Engels mag dan de wereldtaal zijn, wie nu over de stranden of door de winkelstraten in onze regio loopt hoort vooral heel veel Duits. Egmond, Bergen, Hargen, Camperduin: langs de kust zit het vol met Duitse gezinnetjes. En het zijn er dit jaar meer dan ooit. In tien jaar tijd is het aantal Duitsers dat Nederland bezoekt verdubbeld. De kust blijft favoriet en daar profiteren ondernemers in heel de regio van. “We zien ze graag komen.”
Dat er dit jaar meer Duitsers dan ooit naar de Nederlandse kusten komen is één van de conclusies van een onderzoek van ABN Amro. En die toename van Duitse bezoekers draagt ook weer bij aan omzetgroei voor vakantieparken. Het verbaast Ger Welbers, directeur van de stad- en regiomarketing en de VVV, allemaal niet. “Dit klopt met wat wij zelf ook al vaststellen.”
Dat Duitsers volop aanwezig zijn, dat weet natuurlijk iedere bewoner van onze regio, ook zonder onderzoek. “Ze zijn van oudsher de grootste groep”, bevestigt Welbers tegenover Streekstad Centraal. “En na corona zag je ook dat ze er direct weer waren, ze zijn heel loyaal. Het gaat vaak van generatie op generatie, de Duitsers die hier nu met hun kinderen rondlopen kwamen hier vroeger vaak ook al met hun ouders.” (tekst loopt door onder de foto)
Welbers ziet de Duitsers graag komen. “Ze zijn loyaal, ze veroorzaken nauwelijks overlast, ze geven veel geld uit. Ze willen ook steeds meer van de regio ontdekken.” Ook als het geen strandweer is. Dan bezoeken ze bijvoorbeeld het Stedelijk Museum in Alkmaar. “Met Van Gogh hebben ze daar nu een echte trekker”, haalt Welbers aan. Desgevraagd kan het museum bevestigen dat ook zij flink meer Duitsers verwelkomen. “De aanloop is enorm gestegen ten opzichte van andere jaren”, vertelt Aafke van Tent Beeking van het Stedelijk Museum. “Het museum ziet steeds meer Duitse gasten.”
Niet alleen tussen de oude schilderijen, ook elders in de Alkmaarse binnenstad zijn Duitse toeristen volop aanwezig. “We hadden hier maandag het hele terras vol zitten en alle tafeltjes spraken Duits”, horen we als we er in de Alkmaarse horeca naar vragen. En dat is een compliment voor het terras, want Duitsers letten op kwaliteit, weet Welbers.
“We weten heel veel van de Duitse toerist”, legt Welbers uit. “Daar doen we onderzoek naar. We weten daardoor ook dat Duitsers het waarderen als ze in het Duits kunnen bestellen. Een Duitse menukaart, die moet je echt hebben.” Met een Duitstalige ‘Speisekarte’ kunnen ook gezinnen met kinderen uit de voeten. Het spreekt Duitsers aan. “Als ik ergens ben en ik zie dat ze het menu alleen in het Nederlands en het Engels hebben liggen, dan zeg ik daar wel wat van”, vertelt de VVV-directeur. “We hebben regelmatig bijeenkomsten met ondernemers, dan gaat het hier ook over.” (tekst loopt door onder de foto)
“Mens sana in corpore sano”, krijgt Streekstad Centraal te horen als we een Duitse bezoeker vragen wat hem zo trekt aan onze regio. Daar is geen woord Duits bij, maar hij verduidelijkt zijn Latijn al gauw: “Een gezonde geest in een gezond lichaam. Het is maar een paar uur rijden en dan zit je hier in de frisse lucht van zee.” De stranden zijn mooi en er is in de omgeving veel te doen. De extra Kaasmarkt trekt op dinsdagavond ook heel wat gezinnetjes naar Alkmaar en haast allemaal spreken ze Duits.
Dat er in de horeca toch vaak wel wat Duits gesproken wordt, dat noemen veel Duitsers op: “Vinden we zo ‘nett’, heel vriendelijk. Maar wij kunnen ook een beetje Nederlands”, vertelt een vrouw die hier al sinds haar jeugd komt. Ze heeft veel zien veranderen, de prijzen vooral. Maar het blijft trekken en het is zo dichtbij. “In Zuid-Europa is het nu ook wel een beetje té warm, nietwaar?” Nee, dan toch liever de Duinstreek: “Wij komen elk jaar naar Egmond. Volgend jaar ook weer.”