Politiek Dijk en Waard is in korte tijd twee keer opgeschud door verschuivingen in de gemeenteraad. Eind vorige week maakte VVD’er Ben Hoejenbos bekend dat hij gaat stoppen, deze week stapte Milo Poland over van D66 naar Lokaal Dijk en Waard.
Poland werd politiek actief door deelname aan de Jongerengemeenteraad in 2015/2016. Daarna pakte de nog pas 25-jarige Heerhugowaarder een zetel onder de vlag van Nederland Duurzaam, maar hij stapte over naar D66 voorafgaand aan de gemeentefusie. Poland werd in 2021 zelfs lijsttrekker, al is het Anja Grim die fractievoorzitter werd.
Zo’n prominente positie. En (voorheen) zo enthousiast, is nog steeds te lezen op de website van D66 Dijk en Waard. Polands profiel staat er nog op. Een ogenschijnlijk verrassende overstap dus. Maar de jonge politicus voelde zich steeds minder thuis bij zijn partij. En dan gaat het niet om zijn collega’s in Dijk en Waard, maar om de koers die de partij landelijk vaart. Coalitiepartij Lokaal Dijk en Waard sluit beter aan en Poland vond het beter om zijn raadsperiode, nog anderhalf jaar te gaan, niet uit te zitten.
VVD-fractievoorzitter Ben Hoejenbos neemt afscheid tijdens de raadsvergadering op 24 september. De Pancrasser vindt dat hij zijn taken niet meer goed kan combineren met zijn ondernemerschap en zijn gezin. Sander Csurka uit Heerhugowaard is waarschijnlijk zijn opvolger. Die zal tijdens de vergadering van 22 oktober benoemd worden. (foto: LDW)
Geschrokken was hij, liet wethouder Jasper Nieuwenhuizen vorige week blijken in de Alkmaarse raadszaal. Daar werd gesproken over de Molen van Piet en over de bomen die op het bolwerk terugkomen als de huidige worden gekapt. Onder die bomen zouden zich ‘invasieve exoten’ bevinden. “Wij bestrijden invasieve soorten!”
“We gaan hier zeker nog naar kijken”, beloofde wethouder Nieuwenhuizen naar aanleiding van die kritiek. Want het was zeker niet de bedoeling om het monumentale bolwerk te beplanten met soorten die in Nederland niet thuis horen. Zulke bomen kunnen inheemse bomen verdringen en worden om die reden door overheden bestreden. De NVWA heeft een lijst van ongewenste soorten opgesteld, de Unielijst.
Woensdag werd duidelijk dat het leed op het bolwerk toch wel te overzien is. “Er is geconstateerd dat geen van de genoemde boomsoorten in het herplantplan en herinrichtingsplan, terugkomen op de Unielijst”, laat wethouder Nieuwenhuizen weten.
De kritiek van de PvdD blijkt te zijn gebaseerd op een ándere lijst: de Zwarte Lijst van Natuur & Milieu. Die lijst is weliswaar gebaseerd op de Unielijst die de gemeente Alkmaar volgt, maar gebruikt ook andere bronnen. En jawel: op basis van déze lijst zit er dan toch een door het college uitgezochte boom in het beklaagdenbankje. (tekst gaat door onder de foto)
Zo ziet de robinia pseudoacacia er dus uit. (foto: Wikimedia Commons)
Robinia pseudoacacia. Zo heet de boom waar het uiteindelijk om blijkt te gaan. “Deze boomsoort staat op de zwarte lijst,” bevestigt de wethouder. Dat komt “omdat deze onder bepaalde omstandigheden snel vermeerdert op de wortel en daarmee wortelopdruk veroorzaakt”, voegt hij daar nog aan toe.
Wie de gevreesde ‘valse acacia’ opzoekt op online encyclopedie Wikipedia leest daar: “Deze boom is een exoot in West-Europa en kan door uitbundige groei de biodiversiteit verstoren.” Hier klinken de zorgen van het PvdD-raadslid in terug.
Wethouder Nieuwenhuizen ziet evenwel geen bedreiging in de bomen die hij op het bolwerk wil laten planten. Omdat de robinia ‘solitair’ zal worden geplant, dus niet in combinatie met andere robinia’s, is het risico anders berekend. Op het bolwerk blijft de boom dan ook van harte welkom: “De robinia pseudoacacia zal opgenomen blijven in de bomenlijst van aan te planten bomen in de gemeente Alkmaar.”
Alkmaarders hebben er dit jaar over mogen stemmen: een algemeen vuurwerkverbod met oud en nieuw. Dat verbod komt er nu ook, want de referendumuitslag was duidelijk genoeg. Maar de uitvoering van het verbod, die blijft voor vragen zorgen, zo bleek dinsdag wel weer in het stadhuis van Alkmaar. “We hebben grote zorgen over het handhaven.”
Haast geruisloos moet Alkmaar om twaalf uur ’s nachts aan 2025 beginnen. Een champagnekurk, een klinkend glas, misschien wat muziek: dat is de jaarwisseling nieuwe stijl, als het aan het college ligt. Met een lasershow in Alkmaar Noord en De Rijp, dat wel, maar dus echt zónder vuurwerk. Daarmee moet recht worden gedaan aan de uitslag van het referendum van juni.
Maar de commissie die dinsdagavond over de uitwerking van het verbod debatteerde in het stadhuis had er toch niet heel veel fiducie in, zo bleek. “We moeten de stem van onze inwoners volgen”, begon Jelle Wittebrood van referendumpartij Forum voor Democratie nog. Maar uiteindelijk neigt hij toch naar ‘pas beginnen met het vuurwerkverbod op het moment dat er alternatieven geregeld zijn’.
Handhaven is nauwelijks mogelijk, schetste Wittebrood. “Een boa ziet een vuurpijl omhoog vliegen, komt de straat in, en ziet kinderen met vuurwerk staan”, schetste hij de situatie. Wat moet die bijzonder opsporingsambtenaar doen, wierp Wittebrood op – het bezít van vuurwerk is niet verboden. (tekst gaat door onder de foto)
Ook andere partijen haalden aan dat vuurwerkbezit, en zelfs vuurwerkverkoop, helemaal niet verboden zullen worden. “Een beetje jammer”, noemde Dominique Dubois-Veenhuis van BAS dat. “Je kunt het kopen, maar je verbiedt het. We kunnen het gewoon niet vatten.”
“Dat ben ik hartstochtelijk met u eens”, reageerde burgemeester Anja Schouten. Ze legde uit dat zaken als vuurwerkverkoop en vuurwerkbezit niet door de gemeente aan banden kunnen worden gelegd. Dat moet de landelijke politiek doen. “Lokaal kunnen we het niet regelen.” Alkmaar lobbyt daarom in Den Haag voor een landelijk verbod, maar dat is een proces van de lange adem.
Meerdere partijen willen weten wat er dan wél aan handhaving kan worden gedaan. Gaat Alkmaar bonnen uitdelen, vroeg VVD-fractievoorzitter John van der Rhee zich af. Jazeker, reageerde de burgemeester: “Handhaving gaat bekeuringen uitschrijven”, bevestigde ze. Maar: “Je moet het wel geconstateerd hebben.” Het blijft dus moeilijk. (tekst gaat door onder de foto)
De lichtshow van de kermis is volgens John van der Rhee een ‘anticlimax’. (foto: Streekstad Centraal)
Kritiek was er ook op de alternatieve shows die wethouder Christian Schouten heeft voorbereid. Eén lichtshow in De Mare en één in De Rijp, dat is echt niet genoeg, stelt de Alkmaarse VVD. “Zo’n lichtshow is het nét niet”, constateerde Van der Rhee zuinigjes, die de vergelijkbare lichtshow van de kermis een ‘anticlimax’ noemde. “Dit is niet goed genoeg en het is te weinig gespreid.”
Ook andere partijen vonden de twee shows onvoldoende. “Wij vinden het ook wat magertjes”, merkte John Hagens van Leefbaar Alkmaar op. Een scenario waarin mensen in een nacht met weinig OV een lange tocht moeten ondernemen voor een lasershow noemde John an der Rhee zelfs ‘potentieel levensgevaarlijk’.
Wethouder Christian Schouten legde uit dat er dit jaar niet veel ruimte was voor andere alternatieven. “We hebben gekozen voor één in de stad, één in de dorpen”, zei de wethouder. In plaats van een lichtshow een echte vuurwerkshow, dat zat er gewoon niet in. “De vergunningtermijn daarvoor is veertien weken. Onrealistisch om dat te kunnen klaarspelen.” (tekst gaat door onder de foto)
Afgesloten vuilnisbakken rond de jaarwisseling. (foto: NH / Anne Kleinsma)
En dus wordt de jaarwisseling voor Alkmaar een experiment. Dat het ook écht geruisloos zal gaan, als de laatste seconden van 2024 zijn afgeteld, dat verwacht eigenlijk niemand. “Het is de grootste veiligheidsoperatie die we hebben in het jaar”, bracht burgemeester Anja Schouten dinsdagavond nog maar eens in herinnering. “Alléén handhaving gaat hier niet het verschil maken.”
Vooraf is het niet helemaal te voorspellen hoe die operatie verloopt, of er ook echt gelegenheid is tot handhaven, of het meevalt of tegen. Dat zal op het moment zelf pas duidelijk worden. In de woorden van de burgemeester: “De nacht zal het leren.”
Hij heeft het er maar druk mee: Ron Karels is directeur van Museum BroekerVeiling en fractievoorzitter van KIES Lokaal in Bergen. Té druk, begon hij zich te realiseren. Daarom heeft Karels besloten om op 27 september, tijdens de eerste raadsvergadering na het zomerreces, uit de gemeenteraad te stappen. “Het schuurt de laatste tijd te veel.”
Karels (foto hierboven in het midden) zit al meer dan tien jaar bij het Bergense KIES Lokaal. “We zijn in 2013 begonnen omdat wij vonden dat de stem van de Egmonden in de raad van Bergen onvoldoende gehoord werd. Janina Luttik heeft het initiatief opgestart en we hadden een vliegende start met zes raadszetels.” En zo werd Karels, twee maanden nadat hij de leiding overnam bij de BroekerVeiling, ook raadslid. “Ja, soms vallen dingen nou eenmaal samen”, lacht hij.
Sinds 2022 is Karels fractievoorzitter. De twee functies kosten hem bij elkaar veel tijd. “Als directeur heb ik naast de normale werktijden ook veel zaken die ’s avonds plaatsvinden, zoals afspraken met de gemeente Dijk en Waard en bedrijfsbijeenkomsten. En dan heb ik vaak ook voorbereidingstijd nodig, bijvoorbeeld voor een presentatie. Daarnaast ben ik als fractievoorzitter minimaal tien uur bezig met de raad. Het schuurt de laatste tijd te veel.”
Ron Karels was onlangs nog als museumdirecteur met zijn gezin en collega’s te gast op de Alkmaarse kaasmarkt, waar hij de kaasmarktbel luidde. (foto: Streekstad Centraal)
“Ik ben het niet moe geworden of zo. Ik heb het werk voor de raad altijd heel leuk gevonden, met prettige collega’s, een goede ambtelijke organisatie”, benadrukt de KIES Lokaal-fractievoorzitter. Het zomerreces leek hem een goed moment om er een einde aan te breien. “Het is beter om nu ruim voor de nieuwe verkiezingen eruit te stappen. Ik heb veel vertrouwen in de mensen die er nu zitten.”
“We hebben gezamenlijk heel veel voor elkaar gekregen. Met de hele raad”, blikt Karels terug. “De fusie van VV Egmond, de visie voor woningbouw in Egmond aan den Hoef. We hebben sowieso wonen beter op de kaart gekregen.” Hij noemt nog een aantal voorbeelden vanuit heel de gemeente. Hij had het mooi gevonden om nog meer te bereiken, maar het is tijd om te gaan.
Wat Karels zeker niet zal missen is de stroperigheid van de politiek. “Dat is me wel tegengevallen. Het duurt ongelofelijk lang voor je wat voor elkaar krijgt. Als ik zo terugkijk… het duurt echt jaren… Fietspaden, de voetbalfusie, de Eeuwigelaan… De procedures duren gewoon lang. Maar terecht hoor, mensen hebben het recht om er wat van te vinden.”
Er is een warme band tussen museum Broekerveiling en de Alkmaarse Kaasmarkt. Mde Bergense politiek heeft het kaasdragersgilde dan weer bijzonder weinig. (foto: Streekstad Centraal)
“Dat gaat héél anders in het bedrijfsleven.”, gaat de directeur verder. “Bij de BroekerVeiling kan je wél veel snel voor elkaar krijgen. Dat vind ik leuk: de schouders eronder. Binnenkort openen we weer een nieuwe expositie, er komt een nieuw restaurant in de lighallen. De veiling doet het heel goed. Dit jaar hebben we al 70.000 bezoekers. We hebben er nog nooit zoveel gehad. Daar krijg ik energie van.”
Sjaak Swart volgt Karels op als fractievoorzitter en Tanny Glas komt weer terug in de raad om de vrijkomende zetel in te nemen. Het bestuur van KIES Lokaal heeft al laten weten dat het begrip heeft voor Karels’ beslissing en dat het enorme waardering voor de jarenlange inzet die hij op eigen wijze vorm gaf. “De gemeente Bergen gaat zijn inbreng missen.”
Tijdens de Open Monumentendagen zullen heel wat Alkmaarders er weer een kijkje gaan nemen: de Molen van Piet. Hoog torent de molen uit over het bolwerk, maar niet hoog genoeg, zo bleek eerder al. De wieken vangen onvoldoende wind en dus moet het park rondom de molen op de schop. “Moeten we al die bomen wel terugplaatsen?”
In het Alkmaarse stadhuis woedde dinsdagavond een ‘stammenstrijd’. Hoge bomen vangen te veel wind, had het college eerder al vastgesteld, er moet flink gekapt gaan worden rondom de Molen van Piet. Maar er komen bomen voor terug, beloofde het college. Of dat ook de goede bomen waren, en of dat niet goedkoper kon, dat was voer voor discussie.
De Partij voor de Dieren opende die discussie met een kritische noot over de gekozen soorten. Het college wil bomen terug planten die ‘invasief’ zijn, stelde Sarah Pesie. “We hebben eigenlijk nooit het kappen gewild”, bracht zij in herinnering. Maar als het dan toch moet, dan wel met ‘bomen die hier echt horen’, aldus PvdD.
Wethouder Jasper Nieuwenhuizen reageerde geschrokken op dat punt. Hij zegde toe er nog eens extra naar te kijken. Voor het overige verdedigde hij de keuze van het college om meer dan zes ton uit te trekken voor de herinrichting van het bolwerk: “Ook het bolwerk is een monument!”(tekst gaat door onder de foto)
Wethouder Jasper Nieuwenhuizen.
Het college vraagt de raad om steun te geven aan een investering van 625.000 euro. Maar voor de volledigheid stuurde het college ook een goedkopere variant mee, à 460.000 euro. Maar liever ging het college voor luxe, was daarbij de gedachte.
625.000 euro, dat is anders wel ‘écht veel geld’, vond Erik Regterschot van de ChristenUnie. Hij kreeg bijval van het CDA: “Het mag een tikkeltje minder”, reageerde Frits Jonk. En ook de VVD, toch de partij die ooit over de te hoge bomen was begonnen, toonde zich zuinig: “Voor de VVD hoeft het allemaal niet zo duur te zijn”, zei Johan Gunst.
Van de linkse partijen had het om te beginnen al niet gehoeven, bracht Roy Seignette van GroenLinks nog maar eens in herinnering. Maar nu de bomenkap dan tóch onafwendbaar is, dan wil hij er ook best in investeren. “We willen liever zorgen dat we er ook wat voor terugkrijgen.”
Jelle Wittebrood van Forum voor Democratie vond dat die nieuwe bomen toch wel erg in de papieren begonnen te lopen. “Zijn bomen een ton waard?” wierp hij op. “Moeten we al die bomen wel terugplaatsen?” (tekst gaat door onder de foto)
De molen is niet uit het Alkmaarse stadsgezicht weg te denken. (foto: Streekstad Centraal)
Maar een goedkopere variant heeft niet de voorkeur, zei wethouder Nieuwenhuizen daarover. Hij roemde juist het historische karakter van het bolwerk, aangelegd in Engelse landschapsstijl. Die monumentale stijl sluit aan bij de rest van dit geliefde groene randje van de oude binnenstad.
Hoewel de wethouder complimenten kreeg voor zijn uitleg en verdediging, werd dinsdagavond wel duidelijk dat molen en bolwerk voor Alkmaar méér zijn dan een ‘hamerstuk’. De raad zal de kwestie daarom nog nader bespreken. Dan komt het college ook terug op de vermeende ‘invasieve soorten’ waar de PvdD op wees.
Henk Adriaanse van coalitiepartij OPA relativeerde de hoge kosten nog wel. “Het wordt over 40 jaar verdeeld”, wist ‘financiële man’ Adriaanse. Op jaarbasis is het verschil tussen de dure en de goedkope variant dus ‘niet substantieel’. “En daar komt iets heel moois voor terug.”
De hoge woningnood kan in ieder geval tijdelijk wat verlaagd worden met flexwoningen. Eind 2022 spraken de gemeenten van Regio Alkmaar en het Ministerie van BiZa daarom af om in een aantal jaren tijd er duizend neer te zetten. De Alkmaarse fracties van OPA, PvdA en GroenLinks willen doorpakken en weten wel een mooie locatie waar plek is voor een stuk of honderd.
Het duurt jaren tussen het maken van een woningbouwplannen en het moment waarop bewoners de sleutel in het deurslot kunnen draaien. En voor sommige locaties, bijvoorbeeld het Alkmaarse bedrijventerrein Overdie, moeten eerst de bedrijven die er nu zitten verhuizen. Een nieuw stroomcontract krijgen gaat door het volle elektriciteitsnet echter niet zomaar. Ondertussen neemt de woningnood verder toe.
Maar het duurt niet lang meer of één locatie in Overdie komt vrij, namelijk het afvalbrengstation aan de Kitmanstraat. De bouw van de nieuwe locatie schiet lekker op. Na de verhuizing is de oude locatie een prima plek voor flexwoningen voor diverse doelgroepen, vinden OPA, PvdA en GL. Het gaat om gemeentegrond dus de gemeente kan zelf bepalen wat er mee wordt gedaan. De fracties schatten dat er plek is voor meer dan honderd flexwoningen. Niet de meest pittoreske locatie, maar het is even niet anders.
De fracties van OPA, PvdA en GL willen graag van het college van B&W weten wat het vindt van dit idee en om te kijken naar de mogelijkheden.
Van twee kanten komt alles tot stilstand. Fietsers en auto’s staan naast elkaar, een scooter wurmt zich nog een stukje naar voren, tevergeefs. De slagbomen zijn naar beneden en langzaam komt het brugdek in beweging. Hier, op de Bierkade, heeft Alkmaar zijn eigen tempo. Het tempo van de haven. “We kijken wel waar we hierna weer heen varen.”
Het is misschien wel de meest Nederlandse van alle smoezen: “De brug stond open.” Ook op de redactie van Streekstad Centraal is die verontschuldiging geregeld te horen. Achter zo’n brugopening gaat het verhaal van een levendige haven schuil. Een wereld van ‘buiten’ en ‘binnen’ varen, een wereld van vele talen ook. Want water, dat komt overal.
“Of ik echt uit Australië kom? Reken maar!” De Australische schipper Mark is het wel gewend, de Australische vlag die op zijn jacht wappert roept vragen op. Een zeewaardig schip is het zeker, toch moet Mark één droom wel wegnemen: “We zijn hier met het vliegtuig gekomen.” Zijn schip is in Nederland gebouwd en het komt Europa niet uit. Al is hij er wel al mee naar Londen gevaren, en naar de Middellandse Zee. (tekst gaat door onder de foto)
Mark maakt zijn jacht los van de Bierkade. Tijd voor de reis naar de volgende Europese bestemming.(foto: Streekstad Centraal)
“Het is eigenlijk net als een caravan”, legt Mark uit. “We hebben alles wat we nodig hebben. We gaan van stad naar stad en zo ontdekken we Europa.” Het ‘oude’ werelddeel blijft voor veel Australiërs een geliefde vakantiebestemming. Maar waar veel van hun landgenoten kiezen voor een hotel of voor een vakantieappartement, daar kozen Mark en zijn vrouw dus voor de vrijheid van het water.
“Voor mijn werk was ik al veel in Nederland geweest. Ik wist dat ze hier goed Engels spreken. En water hebben jullie ook genoeg”, zegt Mark. Er is dus veel om te ontdekken. Hij heeft iets op te biechten: “Je kunt het je vast niet voorstellen, maar ik had nog nooit van Alkmaar gehoord. We zijn vanuit Amsterdam naar het noorden gevaren.”
De bekende belletjes rinkelen weer. Ook Mark kijkt naar de brug. “Die gaat voor óns open, dus ik moet vertrekken.” Zijn jacht moet naar een ligplaats in het Luttik Oudorp. Havenmeester Peter beheert de brug handmatig, met een paneel naast de slagbomen. Soepel glijdt het scheepje met de Australische vlag de gracht in. (tekst gaat door onder de foto)
Havenmeester Peter bedient de brug zelf. (foto: Streekstad Centraal)
Aan het Luttik Oudorp ligt ook het bootje van Appie en Marijke. Ze kijken toe hoe het Australische jacht aanmeert aan de kade. Zelf komen ze niet van zo ver weg, ze komen uit Friesland. “We varen vanuit Alkmaar weer door naar Purmerend”, vertelt Appie. “En dan via Edam ‘nei bûten’.” Naar ‘buiten’ dus, daarmee bedoelen de schippers het open water, in dit geval het Markermeer. “Daarna kijken we wel. Het is overal mooi.”
Naast de boot van de Friezen ligt nóg een jacht met een Australische vlag. “Maar ik denk dat ze dat schip hier hebben liggen”, overweegt Marijke. Iets wat voor Mark dus zeker klopt. “En er staat ook Drachten op de achterkant”, voegt Appie toe. “Nou ja, op het water ligt alles dicht bij elkaar hè.”
Engels, Fries, dan klinkt er ook Duits over het water. De rondvaartboot komt onder de brug door. “Denk om uw hoofd”, herhaalt de gids nog maar eens, in drie talen. De passagiers van de rondvaartboot zwaaien. (tekst gaat door onder de foto)
De rondvaartboot gaat tussen de jachten door. (foto: Streekstad Centraal)
Een stukje verderop ligt een schip met een Friese naam: ‘Freonskip’. Vriendschap dus “Maar hij komt uit Groningen”, lacht Hein. “Toen ik ‘m kocht was het een woonboot. Helemaal bebouwd. Nu heb ik ‘m verbouwd naar wat ik zelf gerieflijk vind.” Hein is continu bezig met zijn tjalk, onderhoudt het schip met liefde. „Maar het moet geen werk worden hoor”, zegt hij. “Dat is niet de bedoeling.”
Hein woont zelf ook op het water, op een woonark in Beneden-Leeuwen. Daar is hij nu vandaan komen varen. ‘Binnendoor’, dus over de vaarten en kanalen, tot Alkmaar. “Dat we hier nu liggen heeft niet zo’n leuke reden”, vertelt Hein. “Mijn broer is overleden, in Hoorn. We zijn hier voor de begrafenis.” Hoorn heeft natuurlijk ook havens, maar Hein voer liever binnendoor dan buitenom. (tekst gaat door onder de foto)
Hein op zijn ‘Freonskip’. (foto: Streekstad Centraal)
“Ik heb er anderhalve week over gevaren”, zegt Hein. Rustig aan dus. “We wisten dat de dood van mijn broer eraan kwam. Hij was al een tijd erg ziek, hij heeft het moment zelf gekozen. Ja, ook dat is het leven.” Waar hij naar de begrafenis heen vaart, dat weet hij niet. Hij ziet wel, heeft de tijd.
Havenmeester Peter gaat intussen van brug naar brug en houdt in de gaten of langs de kades alles goed verloopt. “Als ik er de tijd voor had, kon ik er van alles over vertellen”, zegt hij lachend. Maar voor hem is het ritme van Alkmaars haven toch echt het ritme van zijn werk. Hij stapt op de fiets en rijdt de kade op. Achter hem raast het verkeer al over de brug, nu het weer kan.
Waar het percentage precies vandaan komt, weet Groenlinksraadslid Tineke Bouchier niet. Maar dat het niet klopt, weet ze wel. Niet bijna 25 procent van de Alkmaarse sociale huurwoningen ging in 2023 naar statushouders, zoals twee Alkmaarse partijen beweren, maar zo’n 8 procent. “We moeten terug naar waar de discussie werkelijk over gaat.”
De echte discussie is namelijk niet hoeveel woningen naar welke groep mensen gaat, volgens Bouchier, maar dat er überhaubt te weinig sociale huurwoningen zijn. Daarover stelt het Groenlinksraadslid nu vragen aan het college. Begin juli stelde Alkmaarse partijen OPA en BAS ook raadsvragen, maar over het aantal statushouders die in Alkmaar een sociale woning kregen toegewezen. Volgens hen zo’n 25 procent, maar die cijfers kloppen niet. “Die 25 procent gaat over ‘bijzondere doelgroepen’, waar statushouders ook onder vallen. Maar er zijn meer groepen die daarin zitten.”
Zoals starters, spoedzoekers of dak- en thuislozen. “En zo ontstaat een frame en worden kleine groepen tegen elkaar uitgespeeld.” Terwijl het gesprek eigenlijk zou moeten gaan over het gebrek aan sociale woningen, voor elke groep. Bij nieuwbouwprojecten hoeven projectontwikkelaars maar 15 procent sociale huurwoningen te realiseren, en de gemeente Alkmaar streeft naar 30 procent. “Dat bijt elkaar. Die andere 15 procent moet de gemeente met wooncorporaties regelen”, wat nog niet lukt. Het afgelopen jaar was 13 procent van de nieuwe woningen bedoeld voor de sociale verhuur. (tekst loopt verder onder foto)
“Als we niet voldoende huurwoningen stimuleren komen we nooit bij die 30 procent”, aldus Tineke Bouchier. (foto: aangeleverd)
Deel van het probleem is volgens Bouchier de zogenaamde Parkeernormennota waar de gemeente zich aan moet houden. Per woning moet een bepaald aantal parkeerplaatsen komen. “Die parkeernormen houden echt tegen dat je betaalbare woningen bouwt. Die parkeerplaatsen zijn duur en nemen ruimte in.” De parkeernorm is verouderd en moet worden herzien, vindt ze. “En daar ben ik niet alleen in: ik hoor het ook van projectontwikkelaars.”
In haar brief naar het college haalt Bouchier een onderzoek aan dat is gedaan naar parkeernormen in Nederland erbij, waar Uitgeest als voorbeeld wordt aangehaald. Per woning wordt daar 0,45 parkeerplaats te veel gemaakt, omdat er maar naar één type woning wordt gekeken. “Je moet per situatie gaan kijken, soms zijn al die parkeerplaatsen niet per se nodig. Mensen in de binnenstad hebben bijvoorbeeld echt niet allemaal een auto en je kunt ook in andere oplossingen denken, zoals deelauto’s.”
Kijk per situatie wat nodig is qua parkeren, aldus Bouchier. Op sommige plekken zijn meer parkeerplaatsen nodig dan andere. (foto: Streekstad Centraal)
“Er moet vele meer ambitie vanuit de gemeente komen om te zorgen voor voldoende sociale huurwoningen voor alle doelgroepen”, gaat het raadslid verder. Die 30 procent sociale woningen per jaar moet geen streven zijn, maar een afspraak. Of dat gaat lukken is de vraag; Bouchier verwacht zich het komende jaar nog flink hard te moeten maken hierover, “want aan de parkeernorm valt zowat niet te tornen.”
Kleurrijke heliumballonnen zweven boven het Plein. Nietsvermoedend trekt een jong meisje de ballonnen naar beneden, zodat haar moeder de onvermijdelijke social media foto kan maken. “Ah… Wat leuk!”, moedigt de vrouw aan terwijl haar dochter poseert met een grote glimlach op haar gezicht.
Terwijl ze tevreden verder lopen over het dorpsplein in Bergen, is lokale partij Ons Dorp druk aan het flyeren bij de DekaMarkt. De ballonnen zweven namelijk niet zonder reden meters in de lucht: “Zo hoog worden de absurd grote panden die ze hier willen bouwen”, legt Henk Borst van Partij Ons Dorp uit.
De ballonnen moesten mensen een beeld geven van hoe hoog de gebouwen van Bot Bouw worden, maar door de wind zweefden ze alle kanten op. (foto: Streekstad Centraal)
Dat de nodige bewoners van Bergen niet tevreden zijn met de bouwplannen van Bot Bouw voor een nieuw dorpsplein is bekend. Dat bleek ook toen de Bewonersvereniging Bergen Centrum vorige week een bijeenkomst organiseerde in de Ruïnekerk. Zo’n 200 mensen kwamen toen bij elkaar om te bespreken hoe ze de “schrikbare plannen” kunnen dwarsbomen.
Ook Partij Ons Dorp is niet blij met het besluit van de gemeenteraad. Daarom zijn ze zaterdagmiddag de straat opgegaan om nog meer mensen te laten zien wat er aan de hand is en waarom deze bouwplannen volgens hen niet kunnen. Met als doel: dat zoveel mogelijk mensen voor 10 augustus een zienswijze indienen.
Zo’n 200 mensen inwoners van Bergen kwamen naar de bijeenkomst van de BBC vorige week. (foto: Hans Brouwers)
De dorpelingen die zaterdagmiddag hun boodschappen doen of richting het terras lopen om bij te komen van de hitte, kunnen de actievoerders niet ontwijken. Mariella van Kranenburg van Ons Dorp vertelt dat merendeel van de mensen het geen mooi plan vinden. “Iedereen vindt het spuuglelijk, te groot en heel veel mensen zeggen: ‘het is hier geen Amsterdam.’ Dus zo massaal vindt men het.”
Toch zijn er zaterdagmiddag ook andere geluiden te horen. De 32-jarige Fabian vindt het geweldig dat er “eindelijk” iets voor de jeugd komt. En juíst de woningen spreken hem aan. “Ik ben hier geboren en getogen en zou hier heel graag willen blijven. Al het jeugd vertrekt uit Bergen. Dat is eeuwig zonde.” Een andere 20-jarige uit Bergen denkt daar net zo over. “Ik zou hier zo graag willen blijven wonen, maar dat gaat nu erg moeilijk.”
De rode lijn op de grond laat de omtrek van het pand toekomstige pand zien. De ouderwetse leugenbankjes moeten dan ook weg. “De oude mannen zitten daar – als het niet zo heet is als nu – al bijna 100 jaar elke zaterdag lekker te kleppen”, legt Hans Haring uit. (foto: Streekstad Centraal)
Voormalig marktmeester Hans Haring is heel stellig tégen: “Het is mijn dorp, mijn kindje.” Hij woont zelf niet langs het plein, maar organiseert hier ook al 40 jaar de hoveniers markt. “Met wat er nou gaat komen kan ik deze markt helemaal niet meer houden.” Volgens hem kunnen jongeren veel beter net als hem aan de buitenzijde van het dorp wonen, zodat het plein een centrale plek blijft waar mensen samen kunnen komen.
“Bergen is ook een vergrijst dorp”, geeft Henk toe, wanneer Streekstad Centraal hier over begint bij de actievoerders. Maar Mariella is hier niet mee eens. Volgens haar is Bergen een afspiegeling van Nederland. Het enige verschil is volgens haar dat het hier relatief duur is om te wonen en dat rijke mensen over het algemeen ouder worden.
Henk Borst (links), Mariella van Kranenburg (midden) en Michiel van den Busken van Partij Ons Dorp laten met flyers, borden, ballonnen en rode lijnen op de grond zien wat er mis is met de bouwplannen van Bot Bouw. (foto: Streekstad Centraal)
“Kijk nou eens om je heen, als ik oud ben ga ik hier ook niet zomaar weg. En als je dan verhuist moet je iets hebben dat kleiner is. Dan zou ik eerder zeggen: maak hele mooie luxe appartementen voor oudjes, die op loopafstand van alle winkels kunnen wonen.” Ze geeft toe dat dit erg elitair klinkt, maar het idee is dat hierdoor de villa’s en grotere appartementen waar ze nu in blijven wonen vrij komen.
Maar wat er ook komt, sociale huurwoningen, appartementen voor ouderen of terrasjes, Ons Dorp wil dat de inwoners daar over mee kunnen praten. Want wat nu de plannen zijn verpest volgens hen het centrum.
Over één ding lijkt iedereen het wel eens te zijn: er moet íets gebeuren met het plein. En dat moet volgens Fabian niet te lang meer gaan duren. Zo zegt hij: “Volgens mij zijn ze al veertig jaar bezig om iets te bedenken. Dat is iedereen ondertussen wel zat. Daar gaat nu eindelijk verandering in komen, dus daar mag ook wel wat positiever op gereageerd worden.”
“Een goede vriendin van mij is behoorlijk in de ellende gekomen door huiselijk geweld en intieme terreur”, opent Victor Kloos het interview. De OPA-fractievoorzitter wilde haar graag helpen met het krijgen van hulp, maar dat bleek niet eenvoudig. Ook Tamara Vermeulen (VVD) kent verhalen van slachtoffers die dit lastig vinden. “In onze beleving besteden instanties daar niet al te goed aandacht aan.”
Victor Kloos en Tamara Vermeulen dienden een aantal weken geleden een voorstel aan het college in om de hulpverlening voor slachtoffers van huiselijk geweld toegankelijker en beter te maken. De gemeenteraad stemde unaniem in met de motie. “Ik heb er wel in laten opnemen om niet te schoppen tegen die instanties, maar wel om te stellen dat het beter zou kunnen”, benadrukt Kloos tegenover Streekstad Centraal.
In het interview zijn Kloos en Vermeulen minder terughoudend over de politie. Sinds de motie hebben ze verhalen van slachtoffers gehoord, die gefrustreerd het bureau uit liepen. Zo meldde een vrouw dat haar ex een contactverbod negeerde, maar de agent wist niet hoe dat in het systeem te noteren en liet haar weer gaan. En soms raadde de politie af om aangifte te doen. “Zeiden ze ‘maar heb je daar wel zin in dan, twee jaar procederen tegen je ex?’”, aldus Vermeulen. “Verzamel je heel veel moed en dan word je met de staart tussen je benen naar huis gestuurd.” (tekst gaat verder onder de foto)
Victor Kloos (links) en Tamara Vermeulen zijn vastbesloten de situatie rond huiselijk geweld te verbeteren (foto: Streekstad Centraal)
Toch weten Vermeulen en Kloos het handelen van de politie ook wel te relativeren. Ja, er zijn personeelstekorten en huiselijk geweld bewijzen kan moeilijk zijn. “De strafbare feiten zijn vaak erg lastig te onderzoeken”, erkent het VVD-fractielid. Zeker als blauwe plekken of wonden inmiddels zijn geheeld. “In televisieprogramma’s als Zeeman Confronteert zie je dat sommige meiden 800 meldingen hebben gedaan, en dan wordt er niks mee gedaan. Dat is heel naar.”
Het tweetal heeft inmiddels goede gesprekken gehad met Veilig Thuis, de Veiligheidsregio en de Blijf Groep (Blijf-van-mijn-lijf, red.). De politie komt nog. Het eerste contact met Veilig Thuis verliep wat stroef, zegt Vermeulen, maar ze draaiden al snel bij. “We moeten ervoor zorgen dat zij óók geholpen worden. Ze gaven aan dat het heel erg lastig is, omdat het slachtoffer er vaak niet voor durft uit te komen dat er huiselijk geweld plaatsvindt achter die deur. En vaak willen ze ook niet dat iemand anders melding doet. Het is een taboe, nog steeds.” (tekst gaat verder onder de foto)
Veilig Thuis zit in het Regiohuis aan de Hertog Aalbrechtweg 5. Dat is naast het parkeerterrein van Station Alkmaar Noord.
Volgens haar en Kloos weten slachtoffers ook niet altijd waar aan te kloppen of wat nou precies valt onder huiselijk geweld. “Sommige slachtoffers durven geen hulp te zoeken omdat zij van mening zijn dat ‘het’ niet ernstig genoeg is.” Daarom maakten ze een overzicht met definities van geestelijk en fysiek geweld en van stalking, en een meldingsoverzicht.
Bij de Blijf Groep kwam nog een factor boven water. “Het imago van het Blijf-van-mijn-lijf-huis moet beter”, vertelt Vermeulen. “Er waren vrouwen die eerst geen melding durfden te doen uit angst voor wat er zou gebeuren als ze vluchtten. Dan namen ze maar voor lief dat ze eens in de drie maanden in elkaar geslagen werden. Sommige slachtoffers denken dat ze met 25 vrouwen op een kamer belanden. De crisisopvang is wat behelpen maar dat duurt maximaal drie dagen. Voor daarna hebben ze ruime appartementen. ” (tekst gaat verder onder de afbeelding)
Het stappenplan voor melding van (huiselijk) geweld of stalking, en de definities hiervan.
Probleem is wel dat er daar te weinig van zijn. Het aantal meldingen van huiselijk geweld is door de tijd afgenomen – mooi, zou je zeggen – maar toch is er een opvangtekort. “De Blijf Groep in Alkmaar heeft structureel een wachtlijst van twaalf mensen. Dat komt neer op acht maanden. Wat gebeurt er allemaal in die acht maanden? De woningnood maakt het ook lastig om een woning voor ze te vinden.”
Het duo heeft intussen de nodige reacties gehad van slachtoffers. “Die mensen voelen zich écht gehoord en zeiden ‘wat fijn dat jullie het aankaarten’. Het is voor hen een steuntje in de rug, dat volksvertegenwoordigers actie ondernemen.” Vermeulen vult Kloos aan: “Het verbaasde me echt dat we allemaal reacties kregen. Dan lijkt het dat wij toch makkelijker te benaderen zijn dan Veilig Thuis.” Ze vindt het ook hartverwarmend dat een aantal slachtoffers heel openhartig was over hun ervaringen.
De VVD’er en de OPA-fractievoorzitter zetten strijdvaardig door. “Er komt een gemeentecampagne en wij gaan met zijn tweeën met hulporganisaties een verdiepingsslag maken, zodat men het fanatieker aanpakt en meer slachtoffers huiselijk geweld melden”, zegt Kloos. “Alles wat je doet om een melding eerder te laten gebeuren dan dat die helemaal niet wordt gedaan is al winst.”