Snijders zich ook zorgen over de situatie. Snijders waarschuwt al langer voor de kwetsbaarheid van strandtenten in de regio. “De natuur bepaald wat hier gebeurt, en dit soort stormen nemen alleen maar toe. We proberen daarom exploitanten ook te waarschuwen. Heel wat strandtenten zijn niet opgewassen tegen het toenemende aantal stormen”, zegt Snijders.
Er wordt regelmatig zand opgespoten om de kustlijn in het gebied te versterken en te beschermen. Maar Dontje geeft aan dat dit een dure en tijdelijke oplossing van het probleem is. “Het kost te veel geld en het is niet houdbaar.” Dontje ziet daarom vier mogelijke opties voor de toekomst van zijn paviljoen. Verplaatsing naar de duinen, een brug vanaf de ingang van het strand naar het pand, verhuizen naar een veiligere locatie of uitgekocht worden. (tekst gaat door onder de foto)
De storm van afgelopen week zorgde voor spannende situaties bij strandpaviljoen Prince George (foto: NH)
“Het paviljoen twee jaar na opening alweer moeten sluiten, is het laatste wat ik wil”, zegt Dontje. “We moeten hier een oplossing vinden. Deze plek is niet alleen voor mij belangrijk maar ook voor de gemeenschap en de toeristen die hier komen. Wat heb je hier anders? Hier moet een restaurant blijven”, stelt hij.
Volgens Rijkswaterstaat en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) is de waterveiligheid eigen risico voor de strandexploitanten. Er wordt in het geval van de Hondsbossche Duinen gewerkt aan ‘duurzaam toekomstig onderhoud’, maar wat dat precies betekent is niet duidelijk.
Als het aan Dontje ligt gaat zijn paviljoen zo snel mogelijk weer open. “Mensen moeten betaald worden, en je kunt niet stil blijven zitten.” Maar de stormen gaan hem niet in de koude kleren zitten. “Ik krijg daar wel stress van. In april wordt er weer nieuw zand opgespoten, dan zijn we weer even gered.”
Winter in Alkmaar, dat betekent ook: sfeervolle lichtjes boven de pleinen en straten. Die sfeerverlichting hangt er zeker niet alleen maar met kerst. Van september tot maart wordt de stad op deze manier verlicht, tot tevredenheid van bewoners, bezoekers en ondernemers. Maar ondernemers zouden de verlichting graag ook ná 1 april laten hangen. Alkmaar gaat met hun idee aan de slag: “We willen een pilot starten.”
Het idee klinkt heel eenvoudig: laat die verlichting gewoon nog even hangen. In de Schelphoek willen ze dat graag. De lichtjes spiegelen zo mooi in de Turfhaven en dit stukje stad mag wel een beetje extra ‘shinen’ ook, als het aan de Schelphoekers ligt.
Maar wethouder Christiaan Peetoom heeft ook oog voor de andere kant. De aanpassing leidt tot meer werk, meer kosten. “De stroomvoorziening moet worden aangepast voor dit deelgebied en het weghalen van de verlichting wordt vertraagd”, somt hij de bezwaren op. (tekst gaat door onder de foto)
Wethouder Christiaan Peetoom denkt mee met de ondernemers. (foto: Streekstad Centraal)
Toch staat wethouder Peetoom niet afwijzend tegenover het initiatief. Het moet alleen even netjes worden uitgezocht. “Als pilot wordt voor dit deelgebied in beeld gebracht welke aanpassingen noodzakelijk zijn om de sfeerverlichting een maand langer te laten branden”, zegt de wethouder toe.
Met andere woorden: ze mogen het proberen, in de Schelphoek. Kijken wat er voor nodig is, zodat het ook echt kan gaan gebeuren. De Schelphoek kan hardop gaan dromen van een voorjaar dat letterlijk langer licht is. “Als dit een succes is”, voegt de wethouder toe, “zullen we kijken of deze pilot voor alle deelgebieden kan gelden.”
Want dat is een andere kwestie waar wethouder Peetoom oog voor heeft: wat in het éne gebiedje mag, dat willen ze dan gauw genoeg in een ander stukje binnenstad óók. Hij spreekt in dat geval van ‘precedentwerking’. Juist daarom is het belangrijk dat deze op het oog kleine verandering goed wordt onderzocht.
Binnenkort heeft winkelcentrum Middenwaard in Heerhugowaard er een nieuwe winkel bij. Op 6 december opent de Duitse koopjesketen KiK haar deuren. De winkel staat bekend om voordelige kleding, maar ook huishoudelijke artikelen, decoratie, woontextiel, accessoires en nog veel meer. Het is vergelijkbaar met winkels zoals Action of Zeeman.
De nieuwe KiK-winkel komt op de eerste verdieping van het winkelcentrum en zal bestaan uit een oppervlakte van ongeveer 615 vierkante meter. De vestiging in Heerhugowaard is niet de eerste in Nederland. KiK heeft al winkels in meerdere steden in Nederland, onder andere Cityplaza Nieuwegein, Kronenburg Arnhem en in winkelcentrum Broekerveiling in Broek op Langedijk.
De eigenaar van het winkelcentrum, Wereldhave, ziet KiK Textilien und Non-Food als een ‘waardevolle aanvulling op het mode- en home deco-aanbod van Middenwaard’. In totaal heeft Kik meer dan vierduizend vestigingen, waarvan 2700 filialen in Duitsland.
Het lijkt wel alsof hij het aantrekt. Wéér zit Aldo Backer, beheerder van veilige werkplekken De Boekentuin en Plantenasiel Alkmaar, met een aanstaande verhuizing in zijn maag. Want nu zijn Boekentuin eindelijk een mooie nieuwe plek heeft, zit er voor de medewerkers van het Plantenasiel óók een hoop getil en gesjouw aan te komen. “We willen gewoon doorgaan.”
Streekstad Centraal spreekt Backer als hij nog druk doende is met de verhuizing van dozen en dozen vol boeken. “Heb jij een pompwagentje staan? Nee, ik ben even in gesprek” – de typische hectiek van verhuizen. En dat moet straks dus nóg een keer. “Wij hebben planten, nou, die moet je met z’n tweeën, drieën op een karretje tillen.”
Dat De Boekentuin op zoek moest naar een andere plek, dat was eigenlijk al kopzorg genoeg. Maar die kwestie raakte opgelost, met een beetje hulp van Streekstad Centraal. Nu ziet Backer de geschiedenis zich herhalen: het Plantenasiel kan niet blijven op de plek waar het nu zit. (tekst gaat door onder de afbeelding)
Aldo Backer tussen de verhuisdozen. Ook planten verhuizen is geen makkelijk karwei. (foto: Streekstad Centraal)
Die plek is kringloopwinkel Rataplan aan de Pettemerstraat. Door deze locatie is het Plantenasiel onderdeel van de Alkmaarse ‘kringloopboulevard’ en dat is mooi meegenomen, want ook in het Plantenasiel gaat het om hergebruik van afdankertjes: hier kunnen mensen planten heenbrengen om te voorkomen dat ze verpieteren. Het Plantenasiel verzorgt ze en zoekt een nieuwe eigenaar.
“Ja en het is natuurlijk nog gezellig ook, die plantjes”, vertelt Backer. “Dat vinden ze bij Rataplan ook. Maar ze willen die ruimte nu zélf commercieel gaan gebruiken en dus moeten wij er op een gegeven moment wel uit.”
Dat betekent dat Backer wederom op zoek is naar een nieuw onderkomen, in dit geval dus voor de planten en hun verzorgers. “Onze medewerkers willen graag bij ons blijven”, zegt Backer daarover. Het Plantenasiel biedt een veilige werkplek voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. “We willen ook gewoon doorgaan. Dit kan niet het einde zijn.” (tekst gaat door onder de foto)
Het Plantenasiel zoals het er nu uitziet. Shop-in-shop is ook in de toekomst mogelijk. (foto: Streekstad Centraal)
“Het gaat ook om het idee van het Plantenasiel”, benadrukt Backer. Een veilige werkplek, een veilig heenkomen voor tweedehands planten, een duurzame manier van werken: dát moet zo blijven. “We zoeken een ruimte van zo’n 100 vierkante meter, op de begane grond”, vertelt Backer. Een ‘shop-in-shop’ is daarbij zeker mogelijk.
De planten dan ook maar verslepen naar het nieuwe plekje van de Boekentuin, dat is alleen geen optie voor Backer. “Het Plantenasiel is ook een winkel, waar mensen in en uit lopen. De Boekentuin hebben we daar niet op bedacht. Dat is geen winkel, dat moet een rustige werkplek blijven voor de mensen daar.”
Voorlopig is het Plantenasiel nog wel te vinden in de Pettemerstraat. “Ja, we zijn nu volop aan het voorbereiden op kerst hoor.” Ook dát gaat gewoon door. Maar met dus in het achterhoofd die zoektocht naar een nieuw pand. “Als de lezers van Streekstad weer wat weten…”
In Alkmaar is de leegstand in het centrum goed zichtbaar. Lege etalages, gesloten winkels en ongebruikte panden maken de Laat en het gebied er omheen minder aantrekkelijk. Ondanks de recente vernieuwing van de straat, blijft het probleem zichtbaar. Wat doet de gemeente om de leegstand tegen te gaan? In de laatste aflevering van een vierdelige serie bespreekt wethouder Christiaan Peetoom de aanpak van de leegstand.
Volgens Peetoom concentreert de leegstand zich vooral rondom de Laat. “Hier lijkt het alsof er veel leegstand is, maar over het algemeen valt het mee,” legt hij uit. “Toch raakt dit stuk elke Alkmaarder die hier loopt, en ook de pandeigenaren.”
Peetoom is in gesprek met pandeigenaren om samen naar oplossingen te zoeken. “De gemeente kan ook maatregelen nemen,” zegt hij verwijzend naar de leegstandswet. “Maar dat is nu niet de beste route. We willen eerst met de eigenaren samenwerken om te zien wat we kunnen bereiken. Als dat niet lukt, moeten we andere maatregelen overwegen.” (tekst gaat verder onder de foto)
Wethouder Christiaan Peetoom legt uit wat gemeente Alkmaar doet om de leegstand in de binnenstad tegen te gaan. (foto: NH Nieuws)
Op dit moment lijken er meer ondernemers te vertrekken uit de Laat en de Payglop dan dat er nieuwe bij komen. Toch is er een lichtpuntje: in december openen Marietta Hakobian (29) en Coen de Waal (33) een nieuwe onderneming aan de Payglop. Ze starten Studio ArtBeat, waar ze schilderworkshops gaan aanbieden.
“Daarbij willen we ook graag een drankje aan kunnen bieden, maar daar werd vanuit de gemeente niet positief op gereageerd. Er zijn al genoeg horecagelegenheden, kregen we te horen”, vertelt Marietta. De aanvraag voor de vergunning loopt nog.
Niet alleen de vergunning krijgen is een uitdaging, ook het zoeken van een pand bleek knap lastig. “We hebben bij veel leegstaande panden geïnformeerd, maar vaak bleken ze niet te huur,” zegt Coen. Het pand dat ze nu huren is van een verhuurder die hen steunt. “Hij gunt het ons echt.” Marietta en Coen hopen snel van start te kunnen gaan en hopen op nieuwe buren in de leegstaande panden naast hen. (tekst gaat verder onder de foto)
Ondernemers Coen en Marietta gaan in een pand aan de Payglop aan de slag met hun nieuwe bedrijf Studio ArtBeat. (foto: NH Nieuws)
De gemeente wil met de vernieuwingen in de Laat en gesprekken met ondernemers en pandeigenaren het gebied weer aantrekkelijk maken. Het oude V&D-gebouw wacht ook op een opknapbeurt. “We hebben net de gesprekken gehad met bewoners om ook het andere deel van de Laat nieuw leven in te blazen”, vertelt Peetoom.
De huidige leegstand in de stad zorgt er niet voor dat de wethouder zonder vertrouwen naar de toekomst kijkt. “Door online bestellen en corona zien we in veel meer steden dat er uitdagingen zijn, dus is het logisch dat gemeenten wat te doen hebben.”
“Ik denk dat we, samen met ondernemersvereniging Alkmaar Bolwerk, op de goede weg zijn,” concludeert Peetoom. “De binnenstad is het visitekaartje van je gemeente. We zetten alles op alles om het hier weer te laten bruisen.” Mocht dat niet voldoende blijken, dan overweegt de gemeente andere maatregelen. “Maar we doen eerst alles wat mogelijk is om het te verbeteren,” benadrukt Peetoom.
Leegstaande etalages, ongezellige panden en winkeleigenaren die nergens meer te vinden zijn. De leegstand in de Alkmaarse binnenstad springt steeds meer in het oog. De reden? De huurprijzen zijn voor ondernemers simpelweg te hoog. Maar verlagen, dat kan niet zomaar.
In de derde aflevering van de serie over leegstand legt vastgoedexpert Hans van de Leygraaf aan NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal, uit waarom die huurprijzen soms niet zomaar verlaagd kunnen worden.
Op die vraag geeft Hans van de Leygraaf een antwoord. Van de Leygraaf runt in Alkmaar een makelaarskantoor en was jarenlang voorzitter van ondernemersvereniging Alkmaars Bolwerk. Hij legt uit dat de huurprijzen onder druk staan door de coronapandemie en de toename van online winkelen. Dit maakt het voor ondernemers lastig om dezelfde huur te betalen als tien jaar geleden. Toch kunnen eigenaren de huur niet zomaar verlagen. “Een lagere huur betekent dat de waarde van het pand daalt, en dan zal de eigenaar verplicht zijn om bij de bank af te lossen,” aldus Hans. (tekst gaat verder onder de foto)
Hans van de Leygraaf legt uit dat de hoge huurprijzen een doorn in het oog zijn voor veel ondernemers. (foto: NH)
Daarnaast speelt mee dat als een eigenaar meerdere panden bezit, een verlaging van de huur in één pand kan leiden tot verzoeken om verlaging van andere huurders. Ook zijn sommige panden nog in ontwikkeling. “Bijvoorbeeld, het duurde bijna drie jaar voordat Jumbo alles rond had om het oude V&D-pand te verbouwen,” verduidelijkt Van de Leygraaf.
Zou de gemeente panden kunnen opkopen? Volgens Van de Leygraaf heeft de rol van de gemeente in de loop der jaren een andere vorm gekregen. “Waar ze vroeger alleen verantwoordelijk waren voor bestrating en verlichting, wordt er nu van ze verwacht dat ze actief op zoek gaan naar ondernemers en misschien zelfs in vastgoed investeren.”
Of dit een oplossing kan zijn voor de leegstand, leggen we volgende week voor aan wethouder Christiaan Peetoom. Hij is in de vierde en laatste aflevering van de serie over de leegstand in de Alkmaarse binnenstad de hoofdgast.
Het zijn eigenlijk vier torentjes op één begane grond: Overstaete, één van de nieuwbouwprojecten van Overstad in Alkmaar. Torentjes met appartementen in verschillende formaten, voor verschillende portemonnees. Maar één van die torentjes zal aan een woningcorporatie worden verkocht, zodat daar ‘doorstroomwoningen’ voor jongeren kunnen komen.
Dat maakt ontwikkelaar FDM Vastgoed bekend, samen met verantwoordelijk wethouder Jasper Nieuwenhuizen. Die vindt Overstaete ‘een heel mooi project’, zegt hij, waarbij echt gekeken is naar de ‘sociale factor’. Met zestien doorstroomwoningen krijgt de verstopte sociale huurmarkt weer een beetje lucht, is de verwachting.
De doorstroomwoningen zijn relatief kleine woningen, à 40 vierkante meter. Een woonkamer, een slaapkamer – te klein voor een gezin, maar perfect voor jongeren die hier hun eerste eigen thuis vinden. (tekst gaat door onder de foto)
Overstaete in Overstad, met in het wit het blok dat voor sociale huur zal worden gebruikt. (render: FDM Vastgoed)
Bijzonder aan de doorstroomwoningen is dat wie er woont, nog niet zijn punten voor een sociale huurwoning verliest, dat blijft gewoon optellen. Als na een jaar of vijf een nieuwe, grotere woning nodig is, zijn daar waarschijnlijk wel voldoende punten voor gespaard. Dat geeft huurders perspectief.
“Hoe klein kan een woning zijn?” vraagt de wethouder zich hierbij hardop af. Er moet wél gewoond kunnen worden, op een comfortabele manier. Daar maakt Alkmaar zich dan ook hard voor, in gesprekken met de corporaties. Met die 40m2 is de wethouder zeker tevreden.
Aan welke corporatie de appartementen in Overstaete verkocht gaan worden is nog niet bekend gemaakt. Eerst zal de gemeenteraad er nog een oordeel over moeten vellen.
Het hing al een tijd in de lucht. Woensdagochtend werd het dan toch werkelijkheid: Blokker is failliet. Na 128 jaar klapt het boek dicht. Wel blijven de winkels voorlopig nog open.
Dat heeft de rechtbank besloten. Eerder kreeg Blokker nog uitstel van betaling, om zo alsnog orde op zaken te kunnen stellen. Maar inmiddels is duidelijk dat Blokker financieel niet meer te redden is.
Het bedrijf heeft ruim 3.500 werknemers, verdeeld over 400 vestigingen. De impact van het faillissement is dan ook groot. Ook in Alkmaar en omgeving werken veel mensen voor één van de filialen. Castricum, Heiloo, Alkmaar, Heerhugowaard, Broek op Langedijk: Blokker zit nu eenmaal bijna overal. Voorlopig blijven deze winkels nog wel geopend, maar op termijn zullen ze in veel winkelstraten een gat achterlaten.
Het is niet meer vanzelfsprekend dat de kinderen van ondernemers de zaak overnemen, maar bij Schildersbedrijf J. Schipper is dát nooit een probleem geweest. Behalve tijdens de opstart en de tijdens de oorlog heeft het bedrijf niet echt moeilijke tijden gekend. En zo staat inmiddels de vierde generatie aan het roer van een florerend Alkmaars schildersbedrijf dat al honderd jaar bestaat.
In 1924 ging grondlegger Jan Schipper sr. – na twee jaar partnerschap – voor zichzelf verder vanaf de Koningsweg. Het was een zware tijd voor de jongeman uit Amsterdam. Veel werk was er niet, laat staan voor een schilder en klusjesman die pas twee jaar in het Alkmaarse werkte. Bovendien kon er in de winter nauwelijks buiten gewerkt worden, daar was de verf – die schilders toen nog zelf maakten – niet geschikt voor. Met de handkar of bakfiets ging hij naar zijn klanten. Nadat hij zijn draai vond in de stad, verhuisde hij naar de Oudegracht, waar het bedrijf deels nog altijd gevestigd is. (tekst gaat door onder de foto)
Schildersbedrijf J. Schipper aan de Oudegracht, ongeveer in 1935. Voor de deur staan een drietal kinderen uit de buurt. (foto: aangeleverd)
Hoe anders is het nu voor Pascal en Vincent Schipper en hun vader Han, anno 2024. Die laatste is inmiddels twee jaar met pensioen, maar springt nog wel eens bij, het bloed kruipt waar het niet kan gaan.
Streekstad Centraal wordt ontvangen in het bedrijfspand aan de Oudegracht. Inmiddels met achterin een bed & breakfast. We nemen plaats in een kleine ruimte die sfeervol is ingericht als Oostenrijkse Stube. Met een minibar, kleine hertengeweien aan de muur en al. Zelfs de suikerpot is in stijl. Vooral vader Han heeft ‘wel wat met Tirol’, waar hij een huis heeft laten bouwen. (tekst gaat door onder de foto)
Pascal, Han en Vincent links op de voorgrond, samen met hun medewerkers voor de uitvalsbasis in Overdie. (foto: aangeleverd)
Gedurende de vijftig jaren dat Han volop werkte is veel veranderd. “De materialen zijn heel erg verbeterd”, zegt hij. “En we hadden ooit hele hoge ladders. Dat was eigenlijk levensgevaarlijk. Maar mijn vader zei ‘je gaat maar omhoog’. Dat heb ik Pascal en Vincent nooit opgedragen.” Later werkten Han en zijn vader Jan jr. op houten steigers. “Op- en afbouwen was heel zwaar werk. En geen leuningen, ook niet op vier meter hoog. Nee dat is nooit fout gegaan, maar ik heb wel eens plank op mijn hoofd gehad”, lacht Han. “Gelukkig viel ie schuin langs me heen. Als je zo’n plank recht op je hoofd krijgt, dan is het klaar.”
“De koekoeksklok!”, roepen Han, Vincent en Pascal vrijwel tegelijk als we vragen om mooie anekdotes. Het is eigenlijk een verhaal van een medewerker, maar de lol is er niet minder om. Kees werkte voor een dame die erg gesteld was op haar koekoeksklok in de gang, dus graag voorzichtig! “Na het werk hing hij die klok weer op, hij hangt de gewichten er weer aan en hij draait zich om en RRRANG, toen lag die op de grond. Helemaal kapot”. Terwijl vader Han het verhaal vertelt, grijnzen Pascal en Vincent mee. Maar Kees zou hem wel fiksen, geen probleem. “Hij heeft hem gelijmd en je zag er nagenoeg niks van. Weer opgehangen en…. de klok deed het niet meer. Wat deed ie toen, iedere keer dat ie langsliep verzette hij de wijzers. En dan riep ie soms ‘koekoek! koekoek!’. Ik heb trouwens nooit meer wat van die vrouw gehoord.”
Koffie die niet te zuipen is. Ook daar hebben alle Schippers mee te maken gehad. “Die gaat dan bij de plantjes”, vertelt Vincent. “Mijn opa heeft zijn koffie eens in het plaksel gegooid, die kon het echt nergens anders kwijt. Hele plaksel bruin natuurlijk.” (tekst loopt door onder de foto)
Han, Pascal en Vincent worden tijdens hun jubileumfeest door burgemeester Anja Schouten ‘gekroond’ tot Hofleverancier bij Koninklijke Beschikking. (foto: aangeleverd)
Het gaat het schildersbedrijf voor wind. De vierde generatie moppert een beetje op het gemeentelijke vergunningsbeleid rond het gebruik van een stukje straat, natuurlijk valt het weer soms tegen en ze vinden het jammer dat leerlingen niet meer zonder schilderstape leren werken maar ach… vergeleken met de moeilijke beginjaren zijn het kleinigheden.
En inmiddels zijn Pascal en Vincent zelfs ‘Hofleverancier bij Koninklijke Beschikking’. Dat predicaat kregen ze tijdens de viering van het honderdjarig jubileum eind september via burgemeester Anja Schouten. Het bijbehorende schild hangt fier aan de gevel.
Als hofleverancier kregen ze het alleen maar drukker. “Buitenwerk moet je ver tevoren inplannen. Dat is voor iedere schilder zo, maar bij ons is het nu wel extreem”, licht Vincent toe. “Ik durf het bijna niet te zeggen, maar de wachttijd is anderhalf à twee jaar. We krijgen nu véél meer offerteaanvragen.”