Schade langs de kust opnemen na storm Benjamin: “Amy was erger”

Iemand maakt 's nachts een foto van een strandpaviljoen nabij de woeste zee, met de silhouet van een persoon die een smartphone vasthoudt in de voorgrond.

Donderdagnacht in zijn bed wist gemeentelijk strandvonder Marco Snijders uit Egmond aan Zee het al: deze storm is niet zo zwaar als verwacht. Storm Benjamin trok in de nacht van donderdag op vrijdag over Nederland. Windstoten van meer dan 100 kilometer per uur waren voorspeld. Maar een touwtje van een vlaggenstok in de tuin van de buurvrouw van Marco tikte ’s nachts niet zo heftig tegen de vlaggenmast als bij vorige stormen. “Toen wist ik al: dit gaat meevallen.”

Het was evengoed wel een korte nacht voor de mannen die in de gemeenten Castricum en Bergen bijdragen aan het onderhoud en de veiligheid op het strand. Om vijf uur vanochtend waren hij en zijn collega’s daarom al op pad. Rond 6:30 uur werd het hoogste water verwacht. Hij had al voorspeld dat het zand dat de afgelopen weken was aangevuld rond Prince George vrijdag grotendeels weer zou zijn weggespoeld. (tekst loopt door onder de foto)

Een man in een feloranje jas staat op een strand, met een achtergrond van de zee en houten strandhuizen.
Gemeentelijk strandvonder Marco Snijders inspecteert vrijdagochtend het strand tussen Castricum en Camperduin. (foto: Streekstad Centraal)

In Camperduin kon hij op dat tijdstip met eigen ogen zien dat hij gelijk had gekregen. Tachtig procent van de zandsuppletie was alweer weggespoeld. “Straks nog tien procent tijdens de laatste uren van dit hoogwater. En de rest verdwijnt in de komende dagen. De vorige storm Amy was heftiger, maar het blijft de komende dagen hard waaien uit het westen. De golfslag van de zee neemt dan de rest nog mee.”

We zijn Marco op dat moment tegengekomen bij de slagboom van de strandopgang in Camperduin. Alleen de verslaggever van Streekstad Centraal is dan samen met de collega van mediapartner NH Nieuws ter plaatse. Verder geen strandgangers of toeristen die op de storm zijn afgekomen, zoals dat vaak wel gebeurt in Egmond en Bergen. (tekst gaat verder onder de foto)

Een persoon in een oranje veiligheidsjas staat op een strand, waar grote betonnen platen door de branding zijn verschoven. Op de achtergrond zijn gebouwen zichtbaar die langs de kustlijn staan.
Strandvonder Marco Snijders in Castricum aan Zee bij de weggespoelde betonplaten die door de strandexploitant van strandpaviljoen Deining waren neergelegd als golfbreker ter bescherming van zijn zaak. (foto: Streekstad Centraal)

We besluiten op te splitsen. NH Nieuws blijft in Camperduin, Streekstad Centraal gaat mee met de inspectieronde van Marco langs de kust tussen Castricum en Camperduin. We beginnen na een bak koffie in Egmond bij de strandopgang in Castricum.

De schade in Castricum valt Marco mee. Enkele strandexploitanten hebben als voorzorgsmaatregel betonplaten neergelegd als golfbrekers om hun strandpaviljoen te beschermen. Dat heeft gewerkt: het zand onder veel platen is weggespoeld, maar de strandpaviljoens hebben door de storm amper zichtbare schade opgelopen.

“De ondernemers van de familiebedrijven langs het strand in Castricum zijn vrijwel allemaal opgegroeid met de zee. Die hoef je niets te vertellen. In sommige andere badplaatsen is dat anders. Daar zijn paviljoens in handen van beleggingsmaatschappijen die soms belangrijke ervaring met de zee ontberen. Die lopen veel grotere risico’s als wij ze niet waarschuwen voor wat er kan gebeuren.” (tekst gaat verder onder de foto)

Een man in een rode jas bestuurt een auto en wijst naar iets buiten het raam, terwijl het regent.
In de vierwiel aangedreven pickuptruck bij de lagune in Camperduin. (foto: Streekstad Centraal)

De inspectie van het strand bij Egmond en Bergen bewaart Marco voor het laatst, als het water wat meer is gezakt. We rijden eerst door naar de strandopgang bij Schoorl aan Zee. Daar ontdekt Marco in de verte het eerste drijfvuil. Het blijkt een blauwe afvalcontainer te zijn. “Die is van onszelf. Dat ruim ik later wel op, als het laag water is. Ik ga met dit weer nu niet het water in.”

Bij de strandopgang komt ook Sem van Drunen van de Reddingsbrigade Schoorl net aanrijden. Naast hem zit zijn vrouw Lilian Bijl, die samen met haar zus Tiana strandpaviljoen Paal 29 exploiteert.  De strandtent is eind september afgebroken, net voor de vorige storm Amy. Daar hoeven ze zich dus geen zorgen meer over te maken. Ze komen nu vooral aan hun zoontje laten zien hoeveel zand er is weggeslagen op het Schoorlse strand.

Sem maakt zich meteen zorgen om de kitesurfer die hij in de woeste golven van de branding bezig ziet. “Als er wat gebeurt, is er nu geen hulpdienst die je kan helpen hoor.”  (tekst gaat verder onder de foto)

Twee mensen in felgekleurde kleding, waarvan één met fiets, kijken richting een woelige zee op een winderig strand. Een houten bank en verkeersbord zijn zichtbaar op de voorgrond.
Marco Snijders met een enthousiaste mountainbiker bij de strandopgang van Schoorl aan Zee bij Paal 29. (foto: Streekstad Centraal)

Over het strand, via de lagune van Camperduin rijden we richting Camperduin. “Zie je, de zee stuwt nu ook helemaal de lagune in. Het water is nu al aan het afzakken. Maar het water wordt voorlopig niet meer zo laag. Normaal zakt het water behoorlijk, maar nu niet. Omdat de wind de komende dagen blijft stuwen.”

Aangekomen bij strandpaviljoen Prince George in Camperduin blijkt Marco opnieuw gelijk te hebben gehad. Het meeste zand bij de loopbrug is de afgelopen uren helemaal weggespoeld. Dagenlang waren vele shovels bezig geweest om hier vele tonnen zand aan te vullen, de natuur heeft het binnen enkele uren grotendeels weggeslagen. (tekst gaat verder onder de foto)

Een strandpaviljoen op stelten met een houten trap die naar het zand leidt, terwijl de golven eronder door spoelen. Een witte pick-uptruck staat geparkeerd in het zand, en een man in een oranje veiligheidsjas kijkt naar het gebouw.
Enkele uren na het hoogwater is nog meer zand weggeslagen door het voortdurende gebeuk van de golven. Dat houdt naar verwachting nog enkele dagen aan.

De eerste betonplaten voor de loopbrug liggen nu in zee. Marco biedt meteen aan om dranghekken te regelen en om materieel te halen om de betonplaten te bergen. “Als die gaan drijven en de houten palen beschadigen, ben je helemaal ver van huis.”

Zo eindigt de eerste inspectie van de kuststrook, die de komende dagen voldoende werk zal geven aan Marco en zijn collega’s. Daarom nemen we hier afscheid van elkaar. Tot de volgende keer dat de zee verrast met nieuw natuurgeweld of bijzondere strandvondsten.