Stuivend zand bedreigt de geliefde fietspaden in het duingebied bij Bergen en Schoorl. Dat die kwestie fietsers uit de regio aan het hart gaat, bewijst de hoge animo voor een petitie hierover van de Fietsersbond. Met maar liefst 6.500 handtekeningen trekt de bond komende maandag naar het Provinciehuis, waar wordt besloten over het beheer van de duinen.
De nota níét goedkeuren. Dat is de oproep van de Fietsersbond, die zich samen met onder meer de ANWB inzet voor het behoud van de fietsroutes in het duingebied. Met ‘de nota’ is de beheernota van PWN bedoeld. Want het PWN is de beheerder van het duingebied.
Het PWN zet in op stuivende duinen. Daarmee zou de natuur zich beter kunnen herstellen. Om het duin weer in beweging te krijgen werden eerder al bomen gekapt, ondanks taaie tegenstand van buurtbewoners en liefhebbers van het gebied. (tekst gaat door onder de foto)
De Fietsersbond sprak zich over die bomenkap zelf niet nadrukkelijk uit. “We zijn niet voor of tegen bomenkap”, was de strekking. De nadruk heeft voor de bond altijd gelegen op de fietspaden. Díé moeten bewaard blijven en dat kan op allerlei manieren – maar volgens de bond is er bij PWN onvoldoende bereidheid daar werk van te maken.
En dus kwam de Fietsersbond met een petitie, waar Streekstad Centraal al eerder aandacht aan besteedde. De petitie is duidelijk goed gevonden door de liefhebbers van de fietspaden. Met 6.500 handtekeningen heeft de bond een stevig signaal in handen. Maandag wordt duidelijk of dat signaal stevig genoeg is om de stemming in Provinciale Staten te beïnvloeden.
De Ring van Alkmaar is een drukke weg. Té druk, oordelen sommigen. Daarom is al wel geopperd om kruisingen ongelijkvloers te maken, maar dat is niet goedkoop. Verder is de ‘botsbrug’ bij Heerhugowaard een knelpunt in de regio. Het Rijk trekt geld uit voor een groot onderzoek naar de toekomst van de Ring Alkmaar.
Dat bevestigt het Platform Mobiliteit Noord-Holland Noord. “Dit platform is een samenwerkingsverband van alle gemeenten uit Noord-Holland Noord met de Provincie Noord-Holland om samen te werken aan de bovenregionale bereikbaarheid”, legt wethouder Nils Langedijk van Dijk en Waard uit. De wethouder is blij met die samenwerking, laat hij weten.
De investering in onderzoek kan een eerste stap zijn van een grote modernisering van de ringweg, die niet alleen voor Alkmaar zelf, maar ook voor Heerhugowaard, Langedijk en Bergen een belangrijke levensader is. De ring is uiteindelijk de verbinding met de Randstad.
Zolang Heiloo nog niet de gewenste eigen aansluiting op de A9 heeft, gebruiken ook automobilisten uit dat dorp een deel van de ringweg voor het forensenverkeer richting Amsterdam. (tekst gaat door onder de foto)
Het Rijk erkent dat er op deze weg de nodige problemen zijn. “Het is de drukste provinciale weg van Noord-Holland”, schrijft het mobiliteitsplatform, “met dagelijks files.” De verkeersdruk zal in de nabije toekomst alleen maar toenemen, want er komen tienduizenden woningen bij in de regio.
Er zijn al eerder voornemens geweest om de ring rond Alkmaar aan te pakken. Plannen voor de N242 zijn uitgevoerd, de verbeteringen aan de westelijke ringweg stokten tien jaar geleden door geldgebrek. De woningbouw in Noord-Holland Noord zorgt nu voor extra urgentie.
Een opmerkelijk knelpunt is de ‘botsbrug’, het spoorviaduct dat voor vrachtverkeer eigenlijk te laag is. “Regelmatig leiden aanrijdingen met het spoorviaduct tot opstoppingen op weg én spoor”, schrijft het platform. “Dit is voor iedereen een onwenselijke situatie.” (tekst gaat door onder de foto)
Daarom moet er worden gezocht naar een duurzame oplossing voor deze en andere problemen. Ook de doorstroming op de N9 richting Den Helder staat op de agenda. Hierover zijn nu dus afspraken gemaakt.
“Het Rijk heeft besloten mee te betalen aan een onderzoek naar wat er moet gebeuren om de ring van Alkmaar bereikbaar en verkeersveilig te houden”, bevestigt het platform. “De resultaten worden in 2025 besproken met het Rijk en vormen de basis voor eventuele vervolgafspraken tussen het Rijk en de regio Noord-Holland Noord.”
De aankondiging van de staking op het spoor heeft zijn doel niet gemist. Nagenoeg iedereen was er goed van op de hoogte: woensdagmorgen reden er geen treinen in Alkmaar en omgeving. Op de stations was het dan ook rustig, de reizigers die er wel waren reageerden gelaten: “Ik reis toch altijd al ná negen uur.”
De spoorbomen in Heerhugowaard, Alkmaar, Heiloo en Castricum bleven de hele ochtendspits lang recht omhoog staan. Geen rode lichten, geen treinen: voor wie langs het spoor woont is het toch een vreemde gewaarwording. Maar verrassend, nee, dat was het dus niet. “De treinen rijden niet hè. Ik weet het.”
De staking werd vorige week aangekondigd en is onderdeel van acties van ProRail, om een beter loon af te dwingen. (tekst gaat door onder de foto)
De medewerkers van ProRail hebben normaal de taak om het treinverkeer in goede banen te leiden. Als ProRail staakt heeft dat dus behoorlijke impact. NS kan dan domweg geen treinen laten rijden. Bij een NS-staking zou dat anders zijn, als een deel van het personeel niet mee staakt, kunnen die medewerkers wel een enkele trein laten rijden. Dat is nu dus niet aan de orde.
Op de stations is het woensdagmorgen rustig. De bussen rijden wel, dus daar is het bekende piepje van de OV-chipkaarten nog wel te horen. En een enkeling heeft op het station afgesproken. “Ik ben van Den Helder naar Alkmaar gebracht”, legt een reiziger uit. “Hier pikt een collega me zo op. Ach, we komen er wel.” (tekst gaat door onder de foto)
In Alkmaar is er wel een verschil merkbaar tussen Alkmaar Noord en het hoofdstation. Bij dat laatste station stoppen veel meer bussen en dat zorgt toch voor de nodige drukte, al is het zeker niet even druk als anders. Tegen negenen begint het alsnog vol te lopen. “Rijdt er al wat? Nee? Nou dan wachten we wel even.”
Die gelatenheid was er overal. Wie kon thuiswerken, had daarvoor gekozen. Wie een afspraak kon verzetten, had dat allang gedaan. Zo bleef de impact van de staking beperkt. Sinds de coronalockdowns hebben we allemaal wel geleerd flexibel met situaties als deze om te gaan, merkt een reiziger op. (tekst gaat door onder de foto)
Op het stationsplein verzamelt rond 9:00 een groepje jongeren. Ze krijgen geprinte treinkaartjes in hun handen gedrukt. “Wij gaan naar Amsterdam. naar het Rembrandthuis”, krijgt Streekstad Centraal te horen. Zit daar dan toch een verhaal, van een schooluitstapje dat bijna in het water viel? “Nee hoor. We gebruiken jongerenkorting, we moeten na 9:00 reizen. We willen de trein van kwart voor tien halen, nou, die gaat wel.”
Dat kenmerkt de situatie op de stations. Reizigers zijn goed voorbereid. De staking brengt de treinreizigers duidelijk niet van hun stuk. ProRail heeft het werk na 9:00 uur weer opgepakt en dat betekent dat de treinen in de regio weer gewoon zo rijden als de bedoeling is. In de avondspits wordt niet gestaakt.
Het hing al een tijd in de lucht. Woensdagochtend werd het dan toch werkelijkheid: Blokker is failliet. Na 128 jaar klapt het boek dicht. Wel blijven de winkels voorlopig nog open.
Dat heeft de rechtbank besloten. Eerder kreeg Blokker nog uitstel van betaling, om zo alsnog orde op zaken te kunnen stellen. Maar inmiddels is duidelijk dat Blokker financieel niet meer te redden is.
Het bedrijf heeft ruim 3.500 werknemers, verdeeld over 400 vestigingen. De impact van het faillissement is dan ook groot. Ook in Alkmaar en omgeving werken veel mensen voor één van de filialen. Castricum, Heiloo, Alkmaar, Heerhugowaard, Broek op Langedijk: Blokker zit nu eenmaal bijna overal. Voorlopig blijven deze winkels nog wel geopend, maar op termijn zullen ze in veel winkelstraten een gat achterlaten.
Het is toch altijd een bijzonder gezicht: de parkeerplaats bij het AZ-stadion die gebruikt wordt als landingsplaats voor een helikopter. Dinsdagavond gebeurde dat weer, toen landde er een helikopter die een evacuatie had uitgevoerd op de Noordzee.
Op een schip dat ten noorden van Vlieland voer was medisch ingrijpen noodzakelijk. Daarom werd de helikopter opgeroepen, die vanuit Den Helder het schip snel kon bereiken. Vervolgens werd de patiënt per helikopter naar Alkmaar vervoerd.
Na de landing bij het stadion is de patiënt met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Wat de aard van het medisch noodgeval was, is niet bekendgemaakt. De man kon wel zelf uitstappen, melden getuigen.
De Langestraat in Alkmaar doet het goed, nog steeds – of misschien zelfs meer dan eerst. De Laat en de straatjes daarnaartoe blijven kampen met leegstand. Over de oorzaken, de gevolgen én de oplossingen zijn betrokkenen het niet eens.
In het tweede deel van de serie over leegstand spreekt NH, mediapartner van Streekstad Centraal, met binnenstadsmanager Wouter van der Leij, en met een ondernemer die ervaringsdeskundige is, met zijn overgebleven winkel tussen leegstaande panden.
Van der Leij is in gesprek met NH kritisch over de pandeigenaren: “De sleutel ligt uiteindelijk bij de vastgoedbeheerders. Zij beslissen over de toekomst van hun panden”, zegt Van der Leij. “De ontwikkelingen met de vastgoedprijzen gaat zo ongelofelijk hard dat eigenaren de leegstand ook niet voelen in hun portefeuille.” (tekst gaat door onder de foto)
Dat klopt met het gevoel dat ondernemer Bart Harmsen. Hij zit met zijn meubelzaak Obi Home midden op de Payglop. En dat betekent dus ook: midden tussen de leegstaande panden. “De verhuurders doen ook helemaal geen moeite om het te verhuren”, vertelt hij. “Ze maken het totaal niet aantrekkelijk voor ondernemers, want als je naar binnen kijkt, zie je alleen maar ellende.”
En gekeken wordt er zeker, is de ervaring van Harmsen. Er lopen echt wel mensen door de straat. Zelf doet hij ook prima zaken. Hier liggen kansen genoeg, maar toch zal ook hij vertrekken. De eigenaar van zijn pand wil appartementen realiseren boven de winkel. Harmsen wil met zijn Obi Home niet tussen de bouwwerkzaamheden zitten en gaat dus verhuizen. (tekst gaat door onder de foto)
De vraag is of de Laat dan wel echt zo aantrekkelijk is als plek om je als ondernemer te vestigen. Want hoewel Harmsen in de Payglop genoeg aanloop heeft, blijkt uit cijfers wel dat de Laat – de straat waar de Payglop heen leidt – 25% minder bezoekers heeft dan de Langestraat.
Het baart Van der Leij zorgen. De opknapbeurt is niet helemaal de oplossing gebleken. “De Laat is prachtig verbouwd”, erkent hij. “Maar doordat de straat hierdoor twee jaar lang opengebroken lag zit het niet meer in het systeem van mensen om ook hier langs te gaan.”
Toch ziet ook Van der Leij nog genoeg kansen. “We moeten de ondernemers een perspectief schetsen”, zegt hij. “Dat doen we met cijfers over de passanten die in deze straat lopen. Daarnaast gaat de stad door woningbouw groeien en wordt dit een hele aantrekkelijk plek voor ondernemers.”
Daarnaast blijft hij dus wijzen op de rol van vastgoedeigenaren in de kwestie. In de serie over leegstand zal NH aankomende week het gesprek aangaan met een makelaar.
“Alles trilde, we zaten meteen rechtop.” In de nacht van zaterdag op zondag is de Maasstraat in Oudorp opgeschrikt door een stevige explosie. Omdat het om een portiekflat ging, met aan alle kanten buren, rukten de hulpdiensten massaal uit. Voor bewoners van de flat werd het een gebroken nacht.
De explosie heeft plaatsgevonden op het balkon van de woning op de eerste verdieping. Mogelijk gaat het om zwaar vuurwerk gecombineerd met een flesje brandbare vloeistof. De ruit van de keuken bij het balkon is tijdens de explosie gesneuveld. Opvallend is dat bij de brievenbus in het portiek op de begane grond oude sporen van mogelijk brandstichting te zien zijn.
De daadwerkelijke knal werd rond 03:20 uur gehoord. Niet veel later stond de straat al vol hulpdiensten. (tekst gaat door onder de foto)
Op straat wordt al vrijwel meteen gespeculeerd over de oorzaak van de ontploffing. De woningen zijn kortgeleden afgesloten van het gas, dus dát kan het niet zijn geweest, merken meerdere mensen op. “Er was een flits”, weet iemand. “Vuurwerk waarschijnlijk. Dat is het toch elke keer…” De wijk is bekend met explosies. Even verderop ligt de Lekstraat, die maandenlang werd geteisterd door aanslagen.
Hard was de knal zeker. Voor Frank en Martin, die met de fiets kwamen toegesneld, was de ontploffing onbedoeld de afsluiter van een avondje uit. “We stonden bij De Koning”, vertellen ze aan Streekstad Centraal. “We hoorden die knal en we zagen meteen veel politie deze kant op gaan. Toen zijn we er achteraan gefietst.” (tekst gaat door onder de foto)
De brandweer was snel ter plaatse, meerdere wagens stonden opgesteld in het straatje. Die inzet is goed te begrijpen, omdat bij branden in flats het risico groot is dat het vuur overslaat. Ook een ambulance was die nacht aanwezig in de Maasstraat, maar bleek uiteindelijk niet nodig. De bewoners waren wel thuis, maar raakten niet gewond.
Het vuur(tje) was snel onder controle. Wel deed de brandweer nog uitgebreid onderzoek, ook in de woning erboven, naar eventuele schade of andere brandhaarden.
De omwonenden gaan op een gegeven moment toch maar weer naar bed, om nog wat uurtjes slaap te halen. “Het zijn fijne huizen”, verzucht iemand. “Maar de buurt, nee. Het gaat er niet op vooruit.”
Hij wordt weer naar hartenlust gebruikt: de Duofiets van de Prins Hendrik Stichting. Het had wat voeten in de aarde, maar de fiets is dan toch gerepareerd. En nog meer goed nieuws: er is een extra accu beschikbaar, voor meer of langere ritjes in de frisse lucht.
“Ik ben heel blij”, laat Geeske de Jong van de Zorgcirkel weten, als ze Streekstad Centraal een foto stuurt van twee gelukkige gebruikers van de Duofiets: Ben en Reijnoud.
Maar de fiets is nu dus weer heel. Met de extra accu is de kans dat de fiets weer stil valt ook iets kleiner geworden. “Er kunnen nog meer kilometers gemaakt worden”, zegt De Jong daarover. Want ook in het koude seizoen zijn de duinen rondom Egmond aan Zee prachtig. Beide mannen weten daar ook veel van, vertelt De Jong. “Bij een rondje door de duinen hebben ze elkaar van alles te vertellen. Leuk hè!”
De Zorgcirkel hoopt ook andere vrijwilligers enthousiast te maken. Daarom benadert De Jong Streekstad Centraal ook: “Mochten er nog lezers zijn die graag een rondje willen fietsen met een van onze bewoners, dan kunnen zij zich aanmelden als vrijwilliger.” De contactpersoon voor vrijwilligers is Verula van der Molen.
Hier werd ze geboren, in Alkmaar, vlakbij de Gewelfde Stenenbrug: Truus Wijsmuller-Meijer. Hier werd ze ook herdacht, op vrijdag 8 november, door leerlingen van basisschool Kennemerpoort-Lindenlaan, die gezelschap kregen van vertegenwoordigers van de Alkmaarse synagoge en de stichting Truus Wijsmuller-Meijer. De herdenking viel aan de vooravond van de datum van de ‘Kristallnacht’, een gebeurtenis waar uitgebreid bij stil werd gestaan.
Onder de naam Kristallnacht zijn de gebeurtenissen van 9 en 10 november 1938 het best bekend. Maar misschien is de naam ‘Grote Pogrom’ beter, hield Feyko Alkema van de stichting de leerlingen voor in zijn toespraak. Want Kristallnacht, dat was eigenlijk spottend bedoeld, als verwijzing naar de schittering van de talloze glasscherven die herinnerden aan de verwoesting van joodse winkels.
De kinderen van basisschool Kennemerpoort-Lindenlaan waren bij elkaar gekomen in de ontvangstzaal van de synagoge van Alkmaar. Daar stonden limonade en krentenbollen klaar. “Pak gerust!” (tekst gaat door onder de foto)
‘Moeder van 1001 kinderen’, noemt Alkema de Alkmaarse heldin Truus Wijsmuller in zijn presentatie. “Hoe kan dat?”, vraagt één van de leerlingen scherp. “Nee, inderdaad”, lacht Alkema. “Dat lukt de meeste moeders niet.”
Maar ‘Truus’ lukte het wél, symbolisch, doordat zij tienduizend joodse kinderen in veiligheid wist te brengen. Na de ‘Grote Pogrom’ van 1938 wilden joden Duitsland en Oostenrijk graag verlaten, angstig voor wat komen zou. Maar er waren nauwelijks landen die ze op wilden vangen. Alleen Engeland was zo ruimhartig om plaats te maken voor joodse kinderen.
“Truus regelde het”, vertelde Alkema in zijn presentatie over die bijzondere geschiedenis. “Niet alléén, ook zij werd weer geholpen. Maar zij regelde het en dat is heel bijzonder. Daarom verdiende zij een beeld in Alkmaar.” (tekst gaat door onder de foto)
Alkema staat in de ontvangstzaal van de synagoge ook stil bij de actualiteit. “Ik weet niet of jullie vanmorgen ook naar het nieuws gekeken hebben”, begint hij voorzichtig. “In Amsterdam zijn joodse mensen achtervolgd. Wéér. Na een voetbalwedstrijd…”
Uit de reacties blijkt dat heel wat kinderen dat nieuws mee hebben gekregen. Het zijn maatschappelijke spanningen die ook jonge kinderen bereiken, zoveel is duidelijk. Op school gaan ze zulke onderwerpen niet uit de weg. Ook de harde geschiedenis van de ‘grote pogrom’ en de holocaust niet.
Meester Henk gaat met de kinderen ook mee de synagoge in, waar de voorzitter van de synagoge de leerlingen zal vertellen over het joodse geloof, over de rituelen en over de vele verhalen die op deze plek samenkomen. (tekst gaat door onder de foto)
“Jullie mogen een keppeltje op”, vertelt de voorzitter voor we de gewijde ruimte binnengaan. “Maar als je dat liever niet wil is dat ook goed. En als meisjes het willen proberen, vandaag mag dat.” Zo houdt de synagoge de ontmoeting laagdrempelig, al is er ook altijd enige spanning. De veiligheid moet gegarandeerd zijn – vorig jaar ging de herdenking daarom alleen in aangepaste vorm door.
Maar op deze vrijdag ging het zoals het moest. Een lange stoet kinderen, met in hun hand een roze roos, verliet de synagoge door de sierlijke poort. Zo ging het naar de Gewelfde Stenenbrug, naar het beeld. De werkzaamheden daar waren gisteren nog even versneld afgerond, de hekken stonden open: de kinderen konden een kring vormen. (tekst gaat door onder de foto)
Toen werd het even helemaal stil rondom dat beeld. Een groep toeristen keek nog wel toe. “Do you know her, do you know Truus Wijsmuller”, begon Alkema, onvermoeibaar. Oók toeristen moeten haar leren kennen.
Maar dat ontging de kinderen. De ‘twintig seconden stilte’ waar meester Henk het over had werden een minuut. Daarna beierde de Waagtoren en was de herdenking voorbij.
“Koffie?” De bestuursleden van de stichting vinden elkaar, terwijl de kinderen weer terug naar school lopen, nu zonder roosje. “Dat kan maar op één plek, vandaag. In het geboortehuis van Truus!” Want daar zit nu een café. De geschiedenis is zijn weg gegaan, ook hier. Maar háár heldendaden zijn niet vergeten.
Meer eitjes. Meer ‘pullen’. En uiteindelijk dus meer vogels in de lucht: de nestplateaus die door Water, Land & Dijken zijn geplaatst helpen de scholeksters. Dat is nodig, want de kenmerkende zwartwitte vogel heeft het moeilijk. “Het project is meer dan geslaagd.”
Dat zegt Willem Overweg van Water, Land & Dijken, een organisatie die zich inzet voor natuur op het boerenland. De scholekster hoort bij die natuur, maar laat zich de laatste jaren toch steeds minder zien. De vogel heeft onder meer last van ratten en andere roofdieren, die nesten leeg halen.
Overweg plaatste daarom ‘nestplateaus’, onder meer in en om Oterleek en in de omgeving van Bergen. Nestplateaus zijn verhoogde nesten, op een paal, waar ratten, bunzingen en hermelijnen minder gauw op zullen klimmen. (tekst gaat door onder de foto)
“Het bestond al, maar dan heel kleinschalig, wat plateaus hier en daar. Ik dacht: laten we dit eens grootschaliger aanpakken!” In 2023 plaatste hij 145 plateaus in de regio, die ook dit voorjaar weer goed gebruikt werden. Inmiddels is hij druk bezig met het plaatsen van nieuwe plateaus. “We gaan gewoon door.”
De scholeksters blijken zich wel te kunnen vinden in die nieuwe manier van nestelen. Niet alle plateaus werden gebruikt, maar de plateaus waar wél op werd gebroed, blijken inderdaad veiliger. “Het is een heel flexibele vogel. Ze kunnen overal broeden. Maar je moet die plateaus wel vroeg in het seizoen neerzetten. Ik heb het al gehad, dat ik eind januari al ‘pieppiep’ hoorde. Dan zijn ze aan het verkennen.”
In vergelijking met de ‘gewone’ nestjes in het open veld blijken de nestjes op de plateau echt succesvoller. Van de in totaal 45 nestjes werden er maar vier leeggehaald door roofdieren en dat is opvallend weinig. (tekst gaat door onder de foto)
Ratten zijn een groeiend probleem, merkt Overweg. “Oterleek is al zwaar aan de beurt geweest”, vertelt hij. “Ik heb gezien dat alle nesten werden leeggehaald. Door ratten, ik heb het op camera staan. Ratten, er zijn er meer dan je kunt inschatten.”
Doordat het moeilijker is geworden de ratten te bestrijden nemen ze al jaren toe en dat heeft een impact op de vogelstand. Eerder werd al duidelijk dat scholeksters, vermoedelijk al sinds de eeuwwisseling, vaker kiezen voor platte daken om op te broeden. (tekst gaat door onder de foto)
De nestplateaus bieden nu vergelijkbare nestruimte op het platteland. “Mensen kunnen ze zelf plaatsen”, tipt Buitenweg. Een ruimte tuin, een vakantiepark, zelfs een golfbaan: het zijn uitstekende plekken voor nestplateaus, is de ervaring van Overweg.
“Ik heb er net weer twee gezet en zo ga ik naar Heiloo voor een derde”, vertelt hij. Zo komen er dus steeds meer plateaus bij in de regio.
“Het pakt echt goed uit”, stelt Overweg verheugd vast. “Sommige plateaus werden zelfs twee keer gebruikt voor een nestje.” En omdat scholeksters trouwe vogels zijn, die bij hun partner blijven, is er goede hoop dat de vogels ook in 2025 weer op de plateaus zullen broeden. En dan dus zónder dat ratten daar nog bij kunnen komen.