Het is inmiddels al een beetje een nieuwjaarstraditie: het kleinschalige bierfestival ‘Happy New Beer’ in de Cultuurkoepel te Heiloo. Ook dit jaar kunnen bierliefhebbers het nieuwe jaar op gepaste wijze inluiden met mout, hop en uiteraard het gezelschap van andere bierliefhebbers. Happy New Beer vindt plaats op zaterdag 4 januari.
De organisator van het festival is Heilooënaar Frans Ruiter. Streekstad Centraal sprak eerder met hem over zijn festival en de bijzondere bieren die hier te verwachten zijn. Ook dit jaar kunnen bezoekers weer rekenen op een grote variëteit aan smaken, met de nadruk op nieuwe bieren, die ze dus nog niet eerder hebben gedronken.
In de Cultuurkoepel vloeit het bier zaterdag 4 januari vanaf 14:00 uur. Het festival duurt tot 20:00 uur. Entree kost 20 euro, daarbij zijn vier biertjes inbegrepen. Tickets zijn verkrijgbaar via de website van Cultuurkoepel Heiloo.
De Grote Kerk van Schermerhorn is ook in de donkere dagen voor kerstmiss het warme middelpunt van het dorp. Op veler verzoek weerklinken er weer klassieke en moderne kerstliederen in de kerk, op zaterdag 14 december. Dan zingt Vocal Group ‘Close Up’ hun bijzondere programma ‘Ho Ho Harmony’. Volgens de organisatie kan Schermerhorn daarmee rekenen op een heel sfeervol optreden.
Close Up zingt ‘a capella’ in de kerk, dat wil zeggen: zonder begeleiding van instrumenten. De kracht en pracht van de menselijke stem krijgt zo alle ruimte. Dat past mooi bij de magie van kerstmis.
Ook na het optreden op zaterdag 14 december zal de Grote Kerk van Schermerhorn nog geopend zijn in verband met de feestmaand. Van dinsdag 18 december tot en met kerstavond is de kerk iedere avond open van 19:00 uur tot 20:30 uur. Ook dan is de kerk dus weer echt een ontmoetingsplek voor heel Schermerhorn.
Het optreden op zaterdag 14 december begint om 20:00 uur. Tickets kosten 17,50 euro en zijn verkrijgbaar via de website van de kerk.
Voor een grote beroemdheid als Billy Joel is de achterzaal van De Alkenaer misschien net te klein, maar als Maurits Fondse in de huid van deze wereldster kruipt, dan past alles juist precies. Voor de intieme liedjes van Joel is het juist een meerwaarde om zo dicht op elkaar en op de zanger te zitten. Vrijdag 13 december is het zo ver.
Maurits Fondse heeft het repertoire van Joel helemaal in zijn vingers. Dat juist hij bekende en minder bekende liedjes van de grote zanger vertolkt is helemaal niet zo raar, legt hij uit tijdens zijn show. Fondse en Joel blijken namelijk heel veel gemeen te hebben. De liedjes en de verhalen zorgen samen voor een sfeervolle muzikale avond.
Het optreden van Maurits Fondse als Billy Joel begint vrijdag 13 december om 20:15. Tickets kosten 15 euro en zijn te bestellen via de website van De Alkenaer.
Zeventiende-eeuwse schilders waren niet alleen meesters in verfijnd schilderen, meesters in kleur – ze waren ook meesterlijke vertellers. En hun verhalen zijn, voor wie weet waar hij op moet letten, nog eens heel geestig ook. Kunstkenner Bas Zevenbergen neemt zijn publiek mee naar de ‘fun part of art’ en staat zaterdag 14 december in De Alkenaer uitgebreid stil bij Frans Hals.
Want Frans Hals, dat is de ‘meester van de lach’, betoogt Zevenbergen. Hals brengt de gewone mensen uit het zeventiende-eeuwse Holland heel dichtbij en vertelt hun verhaal met zin voor humor. Daarin is hij eigenlijk een voorganger van Zevenbergen zélf, die als oud-leraar goed weet hoe hij deze geschiedenis voor een breed publiek kan vertellen, uiteraard met een lach.
Bijzonder aan deze lezing is dat mensen die wonen in de Frans Halsstraat in Alkmaar, of aan een andere straat, laan of plein vernoemd naar de schilder, voorafgaand een gratis kopje koffie of thee kunnen krijgen. Een envelop met het adres erop dient als bewijs.
De lezing over Frans Hals is de derde in een serie lezingen over zeventiende-eeuwse schilderkunst in De Alkenaer. Deelname kost 12,50 euro. Reserveren is aanbevolen, want eerdere lezingen waren stijf uitverkocht, laat De Alkenaer weten.
De winter is misschien niet het perfecte seizoen voor een middagje ‘outdoor’. Maar Outdoorpark Alkmaar is voor geen kleintje te vangen en keert het gewoon helemaal om: outdoor wordt indoor! In de kerstvakantie zijn er dus allerlei uitdagingen voor jonge outdoorliefhebbers, maar dan onder dak. Het weer is dus geen spelbreker meer!
Om deze omkering van outdoor naar indoor mogelijk te maken wijkt Outdoorpark Alkmaar uit naar sportcomplex Hoornse Vaart. Zo houdt de organisatie het outdoorgevoel vast in een veilige en mooie binnenomgeving. Klassiekers uit de gymles, zoals ‘boer en kwajongens’, komen hier weer tot leven. Ook worden er balspellen gespeeld en in het zwembad wordt een spectaculaire stormbaan opgesteld.
De activiteiten van Outdoorpark Alkmaar zijn bedoeld voor kinderen van8 tot 14 jaar oud. De entreeprijs verschilt per activiteit. Voor meer informatie en tickets kunnen geïnteresseerden een kijkje nemen op de website van Outdoorpark Alkmaar.
Een dure tijd is het voor bijna iedereen, maar voor wie onder de armoedegrens leeft, is december een extra moeilijke maand. Juist voor gezinnen, want wie geen geld heeft, zal als ouder veel vaker ‘nee’ moeten zeggen – ook al zijn de kinderen nog zo braaf en zoet geweest. Het gaat de mensen van Status Quo Alkmaar aan het hart. Daarom komen ze nu met een bijzondere actie, met de Waag en kerst als centrale thema’s.
Alkmaars bekendste monument siert namelijk een kleurige kerstkaart, gemaakt door Status Quo. Die goededoelenorganisatie grijpt het kerstfeest aan om extra aandacht te vragen voor Alkmaarse gezinnen in armoede. “In Alkmaar leven meer dan 3.200 mensen onder de armoedegrens, en wekelijks zijn ongeveer 200 gezinnen afhankelijk van de Voedselbank”, somt directeur Devon Zwierenberg op. “Deze gezinnen hebben het extra moeilijk tijdens de feestdagen.”
Want armoede doet extra zeer in een tijd dat andere kinderen worden overladen met cadeaus en lekkernijen. Om voor deze armste Alkmaarse gezinnen toch wat van deze maand te maken, zijn de kerstkaarten in het leven geroepen. (tekst gaat door onder de foto)
“Het is 2,50 euro per kaart of 10 euro voor een set van 5 kaarten” – zo werkt het dus. Met een bescheiden aankoop van wat kerstkaarten zorgen Alkmaarders ervoor dat Status Quo genoeg geld kan verzamelen om die 200 gezinnen een beetje te verwennen. Met lekkers, met moois, zoals dat hoort bij deze tijd.
“Honderd procent van de opbrengst wordt gedoneerd aan de Voedselbank Alkmaar”, verzekert Status Quo. Maar voor Zwierenberg gaat het om meer: “We hopen hiermee niet alleen financiële hulp te bieden, maar ook aandacht te vragen voor de uitdagingen die veel inwoners van Alkmaar dagelijks ervaren.”
De kaartjes brengen zo ook een gesprek op gang – en misschien wel goede voornemens voor volgend jaar. Status Quo en de Voedselbank blijven in ieder geval hulp bieden. De kaarten kunnen worden besteld via de website van Status Quo.
Sinterklaas is in alle vroegte weer vertrokken naar Spanje, dus zijn alle ogen én oren nu gericht op de andere decembertradities. Het versieren van de kerstboom is daar één van. Maar toenemend geknal van vuurwerk is ook onlosmakelijk met deze maand verbonden, zelfs in Alkmaar, waar vuurwerk per referendum weg is gestemd. “Verknal het niet voor elkaar.”
Met dat standpunt introduceert Alkmaar een speciaal meldpunt voor vuurwerkoverlast. Zo kan de gemeente een goed beeld krijgen van waar het knalt, en wanneer. Want ook al mag het dan niet: het knalt tóch. En daar hebben best veel mensen last van. Er zijn op vrijdag 6 december al 49 meldingen binnengekomen, laat de gemeente weten. Dat zijn er fors meer dan vorig jaar, toen het totale aantal meldingen, over de hele periode dus, 51 was.
Ook bij Streekstad Centraal komen al meldingen binnen. “Het knalt er over”, schrijft een lezer. Dat zorgt voor onbegrip. Want het is verboden, en dat niet eens voor het eerst. (tekst gaat door onder de foto)
Zo zag de jaarwisseling er in andere jaren uit. (foto: gemeente Alkmaar)
Voor de goede orde: vuurwerk wás al verboden, in heel Nederland. Vuurwerk afsteken mocht onder de oude regels alleen in de uren rond de jaarwisseling, niet begin december al, of op enig ander moment. In Alkmaar is de regelgeving nu aangescherpt en mag er ook met de jaarwisseling zelf geen vuurwerk meer afgestoken worden. Dat was de wens van de meerderheid van de bevolking.
Maar handhaven is lastig. “Je moet het wél geconstateerd hebben”, zei burgemeester Anja Schouten daar eerder over. Ofwel: een heterdaadje, anders wordt het een moeilijk verhaal. Het bezit van vuurwerk is namelijk niet verboden, dat kan Alkmaar lokaal niet afdwingen. Dat is iets voor de landelijke politiek.
Voor Alkmaar betekent het aangescherpte verbod dan ook een behoorlijke uitdaging. Zeker in de nieuwjaarsnacht zelf zal er toch wel het nodige de lucht in gaan, maar de gemeente hoopt met alternatieve shows en extra handhaving al te veel overlast te voorkomen. Daar komt handhaving in de weken voorafgaand aan de jaarwisseling nog bij. (tekst gaat door onder de foto)
Door de landelijke politiek te overtuigen van een verbod op vuurwerkbezit wil burgemeester Schouten handhaven makkelijker maken. (foto: Streekstad Centraal)
Om toch een idee te krijgen van waar en wanneer er vuurwerk de lucht in gaat, is er nu een meldpunt. Daar kunnen bewoners mee bellen (072-5488585). Maar nog eenvoudiger is het online invulformulier, te bereiken via Alkmaar Vuurwerkvrij. Online kunnen Alkmaarders dan aangeven waar en wanneer ze vuurwerk hebben gehoord en of dat bij één keer bleef, of dat er vaker geknal was.
Meldingen nemen we serieus, verzekert de gemeente. “Door meldingen weten we waar we handhavers en wijkagenten moeten inzetten.” Het meldpunt is open tot en met 5 januari 2025. (foto bovenaan: NH)
Het is níét een stedenband als alle andere. De link tussen Alkmaar en Bath is anders. Ouder, dieper – echt anders. Daarom wil het samenwerkingscomité dolgraag alle unieke verhalen die bij dit partnerschap horen verzamelen. “Die link is er echt wel. Bath voelt als thuis.”
Streekstad Centraal liet zich inspireren door de oproep van het Alkmaars Uitwisselings Comité (AUC) en legde contact met Thea Forse-Bakker in Engeland. Dwars door het tijdsverschil heen, en zeker niet gehinderd door een taalbarrière: Thea is een echte Alkmaarse en spreekt zelfs na 38 jaar nog vloeiend Nederlands. “En mijn man ook”, verzekert ze. “Hij is een Engelsman, maar hij spreekt heel goed Nederlands!” Ook daar blijkt een verhaal aan te zitten.
Verhalen, foto’s, andere tastbare herinneringen: ze zijn er genoeg. De stedenband tussen Bath en Alkmaar is volgend jaar 80 jaar oud. Daarmee is het volgens het AUC zelfs de oudste stedenband ter wereld. Om dat bijzondere jubileum te vieren is het comité dus op zoek naar verhalen zoals Thea die kan vertellen. (tekst gaat door onder de foto)
De Alkmaar Room in het stadhuis van Bath en de laatste aanwinst van de Forse Family. (foto: aangeleverd)
Eerst maar dat Nederlands. Het is duidelijk niet de moedertaal van Thea’s man. Ze leerde hem kennen toen ze een jaar of veertien was, gewoon, op vakantie. Dat hij Engels sprak was voor haar zeker geen probleem, ze zou later zelfs Engels gaan studeren. “Maar ja, als hij bij ons in Alkmaar was, op die echt Nederlandse kringverjaardagen… Dan verstond hij daar niks van natuurlijk.”
Aangemoedigd door het vlekkeloze Engels van zijn aanstaande trok deze Brit zijn stoute schoenen aan. In het geniep, zonder er aan Thea een woord over te zeggen, begon hij aan een cursus Nederlands. “Toen zag ik hem na een paar maanden weer en wat denk je? Hij sprak Nederlands tegen me!”
Uiteindelijk verhuisde Thea wel naar Engeland, naar de omgeving van Bath. Die stad trok haar toen al, juist ook door de band die er tussen Alkmaar en Bath bestaat. “Ik heb daar echt wel een beetje voor gekozen door die verbinding”, bekent ze. “Ik kende het al van vakanties. Je hebt hier een park” – dat woord spreekt ze wél Engels uit – “en dat park heet Alkmaar Gardens.” Vorig jaar nog werd er een plaquette onthuld vanwege de stedenband.
Bath is een historische stad, net als Alkmaar. De stad trekt veel toeristen, ook dat draagt bij aan de typische sfeer van deze Engelse stad. En dan zijn er dus al die directe aanwijzingen van het partnerschap van Bath en Alkmaar. Thea voelt zich er thuis, vertelt ze. “Mijn moeder heeft hier met haar koor gezongen, in de kerk”, haalt ze aan. Een prachtige herinnering. “Ook dat was weer vanwege de stedenband.” (tekst gaat door onder de foto)
Thea en Mike ‘ergens op de wereld’. (foto: aangeleverd)
Haar kinderen spreken Engels, maar ook nog een beetje Nederlands. Ze verstaan het perfect. “Klap eens in je handjes, blij, blij, blij… Dat zingt mijn schoondochter ook hoor! Dat kennen we allemaal bij ons thuis.”
Die liedjes. En hagelslag, natuurlijk. Maar in deze tijd van het jaar dwalen de gedachten vanzelf naar dat éne feest, dat voor Nederlanders overal ter wereld bijzonder is en blijft. “Ja, zeker vierden wij Sinterklaas! Dat zijn we als gezin altijd blijven doen.” Maar vind maar eens een echte Sint in Bath. “Dat deed mijn man, die is meerdere keren zélf Sinterklaas geweest!”
Zo is de uitwisseling wel compleet, zou je denken. Ze leerden elkaars taal, elkaars liedjes, hij verkleedde zich als Sinterklaas. Maar dat was voor deze familie blijkbaar nog niet genoeg. Dit jaar werd de stedenband pas écht met goud omrand: “Ons jongste kleinkind”, zegt Thea. “Dat is op een bijzondere dag geboren. Op 8 oktober!”
Het lijkt wel alsof hij het aantrekt. Wéér zit Aldo Backer, beheerder van veilige werkplekken De Boekentuin en Plantenasiel Alkmaar, met een aanstaande verhuizing in zijn maag. Want nu zijn Boekentuin eindelijk een mooie nieuwe plek heeft, zit er voor de medewerkers van het Plantenasiel óók een hoop getil en gesjouw aan te komen. “We willen gewoon doorgaan.”
Streekstad Centraal spreekt Backer als hij nog druk doende is met de verhuizing van dozen en dozen vol boeken. “Heb jij een pompwagentje staan? Nee, ik ben even in gesprek” – de typische hectiek van verhuizen. En dat moet straks dus nóg een keer. “Wij hebben planten, nou, die moet je met z’n tweeën, drieën op een karretje tillen.”
Dat De Boekentuin op zoek moest naar een andere plek, dat was eigenlijk al kopzorg genoeg. Maar die kwestie raakte opgelost, met een beetje hulp van Streekstad Centraal. Nu ziet Backer de geschiedenis zich herhalen: het Plantenasiel kan niet blijven op de plek waar het nu zit. (tekst gaat door onder de afbeelding)
Aldo Backer tussen de verhuisdozen. Ook planten verhuizen is geen makkelijk karwei. (foto: Streekstad Centraal)
Die plek is kringloopwinkel Rataplan aan de Pettemerstraat. Door deze locatie is het Plantenasiel onderdeel van de Alkmaarse ‘kringloopboulevard’ en dat is mooi meegenomen, want ook in het Plantenasiel gaat het om hergebruik van afdankertjes: hier kunnen mensen planten heenbrengen om te voorkomen dat ze verpieteren. Het Plantenasiel verzorgt ze en zoekt een nieuwe eigenaar.
“Ja en het is natuurlijk nog gezellig ook, die plantjes”, vertelt Backer. “Dat vinden ze bij Rataplan ook. Maar ze willen die ruimte nu zélf commercieel gaan gebruiken en dus moeten wij er op een gegeven moment wel uit.”
Dat betekent dat Backer wederom op zoek is naar een nieuw onderkomen, in dit geval dus voor de planten en hun verzorgers. “Onze medewerkers willen graag bij ons blijven”, zegt Backer daarover. Het Plantenasiel biedt een veilige werkplek voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. “We willen ook gewoon doorgaan. Dit kan niet het einde zijn.” (tekst gaat door onder de foto)
Het Plantenasiel zoals het er nu uitziet. Shop-in-shop is ook in de toekomst mogelijk. (foto: Streekstad Centraal)
“Het gaat ook om het idee van het Plantenasiel”, benadrukt Backer. Een veilige werkplek, een veilig heenkomen voor tweedehands planten, een duurzame manier van werken: dát moet zo blijven. “We zoeken een ruimte van zo’n 100 vierkante meter, op de begane grond”, vertelt Backer. Een ‘shop-in-shop’ is daarbij zeker mogelijk.
De planten dan ook maar verslepen naar het nieuwe plekje van de Boekentuin, dat is alleen geen optie voor Backer. “Het Plantenasiel is ook een winkel, waar mensen in en uit lopen. De Boekentuin hebben we daar niet op bedacht. Dat is geen winkel, dat moet een rustige werkplek blijven voor de mensen daar.”
Voorlopig is het Plantenasiel nog wel te vinden in de Pettemerstraat. “Ja, we zijn nu volop aan het voorbereiden op kerst hoor.” Ook dát gaat gewoon door. Maar met dus in het achterhoofd die zoektocht naar een nieuw pand. “Als de lezers van Streekstad weer wat weten…”
Het is een gemeentelijk monument en zeker een gebouw waar de wandelaar toch even naar omkijkt, want zoveel historische kerken zijn er niet in Heerhugowaard: de oude gereformeerde kerk aan de Stationsweg. In 2022 werd het kerkje verkocht aan een projectontwikkelaar. Nu zijn er zorgen over achterstallig onderhoud.
Dat bevestigt het college van de gemeente Dijk en Waard. Dat college wil wel werk maken van deze kwestie: “Als blijkt dat ernstig verval van het kerkje dreigt dan zal het college overwegen om over te gaan tot actieve handhaving van de onderhoudsplicht.”
Daarmee is duidelijk dat de gemeente dit monument graag voor Heerhugowaard wil behouden. Maar voorlopig wacht men af wat de eigenaar van het perceel er mee wil gaan doen.
Die ontwikkelaar verwierf het terrein in 2022. Het gebouw uit 1917 is niet meer als kerk in gebruik. De laatste jaren was het als ‘Kunstkerk’ nog wel een bekend plekje in Heerhugowaard. De vroegere woning van de predikant, die op hetzelfde grondstuk stond, heeft de ontwikkelaar inmiddels verkocht. Nu moet er een goed plan komen voor het kerkje en voor het ‘lijkhuisje’, dat ook monumentaal is. (tekst gaat door onder de foto)
Het kerkje aan de Stationsweg gezien vanaf de achterkant. (foto: Reliwiki / Job van Nes)
“De ontwikkelaar heeft tot nu toe nog geen haalbaar plan aangeleverd”, stelt het college vast. Dat plan moet namelijk rekening houden met de monumentale status van het kerkgebouw. Nu alles stil ligt, ontstaat er een achterstand in het onderhoud van de kerk.
“De eigenaar van een monument kan in principe niet verplicht worden om zijn/haar pand te onderhouden”, legt het college van Dijk en Waard uit. “Wel kan een eigenaar verplicht worden om conserverende maatregelen te treffen wanneer er bijvoorbeeld sprake is van ernstig verval.” Of daar sprake van is, dat wil Dijk en Waard nu laten onderzoeken. Indien nodig kan er dan dus toch worden ingegrepen.
Maar veel beter nog zou een goed ontwikkelplan voor het kerkje zijn. Daarover is op dit moment ‘vooroverleg’, laat het college weten. Als daar een positief resultaat uitkomt, kan de ontwikkelaar een omgevingsvergunning aanvragen. Dan kan dit historische stukje Heerhugowaard nieuw leven worden ingeblazen. (hoofdfoto: Wikimedia Commons / Dqfn13)